• No results found

De patiënten die deelnamen aan mijn onderzoek is gevraagd wie zij aan zouden spreken indien een (geregistreerd-)mondhygiënist een fout zou maken tijdens de behandeling. Zij zouden allemaal de tandarts aansprakelijk zouden stellen. De tandarts wordt door hen gezien als degene die de patiënt naar de mondhygiënist verwijst, die opdracht geeft aan de

mondhygiënist om de behandeling uit te voeren en die eindverantwoordelijk is indien er iets verkeerd gaat tijdens die behandeling. Dit duidt erop dat de tandarts door hen als

‘hoofdbehandelaar’ wordt gezien. Het onderscheid tussen tuchtrechtelijk of civielrechtelijk aansprakelijk stellen was bij de patiënten overigens niet bekend.

Verder viel tijdens het interview met de mondhygiënisten op dat zij niet op de hoogte waren van de consequenties die opname in het tijdelijke BIG-register heeft voor de

tuchtrechtelijke aansprakelijkheid.

5.5 Conclusie

In dit hoofdstuk is gekeken naar de aansprakelijkheid in het licht van de

experimenteerberoepen. Bij de eerste beroepen waarmee werd geëxperimenteerd beperkte de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid zich tot de bij het experiment toegewezen handelingen. Met de toevoeging van art. 36b Wet BIG, waarmee inschrijving in een tijdelijk register mogelijk wordt gemaakt, is dit probleem opgelost. De mondhygiënisten die deelnemen aan het experiment met de geregistreerd-mondhygiënist moeten zich inschrijven in een tijdelijk register en zullen voor al hun handelen tuchtrechtelijk kunnen worden aangesproken.

Wat betreft de civielrechtelijke aansprakelijkheid is het antwoord op de vraag wie de patiënt kan aanspreken indien een geregistreerd-mondhygiënist een fout maakt bij de

behandeling afhankelijk van hoe het arbeidsverband is vormgegeven. Deze

arbeidsverhoudingen zullen voor de patiënt niet altijd duidelijk zijn. Het is de vraag of de centrale aansprakelijkheid ex art. 7:462 BW uitkomst kan bieden, omdat een

mondzorgpraktijk waarschijnlijk niet onder de in dit artikel gehanteerde definitie van

34 praktijkhouder aan te spreken, namelijk op grond van de kwalitatieve aansprakelijkheid ex art. 6:170 of 6:171 BW.

In verband met de aansprakelijkheid bij taakherschikking is ook aandacht besteed aan het werken in teamverband en of daarbij sprake is van een hoofdbehandelaar. De minister gaat uit van een eigen verantwoordelijk van de geregistreerd-mondhygiënist en wijst het idee van een tandarts als ‘regisseur’ in de mondzorg van de hand.

35 HOOFDSTUK 6: CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

6.1 Inleiding

In dit onderzoek zijn verschillende juridische kanten van taakherschikking in de zorg in het algemeen en in de mondzorg in het bijzonder belicht. Onderzocht is welke knelpunten zich voordoen in wetgeving en in de uitwerking in de praktijk. De belangrijkste conclusies worden in de volgende paragrafen weergegeven. Tot slot volgen enkele aanbevelingen.

6.2 Wetgeving

Op wetgevingsniveau zijn de meeste knelpunten weggenomen door aanpassing van de Wet BIG. In die wet is art. 36a toegevoegd, dat experimenten met nieuwe beroepen mogelijk maakt. Later is art. 36b toegevoegd, dat opname van deze experimenteerberoepen in een tijdelijk tuchtregister mogelijk maakt. Aandachtspunt is een duidelijke omschrijving van de voorbehouden handelingen die bij de experimenten aan de nieuwe beroepsgroepen worden toegewezen.

Daarnaast is de vraag gesteld of de regels uit de Wet BIG voldoende kenbaar en duidelijk zijn voor zowel mondzorgverleners als patiënten. Mondzorgverleners lijken wel bekend met de wet, maar niet met de precieze inhoud. Patiënten lijken de wet wel te kennen, maar om informatie over hun mondzorgverleners te vinden wenden zij zich vooral tot de website van hun mondzorgpraktijk in plaats van het BIG-register.

Verder blijkt uit mijn onderzoek dat patiënten nog veelal uitgaan van de ‘traditionele’ rolverdeling tussen tandarts en mondhygiënist, waarbij de tandarts de opdracht geeft en de mondhygiënist deze uitvoert. Het is de vraag of het voor patiënten duidelijk zal zijn wat de taken en bevoegdheden van de geregistreerd-mondhygiënist zijn.

6.3 Goede zorg

Om te kunnen voldoen aan de wettelijke eis van het verlenen van goede zorg ex art. 2 Wkkgz is samenwerking tussen mondzorgverleners en het vastleggen van samenwerkingsafspraken, onder andere over de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden, alsmede het beschikbaar zijn van een tandarts als achterwacht, belangrijk. Uit mijn onderzoek blijkt dat het daar op dit moment nog aan schort. Naast de mondzorgpraktijken hebben de

beroepsgroepen een belangrijke rol hierin. Het door de beroepsverenigingen opgestelde raamwerk-samenwerkingsafspraken biedt naar mijn mening echter summier onvoldoende houvast, omdat het summier is uitgewerkt.

36

6.4 Europese aspecten

Gebleken is dat mondhygiënisten met een diploma uit een andere EU-lidstaat niet voldoen aan de voorwaarden om mee te mogen doen aan het experiment met de geregistreerd-

mondhygiënist; zij zullen zich eerst moeten bijscholen. De mogelijkheden van een in

Nederland opgeleide geregistreerd-mondhygiënist om alle werkzaamheden in een andere Eu- lidstaat te kunnen uitvoeren zijn beperkt.

6.5 Aansprakelijkheid

Wat aansprakelijkheid betreft is geregeld dat de geregistreerd-mondhygiënist door opname in het tijdelijk register op basis van art. 36b Wet BIG voor al zijn handelen tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld. Civielrechtelijk kan een patiënt op basis van een

tekortkoming in de nakoming ex art. 6:74 BW de geregistreerd-mondhygiënist respectievelijk zijn werkgever aansprakelijk stellen, afhankelijk van met wie de patiënt de

behandelingsovereenkomst is aangegaan en hoe het arbeidsverband is vorm gegeven. Is de geregistreerd-mondhygiënist als zelfstandige werkzaam dan kan hij zelf worden

aangesproken, is hij in (loon)dienst dan is zal dit de werkgever zijn. In dat laatste geval kan de patiënt ook de geregistreerd-mondhygiënist op basis van de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) aansprakelijk stellen. Het is echter de vraag of het voor een patiënt duidelijk is hoe de arbeidsverhouding is geregeld en wie hij kan aanspreken. De centrale aansprakelijkheid van art. 7:462 BW biedt hier waarschijnlijk geen uitkomst, omdat een mondzorgpraktijk niet onder de reikwijdte van dit artikel lijkt te vallen. Indien een contractuele relatie geheel ontbreekt is de praktijkhouder aan te spreken via de route van de kwalitatieve

aansprakelijkheid ex art. 6:170 of art. 6:171 BW.

6.6 Aanbevelingen

Op basis van het voorgaande kom ik tot de volgende aanbevelingen:

I Aanbevelingen voor de beroepsverenigingen (NVM, KNMT, ANT)

- De beroepsgroepen zouden via hun websites en patiëntenfolders duidelijke informatie aan het publiek over het nieuwe beroep van geregistreerd-mondhygiënist moeten verschaffen. Daarbij dienen in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod te komen: voordelen van het nieuwe beroep, informatie over de opleiding, taken en bevoegdheden van de geregistreerd- mondhygiënist en informatie over samenwerking met de tandarts. Een voorbeeld kan

37 genomen worden aan de website die is opgesteld door de beroepsverenigingen van de VS en PA (http://zorgmasters.nl/patient/).

- De beroepsgroepen zouden een richtlijn op moeten stellen over de samenwerking tussen tandartsen en geregistreerd-mondhygiënisten.

Daarin moeten in ieder geval de volgende onderwerpen worden opgenomen: verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en achterwacht-regeling. De Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg en de

Handreiking implementatie taakherschikkingen kunnen als leidraad dienen. Het Beroepskader taakherschikking van de NAPA en de NVA en de Handreiking Taakherschikking van de

KNMG, Veronso en V&VN VS kunnen als voorbeeld dienen.

II Aanbevelingen voor individuele tandartspraktijken

- Verschaf patiënten duidelijke informatie over taken en bevoegdheden van de (geregistreerd-) mondhygiënist.

De website van de praktijk is daarbij een belangrijk hulpmiddel, alsmede informatie in de wachtkamer en het dragen van badges met naam en functie.

- Leg afspraken over samenwerking (werkafspraken) tussen de geregistreerd-mondhygiënist en tandarts schriftelijk vast.

Voor de inhoud van deze afspraken geldt hetzelfde als hetgeen over de door de beroepsgroepen op te stellen richtlijn is opgemerkt. Concrete aandachtspunten zijn: (periodiek) overleg, verslaglegging, welke categorieën patiënten door de geregistreerd- mondhygiënist kunnen worden behandeld en in welke gevallen naar de tandarts moet worden verwezen.

III Aanbevelingen voor de minister van VWS/overheid

- De minister van VWS zou bij het toekennen van voorbehouden handelingen in het kader van experimenteerartikel 36a Wet BIG de inhoud van die voorbehouden handelingen in de

toelichting bij het besluit moeten specificeren.

Wat het experiment met de geregistreerd-mondhygiënist betreft gaat het dan om het

‘indiceren en behandelen van primaire caviteiten’. Daarbij kan de in het onderwijs gebruikte ICDAS-score voor het classificeren van caviteiten leidend zijn.

38 - De overheid zou duidelijke informatie aan het publiek verschaffen over het experiment met de geregistreerd-mondhygiënist moeten verschaffen, bijvoorbeeld door informatie te plaatsen op de website van de Wet BIG.

- Indien de samenwerking tussen tandartsen en geregistreerd-mondhygiënisten onvoldoende vanuit het veld zelf van de grond komt, zou de minister van VWS het maken van

samenwerkingsafspraken een meer verplichtend karakter moeten geven door het als

voorwaarde in het Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid geregistreerd-mondhygiënist op te nemen.

39 Literatuurlijst

Beroepskader taakherschikking NAPA & NVA 2015

Beroepskader taakherschikking van de Nederlandse Associatie Physician Assistants en de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie 2015.

Bishoen & Welbergen 2014

R.V.A. Bishoen & I.M. Welbergen, ‘Herziening richtlijn erkenning beroepskwalificaties’,

NtEr 2014, afl. 1, p. 8-16.

Brands 2012

W.G. Brands, ‘Tuchtrecht hoort bij de mondhygiënist van nu’, Ned Tijdschr Mondhygiëne 2012, afl. 17 (4), p. 10-13.

Brands 2015

W.G. Brands , J.L.M. van den Heuvel , J.A. Kieft, ‘Bevoegdheden en taakverdeling:

inventarisatie van knelpunten in de mondzorg’ Ned Tijdschr Tandheelkd 2015, jaargang 122, afl. 10, p. 507-511.

Brands & van den Heuvel 2016

W.G. Brands & J.L.M. van den Heuvel, ‘Toedeling van taken en verantwoordelijkheden in de mondzorg: kernbegrippen’, Ned Tijdschr Tandheelkd 2016, jaargang 123, afl. 1, p. 13-17.

De Bruijn-Geraets e.a. 2015

D.P. de Bruijn-Geraets, M.C.M. Bessems-Beks, Y.J.L.van Eijk-Hustings, H.J.M. Vrijhoef,

VoorBIGhouden, Eindrapportage Evaluatieonderzoek Art. 36a Wet BIG met betrekking tot de inzet van de Verpleegkundig Specialist en Physician Assistant, Maastricht: Maastricht

UMC+, Patiënt & Zorg, juli 2015.

Den Dekker 2016

40 Dorscheidt 2008

J.H.H.M. Dorscheidt, Taakherschikking en verantwoordelijkheidsverdeling. Preadvies VGR, Den Haag: Sdu uitgevers, 2008, p. 29-99.

Dute e.a. 2009

J.C.J. Dute, J.K.M. Gevers, R.D. Friele en R. Verkaik, Voorbehouden handelingen tegen het

licht. De regeling van artikel 35-39 WetBIG heroverwogen, Amsterdam: AMC/ Universiteit

van Amsterdam, september 2009.

European Commission report 2016

European Commission 2016, Mutual evaluation of regulated professions. Overview of the

regulatory framework in the health services sector – dental hygienists and related professions, 18 juli 2016 (online publiek).

EU Manual of Dental Practice 2015

Council of European Dentists 2015, EU Manual of Dental Practice 2015. Edition 5.1.

Gorter e.a. 2020

R.C. Gorter, W.G. Brands, A.J. Feilzer, ‘Harmonisatie van de opleidingen tandheelkunde in Europees en Nederlands perspectief ’ Ned Tijdschr Tandheelkd 2020, jaargang 127, afl. 1, p. 51-56.

Handreiking implementatie taakherschikking 2012

KNMG, V&VN, NAPA, Handreiking implementatie taakherschikking. Implementatie van de

wettelijke regeling om taakherschikking mogelijk te maken, november 2012.

Handreiking Taakherschikking van de KNMG, Verenso & V&VN VS 2017 Handreiking Taakherschikking van de KNMG, de Vereniging van specialisten

ouderengeneeskunde en de beroepsvereniging voor Verpleegkundig Specialisten V&VN VS 2017.

Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg 2010 KNMG, V&VN, KNOV, KNGF, KNMP, NIP, NVZ, NFU, GGZ Nederland, NPCF,

41 Hendriks & van Meersbergen 2011

A.C. Hendriks & D.Y.A. van Meersbergen, ‘Afspraken nodig voor taakherschikking’,

Medisch Contact 2011, afl. 9, 4 maart 2011, p. 555-557.

IGZ 2007

Inspectie voor de Gezondheidszorg, Staat van de Gezondheidszorg 2007. Taakherschikking

blijkt positief voor de kwaliteit van zorg, Den Haag, december 2007.

De Jong 2010

E.C.J. de Jong, ‘Het moeras van de voorbehouden handelingen’, TvGR 2010, afl. 2, p. 87-93.

Laarman e.a. 2016

B. Laarman, S. van Schoten en R. Friele, Nulmeting Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen

Zorg (Wkkgz), Utrecht: NIVEL, mei 2016.

Legemaate 2016

J. Legemaate, ‘De Wkkgz over kwaliteit van zorg’, TvGR 2016, afl. 2, p. 53-61.

Leenen e.a. 2017

H.J.J. Leenen e.a., Handboek Gezondheidsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2017.

Van Meersbergen 2012

D.Y.A. van Meersbergen, ‘De veranderde positie van de verpleegkundige in de Wet BIG De positie van de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist in de Wet BIG na invoering van de Wet taakherschikking’, TvGR 2012, afl. 3, p. 203-217.

Van Meersbergen 2013

D.Y.A. van Meersbergen, ‘Beroepenwetgeving: in de pas met de praktijk?’, TvGR 2013, afl. 3, p. 275-266.

Van Meersbergen 2015

42 Meulemans 2010

E.W.M. Meulemans, ‘Handreiking of handboei?’, TvGR 2010, afl. 4, p. 285-292.

NZa Monitor 2019

NZa, Monitor Taakherschikking: Physician assistants & Verpleegkundig specialisten in de

medisch-specialistische zorg, maart 2019.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg 2002

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Taakherschikking in de gezondheidszorg (advies aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), Zoetermeer, 2002.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg 2002

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Juridische aspecten van taakherschikking in de

gezondheidszorg. Achtergrondstudies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en

Zorg bij het advies Taakherschikking in de gezondheidszorg, Zoetermeer, 2002.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg 2019

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, De B van Bekwaam. Naar een toekomstbestendige

Wet BIG, Den Haag, oktober 2019.

Raas 2004

G.P.M. Raas, 'Taakherschikking: geen probleem, maar oplossing', TvGR 2004, afl. 2, p. 101- 103.

Rapport Adviesgroep Capaciteit Mondzorg 2000

Rapport van de Adviesgroep Capaciteit Mondzorg, Eindrapport Capaciteit mondzorg.

Aanbevelingen voor de korte en lange termijn, Den Haag: ministerie van VWS, 2000.

Rapport Capaciteitsorgaan 2019

Rapport Capaciteitsorgaan, Capaciteitsplan 2021-2024. Deelrapport 3b. Eerstelijns

Mondzorg, Utrecht, december 2019.

Rapport Commissie Innovatie Mondzorg 2006

43 Reinders 2018

J.J. Reinders, Task shifting, interprofessional collaboration and education in oral health care (proefschrift Groningen), Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 2018.

Rube 2013

A. Rube, ‘Tuchtrecht in de gezondheidszorg: tijd voor verandering’, TvGR 2013, afl. 3, p.246- 256.

Schaub 2008

M.H. Schaub, Samenwerken in de mondzorg, Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2008.

Wallenburg e.a. 2015

I. Wallenburg, M. Janssen, A. de Bont, De rol van de Verpleegkundig Specialist en de

Physician Assistant in de zorg. Een praktijkonderzoek naar taakherschikking in de tweede- en derdelijnszorg in Nederland, Rotterdam: Erasmus Universiteit, februari 2015.

Wijne 2017

R.P Wijne, Aansprakelijkheid voor zorggerelateerde schade, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2017.

Wijne e.a. 2018

R.P. Wijne, C.W.M. Verberne, J.M. de Vries, De tuchtprocedure gewijzigd, Whitepaper, Holla advocaten, 2018.

ZonMW 2013

ZonMW, Tweede evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, Den Haag: ZonMw, oktober 2013.

Parlementaire stukken

Kamerstukken II 1985/1986, 19 522, nr. 3. Kamerstukken II 1989/1990, 21 561, nr. 3. Kamerstukken II 2000/2001, 27 400 XVI, nr. 52.

44 Kamerstukken II 2005/2006, 30 300 XVI, nr. 159. Kamerstukken II 2006/2007, 31 059, nr. 3. Kamerstukken II 2009/2010, 32 261, nr. 3. Kamerstukken II 2009/2010, 32 261, nr. 4. Kamerstukken II 2014/2015, 34 272, nr. 3. Kamerstukken II 2016/2017, 32 620, nr. 173. Kamerstukken II 2016/2017, 34 629, nr. 3. Kamerstukken II 2017/2018, 32 620, nr. 198. Kamerstukken II 2018/2019, 32 620, nr. 217.

Kamerbrief van de Minister van VWS Bruins aan de Eerste Kamer van 27 november 2018, 1429349-182356-WJZ.

Kamerbrief minister van Rijn aan de Tweede Kamer van 31 maart 2020, 1661784-203105- MEVA

Jurisprudentie

Hof Amsterdam 3 juni 2008, TvGR 2008/34, afl. 6.

Rb. ’s-Gravenhage 23 juli 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:9278, JA 2013/149, m.nt. R.P. Wijne.

CTG 26 maart 2009, 2008/119, GJ 2009/68, afl. 5. CTG 17 april 2012, TvGR 2012, afl. 5.

CTG 21 juni 2016, ECLI:NL:TGZCTG:2016:232, GZR Updates 2016-0266.

RTC Zwolle 13 december 2007, 148/2005 en 149/2005.

RTG Groningen 22 oktober 2013, ECLI:NL:TGZRGRO:2013:19. RTG Zwolle 1 november 2013, ECLI:NL:TGZRZWO:2013:48. RTG Eindhoven 8 mei 2014, ECLI:NL:TGZREIN:2014:57.

RTG Amsterdam 6 mei 2015, ECLI:NL:TGZRAMS:2015:47,GZR Updates 2015-0204. RTG Zwolle 13 mei 2016, ECLI:NL:TGZRZWO:2016:53, GZR Updates 2016-0206.

45 RTG Amsterdam 20 april 2018, ECLI:NL:TGZRAMS:2018:40, TvGR 2019, afl. 4, m.nt. mr. drs. S.E. Garvelink. Websites <www.ant-tandartsen.nl> <www.acta.nl> <www.bigregister.nl> <www.internetconsultatie.nl/tijdelijke_bevoegdheid_mondhygienist/reacties> <www.knmt.nl> <www.medischondernemen.nl/medisch-ondernemen/kamervragen-over-buitenlandse- tandartsen> <www.nysingh.nl/wp-content/uploads/2017/01/Hoofdbehandelaarschap- taakherschikking - en-kwaliteit-van-zorg-Fiona-Lijffijt.pdf> <www.nvmmondhygienisten.nl> <www.napa.nl> <www.staatvandemondzorg.nl/app/uploads/2020/02/20200123-Nivel-2019-rapportage- aanbod-mondzorg-DEFINITIEF.pdf> <www.venvnvs.nl> <www.zorgmasters.nl/patient> Overige

Advies Raad van State inzake het voorstel van wet, houdende tijdelijke regels inzake de opleiding, deskundigheid en tijdelijke zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen door de geregistreerd-mondhygiënist (Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid geregistreerd-mondhygiënist), Stcrt. 6 juni 2019, 31615.

46 BIJLAGE 1: ONDERZOEKSMETHODE

De oorspronkelijke opzet was om de bij het experiment betrokken partijen uit het veld, te weten mondhygiënisten, tandartsen en patiënten, persoonlijk te interviewen. In verband met de COVID-19 uitbraak in maart 2020 moest ik mijn onderzoeksopzet echter aanpassen. In plaats van persoonlijke gesprekken ben ik deels uitgeweken naar vragenlijstonderzoek en interviews middels online videotechniek. Voorafgaand aan de interviews heb ik de meeste deelnemers een vragenlijst laten invullen (vragenlijsten zie Bijlage 2A-C). Via online

videotechniek (Skype en Whatsapp) of via face-to-face gesprekken (op 1,5 meter afstand) heb ik hen vervolgens nadere vragen gesteld. Met de andere deelnemers heb ik tijdens face-to-face gesprekken de vragen van de vragenlijst doorgenomen.

Vijf mondhygiënisten heb ik een vragenlijst (Bijlage 2A) laten invullen en daarna heb ik hen geïnterviewd tijdens een online groepsbijeenkomst (uitkomsten zie Bijlage 3A-E). In Bijlage 3F zijn aanvullende opmerkingen die tijdens het gesprek voorbij zijn gekomen weergegeven. Deze mondhygiënisten waren allen van plan zich in het tijdelijk register als geregistreerd- mondhygiënist in te schrijven. Mede vanwege de omstandigheden m.b.t COVID-19 (veel mondzorgpraktijken waren op dat moment gesloten en verzorgden alleen nog spoedopvang) en vanwege problemen met het registeren waren zij op dit moment nog niet ingeschreven zijn en was het überhaupt onduidelijk wanneer dit alsnog zou gaan lukken.

Twee tandartsen heb ik tijdens een face-to-face interview de vragen van de vragenlijst (Bijlage 2B) gesteld. Drie tandartsen hebben van tevoren de vragenlijst ingevuld en vervolgens heb ik hun nadere vragen gesteld naar aanleiding van hun antwoorden (twee tandartsen online, één tandarts face-to-face), zie Bijlage 4A-E.

Daarnaast heb ik vijf mensen (patiënten) die allen regelmatig bij een mondhygiënist komen een vragenlijst (Bijlage 2C) laten invullen en daarna heb ik drie van hen tijdens een

persoonlijk gesprek nadere vragen gesteld (Bijlage 5A, C en D). Eén van hen heb ik

telefonisch gesproken (Bijlage 5E) en de vijfde heb ik alleen via email nadere vragen gesteld i.v.m. verhuizing naar het buitenland (Bijlage 5F). Tot slot heb ik met één persoon, die ook regelmatig bij een mondhygiënist komt, de vragen van de vragenlijst tijdens een face-to-face interview doorgenomen (Bijlage 5B).

Zwart cursief: getypte antwoorden van deelnemers zelf bij invullen vragenlijst

Rood: vragen en antwoorden tijdens online of face-to-face interview Rood cursief: letterlijke woorden geïnterviewde

47 BIJLAGE 2A: Vragenlijst geregistreerd-mondhygiënisten

Opleiding (verwijderen wat niet van toepassing is): vierjarige /driejarige/tweejarige opleiding tot mondhygiënist

Afgerond in (jaartal): Aanvullende opleidingen:

Type dienstverband (verwijderen wat niet van toepassing is) : zelfstandige praktijkhouder / in loondienst / zelfstandige zonder personeel in tandartspraktijk/ zelfstandige zonder personeel in mondhygiënepraktijk / anders, namelijk:

1. Kunt u aangeven in welke wet regels zijn opgenomen over de bevoegdheden van zorgverleners, zoals tandartsen en mondhygiënisten?

2. Acht u zichzelf voldoende bekend met de wettelijke regels over de bevoegdheden van uw beroep?

3. Geven deze regels voor u voldoende duidelijkheid ?

4. Hoe worden de patiënten in de praktijk waar u werkt voorafgaand en gedurende het experiment met de geregistreerd-mondhygiënist geïnformeerd over het type

mondzorgverlener door wie zij worden behandeld?

5. Bestaan binnen de praktijk waar u werkt samenwerkingsafspraken tussen interne mondzorgverleners (verwijderen wat niet van toepassing is)?

- Weet ik niet

- Ik werk solo in de praktijk

- Ja, er zijn schriftelijke afspraken, namelijk over:

- Nee, er zijn geen schriftelijke afspraken, maar wel ongeschreven samenwerkingsafspraken en gewoontevorming

- Nee, er zijn nog geen samenwerkingsafspraken, maar er wordt aan gewerkt - Nee, er zijn geen samenwerkingsafspraken

6. Bestaan binnen de praktijk waar u werkt samenwerkingsafspraken met externe mondzorgverleners (verwijderen wat niet van toepassing is)?

48 - Ja, er zijn schriftelijke afspraken, namelijk over:

- Nee, er zijn geen schriftelijke afspraken, maar wel ongeschreven samenwerkingsafspraken en gewoontevorming

- Nee, er zijn nog geen samenwerkingsafspraken, maar er wordt aan gewerkt - Nee, er zijn geen samenwerkingsafspraken

- Niet van toepassing

7. Heeft u een tandarts als achterwacht beschikbaar en waarmee u overleg kunt voeren?

8. Zijn er in uw praktijk schriftelijke regels (protocollen, richtlijnen, e.d.) opgesteld over de (grenzen van de) voorbehouden handelingen die een geregistreerd-mondhygiënist zal gaan uitvoeren?

9. Welke voorbehouden handelingen bent u van plan uit te gaan voeren (verwijderen wat niet van toepassing is)?

- Verdoven

- Maken en beoordelen van röntgenfoto’s (solo’s en bitewing) - Indiceren, boren en vullen van primaire caviteiten

10.Vindt u het noodzakelijk dat het begrip ‘primaire caviteit’ in wetgeving nader wordt omschreven ?

11. Vindt u het noodzakelijk dat de begrippen ‘complexe mondzorg’ en ‘niet-complexe mondzorg’ in wetgeving nader worden omschreven?

12. Op welke manier bepaalt u uw eigen bekwaamheid als u tijdens het experiment, op eigen indicatie, een voorbehouden handeling gaat uitvoeren (verwijderen wat niet van toepassing