• No results found

ruimte en beheersing van de parkeerdruk.’

In document Haagse nota mobiliteit (pagina 63-66)

126 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 8 | goede voorzieningen voor voetgangers 127

Bij de ontwikkeling van RandstadRail wordt aandacht gegeven aan verbetering van de toegankelijkheid. Door introductie van lage-vloer-trams, een gelijkvloerse instap en ruime perrons, zijn de nieuwe RandstadRail lijnen veel beter

toegankelijk. Daarnaast moet bij de realisatie van ‘tophaltes’ van RandstadRail aandacht worden gegeven aan een goede aansluiting op de looproutes. Het gaat dan om logische en directe loopverbindingen tussen de tophalte en belangrijke bestemmingen in de omgeving. Een logische situering van de halte, een goede verlichting van de route en het opheffen van obstakels moeten bijdragen aan comfortabele routes.

maja uit

rijswijk

‘Aangezien ik geen rijbewijs heb, ben ik voor woon-werkverkeer aangewezen op het openbaar vervoer. Tram 17 stopt bij mij op de hoek en brengt me in een half uurtje naar het centrum. Ik zou nog meer van het Ov gebruik maken als de tram vaker rijdt. Maar aan de andere kant vind ik het Ov wel erg duur. de overheid zou hier best wat aan mogen doen, vooral omdat ze mensen willen stimuleren om de auto vaker te laten staan.’

8.3 lopen van en naar het openbaar vervoer

Het grootste deel van de openbaar-vervoerverplaatsingen begint met een verplaatsing te voet naar de bus- of tramhalte of naar het station. Ook het natransport van de halte naar de bestemming vindt vaak te voet plaats. Openbaar- vervoerhaltes zijn daarom belangrijke concentratiepunten voor voetgangers. Vooral de grotere stations en de RandstadRail haltes trekken omvangrijke voetgangersstromen aan. Ter illustratie: ongeveer 20% van de treinreizigers op Den Haag Centraal komt lopend naar het station, terwijl 40% van de treinreizigers het station lopend verlaat. Goed ingerichte looproutes voor deze ‘zware’ loopstromen dragen in belangrijke mate bij aan een aantrekkelijk openbaarvervoerssysteem. Goed ingerichte en rechtstreekse looproutes kunnen ook het (economische-) invloedsgebied van een station ‘oprekken’. Om de positie van de voetganger in het voor- en natransport van het OV te versterken, wordt ingezet op goed ingerichte looproutes rond belangrijke OV-haltes en stations in de stad.

Goed ingerichte looproutes rond een station moeten reizigers uitnodigen om een station te voet te bereiken en te verlaten. Indien de looproutes op orde zijn en de stationsomgeving aantrekkelijk is, zijn mensen bereid om vanaf het station maximaal 1 kilometer naar hun bestemming te lopen. Een goed voorbeeld van een hoogwaardige voetgangersroute is de Turfmarkt, die station CS met de voorzieningen- en werkgelegenheid van Den Haag Nieuw Centrum verbindt. Het is een directe route, zonder grote barrières met langs de route aantrekkelijke functies gericht op de reiziger. Langzaam verkeer op deze route heeft voorrang op andere kruisende wegen en de route heeft een flinke maat die is afgestemd op grote voetgangersstromen in de drukke (spits-)periode.

Ook op andere punten in de stad liggen kansen voor realisatie van hoog- waardige looproutes tussen het station en belangrijke bestemmingen in de omgeving. Voorbeelden zijn de route van station Den Haag HS naar de binnenstad en Binckhorst Noord en de route van Den Haag Centraal naar het Beatrixkwartier. Ook bij kleinere stations liggen er kansen voor opschaling van het invloedsgebied, door realisatie van goede loopverbindingen. De realisatie van goede loopverbindingen moet daarbij onderdeel zijn van de totale gebieds- ontwikkeling. Kansen liggen er vooral bij station Voorburg in relatie tot de Binckhorst, bij station Ypenburg in relatie tot het Prins Alexanderkwartier en bij station Moerwijk in relatie tot de gebiedsontwikkeling rond dit station. Om een succes te zijn, moeten de ‘maat en schaal’ van deze routes op de voetganger worden afgestemd. Ook een helder – vooral op voetgangersstromen ingericht stationsplein – past in dit beeld.

128 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 8 | goede voorzieningen voor voetgangers 129

Om deze typische Haagse kwaliteit in stand te houden, moet er aandacht zijn voor een goede toegankelijkheid van de groengebieden in de stad. Het gaat dan vooral om een goede oversteekbaarheid van barrières in de nabijheid van groengebieden, zoals doorgaande wegen en zware OV-lijnen in de nabijheid van groengebieden. Bij de (her-)inrichting van wegen en OV-lijnen moet er aandacht zijn voor een goede bereikbaarheid van groengebieden voor de voetganger. Een voorbeeld van een mooie oplossing is de Koningstunnel bij station CS, waarmee de binnenstad en de Koekamp rechtstreeks met elkaar zijn verbonden.

samengevat

Concentratie op woonwijken, openbaar vervoer, centrumgebieden, –

schoolgebieden en groengebieden.

Inrichting van 30 km/uur zones en een veilige schoolomgeving. –

Hoogwaardige looproutes van en naar stations en haltes. –

voetganger staat centraal bij de inrichting van centrumgebieden. –

Optimale toegankelijkheid van groengebieden voor voetgangers. –

maja uit

rijswijk

‘Mijn boodschappen haal ik voornamelijk op de fiets. In een kwartiertje sta ik in de supermarkt. Op deze manier heb ik ook weer wat lichaamsbeweging en dat vind ik wel zo gezond. En het is nog gratis ook en een stuk sneller dan met de tram.’

8.4 De voetganger centraal in de Haagse centrumgebieden

In de binnenstad, Scheveningen, Kijkduin, bij de Haagse Markt en in winkel- straten en winkelcentra, zijn voetgangers de belangrijkste weggebruikers. Op veel uren van de dag zijn hier grote voetgangersstromen aanwezig; van ontspannen ‘funshoppers’ tot haastige forensen. Goede voetgangersvoorzieningen dragen hier sterk bij aan een aantrekkelijk verblijfsklimaat. Lopen is hier niet alleen een manier om snel van A naar B te komen, maar lopen en slenteren langs winkels, attracties en bezienswaardigheden is hier ook een doel op zich. Goede looproutes zijn hier medebepalend voor het economische succes; voor veel winkels geldt: hoe meer voetgangers, hoe meer omzet.

In deze gebieden past een inrichting van de buitenruimte die de voetganger en zijn behoeften centraal stelt. Dat vereist een aantrekkelijk ingerichte ruimte, zonder grote barrières of obstakels, waar het goed verblijven is. De combinatie van grote loopstromen en verblijfsfuncties vraagt om een royale vormgeving van voetgangersvoorzieningen; zowel in de keuze van bestratingsmateriaal als in de maatvoering. Er zijn voldoende rustpunten en er is speciale bewegwijzering voor voetgangers. Daarbij kunnen voetgangers zich via een fijnmazig netwerk ongehinderd door het hele gebied verplaatsen. Straten, pleinen en parken zijn zo naadloos met elkaar verbonden, waardoor de voetganger voor meerdere ‘loopcircuits’ kan kiezen. Maar ook openbaar vervoerhaltes, fietsenstallingen en parkeergarages zijn in het netwerk opgenomen. Doorgaand autoverkeer heeft in deze gebieden geen plaats. Ook de inrichting en het ruimtebeslag van andere verkeerssoorten is in deze gebieden afgestemd op de ‘maat en schaal’ van de voetganger.

8.5 Toegankelijke groengebieden

Den Haag is verweven met het groen en het omliggende landschap. In en rond de stad ligt een grote variëteit aan parken, duinen, landgoederen en groene lanen. De nabijheid van dit groen is een belangrijke kwaliteit van wonen en werken in de stad. Het voorziet in de behoefte van mensen om dicht bij huis te recreëren, wandelen, flaneren of een frisse neus te halen. Inwoners en bezoekers hoeven de stad niet uit om groen, rust en ruimte te vinden. Bereikbare groengebieden zijn ook gunstig vanuit mobiliteitsoogpunt; bij korte verplaatsafstanden kiezen mensen vaker voor lopen of fietsen.

130 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 9 | aantrekkelijke ketenmobiliteit 131

9.1 meer keuzemogelijkheden voor de reiziger

Reizigers maken sneller een keuze voor het openbaar

In document Haagse nota mobiliteit (pagina 63-66)