• No results found

monitoren van het

In document Haagse nota mobiliteit (pagina 104-108)

208 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 16 | monitoren van het beleid 209

Openbaar vervoer

Voor het openbaar vervoer gaat het om de reistijd tussen hoofdstations en top- locaties zoals aangegeven in hoofdstuk 4. De reistijd zal periodiek worden bepaald door de rijtijd volgens de dienstregeling op te tellen bij de gemiddelde wachttijd. Ook de gemiddelde wachttijd kan uit de dienstregeling worden afgeleid. Autoverkeer

Voor het autoverkeer gaat het om de reistijd tussen stadspoorten en toplocaties via een voorkeursroute. In het kader van Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) worden borden geplaatst langs de voorkeursroutes, waarop weggebruikers worden geïnformeerd over de meest gunstige route. Deze voorkeursroutes lopen via de regionale en stedelijke hoofdwegen. Uit de gegevens die worden geleverd door de nationale Databank Wegverkeersgegevens, kunnen reistijden worden gegenereerd. Daarmee kan een continu beeld worden gevormd over de reistijden over de dag op de relevante trajecten.

bereikbaarheid:

Trajectsnelheden autoroutes en openbaar vervoerlijnen. –

Reistijd naar toplocaties. –

Verdeling verkeer. –

Aantal en gebruik P+R plaatsen. –

Aantal en gebruik fietsenstallingen bij stations en in centra. –

modaliteitskeuze:

Verhouding tussen OV-, fiets- en autogebruik. –

Fietsgebruik. –

Gebruik openbaar vervoer. –

Kwaliteit fiets- en looproutes bij stations en centra. –

leefbaarheid:

Aantal verkeersslachtoffers. –

Doorgaand verkeer door de wijken. –

Parkeerdruk in woonstraten. –

Luchtkwaliteit en geluidsbelasting door verkeer. –

Gebruik van schone brandstoffen. –

16.3 monitoring bereikbaarheid

Trajectsnelheden autoroutes en openbaar vervoerlijnen

Doelstelling is op de regionale hoofdwegen een verplaatsingssnelheid van mini- maal 35 tot 40 km per uur te realiseren en op de stedelijke wegen van minimaal 20 tot 25 km per uur. In 95% van de tijd moet deze waarde gehaald kunnen worden. Om een goed beeld te krijgen, worden trajecten van enige kilometers lengte gehanteerd. Een belangrijk deel van deze wegvakken maken deel uit van het netwerk waarop Dynamisch Verkeersmanagement zal worden toegepast. Naar verwachting zal de apparatuur hiervoor op den duur voldoende informatie genereren om een gemiddelde trajectsnelheid te kunnen berekenen. Deze infor- matie wordt gegenereerd door de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW).

reistijd naar toplocaties

Doelstelling is dat de reistijd tussen een toplocatie en de twee dichtstbijzijnde stadspoorten per openbaar vervoer en per auto via een voorkeursroute niet meer bedraagt dan een in deze nota vastgesteld aantal minuten.

210 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 16 | monitoren van het beleid 211

16.4 monitoring mobiliteitskeuze

verhouding tussen ov-, fiets- en autogebruik

Doelstelling van de HNM is om de groei van de mobiliteit minder te laten opvangen door autoverkeer en meer door het OV en de fiets. Om te kunnen bepalen in hoeverre dit effect optreedt, moet worden gemeten welke vervoerwijze voor elke afzonderlijke rit binnen Den Haag wordt gekozen, met de mogelijkheid de meetresultaten uit te splitsen naar het motief voor de rit. Daarnaast moet worden gemeten hoe de Hagenaar zijn ritten aflegt. Elke twee jaar wordt het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) uitgevoerd in opdracht van het CBS. Hieruit zijn gegevens beschikbaar die een consistent beeld geven van de verhouding tussen het OV-gebruik, fietsgebruik, autogebruik en lopen in Den Haag. Deze gegevens zullen worden uitgebreid met aanvullend onderzoek gericht op de vervoerwijzekeuze van de Hagenaar. Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de stadsenquête. Om een beeld te krijgen van het in- en uitgaande verkeer wordt de pendel in beeld gebracht. fietsgebruik

Doelstelling is het fietsgebruik tot 2020 met 30% te laten toenemen. Fiets- tellingen geven een indicatie van de ontwikkeling van het gebruik van de fiets. Jaarlijks wordt op tien punten in het Haagse fietsnetwerk permanent het aantal passerende fietsers geteld. Ook het Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON) biedt inzicht in het aantal verplaatsingen per persoon per dag per fiets binnen Den Haag. Beide indicatoren sluiten aan bij de systematiek die ook voor de Monitor Regionale Nota Mobiliteit wordt gehanteerd. Tot slot kan ook nog gebruik worden gemaakt van de stadsenquête om hiervan een beeld te vormen. gebruik openbaar vervoer

Doelstelling is het gebruik van het openbaar vervoer met 40% te laten toenemen. Tellingen in het openbaar vervoer geven een indicatie van dat gebruik. Door het gebruik van de OV-chipkaart zal hierover informatie gegenereerd worden. Er zal gebruik gemaakt moeten worden van de informatie die het Stadsgewest Haaglanden hierover beschikbaar stelt.

kwaliteit fiets- en looproutes bij stations en centra

Doelstelling is de kwaliteit van de loop- en fietsroutes rond de stations en naar de centra te verbeteren, zodat het aantrekkelijker wordt om te lopen en gebruik te maken van de fiets. Het gaat vooral om de treinstations, de grotere RandstadRail haltes en de grotere winkelcentra en publiekstrekkers: Binnenstad, Scheveningen Bad, Haagse Markt, winkelcentrum Leyweg, Uithof, ADO-stadion, Zuiderpark, Kijkduin. Hiertoe worden vragen gesteld in de stadsenquête.

aantal en gebruik p+r plaatsen

Doelstelling is het aantal P+R plaatsen in de regio en in Den Haag tot 2020 te verdubbelen. Voor de monitor wordt het aantal parkeerplaatsen op P+R-terreinen in Den Haag geteld. Daarbij wordt ook de bezetting gemeten door telling van het aantal gebruikers op werkdagen in maart en in oktober.

aantal en gebruik fietsenstallingen bij stations, haltes en voorzieningencentra11

Doelstelling is het aantal fietsenparkeerplaatsen bij OV-haltes, stations en in voorzieningencentra uit te breiden en het gebruik van de fiets te bevorderen. Hiertoe wordt het aantal beschikbare als zodanig bedoelde stallingsplaatsen voor fietsen rond treinstations en voorzieningencentra en andere OV-haltes geteld. Hierbij wordt tevens aangegeven of de getelde plaatsen overdekt/inpandig zijn, of ze afsluitbaar/bewaakt zijn en welke bezetting ze gemiddeld op werkdagen in maart en oktober hebben.

11 Concentraties van winkels, vrijetijdsfuncties en andere publiekstrekkers. Bijvoorbeeld de binnenstad en Scheveningen.

212 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren HOOfdSTuk 16 | monitoren van het beleid 213

gebruik van schone brandstoffen

Doelstelling is het gebruik van schone brandstoffen te laten toenemen. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) registreert de brandstofsoort die auto’s gebruiken en het aandeel schone motoren. Daaruit is de ontwikkeling van het Haagse autopark na te gaan, de verdeling van de verschillende brandstofsoorten over het Haagse autopark en het aandeel voertuigen met een schone motor. Tevens geeft deze registratie inzicht in de leeftijd van het Haagse autopark. Deze gegevens geven een beeld van de ontwikkeling van het gebruik van schone brandstoffen.

samengevat

vanaf 2010 een tweejaarlijkse monitoring van de Haagse Nota Mobiliteit. –

Indicatoren op het gebied van bereikbaarheid, modaliteitskeuze en leefbaarheid. –

Aansluiting indicatoren bij de rapportages voor het beleid op Stads gewestelijk –

(rNM), provinciaal (pvvp) en nationaal niveau (NoMo).

16.5 monitoring leefbaarheid

aantal verkeersslachtoffers

Gegevens over het aantal verkeersslachtoffers worden in een landelijke database bijgehouden. Deze gegevens kunnen ten behoeve van de monitor worden geraadpleegd.

Doorgaand verkeer door de wijken

Doelstelling is het doorgaande verkeer meer te concentreren op de stedelijke en regionale hoofdwegen. Om de ontwikkeling hiervan te kunnen weergeven, zullen de intensiteiten op de regionale en stedelijke hoofdroutes periodiek worden geteld. Ook zal er geteld worden op onderliggende wegen waarvan uit modelonderzoek bekend is dat er relatief veel niet-gebiedsgebonden verkeer rijdt. parkeerdruk in woonstraten

Doelstelling is om parkeermaatregelen te nemen als in wijken de parkeerdruk hoger is dan 90%. In het Parkeerkader Den Haag 2010 – 2020 is aangegeven in welke woonwijken de parkeerdruk hoog is. Van deze wijken zal de parkeerdruk elke twee jaar worden geteld. Bij de uitwerking van het Parkeerkader zal worden bekeken of deze meetmethode volstaat.

luchtkwaliteit en geluidbelasting door verkeer

Voor de luchtkwaliteit is de doelstelling dat het aantal burgers dat woont op een locatie waar de norm wordt overschreden, wordt teruggebracht naar nul. Dit wordt elk jaar gerapporteerd in het kader van het Nationale Samenwerkings- programma Luchtkwaliteit (NSL). De benodigde gegevens worden uit deze rapportage overgenomen.

Voor de geluidsbelasting is de doelstelling dat het aantal inwoners dat een geluidsbelasting van meer dan 68 dB ondergaat, wordt teruggebracht naar nul en dat het aantal geluidgehinderden vermindert. Over de geluidsbelasting verschijnt elke vier jaar de gemeentelijke geluidskaart. De benodigde gegevens voor de monitor worden uit deze rapportage overgenomen.

214 HAAGSE NOTA MOBILITEIT | bewust kiezen slim organiseren 215

In document Haagse nota mobiliteit (pagina 104-108)