• No results found

Het parkeerbeleid van Den Haag is gericht op het herstellen van evenwicht Evenwicht tussen vraag

In document Haagse nota mobiliteit (pagina 80-82)

naar en aanbod van parkeervoorzieningen. Maar ook

evenwicht in de verdeling van functies in de openbare

ruimte waar naast parkeren ook ruimte moet zijn

voor voetgangers, fietsers, groen en spelen. En ook

evenwicht tussen het beoogde en feitelijke gebruik

van beschikbare parkeervoorzieningen.

De doelstelling van het parkeerbeleid is drieledig:

Bewoners, bezoekers en werknemers moeten een realistische en goede kans –

hebben een parkeerplaats te vinden. Hiertoe verzorgt de gemeente binnen randvoorwaarden voldoende aanbod van parkeervoorzieningen. Daarnaast zorgt de gemeente ervoor dat ontwikkelaars bij nieuwbouw voldoende parkeerplaatsen realiseren.

Er zijn drie meest voorkomende doelgroepen te onderscheiden binnen het –

parkeerbeleid: bewoners, bezoekers en werknemers. De gemeente wil zorgen dat de ‘juiste’ groep parkeerders zoveel mogelijk parkeert op de daarvoor bedoelde parkeerplaatsen.

De overlast van geparkeerde auto’s in woon-, werk- en verblijfgebieden moet –

minder zijn. De toenemende parkeerdruk op de schaarse buitenruimte vraagt om beheersing. De verhouding tussen het aantal beschikbare parkeerplaatsen en de daadwerkelijke bezetting mag niet hoger zijn dan 90%.

hoofdstuk 12

beheersen van

de parkeerdruk

in de openbare

ruimte

160 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 12 | beheersen van de parkeerdruk in de openbare ruimte 161

12.3 beheersen van de parkeerdruk

Voor het beheersen van de parkeerdruk in de openbare ruimte en het bieden van voldoende parkeerruimte denkt Den Haag aan de volgende maatregelen9:

beheersen van de parkeerdruk: betaald parkeren

In gebieden waar de parkeerdruk op straat boven de 90% komt, grijpt de gemeente in. Onder bepaalde voorwaarden zal in die gebieden betaald parkeren worden ingevoerd. De gemeente wil daarmee voorkomen dat reizigers hun auto parkeren in een gebied waar ze eigenlijk niet hoeven te zijn of dat parkeerplaatsen hoofdzakelijk worden gebruikt door groepen parkeerders waarvoor ze niet zijn aangelegd. Dit principe geldt voor de gehele stad, zowel voor woon-, werk- en recreatiegebieden als voor verblijfsgebieden. Waar de parkeerdruk lager is dan 90% grijpt de gemeente niet in.

De gemeente wil ook aanmoedigen dat parkeerplaatsen op eigen terrein daad- werkelijk voor parkeerdoeleinden worden gebruikt. Dit kan door het verstrekken van parkeervergunningen voor belanghebbenden in gebieden waar betaald parkeren geldt aan strikte voorwaarden te binden.

Welke parkeerregeling er in een gebied komt, is afhankelijk van de oorzaak van de te hoge parkeerdruk en van de ligging van een gebied. Het gaat dus om maatwerk. Indien betaald parkeren wordt ingevoerd, kunnen gebiedsgebonden parkeerders – bijvoorbeeld bewoners – tegen betaling een parkeervergunning aanschaffen. De parkeerdruk wordt gemeten op maatgevende momenten, dat zijn de momenten dat de vraag naar parkeerplaatsen het grootst is. Voor woonwijken gaat het in de regel om de nachtperioden, voor werkgebieden gaat het in de regel om de dagperioden.

9 Een meer uitgebreide toelichting staat in het Parkeerkader Den Haag 2010 – 2020.

12.2 parkeerruimte als schaars goed

De groei van het autobezit en het autoverkeer – ingezet vanaf ongeveer 1960 – zet zich ook de komende jaren nog voort. Tussen 1997 en 2007 is het autobezit in Den Haag gegroeid met ruim 15%. In 2020 zal het autobezit naar verwachting opnieuw zo’n 15% tot 20% hoger zijn. In absolute cijfers zal het aantal

personenauto’s in Den Haag groeien van 173.000 (inclusief lease) in 2010 naar 204.000 in 2020. Bestelwagens (ca. 16.000 in 2010) en vrachtwagens (ca. 800 in 2010) komen daar nog bovenop. Ook hier tekent zich een toename af.

Door de groei van het wagenpark neemt de vraag naar parkeerruimte de komende jaren flink toe. Parkeerruimte is dan ook steeds vaker een schaars goed. In nogal wat buurten en wijken is de vraag naar parkeerruimte nu al groter dan het aanbod. Dat leidt bij veel bewoners en bezoekers tot een dagelijkse ergernis. Ze kunnen niet of nauwelijks een parkeerplaats vinden in de buurt van hun bestemming. Vaak zijn parkeerplaatsen ingenomen door parkeerders voor wie deze plaatsen eigenlijk niet zijn bedoeld.

Het grote en toenemende beslag van parkeerplaatsen op de openbare ruimte gaat ten koste van de leefbaarheid en bereikbaarheid, niet alleen in woonwijken maar ook op (enkele) bedrijvenlocaties. Zonder nieuwe maatregelen en actief beleid is het niet mogelijk om de groeiende parkeervraag op alle plaatsen in de stad in voldoende mate te accommoderen en om tegelijkertijd een goede kwaliteit van de openbare ruimte veilig te stellen.

162 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 12 | beheersen van de parkeerdruk in de openbare ruimte 163

12.4 parkeermaatregelen

parkeerbeleid voor bewoners

Den Haag wil een aantrekkelijke woonstad zijn voor stedelijk georiënteerde huishoudens. In de ‘Woonvisie Den Haag 2009 – 2020’ wordt extra aandacht gegeven aan aantrekkelijke woonmilieu’s voor jongeren en studenten, gezinnen, expats, empty-nesters en forensen. Den Haag wil deze groepen aan de stad binden, door hen een diversiteit aan aantrekkelijke stedelijke woonmilieus te bieden. De kwaliteit van het woonmilieu en de woonsfeer worden daarbij in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de openbare ruimte. Een belangrijk aandachtspunt in de openbare ruimte bestaat uit parkeren en parkeer- situaties. De leefbaarheid en veiligheid in woongebieden staan voorop. Aan de andere kant moet worden voorkomen dat bewoners met een auto het gevoel hebben dat ze worden weggejaagd. Goede oplossingen voor parkeren in de woonwijken zijn een belangrijke voorwaarde om te kiezen voor stedelijk wonen.

In document Haagse nota mobiliteit (pagina 80-82)