• No results found

Factoren die tevredenheid franchisenemer bepalen

Hoofdstuk 5 Conclusie, discussie, aanbevelingen

VII. Persoonlijkheid (Profiel) Formele educatie en ervaring

52. Heeft u een opleiding genoten? Zo ja, welke opleiding(en) heeft u genoten?

53. Hebt u naast uw beroep als horecaondernemer nog andere ervaring in het bedrijfsleven? 54. Welke kenmerken denkt u dat belangrijk zijn voor een franchisenemer?

55. Als u zich in de positie van franchisegever verplaatst, wat zou u dan het belangrijkste criterium vinden waaraan een franchisenemer moet voldoen? En wat het minst belangrijk? VIII. Groei (Profiel)

57. Streeft u groei na?

58. Zo ja, in welke mate en hoe denkt u dit te bereiken?

IX. Slot

59. Hoe lang wilt u dit vak nog blijven uitoefenen? • Zo kort mogelijk

-5 jaar 5-10 jaar

Meer dan 10 jaar

60. Wilt u verder nog iets kwijt over onderwerpen die volgens u niet behandelt zijn m.b.t. de relatie franchisegever en franchisenemer, of heeft u nog andere opmerkingen?

Vragenlijst: Bestaande cafetaria ondernemers – aangesloten bij een franchiseformule

Algemene inleiding met de introductie, uitleg van het onderwerp van het onderzoek en de procedure. Het interview zal verschillende onderdelen behandelen;

 Kenmerken cafetaria en ondernemer

 Het beeld wat de geïnterviewde heeft van franchise

 Tevredenheid als ondernemer

 Relatie (samenwerking) tussen de franchisenemer en franchisegever

 Positionering in de markt  De toetreding 1. Naam: 2. Leeftijd: 3. Geslacht: 4. Plaats onderneming: 5. Ondernemer sinds:

6. Aangesloten bij formule sinds:

I. Inleidende vragen (Algemeen en Demografie)

7. Kunt u iets vertellen over uzelf en hoe lang u al ondernemer bent? 8. Kunt u aangeven hoe uw vestiging zich verhoudt in de markt? 9. Waar bent u trots op met betrekking tot uw onderneming? 10. Hoe groot is uw onderneming?

a. Qua m2 oppervlakte:

b. Hoe hoog schat u de omzet van uw onderneming?

Schaal (in duizend euro): ( <100 , 100 – 150, 150-200, 200-250, >250) c. Qua aantal medewerkers:

II. Franchise

11. Wat zijn uw motivaties zelfstandig ondernemer te zijn?

12. Bent u het eens met de volgende stelling; als franchisenemer ben je zelfstandig ondernemer? (Zeer mee eens - eens – neutraal - oneens – zeer mee oneens)

13. Hoe zou u franchising definiëren?

a. Samenwerking tussen twee zelfstandige partijen

b. Samenwerking tussen twee partijen met 1 ondergeschikte c. Hiërarchische relatie (baas – werknemer)

14. Waarom heeft u ervoor gekozen om zich aan te sluiten bij een franchiseorganisatie? 15. Hoe zou u onderstaande lijst rangschikken ten aanzien van de voor u belangrijkste

karakteristieken?

a. Merknaam/ imago/ identiteit

b. Goede eigenschappen franchisegever c. Bedrijfsresultaten/ prestaties

e. Training

f. Kostenbesparingen g. Marketing voordelen

16. Welke van de in vraag 20 genoemde karakteristieken zou u als kern componenten van de franchiseformule omschrijven?

17. Wat vindt u het grootste nadeel van franchising?

a. Het verlies van een gedeelte van de eigen identiteit en zelfstandigheid (autonomie) b. Het verlies van een gedeelte van de bevoegdheid over de bedrijfsvoering, zoals prijs

en assortimentvoering.

c. Vermindering van flexibiliteit door hogere besluitvorming. d. Kosten voorkomend uit entreegelden en franchisefee’s

18. In welke mate denkt u dat de franchisegever rekening houdt met de belangen van u als franchisenemer?

19. Was het vanaf het begin duidelijk wat de werkwijze van de formule inhield? III. Uniformiteit (hardheid formule)

20. Heeft u graag veel toezicht zodat dit meer uniformiteit uitstraalt of wild u graag zo minimaal mogelijk hulp hebben?

21. Wordt u gecontroleerd op het naleven van de verplichtingen in de formule?

22. Hoe ziet het beleid eruit ten aanzien van de controle en uniformiteit van de formule? 23. Wat vindt u van de volgende stelling; ik ben liever aangesloten bij een succesvolle harde

formule dan bij een minder succesvolle softe formule! (Zeer mee eens - eens – neutraal - oneens – zeer mee oneens) 24. Hebt u het gevoel dat u (te) veel verplichtingen opgelegd worden? 25. Hoe heeft de hardheid van de formule zich ontwikkeld?

26. Hoe ervaart u de hardheid van de huidige formule?

27. Heeft u als franchisenemers invloed (inspraak) binnen de formule?

28. In welke mate maakt het uit of u participeert in franchisegevers organisatie? (zeer onbelangrijk – onbelangrijk – neutraal - belangrijk – zeer belangrijk) 29. Hoeveel overlegmomenten bestaan er tussen franchisenemer en franchisegever? 30. Bent u met andere formule deelnemers georganiseerd?

a. Zo ja, hoe oefent u als formule deelnemers invloed uit op strategische beslissingen? 31. In welke mate vindt u het belangrijk om zelf uit te maken hoe het exterieur van uw

onderneming er uitziet?

(zeer onbelangrijk – onbelangrijk – neutraal - belangrijk – zeer belangrijk) 32. In welke mate vindt u het belangrijk om zelf uit te maken hoe het interieur van uw

onderneming er uitziet?

33. In welke mate vindt u het belangrijk om uw eigen werkmethodes te handhaven (bijvoorbeeld m.b.t. promotieactiviteiten)?

(zeer onbelangrijk – onbelangrijk – neutraal - belangrijk – zeer belangrijk)

IV. Resultaten

34. Bent u tevreden met de winst die u heeft en op dit moment behaald? (zeer ontevreden – ontevreden – neutraal - tevreden – zeer tevreden) 35. Denkt u meer winst te kunnen behalen? Zo ja, op welke manier?

36. Denkt u meer winst te kunnen behalen als franchisenemer of wanneer u als zelfstandige deze vestiging had gerund?

37. Hoe is vorm gegeven aan de vergoedingen binnen de formule?

38. In hoeverre was de prijs van belang in de besluitvorming wel of niet toe te treden tot een franchiseformule?

39. Hoe zou u succes willen beoordelen binnen de franchiseformule?

a. De mate waarin gestelde doelen zijn gerealiseerd (omzet, winst etc.); b. De ontwikkeling in vergelijking met een vergelijkbare onderneming;

c. De mate van tevredenheid van de franchisenemer over het functioneren van het samenwerkingsverband;

d. De mate waarin verbetering in resultaten optreedt naarmate de franchiserelatie langer duurt;

e. De vraag of de franchisenemer opnieuw bij dezelfde franchiseformule zou willen starten;

Werkdruk

40. Hoeveel uur is uw zaak wekelijks open? 41. Hoeveel uur daarvan staat u zelf in de zaak?

42. Hoeveel uur daarnaast aan overige werkzaamheden? En waaruit bestaan deze werkzaamheden?

43. Hoe ervaart u de werkdruk op een schaal van 1-10 met 1 = zeer licht en 10 = zeer zwaar?

V. Positionering in de markt

44. Hoe vergaart u informatie over uw specifieke markt? 45. Hoe gaat u om met veranderingen in de markt?

46. In welke mate bent u tevreden met het promotiebeleid dat wordt gevoerd? (zeer ontevreden – ontevreden – neutraal - tevreden – zeer tevreden)

47. Heeft u als franchisenemer invloed op de positionering van de formule (vestiging)? 48. Vindt u dat de franchisegever voor voldoende innovaties zorgt waar u profijt van hebt? 49. Zijn dit dan voornamelijk innovaties op het gebied van exploratie (nieuwe diensten en/of

50. Zijn er veranderingen geweest binnen de franchiseformule die consequenties hadden voor u als franchisenemer?

51. Zo ja, hoe heeft u dit ervaren? Kon u invloed uitoefenen op veranderingen?

VI. De toetreding

52. Wat waren voor u de 3 belangrijkste redenen om toe te treden tot een franchiseformule? a. Groeimogelijkheden

b. Zekerheid van goede resultaten en goede vooruitzichten mbt werk c. Levensstijl (meer tijd overhouden)

d. ROI (Return on Investment), de verdiensten uit werk. e. Training (aanwezigheid van trainingsprogramma’s) f. Eigen baas (mate van zelfstandigheid)

g. Ondersteuning in de bedrijfsvoering

h. Bewezen en reeds succesvol bedrijfsconcept (minder risico) i. Anders nl…..

53. In welke mate vindt u de hoogte van de fee’s in lijn met de ondersteuning die de franchisegever geeft?

(zeer ontevreden – ontevreden – neutraal - tevreden - zeer tevreden)

54. In welke mate bent u tevreden met de bereikbaarheid van de franchisegever? (zeer ontevreden – ontevreden – neutraal - tevreden - zeer tevreden)

55. Bent u het eens met de strategie die de franchisegever kiest? (Zeer mee eens - eens – neutraal - oneens – zeer mee oneens)

56. In welke mate bent u tevreden over uw zelfstandig ondernemerschap? (zeer ontevreden – ontevreden – neutraal - tevreden - zeer tevreden) 57. In welke mate bent u tevreden over de franchisegever?

(zeer ontevreden – ontevreden – neutraal - tevreden - zeer tevreden) 58. Wat zou de franchisegever kunnen verbeteren volgens u?

59. Wanneer zou volgens u de relatie optimaal zijn? a. Betekent dit veel of juist weinig contact met elkaar? b. Hoe zou het contact er dan uit moeten komen te zien?

60. Wilt u de volgende factoren rangschikken van meest belangrijk tot minst belangrijk? a. Dienstverlening van hoge kwaliteit (met goede controles)

b. Samenwerking verloopt intens/ goede coöperatie

c. Vertrouwen in partner, machtsverhoudingen in evenwicht d. Goede en gestructureerde communicatie

e. Goede reputatie formule

61. Heb je als franchisenemer invloed op het type en de mate van ondersteuning? 62. Wilt u de volgende factoren rangschikken van meest belangrijk tot minst belangrijk?

a. De positionering van de formule in de markt. b. De mate van hardheid van de formule. c. De mate van innovatie van de formule.

d. De organisatie van strategische participatie van franchisenemers. e. Het type groeidoelstellingen.

63. Stel, u zou opnieuw kunnen beginnen; zou u, nu u weet hoe het werkt bij deze organisatie, zich weer aansluiten bij deze formule?

VII. Persoonlijkheid (Profiel) Formele educatie en ervaring

64. Heeft u een opleiding genoten? Zo ja, welke opleiding(en) heeft u genoten?

65. Hebt u naast uw beroep als horecaondernemer nog andere ervaring in het bedrijfsleven? 66. Welke kenmerken denkt u dat belangrijk zijn voor een franchisenemer?

67. Als u zich in de positie van franchisegever verplaatst, wat zou u dan het belangrijkste criterium vinden waaraan een franchisenemer moet voldoen? En wat het minst belangrijk? VIII. Groei (Profiel)

68. Heeft uw onderneming uitbreidingsmogelijkheden? 69. Streeft u groei na?

70. Zo ja, in welke mate en hoe denkt u dit te bereiken?

IX. Slot

71. Hoe lang wilt u dit vak nog blijven uitoefenen? a. Zo kort mogelijk

b. -5 jaar c. 5-10 jaar

d. Meer dan 10 jaar

72. Wilt u verder nog iets kwijt over onderwerpen die volgens u niet behandelt zijn m.b.t. de relatie franchisegever en franchisenemer, of heeft u nog andere opmerkingen?