• No results found

Reactie Kadaster en nawoord Algemene Rekenkamer .1 Reactie Kadaster

7 SYSTEMEN VAN CHECKS AND BALANCES BIJ RECHTSPERSONEN MET EEN WETTELIJKE TAAK

7.7 Reactie Kadaster en nawoord Algemene Rekenkamer .1 Reactie Kadaster

Op eigen verzoek heeft het Kadaster bestuurlijk gereageerd op het onderdeel checks and balances in het conceptrapport en op de achter-grondstudie. Hieronder wordt de reactie in samengevatte vorm weerge-geven.

Het Kadaster is, in tegenstelling tot de Algemene Rekenkamer, wel van mening dat zijn gebruikersraad de mogelijkheid tot interventie heeft. Het Kadaster geeft als voorbeeld dat de minister veel waarde zal hechten aan het advies van de gebruikersraad bij een tariefswijziging.

Het Kadaster acht voorts certificering van kwaliteitssystemen en dergelijke van belang voor de interne bedrijfsvoering maar vindt niet dat zij een rol in de horizontale verantwoording spelen.

Het Kadaster wijst erop dat toezicht en verantwoording niet alleen instru-menten in dienst van de ministeriële verantwoordelijkheid zijn, maar

vooral ook instrumenten ter versterking van de maatschappelijke effectiviteit en transparantie van ZBO’s. In de visie van het Kadaster kan de minister in zijn functie van toezichthouder bij het vormen van een overall-mening over het functioneren gebruik maken van de uitkomsten van het horizontale toezicht, zoals de oordelen van de gebruikersraad over de kwaliteit van de producten van het Kadaster.

Het Kadaster betreurt het dat niet te herleiden is of de conclusies van de gevalsstudies voor alle drie de onderzochte organisaties in gelijke mate gelden.

Tot slot pleit het Kadaster er voor om ten aanzien van de horizontale verantwoording te kiezen voor een «ja, indien» en niet, zoals de Algemene Rekenkamer dat doet, voor een «nee, tenzij».

7.7.2 Nawoord Algemene Rekenkamer

Voor de Algemene Rekenkamer is bij een interventie de formele regeling van belang: heeft de gebruikersraad het recht om in te grijpen bij een beleidsvoornemen of een uitvoeringspraktijk die de gebruikers niet wensen? Zo ja: heeft zij gebruik gemaakt van dat recht? Voor het Kadaster is het veeleer een zaak van gebleken invloed: heeft de gebruikersraad het beleid of de uitvoering weten te beïnvloeden? Zo ja: is de wens of het advies van de gebruikers door de organisatieleiding opgevolgd?

De Algemene Rekenkamer is van mening dat het oordeel door een onafhankelijke, certificerende instantie over de organisatie en bedrijfs-voering van de RWT vrijwel altijd ook als een extern signaal is bedoeld. In deze zinkan certificering een rol spelen in de horizontale verantwoording aan burgers en andere belanghebbenden.

De Algemene Rekenkamer is van mening dat horizontale en interne vormen van toezicht de toezichtsinformatie voor de minister kunnen aanvullen in de zin van «de beoordeling van prestaties en geleverde kwaliteit van de publieke organisatie in een breder perspectief plaatsen».

Maar dit kan niet in de plaats treden van verticaal toezicht. De Algemene Rekenkamer blijft van mening dat voor de beoordeling van de rechtma-tigheid, doelmarechtma-tigheid, prestaties en kwaliteit van rechtspersonen met een wettelijke taak de minister binnen de op zijn verantwoordelijkheden toegesneden toezichtsketen de benodigde informatie moet organiseren.

Naar aanleiding van het commentaar van het Kadaster heeft de Algemene Rekenkamer enkele passages in de tekst aangepast.

8 SLOT

Het afgelopen jaar heeft het kabinet veel normen voor toezicht en verantwoording bij ZBO’s ontwikkeld. Met name de parlementaire behandeling van de Kaderwet ZBO’s, de Kaderstellende visie op toezicht en de voorgestelde wijzigingen bij de 1e wijziging van de Comptabili-teitswet 2001 (CW) maken de progressie in normontwikkeling bij het kabinet zichtbaar. De Algemene Rekenkamer kan zich in hoge mate in deze normen vinden. De uitwerking en implementatie daarvan door de

departementen zal de komende jaren veel aandacht en «maatwerk»

vragen.

De uitgangspunten van het kabinet zijn nog versnipperd over een groot aantal documenten. Dit brengt risico’s voor een consistente uitvoering met zich mee.

De Algemene Rekenkamer heeft de stand van zaken ten aanzien van de verantwoording door, en het toezicht op RWT’s onderzocht. Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer komt naar voren dat in de praktijk weliswaar wordt gewerkt aan verbetering van de verantwoor-dings- en toezichtstructuren, maar dat nog een lange weg te gaan is voordat de verantwoording over, en het toezicht op rechtmatigheid, prestaties en bedrijfsvoering voldoen aan de normen die het kabinet heeft gesteld75. Zij constateert dat ten aanzien van de verantwoording over rechtmatigheid en bij de ontwikkeling van toezichtvisies door de departe-menten sprake is van lichte vooruitgang.

De Algemene Rekenkamer bracht dit jaar voor het eerst de stand van zaken ten aanzien van de verantwoording over prestaties en bedrijfs-voering door RWT’s alsook de horizontale vormen van verantwoording bij RWT’s in kaart. Dit onderzoek laat – hetgeen te verwachten viel – een sterk gedifferentieerde praktijk zien. Afgaande op de normen die in de recente normstellende stukken van het kabinet zijn geregeld acht de Algemene Rekenkamer minder differentiatie in «mate waarin» gewenst. Differentiatie in «manier waarop» kan juist wel gewenst zijn.

De informatie in de jaarverslagen, jaarrekeningen en de bijgevoegde accountantsverklaringen geeft nog niet voldoende duidelijk inzicht in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie (de bedrijfsvoering) van de RWT zoals in de Kaderwet ZBO’s wordt geëist.

Bij verschillende departementen wordt sedert enige jaren gewerkt aan de ontwikkeling van toezichtvisies en aan een toezichtbeleid. De progressie in opzet van departementale toezicht- en verantwoordingsstructuren is langzamer dan verwacht en verschilt sterk per departement. De imple-mentatie van nieuwe wet- en regelgeving betekent in de komende jaren waarschijnlijk wel dat het ontwikkelen van een toezichtbeleid zal worden versneld.

De RWT’s zullen zich in het licht van de geschetste ontwikkelingen breder over de uitvoering van de publieke taak en de daarmee gemoeide publieke gelden moeten verantwoorden.

De Algemene Rekenkamer beveelt de Ministeries van Financiën en BZK aan gebruik te maken van hun (gedeeltelijk pasverworven) kaderstellende, coördinerende en toezichthoudende taak om via handreikingen en

eventuele regelgeving een beter toezicht door departementen en een

75De Algemene Rekenkamer is er zich hierbij van bewust dat deze normen op het moment van onderzoek nog niet golden.

betere publieke verantwoording door RWT’s krachtig te stimuleren, zoniet af te dwingen.

De Algemene Rekenkamer dringt er bij het Ministerie van Financiën op aan om op basis van de voorliggende kaderstellende stukken een

overkoepelend document (zoals het algemeen kader voor agentschappen) op te stellen voor «Normen voor sturing, toezicht en verantwoording bij RWT’s».

Tenslotte zouden naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer het jaarverslag en de jaarrekening (plus bijgevoegde accountantsverklaring) beter benut kunnen worden als publieke verslaggevingsdocumenten door meer en beter te rapporteren over rechtmatigheid, prestaties/middelen en bedrijfsvoering.

Gezien het bovenstaande zal de Algemene Rekenkamer zich de komende jaren in haar onderzoek naar verantwoording en toezicht bij RWT’s richten op drie «drukpunten»:

– De Ministeries van Financiën en BZK in hun rol als regisseur en ondersteuner. Met name het Ministerie van Financiën heeft met de CW 2001 meer mogelijkheden gekregen om meer regisserend op te treden ten aanzien van de departementale verantwoordingen over RWT’s.

– De vakdepartementen bij de uitvoering van toezicht en controle en de implementatie van de CW 2001 en andere wet- en regelgeving. De Algemene Rekenkamer zal de ontwikkeling in het toezicht nauwlettend blijven volgen, mede in het kader van de implementatie van de nieuwe wet- en regelgeving.

– De RWT’s zelf op het punt van publieke verantwoording. Als de nieuwe wet- en regelgeving van kracht wordt, zijn de eisen die aan de publieke verantwoording door ZBO’s en RWT’s worden gesteld een stuk

duidelijker. Ook de implementatie daarvan zal de Algemene Reken-kamer met aandacht volgen.