• No results found

OM: Loverboys maakten meer dan tien slachtoffers

Woensdag 7 april jl. begon in het Paleis van Justitie in Den Haag de strafzaak tegen tien verdachten die tot de zogenoemde ‘Pijnacker Noord-groep’ worden gerekend. De Zuid-Hollandse mannen, in leeftijd variërend van 19 tot 22 jaar, stonden er tot en met dinsdag 13 april terecht voor groepsverkrachting, mishandeling, uit-buiting en mensenhandel. Ze zouden tussen eind 2005 en voorjaar 2009 in Pijnacker, Delft en Den Haag een onbekend aantal minderjarige meisjes hebben misbruikt.

De politie kwam vorig jaar de omvangrijke zaak op het spoor toen filmpjes opdoken waarin de seksuele handelingen te zien waren. Het Openbaar Ministerie (OM) beschikt over de verklaringen van tien meisjes die veelal op aandringen van hun moeder vertelden wat was voorgevallen. Het jongste slachtoffer was veertien jaar. De tien aangehouden verdachten beweren dat de meisjes vrijwillig meewerkten. „Toen de politie kwam, was dat voor mij een donderslag bij heldere hemel”, zei de hoofdverdachte. Hij trad volgens het OM op als loverboy, maakte in de bioscoop of bij de pizzatent kennis met meisjes, vervolgens had hij in een woonhuis of een kelderbox gemeenschap met hen en vervolgens besloot hij hen met zijn vrienden te delen. Sommige meisjes werden vastgebonden, mishandeld en uitgekleed. „Ze waren niet altijd gewelddadig, het waren vaak mooie praatjes”, zo verklaarde een van de slachtoffers aan de politie. De meisjes waren veelal onder invloed van alcohol of drugs.

Tijdens de vermeende groepsverkrachtingen werden filmopnamen gemaakt met mobiele telefoons. Uit die beelden maakte de politie op dat er geen sprake van vrijwilligheid was geweest. De hoofdverdachte hield vol zijn vriendinnen „nooit geslagen, nooit geschopt of nooit pijn gedaan” te hebben. Volgens hem zou zeker een van de meisjes uit rancune hebben gehandeld toen aangifte werd gedaan. Een meisje trok haar aan-klacht in; tijdens de zitting werd ontkend dat dat onder dwang was gebeurd.

Bron: Trouw, 8 april 2010, p. 9

Peter Huisman

(sociale jeugd- en zedenpolitie): ‘Ik vind het echt iets van deze tijd hoe makkelijk jongens omgaan met meisjes die ze als hun vriendinnetje be-schouwen, maar gewoon weggeven aan andere jongens.

In de casus zeggen de meiden dat de jongens niet altijd gewelddadig waren en vaak alleen stoere taal

uitsloe-Los van deze casus is het niet in alle gevallen zo dat het meisje de seks echt niet wilde. Zeker als middelengebruik een rol speelt, worden gemakkelijk grenzen overschre-den, ook door de meisjes. In het geval dat een meisje duidelijk niet wilde, zitten de jongens die het “nee”

negeerden meestal in de directe leefomgeving van het meisje. En die intimideren ook heel erg. Het begint met seksueel grensoverschrijdend gedrag en gaat vervolgens verder, onder bedreigingen zoals “Als jij hiermee naar de politie gaat….”. Meer hoeven ze niet te zeggen; de meisjes weten hoe ze meppen en intimideren.

Nieuw is het allemaal niet – groepsverkrachtingen, loverboypraktijken – maar ik denk wel dat dit soort gedrag meer dan vroeger geïntegreerd is in de jonge-rencultuur. Dus dat het risico om slachtoffer te worden, als je al kwetsbaar bent, groot is. In een rapport van de onderwijsinspectie staat bijvoorbeeld dat 25 tot 30 procent van de middelbare scholen aangeeft te maken te hebben met loverboyproblematiek. En ons Advies- en Meldpunt Loverboys en Jeugdprostitutie krijgt heel veel meldingen van ouders die bang zijn dat hun kind slacht-offer is of dreigt te worden van GHB-praktijken. Maar te vaak wordt niet ingegrepen omdat AMK/Bureau Jeugd-zorg vindt dat er sprake is van “experimenteergedrag”.

Wij nemen zulke meiden nogal eens op in een van onze Asja-voorzieningen, waar ze aandacht krijgen en wor-den uitgedaagd om openheid van zaken te geven.’

Ludo Keizer

(trainer/adviseur jongeren, diversiteit en social media): ‘Ik weet dat minstens 90 procent van de mensen in Nederland zegt dat een loverboy een crimineel is. Dat vind ik niet helemaal eerlijk. Je moet eerst meer weten van die jongen. Als hij een heel laag gen. Dat zie je ook vaak. Die meiden willen er koste wat

kost bijhoren en doen van alles voor een glittertruitje.

Veel jongeren gaan ook heel gemakkelijk seksueel contact aan, vaak onder invloed van drank en drugs. De bezorgde ouders zitten dan bij ons aan het bureau. “Ze zijn pas 16 en 14 jaar oud en hebben al seks met elkaar.”

Maar de kinderen zitten er helemaal niet mee. En de kinderen die er wel mee zitten en bij ons komen om een verklaring af te leggen, willen meestal nergens over praten. En dan wordt het dus geen aangifte.’

Anke van Dijke

(directie Fier Fryslân): ‘Ook in onze eigen instelling worden wij met enige regelmaat gecon-fronteerd met slachtoffers van groepsverkrachtingen.

IQ heeft en hij is opgegroeid met verkeerde ideeën over wat normaal is, dan vind ik het vrij lastig om hem zijn gedrag erg kwalijk te nemen. Die jongen, de hoofdver-dachte, zei dat het optreden van de politie voor hem als een donderslag bij heldere hemel kwam. Daar zit volgens mij veel waars in. Als porno op internet je vormt wat betreft seksualiteit, dan weet je niet dat dit geen normaal gedrag is. Als je jongeren vraagt waarom ze naar porno kijken, dan is een veel gegeven antwoord:

daar kan je van leren. In loverboyrelaties zijn de meiden slachtoffer, maar de jongens zijn, op een andere manier, ook slachtoffer. Namelijk van hun omgeving en hun eigen state of mind.. Want als hij rehabiliteert, moet hij verwerken dat hij de meiden iets heeft aangedaan en dat hij dat ook nog normaal vond. Dus aan beide kanten zit een slachtofferkant. Waarbij ik niet wil zeggen dat de gevolgen gelijk zijn voor de meiden en jongens. Zoals ik het zie moet je in loverboyproblematiek de meiden empoweren en de jongens op een andere manier ook helpen, anders zal het nooit overgaan.’

Peter Nikken

(specialist jeugd, media en opvoeding):

‘Je moet niet alleen loverboys, maar alle jongens na laten denken over hun opvattingen. Want loverboypro-blematiek is extreem, maar we weten uit onderzoek dat ook “gewone jongens” denkbeelden hebben over meisjes en seks die erg lijken op die van loverboys.’

Richard A. Korver

(advocaat): ‘Ik doe nu ook zo’n zaak, waarin ik de advocaat ben van zo’n meisje. Wat mij opvalt is dat hier, net als in de casus Benno L en de pijpwedstrijd, gefilmd is met mobieltjes. Maar hier draait het om de vraag: vrijwilligheid of dwang. Veel juridische

professionals zeggen in zo’n geval dat het begint als vrijwillige seks, maar dat het op enig moment omslaat in gedwongen seks. Als op het filmpje te horen is dat het meisje gilt “hou op, hou op” en er een jongen nog twee minuten doorgaat, dan zijn voor hen die twee minuten een loepzuivere verkrachting. Alles wat daaraan vooraf is gegaan, is onderwerp van discussie. Groepsdruk geldt voor hen dus kennelijk niet als dwang. En het is ook heel moeilijk om dat strafbaar te maken, denk ik.’

Katinka Lünnemann

(onderzoeker/themacoördinator Recht, bescherming en preventie): ‘Net als in de eerste casus zie je ook hier weer dat de verdachten beweren dat de meisjes vrijwillig meewerkten. Vrijwillig of gedwon-gen, dat is echt een kernprobleem rond seksueel geweld.

En een ingewikkeld probleem. Er wordt hier ook nog gezegd dat sommige meisjes werden vastgebonden en mishandeld. Dan is er duidelijk sprake van geweld, zou je zeggen. Maar sadomasochisme is een vorm van vrijwillige seks. Dit is zo’n typische zaak waarin het niet duidelijk is in hoeverre de seks vrijwillig of gedwongen was. In 1979 hebben we het Hells Angels arrest gehad. Dat was het eerste arrest waarin het ging om een meisje dat vrijwil-lig meeging met mannen, Hells Angels in dat geval, en vervolgens door de groep werd verkracht. De uitspraak luidde dat hier sprake was van dwang, ook al was het meisje wel vrijwillig meegegaan naar het clubhuis van de mannen. Maar ondanks dit arrest blijft het moeilijk. Want hoe kun je als slachtoffer hard maken dat je duidelijk genoeg hebt aangegeven dat je iets niet wilde?’

Jules Mulder

(directeur De Waag): ‘Af en toe krijgen we zo’n groepje plegers in behandeling. Meestal zijn

er een of twee voorlopers en een aantal meelopers.

De initiatiefnemer is vaak iemand die antisociaal gemotiveerd is, de meelopers gaan doorgaans over grenzen heen omdat ze het spannend vinden. Wat de behandeling betreft zijn de meelopers gemakkelijk te behandelen. Die snappen wel dat ze fout zaten. Als je ze apart neemt, geven ze toe zich te schamen en moet je ze alleen helpen iets te doen met hun “wandaad” en ze weerbaarder te maken tegen meegaan in verkeerd gedrag. De initiatiefnemer moet je vooral behandelen vanwege zijn antisociale gedrag. Empathie moet je niet verwachten bij dit soort plegers, dus ligt de nadruk op de regels waar zo’n jongen zich aan moet gaan houden.

De overeenkomst tussen zo’n pijpwedstrijd en groeps-verkrachting is dat de deelnemers geen normen hebben over wat wel en niet kan, of zich de norm onvoldoende eigen hebben gemaakt. Die laatstgenoemde groep rati-onaliseert het “verkeerde” gedrag vaak. “Het was geen echte verkrachting”, “Ze wilde het zelf ook”. Normbesef en je gedragen volgens de normen zijn belangrijke op-drachten voor ouders, maar ook voor onderwijs, media, hulpverleners. Jongens moeten gewoon onderwezen worden in die dingen: wat is normale seksualiteit, hoe ga je normaal met een meisje om, hoe leg je normaal contact, hoe ga je een normale relatie aan. En normaal is: met respect voor de ander. Als een meisje nee zegt, is het nee.’

Jan Hendriks

(inspecteur van politie en expert men-senhandel en -smokkel): ‘O ja, dit is een menmen-senhandel- mensenhandel-zaak. Mensenhandel is uitbuiting. De meiden worden als product gebruikt. Van vrijwillig meewerken is natuurlijk geen sprake als de dader eerst het kader schept waarin

de meiden niet de kans hebben om niet mee te wer-ken, om nee te zeggen. Er staat ook: “Hij trad op als loverboy volgens het OM.” De term loverboy is helemaal verkeerd. Zo’n “loverboy” is gewoon een regelrechte pooier. Ik vind dit soort jongens de terroristen onder de mensenhandelaren, want ze zoeken heel precies hun slachtoffer uit en misleiden en manipuleren haar, soms jarenlang. En dat zó sneaky dat het slachtoffer zich hele-maal gaat vereenzelvigen met haar pooier.’