• No results found

Hoofdstuk 3: Analyse van enkele afleveringen

2. Pistes voor verder onderzoek

De omvang van het besproken BRT-project mag niet onderschat worden. Dit betekent dat er verschillende onderzoekspistes nog steeds openliggen. Dit onderzoek had enigszins te lijden onder de staat van de bewaring van de archiefbestanden (naar de uitzonderlijke problemen met betrekking de bereikbaarheid van deze bronnen in 2020). Met de stijgende interesse in publieksgeschiedenis en audiovisuele bronnen, alsook enkele digitalisatieprogramma’s die nu lopende zijn, zal een deel van deze moeilijkheden in de nabije toekomst opgelost kunnen worden. Documentairereeksen zijn daarnaast interessante bronnen met betrekking tot beeldvorming aangezien ze de

makers dwingen om zaken letterlijk in beeld te brengen. Maar welke pistes liggen er nog open? Hieronder zullen enkele opgesomd worden.

1. De evolutie van ‘Het Verzet’ en de Vlaamse historiografie. In dit onderzoek werd de historiografie van het verzet en de evolutie van de reeksen slecht beperkt belicht en gekoppeld. Het is echter duidelijk dat de reeks tussen 1970 en 1989 door verschillende trends gaat, gelijklopend met de evolutie in de historiografie. Naar mijns inziens kan de invloed van veranderde historiografische visies gekoppeld worden aan veranderingen in de reeks. Het nadeel is echter dat daarvoor de basisteksten belangrijke bronnen zijn. Deze op zijn het moment van dit schrijven niet allemaal beschikbaar.

2. Beeldvorming van het verzet in andere reeksen. Uit deze thesis bleek dat de beeldvorming van het verzet sterk kan verschillen van reeks tot reeks (concreet ‘Het Verzet’ en ‘De Repressie’). Maar er zijn nog enkele andere reeksen waar het verzet aan bod komt. Dit gaat bijvoorbeeld over ‘De tijd der vergelding’, ‘In naam van het onrecht’ en ‘KZ – De concentratiekampen’. Ze behandelen het verzet in uiteenlopende contexten. De contexten waarin het verzet aan bod komt, heeft een grote invloed op de manier waarop het in beeld gebracht wordt, bijvoorbeeld het verschil tussen de context van een concentratiekamp en de straatrepressie. Welk beeld geven zij van het verzet? Bevestigt dit de negatieve beeldvorming?

In verband met de reeks ‘De tijd der vergelding’ kan het relevant zijn om de omgang met de verzetsman Fernand Desiron te analyseren. Desiron hield er zowel vóór als na de oorlog een controversiële levenswandel op na. De Wilde lijkt hem als representatieve partizaan voor te stellen, wat connotaties oproept tussen het verzet en criminaliteit. Fernand Desiron als representatief voorstellen is echter problematisch. Hij komt ook aan bod in ‘Het Verzet’. Is de omgang met deze figuur verschillend? 3. De bevrijding in beeld. De bespreking van de bevrijding in ‘Het Verzet’ en ‘De Repressie’ zijn uiteenlopend, maar ook de ‘De Bevrijding’ (1984) van Jan Neckers en Fred De Waele geeft een ander beeld van de bevrijding. Was de bevrijding enkel positief? Waren de geallieerden steeds de helden? Hoe verandert de bespreking van de bevrijding doorheen de tijd? Hoe verschillen ze met het buitenland of latere programma’s? Is de behandeling van de bevrijding anders in ‘De Bevrijding’ (1984) dan ‘Ten oorlog: de bevrijding van Vlaanderen’ (2020)?

4. De Jodenvervolging in beeld. Vandaag staat de Jodenvervolging relatief centraal in de Vlaamse en internationale herinneringscultuur van de Tweede Wereldoorlog. In de jaren 1980 was deze evolutie in de herinneringscultuur nog in ontwikkeling. In vergelijking met hedendaagse besprekingen van de Tweede Wereldoorlog, wordt de Jodenvervolging slechts beperkt behandeld. Het wordt namelijk enkel besproken in de reeks ‘KZ – De concentratiekampen’ en de aflevering ‘Vechten op te overleven’ in de reeks ‘Het Verzet – Deel 1’, een aflevering die werd ontwikkeld door Rudi Van Doorslaer. Deze laatstgenoemde aflevering is één van de langste afleveringen van de reeks en bespreekt de Jodenvervolging (niet enkel het verzet!) in detail. Deze aflevering lijkt ook de meeste (positieve) commentaar van het publiek los gemaakt te hebben (zie ‘receptie van de reeksen’, hoofdstuk één). Volgens Van Doorslaer werd deze aflevering ook aangekocht door de Israëlische staatstelevisie.348 Het is mogelijk dat dit het eerste Vlaamse programma over de Jodenvervolging is. Het is dan ook een interessante casus voor een onderzoek naar de (letterlijke) beeldvorming van de Jodenvervolging in België. Het kan bijvoorbeeld vergeleken worden met gelijkaardige, eigentijdse documentaires uit het buitenland of documentaires die later in Vlaanderen of België ontwikkeld werden.

5. De interviews van ‘Productiekern Wereldoorlog II’. Het hele project heeft duizenden uren aan interviews geproduceerd, zowel enkel audio als audiovisueel. Tot nu toe is dit een onderbenutte bron, maar op het moment van dit schrijven worden de getranscribeerde interviews gedigitaliseerd. Dit brengt veel mogelijkheden voor vragen, zowel in verband met beeldvorming als de ontwikkeling van publiekshistorische projecten. Wat herinneren de geïnterviewden bijvoorbeeld van de bezetting (ongeacht of deze herinneringen waar of onwaar zijn)? Welke vragen stellen de interviewers? Met betrekking tot de conclusies van de analyse van de reeks ‘De Repressie’ kan men afvagen of De Wilde’s interviewmethode hier anders was. Hanteerde hij steeds de ‘harde interviewstijl’? Wanneer wel, wanneer niet? Veel films en beeldbanden zijn verloren gegaan door natuurlijke aftakeling van de drager. Hoewel het VRT-archief nog verschillende (delen van) interviews op film heeft, zijn de getranscribeerde interviews vollediger.349

348 Rudi Van Doorslaer, interview.

349 Herman Van de Vijver, interview; De productiekern werkte met uiteenlopende dragers, vandaar dat