• No results found

Plegen van aanslagen en uiten van bedreigingen

In document Jihadistisch terrorisme in Nederland (pagina 106-111)

3 Jihadistische samenwerkingsverbanden Mensen die actief zijn in jihadistische samenwerkingsverbanden reizen

4.2 Plegen van aanslagen en uiten van bedreigingen

De mededeling van deze rekruterende jihadist dat gegadigden voor een reis naar een Pakistaans trainingskamp al genoeg hebben aan zakgeld, en dat vliegtickets en familiezaken door derden worden geregeld, bevestigt het beeld dat hij, samen met een handlanger, een brug vormt naar andere faciliterende clusters in het internationale jihadistische netwerk.

Toch beschikken jihadreizigers lang niet altijd over behulpzame inter-nationale connecties en financiële of logistieke hulpbronnen. Dit blijkt vooral wanneer actoren uit ons zaaksbestand op jonge leeftijd plotseling besluiten hun militante geloofsbroeders in conflicthaarden op te zoeken. Omdat hun avontuurlijke ondernemingen hierdoor in een mislukking of een persoonlijke anticlimax kunnen eindigen, is het verleidelijk te stel-len dat het hier gaat om ondoordachte en individualistische acties. In de praktijk laten zij zich voorafgaand aan deze expedities stimuleren door sociale interacties binnen kringen van gelijkgezinden en door invloeden van richtinggevende heartland-oriented. Ook beschikken zij vaak al over een stevige ideologische basis waarmee zij hun besluiten onderbouwen.

4.2 Plegen van aanslagen en uiten van bedreigingen

In de ideologische centra van jihadistische relatiestelsels leeft het senti-ment dat de zuivere ultrasalafistische islam overal ter wereld onder druk staat, en dat geweld een legitiem middel is om haar te verdedigen én te verspreiden. Toch beperken de meeste personen zich in de praktijk tot grote woorden, morele steun of meer indirecte faciliterende handelingen. Slechts enkele actoren zijn bereid grote risico’s te lopen door concreet en direct invulling te geven aan (voorbereidingen van) gewelddaden of terroristische acties. Als het gaat om bedreigingen, stellen de meeste betrokkenen zich eveneens opvallend terughoudend op. Dit laat onver-let dat dit soort activiteiten wel degelijk met regelmaat plaatsvinden. Bovendien kunnen ze een ernstig ontwrichtend effect hebben op zowel samenlevingen als getroffen individuen.

107

Activiteiten

4.2.1 Aanslagen

De jihadisten uit ons zaaksbestand die zeggen aanslagen te willen plegen tegen westerse doelen, of daartoe voorbereidingshandelingen verrichten, blijken geen fundamenteel onderscheid te maken tussen binnenlandse en buitenlandse doelen. Redenerend vanuit hun universalistische ideologie, kunnen hun vijanden zich overal ter wereld bevinden. Hun keuze voor een bepaald doelwit komt hoofdzakelijk tot stand op gelegenheidsbasis. Daarin spelen diverse factoren en overwegingen mee, zoals persoonlijke motieven, voorkeuren van (al dan niet invloedrijke) mensen, trigger events, tijd, geografische nabijheid, beschikbare middelen en connecties, sla-gingskansen en – vooral – symboliek. Door de veranderlijke aard van deze factoren én het informele karakter van jihadistische samenwerkingsver-banden, verlopen terroristische projecten vaak met veel improvisatie en last-minute besluitvorming.

In deze context krijgen terroristische activiteiten vorm en substantie vanuit een unieke uitgangspositie. Zo oriënteren twee actoren, een Alge-rijn en een man van Tunesische afkomst, zich op Amerikaanse doelwit-ten in enkele West-Europese landen. Het gaat om zogehedoelwit-ten high-profile targets: mediagenieke diplomatieke en militaire doelen met een grote symbolische waarde. Daarbij laten zij zich vermoedelijk sterk leiden door recente ervaringen in Afghaanse en Pakistaanse trainingskampen van Al Qaida of met haar geassocieerde organisaties. Opsporingsdiensten kunnen echter niet vaststellen of zij met een concrete opdracht opereren. Eerder lijken zij in de jihadistische vrijhavens geïnspireerd om, met hun verworven kennis en terroristische vaardigheden, zelfstandig uitvoering te geven aan een globaal strategisch gedachtegoed. Ter ondersteuning mobiliseren zij meerdere personen in hun al langer bestaande extremis-tische relatiestelsel, onder wie ideologen en facilitators uit het interna-tionale jihadistische netwerk en personen die in Nederland verblijven. Vooral de Algerijn, die als charismatische prediker door de jaren heen een belangrijke verbindende en coördinerende functie in dit cluster heeft verworven, wendt zijn invloed aan.

Volgens getuigenverklaringen én zijn eigen bekentenis, wil de Tunesische immigrant de uiteindelijke (zelfmoord)aanslag op zich nemen. Hij toont zich opvallend gretig en onderneemt in een buurstaat van Nederland diverse voorbereidende activiteiten. Terwijl hij samen met een radicale uitbater van een horecagelegenheid mogelijke doelwitten observeert, speurt hij ook naar (groot)handelaren die hem grondstoffen voor explo-sieven kunnen leveren. In het bedrijfspand van de uitbater, dat eveneens dienst doet als ontmoetingsplaats voor jihadisten uit het bredere samen-werkingsverband, vindt de politie later ongeveer honderd kilogram aan

108 Jihadistisch terrorisme in Nederland

ingrediënten en de scheikundige formule voor een explosief.66 Voorts stui-ten agenstui-ten in de woning van de postui-tentiële aanslagpleger op een vuurwa-pen, een vervalst Nederlands rijbewijs en een vervalst Pakistaans visum. En ook mede omdat deze Tunesiër aan twee fundamentalisten in Neder-land vraagt of zij hem onderdak én nagemaakte diplomatieke passen kunnen verschaffen, vermoedt de politie dat hij overweegt een aanslag te plegen op een (Amerikaanse) ambassade.

Actoren in andere clusters plannen óf plegen terroristische gewelddaden eveneens met een internationaal jihadistisch oogmerk, maar doen dit soms met meer opportunisme en wispelturigheid. Zo houden buiten-landse politiediensten drie mannen uit Nederland aan die mogelijk een aanslag willen uitvoeren tijdens een evenement dat op grote wereldwijde (media)belangstelling kan rekenen. Eén van hen lijkt al langer vastbeslo-ten nagenoeg elke mogelijkheid aan te grijpen om een terroristisch state-ment tegen ongelovigen en afvalligen te maken. Bovendien wordt hij een jaar later in Nederland wederom aangehouden met een vuurwapen in zijn bezit. Dit keer zijn er sterke aanwijzingen dat hij, samen met enkele hand-langers, prominente publieke figuren in het vizier heeft die zich kritisch hebben uitgelaten over de islam. De onvermoeibaarheid waarmee hij terroristische acties beraamt en vooral ook andere leden van zijn jihadis-tische relatiestelsel, waaronder ook verschillende vrouwen, aanspoort tot geweld, blijkt onder meer uit een saillante getuigenis. Volgens een meisje waarmee hij getrouwd is geweest, deed hij haar uitgerekend in de huwe-lijksnacht het voorstel dat zij zich met een vrachtwagen zou opblazen in een winkelcentrum.

Voor jihadistische terroristen met internationale ambities én connecties blijkt het soms simpelweg aantrekkelijker of gemakkelijker om hun geweldsverheerlijkende gedachtegoed vooral op binnenlands niveau te operationaliseren. Dit geldt bijvoorbeeld voor meerdere personen uit eenzelfde cluster. Allen staan onder de beduidende invloed van een rich-tinggevende heartland-oriented. Zij zijn in buitenlandse trainingskampen geweest, tonen zich ontvankelijk voor instructies van spilfiguren in het bredere transnationale jihadistische relatiestelsel óf hebben een jihadreis ondernomen. Maar als zelfverklaarde vertegenwoordigers van de ‘Isla-mitische Jihad’ in Nederland beschouwen deze betrekkelijk jonge extre-misten het ook als hun plicht om op gewelddadige en symbolische wijze af te rekenen met lokale – maar soms internationaal bekende – islam-critici; mensen die zich ook nog eens regelmatig vertonen in hun eigen woonplaats(en). Nadat één van hen daadwerkelijk een aanslag pleegt, blijven anderen proberen de verblijfadressen van nieuwe potentiële slachtoffers te achterhalen. Ook beramen enkelen vermoedelijk aanslagen

66 Een detail dat de sociale context van dit samenwerkingsverband goed illustreert, is dat deze chemicaliën bij een apotheker van Turkse afkomst zijn ingekocht. Deze leverancier sluist later weer een brief door van de inmiddels gedetineerde uitbater. Hierin vraagt hij een familielid zich van twee belastende jerrycans te ontdoen.

109

Activiteiten

tegen overheidsgebouwen of gevoelige installaties in Nederland. Dat zij hun aandacht daarbij eveneens vestigen op autoriteiten zoals inlichtin-gen- en veiligheidsdiensten, vloeit mogelijk deels voort uit vetegevoelens ontstaan door eerdere confrontaties met justitie en de AIVD (zie voor interacties tussen staten en opstandige niet-statelijke entiteiten Della Porta, 2005). Verschillende personen lijken verder status te ontlenen aan hun terroristische activiteiten. Zo pocht een actor tijdens een chatsessie: ‘[…] ik ben druk de laatste tijd. Hier weer een moordaanslag beramen, daar aanslag plegen, ik word gek ervan […]’

Actoren die voornemens zijn in Nederland aanslagen te plegen, gaan weliswaar geregeld wanordelijk en opportunistisch te werk, maar zeker niet onvoorbereid. Frequent constateert de politie dat verdachten adres-sen, plattegronden en andersoortige gegevens verzamelen van mogelijke doelwitten. Ook voeren zij observaties uit van mensen en objecten. Voorts worden bij doorzoekingen soms terroristische handboeken, ingrediënten, scheikundige formules en onderdelen voor explosieven gevonden. Getuigenissen en bewijsstukken suggereren dat jihadisten in hun sociale omgeving actief en – af en toe – ongegeneerd informeren naar wapens en springstoffen. Hoewel deze materialen vaak kostbaar zijn, laten sommi-gen daarbij aan hun beoogde leveranciers weten dat zij over connecties beschikken die hen de benodigde financiën kunnen verschaffen. Verder blijken potentiële aanslagplegers meermaals in het bezit van vuurwapens of explosieven en accessoires zoals munitie, geluidsdempers en bescher-mende vesten. Hierdoor zien ook arrestatieteams van de politie zich incidenteel geconfronteerd met levensbedreigende situaties.

4.2.2 Bedreigingen

Wellicht omdat de bestudeerde jihadistische groepen zich telkens vormen rondom mensen die ook daadwerkelijk terroristische intenties hebben, zijn de meeste betrokkenen voorzichtig genoeg om géén dreigementen te verspreiden in het publieke domein. Dit komt in ons zaaksbestand name-lijk slechts sporadisch voor, zoals in het geval van een jonge Marokkaan die intimiderende brieven aan islamcritici plaatst op een openbaar online jongerenforum. Maar in het algemeen gebruiken actoren vooral dreigende taal voor onderlinge consumptie (opruiing); meestal in besloten kringen of op (gedeeltelijk) afgescheiden internetfora. In een aantal gevallen kun-nen veiligheids- en/of opsporingsdiensten deze gesprekken achterhalen of onderscheppen door telefoon- of internetcommunicatie af te tappen. De politie kan zo onder meer reconstrueren hoe een extremistische jongeman, die samen met andere connecties uit een jihadistisch cluster actief is op een zogeheten MSN-groep, het verblijfadres meedeelt van een prominente Nederlander. Hij doet op dit forum eveneens verslag van een

110 Jihadistisch terrorisme in Nederland

observatie van het betreffende onderkomen. En enkele dagen later plaatst hij een bericht, waarin hij de ‘afvallige’ de dood in het vooruitzicht stelt. Dat jihadisten ook in privésfeer geregeld dergelijke dreigementen uiten, blijkt uit diverse afgeluisterde gesprekken. Zo beschikt de politie over een fragment van een conversatie tussen twee extremisten in hun woning. Daarin prijzen zij een recente moordaanslag en bezweren zij eveneens soortgelijke acties tegen islamcritici te ondernemen.

Incidenteel zijn in ons zaaksbestand echter ook voorbeelden te vinden van bedreigers die zich rechtstreeks aan het adres van veronderstelde vijanden richten. Dit doen zij per e-mail en/of met behulp van zelfgemaakte filmpjes die ogenschijnlijk tot doel hebben de ontvanger extra angst in te boezemen.

4.2.3 Onverdraagzaamheid en dreiging

En hiermee raken we aan een essentie: de onderzochte jihadistische samenwerkingsverbanden projecteren zowel naar binnen als naar buiten toe een atmosfeer van dreiging. Het thema van onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden, versterkt met ideologische legitimaties van, en individuele bereidheid tot gewelddaden, weeft zich als een rode draad door alle activiteiten die tot dusver de revue zijn gepasseerd. Alleen al door het gegeven dat deze intolerantie kan uitmonden in grote, onvoor-spelbare en schijnbaar willekeurige aanslagen, ervaren burgers, bedrijven en overheden de jihadistische beweging als een gevaar (AIVD, 2006a, p. 53 e.v.). Het ontwrichtende en soms polariserende effect dat die perceptie op de samenleving heeft, is vaak groter dan de directe reële menselijke en materiële schade die actoren aanrichten (AIVD, 2009).

Evenzo hebben de systematisch onverdraagzame activiteiten van religieuze extremisten een danige weerslag op de ambiance binnen hun relatiestelsels. Verschillende verdachten en betrokkenen geven blijk van een combinatie van bewondering én vrees vis-à-vis contactpersonen die effectief haat en geweld prediken, die imponeren door hun agressieve (lichaams)taal, die voortdurend met wapens in de weer zijn, of die op een andere manier duidelijk maken dat zij ideologische ontrouw niet zullen dulden.

Onze gegevens laten zien dat interne meningsverschillen en conflicten ook tot concrete bedreigende en gevaarlijke situaties kunnen leiden. Dit geldt in het bijzonder voor mensen die door anderen worden gebrand-merkt als verraders; bijvoorbeeld omdat zij ‘gemeenschappelijk’ geld hebben ontvreemd, of omdat zij belastende getuigenverklaringen hebben afgelegd. Deze actoren krijgen te maken met fatwa’s, waarschuwende brieven en telefoontjes, of intimiderende aanvaringen. Maar ook mensen die zich deels vanuit naïviteit of opportunisme bij jihadistische gezel-schappen hebben aangesloten en hun positie mettertijd heroverwegen, beschouwen hun extremistische omgeving als bedreigend. Zij weten

111

Activiteiten

als geen ander hoe eenvoudig groepsleden hen tot ‘afvalligen’ kunnen degraderen; met alle mogelijke consequenties van dien. Ten slotte gebrui-ken geestdriftige actoren dreigementen soms als dwang- of machtsmid-del tegen mensen die meer in de ‘grijze zones’ van jihadistische clusters opereren. Illustratief is de wijze waarop een extremist enkele oude beken-den onder druk zet om hem te helpen. Volgens een getuigenverklaring zegt hij:

‘Moslims helpen elkaar, als je weigert krijg je straf. Met je handen op je rug gebonden krijg je een kogel door je hoofd.’

In document Jihadistisch terrorisme in Nederland (pagina 106-111)