• No results found

2.4.2.1 IJZERVALLEI

De relictzone “IJzervallei” (R30053) wordt in de Landschapsatlas omschreven als volgt:

a. Wetenschappelijke waarde

Restanten van een internationaal waardevol ecosysteem nl. een overstroombare riviervallei. De vallei is geomorfologisch nog gedeeltelijk intact. In de smallere vallei stroomopwaarts Elzendamme zijn plaatselijke steilranden aanwezig. De IJzerbroeken vormen bij overvloedige regenval of plotse dooi het natuurlijke winterbed van de IJzer.

Dit uitgestrekt graslandgebied wordt doorsneden door een netwerk van sloten en grachtjes. Overwegend hooilandbeheer, tot voor kort volgens het "open broek"

systeem. Aantal waardevolle broeken : Westbroek, Reningse Broeken, Noordschotebroek, Brabanthoek. Belangrijk als broedgebied en doortrek- en overwinteringsgebied. Botanisch waardevolle soorten aanwezig in relictvegetaties.

Restant van een oude eendekooi op de westelijke oever, waardevolle graslanden, turfputten, moerassen en rietlanden met grote botanische waarden. In de overgangszone met het zandleemgebied : plaatselijk nog relicten van het vroegere bocagelandschap (houtkanten en doornstruweel). De valleien van de Poperingevaart, Kemmelbeek en Haringebeek dringen als versmald toelopende polderintrusies diep in het zandleemgebied binnen. De overgang van de IJzervallei naar hoger gelegen zandleemgebieden (Plateau van Izenberge) is duidelijk merkbaar door aanwezigheid van de steilrand.

b. Historische waarde

Stroomopwaarts vanaf de Fintele niet gekanaliseerd. De rivier meandert en vertoont ter hoogte van Elzendamme, Everzam en Roesbrugge nog oude vertakkingen.

Roesbrugge en Beveren gaan terug op een vroeg-middeleeuwse stichting. Vanaf Roesbrugge waaieren aan beide zijden van de IJzer verschillende wegen uit. Mogelijk ook Gallo-Romeinse vondsten en sporen van Romeinse percelering. De noordelijke steilrand van de IJzervallei wordt onderbroken door diep ingesneden beekvalleien. De hoeven zijn ingeplant op de hellingen van de vallei. De Steenstraat buigt af ter hoogte van de Blankaart. Vermoedelijk zal oorspronkelijk de richting Luigem - Noordschote - Reninge - Vleteren - Krombeke - Roesbrugge aangehouden zijn. Langs de lijn zijn veel

hoogte van Reninge en Oostvleteren wijst op de invloed van een grootgrondbezitter als ontginner, in dit geval de abdij van Marchiennes. Enkele eind-16de eeuwse forten langs de IJzer en Ieperlee om Veurne-Ambacht te beschermen bijvoorbeeld Fort de Knocke. Op de kaart van Ferraris situeren zich uitgestrekte vochtige valleigraslanden (broeken). Diverse historische hoeven of hoeven met historisch-bouwkundige waarden aanwezig. Ook relicten van verlaten mideleeuwse bewoningssite met walgracht zijn goed herkenbaar in het landschap. Frontzone van WOI, talrijke herdenkingsmonumenten aanwezig.

c. Verstoring

In de smallere vallei stroomopwaarts Elzendamme zijn plaatselijk betonnen bedijking en langs de linkeroever en dit pas stroomafwaarts het gehucht de Fintele. Zuidelijke deel van de IJzervallei is verstoord door ruilverkaveling Stavele (18/11/83) : vroeger kwamen hier onverdeelde graslanden voor, zeer uitgestrekt. Na de ruilverkaveling meer opstrekkende percelen langs de IJzer, de grote graslandcomplexen zijn opgedeeld.

d. Esthetische waarde

Wijdse panoramische zichten in vele richtingen. Verschillende positieve beelddragers aanwezig zoals dieverse hoeven met streekeigen kenmerken, de dorpskern van Reninge, de perceelsrandbegroeiing aan de randzone van de broeken. De smalle vallei is duidelijk herkenbaar op de orthofoto door de opstrekkende percelen. Vlak landbouwgebied, strookvormig tot blokvormige percelering, grote langgerekte weidepercelen, weilanden, sterk verspreide bebouwing, bebouwing vormt geïsoleerde puntvormige elementen en kernen in de open ruimte, geen perceelsrandbegroeiing. De lagergelegen valleigedeelten worden gekenmerkt door een zeer open karakter en hooiland- of hooiweidegebruik. Het dichte slotennet geeft vorm aan een zeer geometrisch perceleringspatroon. Bij de overgangszone naar het zandleem, gebied met broeken wel perceelrandbegroeiing.

e. Beleidswenselijkheden

Behoud en bescherming van de natuur- en cultuurwaarden, maximaal behoud van het landelijk karakter, stoppen van polutie van de Blankaart en IJzerbroeken, bemestingsniveau verminderen, behoud en versterken van de open weilanden als overstroombare gebieden, in overgang broeken naar zandleem behoud en versterken van de perceelsrandbegroeiing. Behoud en versterken van de historisch gegroeide landschapsstructuur. Behoud van het geometrische perceleringspatroon in de broeken en het actuele slotenpatroon. Verhogen van de natuurlijkheid en de belevingswaarde van het gebied.

2.4.2.2 VALLEI VAN DE HANDZAMEVAART

De relictzone “Vallei van de Handzamevaart” (R30055) wordt in de Landschapsatlas omschreven als volgt:

a. Wetenschappelijke waarde

Vormt een oost-west verlopende wig tussen Zandig Vlaanderen in het noorden en Zandlemig Vlaanderen in het zuiden. Het is een brede polderintrusie versmallend naar Handzame toe (tongvormige uitloper). Vormt de benedenloop van de Krekelbeek. Het merendeel van de vallei wordt ingenomen door graas- of hooiweiden, doorsneden door talrijke sloten. Is een uitgestrekte, open vlakte zonder bebouwing. Belangrijk overwinteringsgebied voor avifauna, botanische waarde in randbegroeiingen (relictvegetaties).

b. Historische waarde

Smalle geul, vroeger rechtstreeks in contact met de zee, ingepolderd in middeleeuwen, in 1775 gekanaliseerd. In de Handzamevallei monden een aantal NO - ZW - verlopende beken uit, die het hinterland afwateren. Vooral de vallei van de Colvebeek is landschappelijk nog zeer sprekend. Op de rand van de vallei (+5 tot +7,5m T.A.W.) ontstonden langs enkele van die beken nederzettingen, waarvan de meeste tot de vroege middeleeuwen teruggaan. De vol-middeleeuwse verschijningsvorm van zo'n dorp is in Werken goed bewaard gebleven (motte, neerhof met kerk, losse bebouwing errond). Een randweg verbindt deze dorpen.

c. Esthetische waarde

Verre panoramische zichten in verschillende richtingen.

d. Beleidswenselijkheden

Maximaal behoud van het open landelijk karakter door : niet-grondgebonden landbouw te weren, architectonisch inpassen van nieuwe constructies zodat ze de bestaande vertikale blikvangers niet domineren, bebouwing te beperken tot de renovatie van de bestaande bebouwing, enkel kleinschalige ambachtelijke industrie te stimuleren aansluitend bij de bestaande kernbewoning, het weren van alle lintbebouwing, het behoud van grote open ruimten met weinig lineair opgaand groen, ecologische corridors vooral te associëren met sloten, dijken en wegen, het accentueren van de identiteit tussen de verschillende subeenheden.