• No results found

Plaats schriftlezing/voorbede/collecten/afkondigingen

96 Graaf, Delen, p 398)

7. Ontwikkelingen in de liturgie in GB-gemeenten in de periode 2000-2009 Dit hoofdstuk gaat in op de recente ontwikkelingen die waarneembaar zijn in de liturgie in GB-

7.6 Plaats schriftlezing/voorbede/collecten/afkondigingen

Voor dit thema verwijzen we naar paragraaf 6.6. Volgens onze waarneming zijn er geen

opzienbarende ontwikkelingen op deze aspecten van de eredienst. In gemeenten waar de liturgie in bredere zin onderwerp van serieuze bezinning is en waar men veranderingen aanbrengt in de volgorde van de elementen, zal het streven zijn om versnippering zo veel mogelijk te vermijden. Eventuele veranderingen zullen meer gericht zijn op aaneensluiting van Schriftlezing en prediking als dienst van het Woord en die niet te onderbreken met gebeden. Een dergelijke ‘clustering’ geldt ook voor de dienst der Offeranden en de voorbeden.

Zoals we eerder vastgesteld hebben, zijn hierover op bovenplaatselijk niveau geen discussies; hooguit binnen de (wijk)gemeente. Deze leiden met zorgvuldige introductie en voldoende uitleg volgens ons altijd tot een voor (vrijwel) iedereen bevredigende uitkomst.

7.7 Sacramenten

Hiervoor geldt hetzelfde als voor het thema gebeden. Dit vraagt nader onderzoek door anderen, omdat het ons onderzoek te omvangrijk zou maken.

7.8 Bijzondere diensten

Er lijkt in de onderzoeksperiode slechts in beperkte mate een toename te zijn van GB-gemeenten waar jeugddiensten en/of laagdrempelige diensten worden belegd. Het feit dat er wel een lichte toename is, kan te maken hebben met de opkomst van de Jeugdkerken. Een feit is namelijk, dat ook relatief veel jongeren uit GB-gemeenten Jeugdkerken bezoeken.Overigens constateren we dat de meeste Jeugdkerken het beeld vertonen van ‘opgaan, blinken en verzinken’178. Voor alle duidelijkheid moet gezegd dat de liturgische invulling van jeugddiensten in GB-gemeenten meestal beduidend anders c.q. traditioneler is dan in Jeugdkerken.

Daar dit onderzoek niet gaat over het fenomeen jeugddiensten en bijzondere diensten, hebben we dit ten dele onderzocht; d.w.z. wat betreft De Waarheidsvriend, hebben we de jaargangen die betrekking hebben op de onderzoeksperiode onderzocht. Hier wordt nergens gesproken van jeugddiensten of bijzondere diensten.

Steekproefsgewijs hebben we een aantal websites bekeken van een aantal GB-gemeenten: Hervormde gemeente Groningen

Hier wordt niet gesproken over bijzondere diensten. Daar er in de reguliere erediensten gebruik wordt gemaakt van het Liedboek voor de Kerken, zal er waarschijnlijk geen onderscheid worden gemaakt.179 Hervormde gemeente Onstwedde

Op deze website wordt niet gesproken over bijzondere diensten.180 Hervormde gemeente van Rijssen:

In de hervormde gemeente van Rijssen worden er themadiensten gehouden. Op de feestdagen wordt er voor de dienst een aantal gezangen gezongen.181

Hervormde gemeente Barneveld:

In Barneveld heeft men een lijst met liederen geselecteerd uit diverse liedbundels; Hervormde Bundel 1938, het Liedboek voor de Kerken, Op Toonhoogte, Uit aller Mond en alle psalmen in de nieuwe berijming. Er wordt niet bij vermeld wanneer deze liederen worden gezongen. Er wordt niet vermeld of er in bijzondere diensten gebruik van wordt gemaakt.182

178 www.wikipedia.org/wiki/Jeugdkerk 179 www.wijkgemeente-martinikerk.nl 180 www.hervormdegemeenteonstwedde 181 www.hervormdrijssen.nl 182 www.hervormdbarneveld.nl

Hervormde Adventskerk Amersfoort

Hier wordt niet gesproken over bijzondere diensten. Daar er in de reguliere erediensten gebruik wordt gemaakt van diverse zangbundels, berijmingen, vertalingen, zal het onderscheid niet worden

gemaakt. Ter illustratie een citaat uit de plaatselijke regeling:

“In de eredienst kan zowel de (Herziene) Staten vertaling, de NBG vertaling als de NBV worden gebruikt. Hierbij geldt het navolgende:

De NBV wordt beproefd in de eredienst; (gast)predikanten maken hun eigen keus; In de gemeente zal het gebruik van de NBV worden gestimuleerd;

Bij aanschaf bijbels voor gemeentewerk heeft de NBV de voorkeur;

Liederen worden in principe gekozen uit de oude berijming (1773) van de Psalmen en uit het Liedboek voor de Kerken. Aanvullend kunnen ook enkele liederen uit andere bundels worden gekozen. In de ochtenddiensten wordt er een kinderlied gezongen. In bijzondere diensten kan er voor gekozen worden om, overeenkomstig het karakter van de dienst, liederen uit andere bundels te kiezen, aangevuld met Psalmen en/of gezangen”.183

Hervormde gemeente Utrecht, Jacobikerk

In de reguliere diensten wordt gebruik gemaakt van het Liedboek voor de Kerken. Het verschil tussen bijzondere, en ‘gewone’ diensten is wat dat betreft niet groot. Wél wordt er gesproken over ‘open diensten’, kerkdiensten met een groot missionair karakter:

“Dan is de Open dienst beslist iets voor jou! De Open dienst wordt gehouden voor mensen die niet geloven, mensen die (een beetje) geloven en mensen die zouden willen geloven. Het is een korte, informele kerkdienst, waarin we zoeken naar de betekenis van het geloof voor mensen van nu. Er is ruimte voor stilte en ontmoeting en ruimte om te zoeken naar een ontmoeting met God.”184

Hervormde gemeente Amsterdam, Noorderkerk

In de reguliere diensten wordt gebruik gemaakt van het Liedboek voor de Kerken. Er wordt verder niet gesproken over bijzondere diensten.185

Bethlehemkerk te Den Haag

Op de website vonden we geen bijzondere informatie over bijzondere diensten. Tijdens de reguliere kerkdiensten worden de psalmen uit de oude berijming gezongen. Over gezangen konden we niets vinden.

Hervormde gemeente Waspik

Op deze website konden we weinig vinden over bijzondere diensten. Een aantal keren in het jaar wordt er op zondagmiddag om 17.00 uur een zangdienst gehouden. Deze komt dan in de plaats van de ‘gewone’ kerkdienst. Het is niet duidelijk of het om een ambtelijke dienst gaat.186

Uit eigen ervaring kunnen we meedelen dat er GB-gemeenten zijn die een aantal keren per jaar zgn. bijzondere diensten of themadiensten houden. Hiermee worden bedoeld: erediensten die op zondag worden gehouden en vallen onder de ambtelijke diensten maar waarin de liturgie afwijkt van de reguliere kerkdiensten.

Het is ons bekend dat deze kerkdiensten worden gehouden in Schoonhoven, Willige-Langerak Jaarsveld, IJsselstein, Lopikerkapel.

Deze bijzondere kerkdiensten worden gehouden in het kader van het thema kerk en school, opening winterwerk, sluiting winterwerk, een thema van de HGJB en diensten voor anders begaafden. Tijdens deze diensten worden er naast de psalmen uit de oude berijming ook gezangen gezongen die meestal afkomstig zijn uit de bundel ‘Op Toonhoogte’.

Verder weten we vanuit een onderzoek dat in 1971 is gehouden door dhr. Muntjewerff in

Wouterswoude en Driesum187 dat daar destijds er wél jongerendiensten werden gehouden. Deze werden echter minder goed bezocht dan de reguliere erediensten.

Bekend is dat deze worden gehouden in Groningen (Martinikerk)188, Utrecht (Jacobikerk), Amsterdam (Noorderkerk)189, Den Haag (Bethlehemkerk)190, Waspik191.

183 www.adventkerk-amersfoort.nl 184 www.jacobikerk.nl 185 www.noorderkerk.org 186 www.hervormdegemeentewaspik.nl

187 Muntjewerff, Het denken en doen van de Gereformeerde Bonder (1971) 188 www.wijkgemeente-martinikerk.nl

189

7.9 Conclusies

De laatste 10 a 15 jaren is te zien hoe steeds meer vanaf het grondvlak, nl. vanuit de gemeenteleden, stemmen opgaan dat de liturgie zou moeten wijzigen. Wij signaleren dat de invloed op beslissingen binnen kerkenraden zich steeds meer vanuit het microniveau, d.w.z. vanuit gemeenteleden, dan vanuit het macroniveau, d.w.z. vanuit het hoofdbestuur van de GB. manifesteert; een bottom-up beweging. Het gevolg hiervan is ook, dat er op macroniveau feitelijk geen echte discussies meer gevoerd lijken te worden. Ze spelen meer op het plaatselijke vlak (mesoniveau) dan dat het

hoofdbestuur er richtinggevende uitspraken over doet. Een uitzondering vormt een boek en een serie artikelen over de totstandkoming en de kwaliteit van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) in 2004.

Ook constateren wij dat de invloed van publicaties vanwege het hoofdbestuur van de GB minder wordt. Kerkenraden en predikanten veroorloven zich meer vrijheid om van de lijn van het hoofdbestuur afwijkende keuzes te maken. Er lijkt een houding te ontstaan, die te typeren is met: ‘laat ze maar schrijven; wij gaan gewoon onze eigen gang’.

Dit betekent tegelijk dat er binnen de gemeenten meer discussies gevoerd worden, waarbij merkbaar is, dat het gezag dat ambtsdragers in voorbije decennia nog hadden, minder wordt. Men neemt geen genoegen meer met stellige of bindende uitspraken. Er is steeds meer openheid naar de cultuur. Men kiest veel gemakkelijker dan in het verleden voor alternatieven elders, die ook door grotere mobiliteit en meer transparantie ‘dichterbij’ gekomen zijn. Men zoekt sneller een andere kerkgemeenschap waarin men zich thuis denkt te voelen, omdat er meer aansluiting lijkt te zijn bij eigen voorkeuren (bijv. ten aanzien van liturgie).

Het hoofdbestuur van de GB publiceert wel meer dan in voorgaande decennia over liturgie als afzonderlijk thema. Vóór 2000 was het een ondergeschikt punt dat niet eens in alle brochures apart aan de orde werd gesteld. Onze indruk is, dat men inziet, dat juist dit thema de toenemende verscheidenheid zichtbaar maakt. Een verscheidenheid die men betreurt. De term ‘eenheid in verscheidenheid’ wordt overigens door GB-ers in de mond genomen (P.J. Teeuw192 en A. Peters193, beide in de Artios-reeks), maar vermoedelijk meer als verlegenheidsuitdrukking. Ds. A. Beens bestempelt deze uitdrukking zeer negatief in de brochure ‘Zicht op de kerk’.194 Voor hem is het de opmaat naar ‘eenheid in gescheidenheid’. We horen bij Beens een meer conservatief geluid. Dat we meer ruimte voor gezangen signaleren bij het hoofdbestuur, wil nog niet zeggen dat andere stemmen niet gehoord mogen worden. Ook in het hoofdbestuur lijkt er ons inziens een vorm van postmodern denken aanwezig te zijn: Voor- en tegenstanders van gezangen mogen ieder hun menig hebben, als je deze maar niet als de énige echte waarheid ziet.

In de desbetreffende publicaties wordt intussen merkbaar dat ook binnen het hoofdbestuur een eenduidige lijn gaat vervagen. De scherpe kanten lijken er wat af te gaan. Dit kan ook komen doordat de laatste twee voorzitters van de GB wellicht een wat gematigder lijn volgen dan hun voorgangers. Mogelijk staan zij meer een harmoniemodel voor. Het is ook maatschappelijk een trend (denk ook aan de politiek en niet te vergeten de kerk: In 1990 zou er nog geen PKN zijn ontstaan) Bovendien zou je hier een symptoom van het postmodernisme in kunnen ontdekken, nl. ieder zijn eigen waarheid. Ieder moet maar in vrijheid keuzes maken. (Dat laatste is trouwens bij uitstek een symptoom van

individualisering!) Ook past in het postmodernisme meer pluraliteit.

Ook al beweren ze van niet, wij signaleren dat het hoofdbestuur van de GB toch meer ruimte gaat bieden voor gezangen, als we publicaties uit de vorige eeuw leggen naast recente. Van de Brink stelt in zijn bijdrage in ‘Liturgie in Hervormde gemeenten’ dat het gebruik van opwekkingsliederen, mits grondig getoetst en heel selectief gebruikt, in de eredienst moet kunnen.

Een begrip dat de laatste jaren steeds meer centraal gesteld wordt, vanuit het hoofdbestuur, is: ‘bezinning’. Men wil graag kerkenraden bij die bezinning faciliteren met deugdelijk materiaal. Hierbij wordt als boodschap meegegeven dat die bezinning niet moet beginnen bij het thema liturgie, maar bij de identiteit van de gemeente. Pas als die helder is en gemeenschappelijk gedeeld wordt, is een

190 www.bethlehemkerkdenhaag.nl

191

www.hervormdegemeentewaspik.nl

192

Teeuw, P.J., Omgaan met verschillen in de gemeente, (Artios-reeks; Heerenveen: Jongbloed, 2007)

193 Peters, A., Gemeente in beweging, op zoek naar een bijbelse visie (Artios-reeks; Heerenveen, Jongbloed,

2009) p. 72

194

bezinning op de liturgie en een overweging om daarin veranderingen aan te brengen, zinvol en verantwoord. Het adagium is: pas een gesprek over liturgie nadat het geloofsgesprek is gevoerd Bij deze bezinning is de suggestie dat gemeenteleden hierbij op een gepaste wijze en al in een vroeg stadium worden betrokken. Dit is een nieuw geluid ten opzichte van wat voor 2000 het meest

gebruikelijk was en is ongetwijfeld gevolg van een maatschappelijke ontwikkeling naar meer mondigheid.

Uit het literatuuronderzoek blijkt dat er voor de huidige ontwikkelingen, waarin de nadruk steeds meer komt te liggen op beleving, er al veel langer stromingen zijn die meer nadruk op het gevoel leggen. Binnen de z.g.n. gereformeerde gezindte, waartoe we ook de bevindelijke stroming in de GB rekenen, is het begrip ‘ervaring’ al veel langer aan de orde. Het wordt dan aangeduid als ‘bevinding’.

Het blijkt nu echter dat er binnen andere kerkverbanden, die niet te boek staan als ‘bevindelijk’, ook een roep is naar een hoger ervaringsgehalte in de liturgie. Zo is ook bij de Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) het evangelicale lied doorgedongen.

Opvallend is, dat de ontwikkelingen in een stroomversnelling lijken te geraken, bijvoorbeeld wat het gebruik van Opwekking betreft, met voorbijgaan van kerkelijk geijkte zangbundels. Dat levert bij oudere predikanten in de GB, die terugblikken, de opmerking op, dat de afwijzing destijds van zulke bundels nu tot een welhaast onoverbrugbare kloof heeft geleid. In dit soort geluiden begint volgens ons een toon te klinken dat men de grip min of meer kwijtraakt en zich afvraagt hoe het verder moet en waar het heen zal gaan.

Een andere constatering is, dat de roep om verandering en de discussie daarover steeds meer over de volle breedte van liturgie gaat. Het veranderen van liedkeuze of berijming of wijze van zingen is niet meer het enige thema, wat vóór 2000 toch meer het geval bleek te zijn. Het gaat ook om zaken als de wijze van overdracht, visualisering van de boodschap, participatie van gemeenteleden, gebruik van de NBV, opwekkingsliederen, staande zingen, de volgorde van de diverse onderdelen van de eredienst e.d.

Dit alles moet de verstaanbaarheid dienen en lijkt beslist noodzakelijk om de groeiende kloof, met name naar de jongere generatie te overbruggen. Waar op scholen, in het kerkelijk jeugdwerk, bij de catechese etc. nieuwe vormen worden gebruikt en een andere interactie dan voorheen ingang vindt, kan niet volgehouden worden om in de kerkdienst alles ongewijzigd te laten.

We concluderen een verschil met de liturgische beweging van voor de Tweede wereldoorlog (zie bijlage 2). Deze beweging was top-down gericht. De door het individualisme gevormde mondige gemeenteleden blijken bij de huidige ontwikkelingen veel inbreng te hebben. Daardoor zouden we bij deze ontwikkeling meer kunnen spreken van bottom-up.