• No results found

De houding der Nederlanden in de Hongaarsche geloofsvervolgingen (1674-1680) (officiëele bescheiden),

I. Politieke Lichamen

Bibliothecaris der Rijksuniversiteit te Utrecht, en Dr. Hulshof, Conservator der Handschriften aldaar, behoort door mij voor hunne voortdurende tegemoetkoming en hulp een bijzonder woord van dank te worden gericht.

E.M.

Lijst van geraadpleegde archieven.

A.R. 's-Grav. = Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. R.A. Utrecht = Rijksarchief te Utrecht.

Archieven vanwege de Nederlandsch Hervormde Kerk: O.S. 's-Grav. = Oud-Synodaalarchief te 's-Gravenhage.

A.v. Pr. K. Utrecht = Archief van het Provinciaal Kerkbestuur te Utrecht. Cl. A. = Classikaalarchief te Amsterdam of te Utrecht.

K.A. = Kerkeraadsarchief te Amsterdam of te Utrecht.

I. Politieke Lichamen. I.

Weenen, 5 Juli 1674.

Dépêche van den gezant Gerard Hamel Bruyninx.

WelEd. gestr. Heer, alsoo het hoff niet hier is, ende d'heer Heemskercken van daer sonder twijfel de poste waernemen ende haer hoogh Mo. berichten zal, van 't geene aldaer soo in 't generael als in 't besonder raeckende sijne negotiatie voor valt, soo vertrouw ick dat haer hoogh (mo.) niet qualijck sullen opnemen dat ick gheene andere materien aenraeck, als alleen dat de gereformeerde ende lutherse praedicanten in Hungaren, hoe langer hoe

qualycker getracteert worden, synde ettelijcke honderden - - naer dat sy het examen te Presburgh lang uyt gestaen ende tot gheen renegerinch gebracht hebbe kunnen worden, noch met goede woorden noch met dreygementen van galeij, sweert ende galgh - - eydelyck in harde gevanckenisse ende swaere banden hier ende daer gebracht ende gelegt geworden, met scherp verbodt aen alle bevelhebberen, dat sy niemant by haer sullen laten komen; off gedogen, dat iemand met haer spreeckt. Sulcx dat veele vande schaepen van Christi recte waerheyt, sonder harders sijnde, de waerheyt afvallen. Ondertusschen nemen de soo genoemde rebellen niet aff, maer meer ende meer toe, 't geen in 't eynde door het toekomen der turcken, noch wel een

beswaerlycken ende gevaerlycken toestant mocht ende oorsaecken. Eenige dagen geleden is hier tijdinghe geweest, dat de Keyserse tegens de rebellen eenighe honderden verloren hadden; nu loopen de geruchten, dat de oversten Smith 900 van de rebellen neer gemaeckt soude hebben. Hiermede etc.

Concept. Register van uitgaande brieven van Hamel Bruyninx, 21 Jan. 1673-29 Dec. 1674. A.R. 's-Gravenhage. Leg. 89.

II.

20 Juli 1674.

Resolutie van de Staten-Generaal op No. 1.

Ontvangen een missive van den resident Hamel Bruynincx, geschreven tot Weenen den 5 dezes geadresseerd aen den griffier Fagel, houdende in effect etc. (Zie No. 1.)

Waerop gedelibereert sijnde is goedgevonden ende verstaen, dat niet alleen den gemelden resident Hamel Bruynincx sal werden gerescribeert; maer dat oock den heer van Heemskerck, haer Ho. Mo. extraordinaris gedeputeerde aen het hoff van den Keyser, sal werden aengeschreven, dat deselve alle meest crachtige dewoiren en goede officien omtrent den hoochstgemelte Keyser, ende de meest geaccrediteerde persoonen aen het hoff,

24

daer sij sullen oordeelen sulcx van vrucht te sijn, sullen aenwenden om sijne Keyserlijcke Majesteyt tot commiseratie over der gereformeerde gemeynte in Hungarien, ende insonderheyt over derselver predicanten droevigen toestand te permoveren ende voorts op de bequaemste secreetste en met meest ernstige wijse de saecke daer heenen trachten te dirigeren, ten eynde de voornoemde gereformeerde gemeynte en voornamentlyk mede de bedienaars des goddelijcken woords onder deselve vande voorschreve harde persecutien bevrijt, ende in een gerusten staet herstelt mogen werden.

Secr. Res. - R.A. Utrecht, Statenarchief 637.

III.

Weenen, 2 Sept. 1674.

Dépêche van den gezant Gerard Hamel Bruynincx (fragment).

W.e.g.H. ... Tot uitvoeringhe vande aen ons gegeven last vervat in haer ho. mo. missive ende resolutie van den 20 July laestleden, waerbij ons last gegeven werd, om de bedrukte en in swaere banden suchtende gereformeerde predicanten in Hongern door voorspraeck te helpen soulageren, hebben wij wel devoiren aengewendt, maer meenen onder correctie dat het van meerder naedruck soude sijn, als haer ho. mo. selve in haar faveur aen sijne Keyserlijcke Majesteyt geliefden te schrijven met last als dan om 't selve met onse offitien te bekrachtighen. Wij hebben hierover oock met de Ministers van Denemarken en Brandenburgh gesproken welke laetste reedts ordre heeft gehadt, om in haer faveur te spreecken ende huijden naeder schrijft om een sijne Cheur-furstelijcke Doorluchtigheits favorable missive selve, wij verstaen het echter so dat onse last tot het overgeven van haer ho. mo. missive aen den Keyser bovengemelt niet absolute behoort te sijn, maer als die van Coninck van Denemarcken en den Heer Cheurfurst van Brandenburgh hier

soude angekomen sijn en veerdig om overgegeven te werden, als dit tegelijk van drie so considerable geallieerdens van sijne Majesteyt met ernst gepousseerd wierd, so geloven wij dat er wel eenige apparantie tot succes soude sijn, maer buyten dat wijnige of gene.

A.R. 's-Gravenh. Stat. Gen. 7178. Ook als concept: Register etc. Leg. 89.

IV.

18 Sept. 1674.

Resolutie van de Staten-Generaal op No. 3.

Eynde ter vergaderinge nochmaels voortgebracht de missive vande heeren van Heemskerk ende Hamel Bruyninx, haer ho. mo. respective extraordinaris gedeputeerde ende ordinaris resident aen het hoff van de Keyser geschreven tot Weenen den 2en deses geadresseert aen den griffier Fagel, houdende responsive op haer ho. mo. respective resoluties van de 9eAugusti ende 20eJuly beyde lestleden, de eerste concernerende etc. ende de laetste tenderende om de bedruckte ende in sware banden suchtende gereformeerde predicanten in Hongarien door voorspraeck te helpen soulageeren etc. Is na voorgaende deliberatie goetgevonden ende verstaen, dat de gemelte Heeren van Heemskerck en Hamel Bruynincx sal worden gerescribeert (interventie van Engeland etc.), dat wijders een concept van een missive aenden Keyser in faveur vande gereformeerde gemeente in Hungarien sal worden

geconcipieert en op papier gebracht, om sijne Keyserlijcke Majesteyt tot commiseratie over derselver predicanten droevigen toestant te permoveren, ten eijnde de

voornoemde gereformeerde gemeynte ende voornamentlijcken de bedienaers des goddelijcken worts vande harde persecutien, daermede deselve werden vervolcht, mogen werden bevrijt ende in een gerusten staet gestelt om ter vergaderinge gelesen sijnde den hoochstgedachten Keyser door de gemelte heeren van Heemskerck ende Hamel Bruynincx overgelevert ende met alle meest crachtige

26

devoiren ende goede officien bij deselve gesecundeert te werden, soo haest dergelijcke brieven van voorschrijvens van wegen den Coninck van Denemarcken ende sijne Churfurstelycke Doorluchtigheit van Brandenburg mede verveerdicht, ende aldaer aengecomen sullen sijn.

Secr. Res. - R.A. Utrecht. Stat. arch. 637.

V.

(Weenen), 11 October 1674.

Dépêche van den gezant Gerard Hamel Bruyninx.

W.E.g.H. Voorleden Maendag de 8stedezes zijn ons wel toegekomen haer ho. mo. aenschrijven ende resolutie van 18 September daer te voren, behelsende nogmaels 't point vande mediatie van den Coningh van Groot Bretagne ende wijders

gecontinueerde ordre tot intercessie voor de verdrukte ende vervolghde gereformeerde predikanten in Ongaren, nevens eene haer ho. mo. missive in derselver faveur geschreven aen den K(e)yser etc. Wat het tweede point aengaet raeckende intercessie voor de gereformeerde predikanten in Ongaren, deselve hebben wij nog dese weecke occasie gehad om bij sijne Majesteyts ministers mondelinghe te doen. Zij protesteren seer dat het sijne Majesteyts wille niet en is, gelijck sij oock geen kennisse daervan sijn hebbende, dat het niet als een indiscrete zêle vande roomse geestelijckheyt kan sijn so er iets aen is: ende als wij hierop repliceerden, dat dit niet genoeg was, dat men aen den geestelijckheyt toeliet dusdanighe ongereimde vervolging in 't werck te stellen, sonder sijne Majesteyts voorweten, dat wij de vrijheid namen haer Excellentie deshalven serieuselijck te versoecken om van dit ons gehouden discourse aen sijne Majesteyt rapport te willen doen, sijnde niet te twijfelen of sijne Majesteyt 't voorszeide ter ooren komende, soude over boven gemelte ongelijck, dat desselfs eigene onderdanen wierden aengedaen, sijn ongenoeghen thoonen ende in de saecke doen remedieren tot

koming van alle verdere daeruyt te vreesen onheylen. - T'welcke als den Heer Grave van Montecuculi hadde aengenomen gehadt, is het daer doenmaels bijgebleven. Wat. haer ho. mo. ten voorszeynde aen sijne Keyserlijcke Majesteyt geschreven missive aengaet, die sullen wij volgens ordre onder ons houden tot dat de andere beloofde van den Coning van Denemarcken ende Heer Cheurfurst van Brandenburgh sullen ingekomen sijn, dewelcke haere hier aenwesende ministers seggen daegelijckx te verwachten, ende heeft den Heer Envoyé van Brandenburgh daertoe opnieuw een schrijven laeten afgaen.

A.R. 's-Gravenh. Stat. Gen. 7178. Ook als concept: Register etc. Leg. 59.

VI.

26 October 1674.

Resolutie van de Staten-Generaal op No. 5.

Ontvangen een missive vande heeren van Heemskerck ende Hamel Bruynincx, haer ho. mo. respective extraordinaris gedeputeerde ende ordinaris resident aan het hof vande Keyser, geschreven tot Weenen den 11endeses etc. houdende (interventie van

Engeland etc.), wijders gecontinueerde ordre tot intercesse(!) voor de verdruckte

ende vervolgde gereformeerde predicanten in Ongeren, ende voorts advertentie, waerop geen resolutie is gevallen.

Secr. Res. - R.A. Utrecht, Stat. arch. 637.

VII.

11 Februari 1675.

Resolutie der Staten van Utrecht.

Naer deliberatie is ten versoucke vande Heeren wegens de stad goedgevonden aen de Heeren wegens dese provincie gecommitteerden ter vergaderinge van haer ho. mo. over de volghende saecke te schrijven aldus: De Heeren,

28

wegens de stad ter beschrijvinghe gecommitteert, hebben in onse vergaderinge geexhibeert en laten lesen het nevensgaende extract uyt den missive geschreven uyt Ongarijen, waeruijt UEd. sullen vernemen hoedanich onse religionsverwanten aldaer geweldich werden gepersecuteert ende in de gevanckenisse gesmeten. Ende want welgemelte Heeren ons mede bericht hebben, dat door voorspraeck en intercessie vanden heer schweedsche ambassadeur aen het hoff van sijne Keyserlijcke Majesteyt eenige vande gedachte ongeluckige en deplorabele menschen uyt hare detentie waren gerelaxeerd, soo hebben wij ons verplicht gevonden UEd. bij desen gansch ernstigh en vrundelijck te versoucken, dat UEd. met alle efficacieuse devoiren en

empressementen ter vergaderinge van haer ho. mo. die saecke daerhenen willen dirigeren, dat deselve soo met krachtige brieven van voorschrijvens aen hoochgedachte sijne Keyserlijcke Majesteyt als bij de Heren derselver in den Hage aenwesende ministers alle bedenckelijcke officien gelieven te adhibeeren, ten eijnde gemelte onse geloofsverwanten van opgedachte oncristelijcke vervolgingen violenteren ende incarceratien mochten werden en blijven gedelibreert, waartoe ons verlatende etc.

R.A. Utrecht, Stat. arch. 232.

VIII.

5/15 Februari 1675. Bijlage tot No. 7.

Excerpta ex literis Pauli Tarczali, Hungari, venientis Francofurto ad Oderam1)

. Reformata religio totaliter iam

1) Vgl. hierachter II, 73. Deze brief was blijkbaar aan Prof. Leusden te Utrecht geadresseerd. Hoewel Tarcali's naam in het album van de Utrechtsche Universiteit niet voorkomt, wel daarentegen in Groningen (1670), Franeker (1672), Leiden (1675), is 't niet onmogelijk, dat hij ook aan de Universiteit te Utrecht een kort bezoek heeft gebracht, waardoor hij met Prof. Leusden kennis maakte. Juist uit zijne inschrijving te Leiden (14 Febr. 1675) kunnen wij vaststellen, dat deze brief uit Leiden werd gedateerd.

in nostra Hungaria extirpata est. Omnes pastores partim expulsi, partim Presburgi in carceres, numero 150 conjecti sunt. Nulli Theologo amplius sub poena capitis in Hungaria vivere licet.... Non ita pridem D. Köpeczi (qui ante biennium Groningae studuit) Presburgo ex carcere ad DmAltingium scripsit; ut et uxor DiCsúzi, ad matrem in Frisiam; conqueritur in literis, quod maritus absque ulla causa sit captus, et crudeliter tractetur.

R.A. Utrecht. Stat. arch. 234.

IX.

23 Februari 1675.

Resolutie van de Staten-Generaal op No. 7.

(Utrecht, Religionsverwanten in Hongarien). De Heeren Gedeputeerden vande provincie van Utrecht hebben ter vergaderinge geexhibeert ende laten lesen de missive vande Heeren Staten vande hoochgemelte provincie, geschreven tot Utrecht den 11en deses, ende daernevens een bijlage raeckende de persecutien vande religionsverwanten in Hongarien, volgende de voorsz. missive met die bijlage van dien hiernae van woorde te woorde geinsereerd. Edele erentfeste vrome wijse seer voorsienige heeren. De heeren wegens de stad etc. (zie No. 7), waartoe ons verlatende, edele erentfeste

vrome wijse seer voorsienige heeren, bevelen Ue. in de bescherminge van Godt Almachtich, geschreven t' Utrecht den 11enfebruary 1675, was geparapheert P. Ruyshvt, onderstont UEd. goede vrienden de Staten vanden lande van Utrecht. Ter ordonnantie vande selve get. J.V. Luchtenburch. - Excerpta ex literis etc. (zie No. 8.)

ver-30

staen, dat alvorens in desen te disponeren de retroacta sullen worden opgesocht ende nagesien.

R.A. Utrecht. Stat. arch. 635.

X.

Leeuwarden, 20 Maart 1675 (st. v.).

Instructies van de Staten van Friesland voor hun gecommitteerden ter Generaliteit1)

.

Eedle, veste, lieve, besondere. Wij hebben uyt haere Ho. Mo. notulen van den 23en Februarij laastleden vernoomen die goede sorge ende bekommeringe van de provincie van Utrecht voor de vervolgde religionsverwanten in Hungarien, ende hadden gehoopt ende verwacht, dat op zoo een christelijken voorstel ijets reëls en positijfs ter Generaliteyt gearresteert soude sijn gheworden, edoch, alsoo wij daer af tot noch toe geen geblijck ofte vervolg sien, en ter contrarie apprehenderen, dat hetselve licht op de lange bane verschooven, en misschien wel 't eenemael in vergetenis mochte werden gebracht, soo hebben wij niet kunnen ledig staen UE. Ed. mits desen op het

allerserieust te recommanderen ende aen te beveelen, om dit point eens nader ter vergaderinge van haer Ho. Mo. levendig te maecken ende neffens hooggemeldte provincie van Utrecht de saecke daerheenen te helpen dirigeren, ten einde by haer Ho. Mo. in faveur van opgemelte religionsverwanten in serieuse en gratieuse termen aen sijn Keiserlijke Majesteit mag worden geschreven, ende de aenwesende ministers van den staat aen 't keiserlijk hof meteen gelast, haer Ho. Mo. goede meininge en intentie met alle efficacieuse middelen en devoiren te secunderen. Wij meinen hier toe verplicht

1) Deze resolutie kwam ter Generaliteit niet in behandeling. De Gedeputeerden uit Friesland hebben blijkbaar om redenen, in de inleiding aangehaald, niet raadzaam geacht het in de zitting te brengen.

te zijn, wanneer wij ons te binnen brengen de sware persecutien ende elenden, die dese republiek om een en deselve oorsaecken heeft gesupporteert, ende dat sy mitsdien nade oude lesse: haud ignara male miseris succurrere disco, haere christelijcke compassie niet onbetuigt behoorde te laten aen diegene, die jegenwoordig in hetselve predicament staen, gelijck sij daer af doorgaens professie heeft gemaackt ende noch onlangs ter occasie vande groote vervolgingen in Piemont alatemte ende charitable preuves daervan gethoont. Ende nademael dat berieht is, dat den koning van Sweeden sich niet ontsien heeft sijn crediet en voorspraecke voor sijne geloofsgenooten bij hooggemeldte Keiserlijke Majesteit te interponeren, soo meinen wij dat het den staat qualijk soude kunnen verantwoorden, indien sij niets ter werelt voor de haere quamen te senteren. Temeer, dewijle het seer apparent is, dat nademael de keyser ter

complaisance van een prince, met dewelcke hij niet in de beste correspondentie is levende, van sijn voorige rigeur heeft gelieven te remitteren, deselve daertoe veel meer sal worden gepermoveert, doorde gunstige intercessie en voorschrijvens van die gene, met welcke hij bij versche tractaten op het nauwste is geallieerd, ende verknocht, waermede etc. Leeuwarden, 20 Martii, 1675. UE. goede vrunden de Staten van Vrieslandt, was geparapheert Sabinus Wissemavt. Ter ordonantie derselver: J. de Schepper.

Copie. Acta Synodi Provincialis Frisiae. (Leeuwarden), 1675. - A.v. Pr. K. Utrecht.

XI.

's-Gravenhage, 8 April 1675.

Kramprich aan den Keizer. - Hij vraagt om afschrift van het koninklijk decreet, waardoor hij tegen de Nederlandsche ‘Religionsplacaten’ zou kunnen werken.

Medegedeeld bij E. Thury, Adatok a magyar prot. gályarablelkészek történetéhez. (Budapest, 1912), p. 71.

32

XII.

Napels, 24 Augustus 1675.

Proclamatie van de veroordeelde Hongaarsche predikanten tot de protestantsche mogendheden om hun bevrijding.

Medegedeeld bij Thury, Adatok.... p. 131-134. G. Lani, Narratio historica... captivitati papisticae. (S.l. 1676), p. 70-76.

XIII.

10 September 1675.

Resolutie der Staten van Utrecht.

Ter vergaderinge voorgebracht ende gelesen sijnde een memorie aen haer Ed. Mog. vergaderinge gepresenteert bij de Deputati Synodi deser provincie, daerbij

vertoonende, dat vele broederen leeraren, geloofsverwanten in Hongarijen en Italien, met gevanckenisse, verwernissen op de galeyen, dwangh tot aenneminge der wapenen, ende andere quellingen, wierden gepersecuteerd, verdruckt ende getyranniseert met verzoek, dat haer Ed. Mo. daerinne voor soo veel in haer vermogen was genadelijck wilden voorsien, ende hare verlossinge vande opgedachte onmenschelijke outrages en vervolginge procureren ende helpen uytwercken. Is naer voorgaende deliberatie goetgevonden en verstaen, dat de Heeren Gecommitteerden wegens dese provincie ter vergaderinge van haer Ho. Mo. bij missive in ernstige termen sullen werden versocht, dat met alle bedenckelijke ende meest krachtige devoiren ende permotiven ter hoochgemelte vergaderinge willen urgeren, aenhouden, ende het daertoe dirigeren, ten eynde hoochgemelte hare Ho. Mo. met hare hoochwichtige ende meest efficacieuse brieven van recommandatie ende voorschrijven, soo aen sijne Keyserlijcke als Conincklijke Majesteyt van Spangie wilden bevorderen ende effectueren, dat de opgedachte broederen religionsverwanten van de voorsz. oncristelijcke ende

tyrannicque persecutien ende onverdraeglycken overlast wierden verlost ende op vrije voeten gestelt.

R.A. Utrecht. Stat. arch. 232.

XIV.

Weenen, 22 September 1675.

Dépêche van G. Hamel Bruyninx aan de Staten-Generaal, waarin hij aanbeveelt, ‘dat haar Hoog Mog. hier te Hoof en aan 't Hof te Madrid, neffens brieven aan de respective Majesteiten, op 't vriendelijkste en niet min serieuste en krachtighste, zouden verzoeken en doen negotieren, dat men alle noch gevangene en verzonde gereformeerde predikanten op de galeijen herwaarts in hare handen zoude willen overgeven’.... etc.

Medegedeeld bij J.P. Sprenger van Eyk, De martelaars der protestantsche kerken van Hongarije, in de zeventiende eeuw. (Dordrecht, 1845). Bijl. blz. LV-LVIII. G. Brandt, Het leven en bedrijf van den heere Michiel de Ruyter. (Amsterdam, 1687). Blz. 934-936, (ook in de volgende uitgaven). Ook als concept: Register etc. Leg. 90.

A.R. 's-Grav.

XV.

2 October 1675.

Proclamatie van 27 Hongaarsche predikanten tot de christelijke volkeren, om hun bevrijding.

Medegedeeld bij Thury, Adatok.... p. 38-42.

XVI.

4 October 1675.

Resolutie van de Staten-Generaal op No. XIII.

34

hebben ter vergaderinge voorgedragen ende bekent gemaeckt, dat de deputati synodi vande provincie van Utrecht aende Heeren Staten harer principalen bij memorie hadden vertoont etc. (vgl. No. 13), ende dat oversulcx de hoochgemelde Heeren Staten

de gemelde Heeren Gedeputeerden bij expresse aenschrijvinge hadden gelast met alle bedenckelijcke ende meest krachtige officien ende permotiven aen haer Ho. Mo. voor te dragen, aen te houden ende het daerheenen te dirigeren, ten eynde deselve door efficacieuse brieven van voorschrijvens ende recommandatie soo aenden Keyser als Coning van Spaignen wilden bevorderen ende effectueren, dat de voorszeidc broederen ende religionsverwanten vande voorsz. persecutien, gewelt ende overlast mochten worden verlost ende op haere vrije voeten gestelt; hetwelcke de gemelte Heeren Gedeputeerden dan vervolgens oock met alle meest crachtige redenen hebben gesecondeert ende geurgeert. Ende is daernevens mede gelesen de missive vanden resident Hamel Bruynincx, geschreven tot Weenen den 22enSeptember laestleden, de voorsz. harde persecutien ende vervolginge der predicanten in Hongarien mede concernerende. Waerop gedelibereert etc., dat het voorsz. geproponeerde neffens copie vande voorsz. missive vanden voornoemden resident Hamel Bruynincx gestelt sal worden in handen vande Heeren van Heuckelom ende andere haer Ho. Mo. Gedeputeerden tot de Buytenlantsche saecken om te visiteeren, examineren, de retroacta na te zien, ende van alles alhier ter vergaderinge rapport te doen.

R.A. Utrecht. Stat. arch. 635.

XVII.

's-Gravenhage, 7 October 1675.

Bericht van Kramprich aan den Keizer.... ‘die Stadt Utrecht hatt die catholischen abermahl in ihrem exercitio turbirt, auf praetext eines schreiben, welches ein hungarischer predikant, so auf die galeren von Napels nebens

anderen seinen Mitbrüdern bannisirt auss der galera ohn einen predicanten nach Utrecht soll geschreiben haben’ etc. Hij vraagt om instructie in deze aangelegenheid.

Medegedeeld bij Thury, Adatok.... p. 44.

XVIII.

Bazel, 19 October 1675.

Dépêche van Abraham Malapert aan den griffier, verzoekende de bevrijding der Hongaarsche predikanten te Napels.