• No results found

Profielschets slachtoffers

Slachtoffers van gedwongen prostitutie kunnen zowel jongens, meisjes, mannen als vrouwen zijn. Voornamelijk jonge vrouwen worden slachtoffer van mensenhandel vanwege de vraag naar jonge vrouwen in de seksindustrie. De gemiddelde leeftijd van alle slachtoffers van gedwongen prostitutie ligt voornamelijk tussen de zestien en 23 jaar. De slachtoffers hebben zowel een Nederlandse als andere nationaliteit hebben (Bekker, 2010). Van het totaal aantal slachtoffers van gedwongen prostitutie in zowel 2013 als in 2014 was 96 procent vrouwelijk, vier procent mannelijk, elf procent minderjarig en 88 procent meerderjarig. Bij één procent van het totaal was de leeftijd onbekend (CoMensha, 2013; CoMensha 2014). Wat betreft de leeftijd van de loverboyslachtoffers van loverboys (dit zijn mensenhandelaren die voornamelijk nationaal opereren en voornamelijk meisjes met een Nederlandse nationaliteit ronselen), is ongeveer 75 procent 23 jaar of jonger. Van deze 75 procent is een kwart minderjarig. Er zijn vermoedelijk veel meer minderjarige slachtoffers die niet in beeld zijn. Vooral zeventienjarige meisjes zijn aantrekkelijk voor loverboys aangezien zij kunnen worden ingewerkt en vervolgens aan de slag kunnen als ze de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, de minimumleeftijd waarop je legaal als prostituee mag werken. Momenteel ligt er al sinds lange tijd een nieuw wetsvoorstel rondom de prostitutiewet in de Eerste Kamer. Een van de onderdelen van dit nieuwe wetsvoorstel is de verhoging van de minimumleeftijd van achttien naar 21 jaar.

Over de nationaliteit van de slachtoffers van gedwongen prostitutie zijn geen cijfers te vinden. Echter, er zijn wel cijfers bekend van het jaar 2010 zoals in de onderstaande tabel te zien is.

Afbeelding: Nationaliteit (mogelijke) slachtoffers van gedwongen prostitutie in 2010

De grootste groep slachtoffers van gedwongen prostitutie heeft de Nederlandse nationaliteit (36 procent) en zijn grotendeels geronseld door loverboys. De tweede grootste groep slachtoffers (32 procent) komt uit Afrika. De derde grootste groep (22 procent) komt uit Oost-Europa. Na Nederland komt Nigeria op de tweede plek te staan en vervolgens Roemenië, Hongarije en Bulgarije

(Bottenberg, Kuipers, Valk & De Weerd, 2012). Dit zijn cijfers uit 2010. Informatie over de nationaliteiten van slachtoffers van gedwongen prostitutie uit 2011, 2012, 2013 of 2014 zijn echter niet bekend. Er is wel een vermoeden dat de meeste slachtoffers anno nu uit Nederland komen, vervolgens uit Roemenië, Hongarije en Bulgarije (Nationaal Rapporteur Mensenhandel, 2014).

Drie categorieën slachtoffers

Er zijn veel verschillende slachtoffers van gedwongen prostitutie. Ze hebben verschillende sociaaleconomische, culturele en etnische achtergronden. Er is vaak sprake van een combinatie van bepaalde karakterkenmerken en achtergronden die de meisjes en vrouwen vaak kwetsbaar maken. De verschillende slachtoffers zijn in twee categorieën onder te verdelen. De eerste categorie zijn de slachtoffers die door een afhankelijke positie middels een liefdesrelatie slachtoffer zijn geworden van uitbuiting. De tweede categorie zijn de slachtoffers die met een ander doel dan werken in de prostitutie zelfstandig naar Nederland kwamen en na aankomst door een afhankelijke positie van de uitbuiter/pooier slachtoffer werden van uitbuiting. De derde groep zijn slachtoffers die onder valse voorwendselen vanuit het land van herkomst naar Nederland zijn gehaald door de uitbuiter (Bekker, 2010).

Eerste categorie: slachtofferschap op basis van een liefdesverhouding

De eerste categorie slachtoffers kunnen zowel jonge meisjes als wat oudere dames zijn. jongere meisjes worden loverboyslachtoffers genoemd. Zij hebben een eigen kenmerkend profiel. In principe kan elk kwetsbaar meisje een loverboyslachtoffer worden, maar er zijn meisjes die hier extra vatbaar voor zijn. Er bestaan vijf profielen voor deze meisjes in de hulpverlening:

- Fase-problematiek: dit zijn meisjes met ernstig pubergedrag die vaak in conflict liggen met hun ouders. Wanneer zij een loverboy op het ‘foute’ moment ontmoet, dan is de kans groot dat ze slachtoffer van hem wordt.

- Zeer beïnvloedbaar: vanwege een (licht) verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek, zoals een afhankelijkheidsstoornis. Hierdoor zijn meisjes extra ontvankelijk voor loverboys. - Getraumatiseerd: als gevolg van mishandeling, seksueel misbruik of een onveilige hechting in de

opvoedingsomgeving. Om de leegte op te vullen, verlangen deze meisjes constant naar een relatie met een jongen.

- Multi-problem: wanneer een meisje en haar ouders op verschillende gebieden langdurige problemen hebben zoals verslaving, seksueel misbruik, huiselijk geweld, schoolproblemen of uithuisplaatsingen. Deze meisjes zijn extra ontvankelijk voor loverboys.

- Eergerelateerd: hier gaat het om meisjes uit gezinnen waarin familie-eer en respect voorop staat en zeer traditionele man-vrouwpatronen heersen. Binnen deze vaak streng christelijke of islamitische culturen, is seks voor het huwelijk en seks als onderwerp onbespreekbaar, een taboe. Meisjes bij wie familie-eer en respect afhangen van het zedig gedrag van dochters, zijn zeer chantabel voor loverboys wanneer zij seks hebben gehad voor het huwelijk. De meisjes doen er alles aan om het geheim te houden waar loverboys maar al te graag misbruik van maken. Ze voeren seksuele handelingen uit of verkrachten de meisjes en maken hier beeldmateriaal van dat ze op internet dreigen te zetten als het meisje niet doet wat haar gezegd wordt.

Bovenstaande problemen maken in combinatie met de hormonale veranderingen in de pubertijd, zoals het verlangen naar intimiteit, verbondenheid en bevestiging, de meisjes extra ontvankelijk voor loverboys die hen verleiden, inpalmen en een liefdesrelatie met hen aangaan. Een loverboy biedt op

deze wijze een meisje juist net wat ze nodig had, althans in het begin dan van de liefdesrelatie. Tot slot vormen alleenstaande minderjarige asielzoekers ook een risicogroep (Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling, 2014).

Daarnaast zijn er ook vrouwen (en ook mannen, wel in mindere mate) die middels een liefdesrelatie uiteindelijk in de prostitutie terecht komen, zonder dat ze weten dat ze te maken hebben met een pooier. Hier komen ze vaak te laat achter. Verder kunnen er ook sekswerkers zijn die vrijwillig het prostitutiewerk verrichten maar op een gegeven moment te maken kunnen krijgen met een pooier waardoor ze het werk uiteindelijk onvrijwillig doen. De pooier creëert een afhankelijkheidsrelatie met de sekswerker en/of gebruikt verschillende vormen van dwang waardoor de sekswerkers tegen zijn of haar wil in seksuele handelingen verricht met derden in ruil voor geld wat hij of zij moet afstaan (voor een groot gedeelte) aan de pooier.

Tweede en derde categorie slachtoffers: slachtoffers uit het buitenland

Wat betreft slachtoffers van mensenhandelaren die naar Nederland zijn gebracht onder valse voorwendselen of op eigen houtje (tweede en derde categorie slachtoffers), zijn voornamelijk vrouwen uit Oost-Europa zeer kwetsbaar en toegankelijk voor mensenhandelaren. In Oost-Europa hebben vrouwen en mannen gelijke rechten maar in de praktijk worden vrouwen sociaal, maatschappelijke en economisch achtergesteld. Ze verdienen minder voor hetzelfde werk en de werkloosheid onder vrouwen is groter (Nationaal Rapporteur Mensenhandel, 2009). Veel hoogopgeleide vrouwen zien in dat ze in hun land weinig toekomstperspectief hebben en zoeken naar mogelijkheden in het buitenland. Zij vallen door misleiding en dwang als snel in de handen van mensenhandelaars. Daarnaast wordt er in Oost-Europese landen, voornamelijk in arbeidersgezinnen, verwacht dat mannen de kostwinner zijn en vrouwen thuisblijven voor de kinderen en huisvrouw zijn. Wanneer dit traditionele plaatje niet van de grond komt (vrouwen blijven alleenstaand) of spaak loopt (scheiding of financiële problemen), dan gaan deze vaak laagopgeleide vrouwen eerder in op de beloftes van mensenhandelaren. Mogelijkheden om te participeren in de samenleving zijn er voor zowel hoog- als laagopgeleide vrouwen weinig waardoor vrouwen eerder toenadering zoeken bij smokkelaars wat de kans op uitbuiting vergroot. De benauwde situatie van sociale achterstelling en armoede waarin de vrouwen zich bevinden, zorgen ervoor dat ze openstaan voor veranderingen die een betere economische situatie mogelijk maken, wat hen vatbaar maakt voor misleiding. Ronselaars beloven een goed vooruitzicht van een beter betaalde baan in Nederland waardoor de vrouwen het aanbod accepteren en meegaan naar Nederland. Ze worden dus onder valse voorwendselen verworven en weten niet dat ze zullen worden gedwongen om in de prostitutie te werken. Eenmaal aangekomen in Nederland, worden vrouwen gedwongen tot prostitutie middels dreigementen, zogenaamde schulden of inname van paspoorten. Verder zijn ook meisjes en vrouwen uit multiproblem-gezinnen in deze landen extra ontvankelijk voor mensenhandelaren. Er is vaak sprake van huiselijk geweld, armoede of de vrouwen zijn laag opgeleid of analfabeet. Hierdoor worden ze op jonge leeftijd gedwongen tot prostitutiewerk of kiezen ze er vrijwillig voor omdat alternatieven ontbreken. Tot slot zijn er ook slachtoffers die met geweld worden ontvoerd en in Nederland worden gedwongen om in de prostitutie te werken. De andere categorie slachtoffers zijn mannen en vrouwen die in Nederland hun bestaan willen opbouwen en willen werken in Nederland omdat ze geen toekomstperspectief in het land van herkomst hebben. Zij gaan zelfstandig naar Nederland en zoeken een baan in een hotel of in de horeca. Uiteindelijk komen ze in aanraking met een onschuldig lijkende

man die hen helpt aan een betere baan. Deze ‘onschuldige’ man blijkt dan achteraf een pooier te zijn. Eenmaal werkend voor de pooier in de prostitutie, is er geen weg meer terug (Bekker, 2010).

Bijlage 3. Oorzaken gesloten houding