• No results found

Op basis van verschillen in zelfbeelden, motivatie en ervaringen met grensoverschrijdend gedrag hebben Cense en Van Dijk tien profielen opgesteld, vijf voor meiden en vijf voor jongens. Meiden: relatiegerichte meiden, weerbare meiden, afwachters, principiële maagden en aandachtzoekende meiden. Jongens: relatie-gerichte jongens, versierders, afwachters, principiële maagden en players.

4.4 Opvattingen anno 2010 van mannen en vrouwen over seksuele omgangsvormen

Samenvatting van de Emancipatiemonitor 2010 – on-derdeel ‘opvattingen over seksuele omgangsvormen’

van het SCP

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) geeft twee-jaarlijks een Emancipatiemonitor uit. In februari 2011 verscheen de recentste, over het jaar 2010. De

monitor bevat ook een gedeelte over ‘opvattingen over seksuele omgangsvormen’. Hierin worden de uitkom-sten gerapporteerd van de stellingen over dit onderwerp in de enquête over emancipatieopinies.

Uit de enquête komt naar voren dat een grote meerderheid, zowel mannen als vrouwen, zich ten gunste van het seksuele zelfbeschikkingsrecht van vrouwen uitspreekt. Het duidelijkst blijkt dit uit het grote aandeel mannen (89%) en vrouwen (92%) dat het eens is met de stelling dat wanneer vrouwen ‘nee’ zeggen tegen seksuele toenadering, ze ook ‘nee’ bedoelen. Ook de tik op de billen van een vrouw wordt door beide seksen in grote meerderheid negatief beoordeeld. Een krappe meerderheid van de mannen (54%) en vrouwen (55%) vindt dat jongens en mannen nog te vaak hun zin doordrijven in seksuele relaties. Nu zegt deze stelling wel-licht minder over de mate waarin respondenten dergelijk gedrag van jongens en mannen goedkeuren dan over hun inschatting van de mate waarin jongens en mannen hun zin doordrijven.

De enige stelling waarover slechts een minderheid (16% mannen, 24% vrouwen) zich ten gunste van de posi-tie van vrouwen uitlaat, betreft de stelling dat vrouwen gedrag van mannen tegenwoordig te gauw opvatten als seksuele intimidatie. Ook hier moeten we er rekening mee houden dat het percentage evenveel zegt over de inschatting van de mate waarin vrouwen gedrag daadwerkelijk onterecht als intimidatie bestempelen als over de mate waarin ze het intimiderende gedrag goed- of afkeuren.

De stellingen overziend lijken zowel mannen als vrouwen het recht van vrouwen op seksuele zelfbeschikking op waarde te schatten, maar is er (nog) wel een verschil tussen vrouwen en mannen.

4.5 De overheidstaak ’bestraffen en beschermen’

Een ingekorte passage uit de beleidsbrief Seksuele gezondheid van toenmalig staatssecretaris Bussemaker (Ministerie van VWS, 2009).

Als overheid staan we het niet toe dat iemand in de uitoefening van zijn eigen autonomie de grenzen van een ander niet respecteert en daarmee die ander schade berokkent. De overheid zal daders van dergelijke misdrijven/misdaden op het gebied van seksualiteit straffen op basis van wet- en regelgeving. Zo zijn seks met een minderjarige, discriminatie wegens seksuele geaardheid, gedwongen prostitutie, kinderporno en verkrachting (ook binnen het huwelijk) strafbaar. En ook seksueel geweld (binnen en buiten de familiekring), vrouwelijke genitale verminking en loverboypraktijken zijn ontoelaatbare, strafbare feiten waarvoor de daders via de wet moeten worden gestraft. Politie en justitie spelen hierbij een belangrijke rol. De aanpak van huiselijk geweld (waaronder seksueel geweld) bijvoorbeeld is een kerntaak van de politie. Op het terrein van loverboys voeren politie en justitie een actief beleid om deze pooiers op te pakken en te straffen. De in 2008 door de bewindspersonen van Justitie ingestelde Taskforce aanpak mensenhandel – die zich ook richt op loverboys – is hier een voorbeeld van. Daarnaast heeft de overheid een beschermende taak. Het is bijvoor-beeld van groot belang dat er goede en voldoende opvang en hulpverlening is voor slachtoffers van seksuele dwang.

Om vrouwelijke genitale verminking (VGV) uit te bannen, zet het kabinet in op breed beleid gericht op zowel preventieve als repressieve maatregelen. Bij vermoedens van (aanstaande) VGV worden meisjes beschermd en wordt zo snel mogelijk uitgezocht of de vermoedens ook bewijsbaar zijn. Op basis van deze informatie wordt bezien of vervolging mogelijk is. Daarnaast is een handelingsprotocol VGV opgesteld, dat inzichtelijk maakt hoe professionals kunnen handelen vanaf het moment van melding of adviesvraag bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Dit jaar zijn in alle 15 AMK’s deskundigen aangesteld en getraind.

Verder richten we ons op nazorg. Zo wordt er een protocol ontwikkeld door gynaecologen op basis waarvan de nazorg aan cliënten kan worden verbeterd.

Voor prostitué(e)s is het van belang dat zij geen slachtoffer worden van mensenhandel en andere vormen van (seksueel) misbruik en geweld, en dat hun gezondheid en welzijn wordt beschermd (bijvoorbeeld afwezig-heid van soa/hiv). Het overafwezig-heidsbeleid in Nederland is erop gericht de autonomie en weerbaarafwezig-heid van deze

kwetsbare beroepsgroep te bevorderen, hun sociale positie te versterken en goede hulpverlening te stimule-ren. In 2000 heeft het kabinet exploitatie van prostitutie officieel gelegaliseerd. Doel van de opheffing van het bordeelverbod was onder andere bescherming van de positie van prostitué(e)s, beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie en verbetering van de bestrijding van onvrijwillige prostitutie. Uit een evalu-atie is gebleken dat de positie van de prostitué(e) sindsdien echter nauwelijks is verbeterd. Mede om die reden ligt er momenteel een wetsvoorstel Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche en wordt er gewerkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur. Doel hiervan is een bijdrage te leveren aan de aanpak van misstanden in de seksbranche zoals mensenhandel, prostitutie door minderjarigen en illegalen en voorts dat de positie van prostitué(e)s verbetert.

4.6 Verkrachting volgens de wet

Definitie volgens artikel 243 Wetboek van Strafrecht

‘Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie’.

4.7 Ook ‘grooming’ is nu strafbaar

Nieuw in het Wetboek van Strafrecht: artikel 248.

Sinds januari 2010 is volgens het nieuwe artikel 248 in het Wetboek van Strafrecht ook het ‘voorstellen van een ontmoeting’ met een minderjarige met het oogmerk om ontucht te plegen een misdrijf. Er staat een straf op van maximaal twee jaar. Justitie hoopt er met de wetswijziging een belangrijk wapen bij te hebben om het verleiden van minderjarigen aan te pakken.

Medio 2010 is de eerste rechtszaak gestart waarin iemand terechtstaat wegens digitale kinderlokkerij. Voor justitie moet het proces een belangrijke mijlpaal worden in de strijd om het internet veiliger te maken voor minderjarigen. De man in kwestie werd op 15 mei gearresteerd, toen hij op het punt stond een afspraak te maken met een 12-jarig meisje. Hij onderhiel al enige tijd contact met haar via de sociale netwerksite Habbo (waar vooral tieners elkaar ontmoeten) en het chatprogramma MSN. De recherche ging tot actie over toen de man het meisje een concrete plaats en datum voorstelde voor een seksuele ontmoeting en haar de routebe-schrijving en een reisschema stuurde (LJN: BO2782).

4.8 Het Vlaggensysteem: wat is gezond en wat is ongezond seksueel gedrag?

Het Vlaggensysteem, dat in 2010 werd gepresenteerd, biedt handvatten om gezond en abnormaal seksueel gedrag van elkaar te kunnen onderscheiden. Daarbij wordt seksueel gedrag aan de hand van zes criteria getoetst.

Wat is seksueel gezond gedrag en wat is abnormaal seksueel gedrag? Wat is acceptabel experimenteerge-drag? Wat maakt een bepaald gedrag onacceptabel? Wanneer moet je spreken van licht of zwaar seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Voor opvoeders, leerkrachten en hulpverleners kan het moeilijk zijn om te bepalen wat zij moeten doen in het geval van bepaald seksueel gedrag van kinderen, leerlingen en cliënten dat zij niet acceptabel vinden. Vooral als het gaat om gedrag dat hun kinderen, leerlingen en cliënten wellicht wel normaal vinden. Om hen te hel-pen heeft het Belgische Sensoa samen met MOVISIE

een methode geformuleerd om seksueel gezond en seksueel grensoverschrijdend gedrag van kinderen/

jongeren/cliënten te duiden en bij te sturen.

Dit zogenoemde Vlaggensysteem (Frans & Franck, 2010) onderscheidt zes criteria aan de hand waarvan ouders en professionals kunnen handelen en hun

handelen kunnen beargumenteren. Die criteria zijn in feite normen over wat seksueel gezond gedrag en ac-ceptabel experimenteergedrag is en wat niet. Deze zes criteria zijn:

Wederzijdse toestemming

Vrijwilligheid

Gelijkwaardigheid

Leeftijdsadequaat

Contextadequaat

Zelfrespect

Meer informatie over het Vlaggensysteem is te vinden in hoofdstuk 8.

Internet:

experts aan het woord