• No results found

Een onderzoek naar de samenhang tussen buurtverbondenheid en participatie aan buurtgeoriënteerde ICT-deelplatforms onder bewoners in Amsterdam.

A.L.E. Fischer - 6081525 MSc Human Geography Mw. Dr. Ir. C.J.M. Karsten Dhr. Dr. C. Lennartz Universiteit van Amsterdam 16/08/2015

- 77 -

IX. BIJLAGEN - INHOUDSOPGAVE

Dataverzameling

9.1 Korte vragenlijst m.b.t. huishoudsituatie

9.2 Semigestructureerde interviewvragen m.b.t. buurtverbondenheid 9.3 Korte vragenlijst gebruik ict-deelplatforms

• Peerby • Thuisafgehaald

9.4 Semigestructureerde interviewvragen participatie ict-deelplatforms • Peerby • Thuisafgehaald Data-analyse 9.5 De onderzoekspopulatie • Peerby • Thuisafgehaald

9.6 Het gebruik van de buurtgeoriënteerde ict-deelplatforms • Peerby

• Thuisafgehaald 9.7 Coderingskader

9.8 Coderingschema’s Peerby A. Buurtverbondenheid

B. Participatie aan buurtgeoriënteerde ict- deelplatforms 9.9 Coderingschema’s Thuisafgehaald

A. Buurtverbondenheid

B. Participatie aan buurtgeoriënteerde ict- deelplatforms

Onderzoekspopulatie en cases

9.10 Woonlocaties respondenten 9.11 Amsterdam

• Sociaal-ruimtelijke structuur • Leefbaarheid

9.12 Amsterdam Sharing City

Resultaten

9.13 Gefingeerde namen

9.14 Kwantificatieschema buurtverbondenheid • Peerby

• Thuisafgehaald

9.15 Kwantificatieschema lokale participatie aan ict-deelplatforms • Peerby

• Thuisafgehaald Conclusie

9.16 Categorieën o.b.v. een potentiële samenhang De persoonsgebonden maps

78

9.1 DATAVERZAMELING: KORTE VRAGENLIJST M.B.T.

HUISHOUDSITUATIE

N.B.: gelijk voor Peerby en Thuisafgehaald DEEL I: Huishoudsituaties

Onderstaande gegevens worden gevraagd om achtergrondinformatie over uw huishoudsituatie te verkrijgen. Dit dient als voorbereiding voor het interview, wat uiteindelijk zal bijdragen aan betere vraagstellingen en begrip van de onderzoeker. Er bestaan geen goede of foute antwoorden. Wanneer u ergens geen antwoord op wilt of kunt geven, kunt u het antwoordgedeelte leeg laten. Dit heeft uiteraard geen gevolgen voor het interview.

- Uw leeftijd ………...

- Uw geslacht m/v

- Uw hoogst genoten opleidingsniveau ………... - Heeft u kinderen? ja/nee

o Hoeveel kinderen heeft u? ……… o Wat is zijn/haar/hun leeftijd? ……… o Is er sprake van een opvang/oppas? ja/nee

 Waarom? ………

……… ……… - Heeft u een baan? ja/nee

o Werkt u parttime of fulltime? ……… o Hoeveel reistijd besteedt u gemiddeld

om op/van werk te komen? ……… - Heeft u een partner? ja/nee

o Heeft uw partner een baan? ja/nee

o Werkt uw partner parttime of fulltime? ……… o Hoeveel reistijd besteedt uw partner

gemiddeld om op/van werk te komen? ……… - Welk(e) vervoermiddel(en) gebruikt u (en uw partner) het meest (1.), minder (2.) en het minst (3.)?

U Uw partner

1) ………/……… 2) ………/……… 3) ………/………

- Hoelang woont u in uw huidige woning? ………

- Waar woonde u hiervoor? ………

- Heeft u nu een koop- of (sociale/particuliere) huurwoning? ……… - Hoe groot is uw woning (ongeveer)? Binnen: …..…m2 Buiten: ……. m2:

- Hoeveel kamers heeft uw woning? ………

- Heeft u opslagruimte tot uw beschikking? ja/nee o Wat gebruikt u als opslagruimte?

(vb. kamer/kelder/zolder/schuur of iets anders) ………

79

9.2 DATAVERZAMENLING: SEMIGESTRUCTUREERDE

INTERVIEWVRAGEN M.B.T. BUURTVERBONDENHEID

N.B.: gelijk voor Peerby en Thuisafgehaald

DEEL II: Buurtverbondenheid

A. Eigen woning

a. Kaart: Kunt u de locatie van uw woning markeren?

B. Functioneel

a. Kaart: Kunt u aangeven

• met een rode van welke buurtvoorzieningen u regelmatig gebruik maakt? (winkels/cafees/parkjes)

• (eventueel) met lichtrode –– welke routes u vaak gebruikt?

b. In hoeverre vindt u het belangrijk dat deze voorzieningen in uw buurt aanwezig zijn? Zou u ze missen, of zou u dan ergens anders heen gaan?

• Mist u nog iets?

C. Sociaal

a. Heeft u contact met familie, vrienden, kennissen, buren in uw buurt?

• Zo nee, waarom niet? Waar bevinden deze contacten zich dan? (hoe ver vandaan?) • Kaart: Zo ja, kunt u aangeven

- Met een rode met wie u regelmatig contact heeft? b. Kunt u omschrijven hoe het contact tussen hen (per categorie?) is? c. Is dit contact altijd zo geweest? Waardoor is het wel/niet veranderd?

d. In hoeverre vindt u het belangrijk dat deze contacten (per categorie?) in uw buurt aanwezig zijn?

D. Cultureel

a. Kaart: kunt u een “grens” tekenen om wat u beschouwt als uw buurt?

• dikke zwarte lijn

b. Hoe zou u dit gebied (omgeving en de mensen) omschrijven?

• Wat vindt u plus- en minpunten van de fysieke omgeving en van de gebruikers? (bewoners en bezoekers)

c. In hoeverre voelt u zich verbonden met/onderdeel van dit gebied? En de mensen? Voelt u zich tot een bepaalde groep/gemeenschap/gebied toebehoren?

d. Kaart: of heeft u dit meer met een kleiner (straat) of groter (stad) gebied?

• dikke stippellijn

E. Politiek

a. In hoeverre bent u op de hoogte van buurtactiviteiten/gang van zaken in de buurt? Waardoor komt dit (buurtkrantje)?

• Kaart: met het hele gebied of een onderdeel? b. Houdt u ook (bewust) anderen op de hoogte? Hoe en waarom?

• Kaart: wie en waar?

c. In hoeverre zet u zich in voor de buurt? Waarom wel/niet? • Helpt u wel eens uw buurtbewoners?

• Helpt u wel eens bij de verzorging van de woonomgeving? • Neemt u deel aan buurtorganisaties?

80

9.3 DATAVERZAMELING: KORTE VRAGENLIJST GEBRUIK ICT-

DEELPLATFORMS

DEEL III: Gebruik Peerby

1. Hoelang maakt u inmiddels gebruik van het online leenplatform Peerby? ……

2. Hoeveel chats (met en zonder een gesprek) zijn er ontstaan tussen u en andere aanbieders/vragers?

a. ….. chats

3. Hoe vaak heeft u (ongeveer) iets geleend?

a. ….. keer

4. Hoe vaak heeft u (ongeveer) iets uitgeleend?

a. ….. keer

5. Beschouwt u uzelf meer als aanbieder of vrager van spullen?

a. Aanbieder b. Vrager

c. Zowel een aanbieder als vrager

6. Als aanbieder: bent u een wel of geen periodieke uitlener?

a. Geen, vanaf het begin leen ik spullen in dezelfde mate uit b. Periodiek, de ene keer gebruik ik het vaker dan de andere keer 7. Als vrager: bent u een wel of geen periodieke lener?

a. Geen, vanaf het begin leen ik spullen in dezelfde mate b. Periodiek, de ene keer gebruik ik het vaker dan de andere keer

8. Als aanbieder: hoe actief zou u uzelf noemen qua uitlenen? (in de periode dat u er wel gebruik van maakt)? a. Ik leen elke dag minstens één ding uit

b. Ik leen elke week minstens één ding uit, maar minder dan a.

c. Ik leen elke maand minstens één ding uit, maar minder dan a en b.

d. Ik leen elk half jaar minstens één ding uit, maar minder dan a, b en c.

e. Ik leen elk jaar minstens één ding uit, maar minder dan a, b, c en d.

9. Als vrager: hoe actief zou u uzelf noemen qua uitlenen? (in de periode dat u er wel gebruik van maakt)? a. Ik leen elke dag minstens één ding

b. Ik leen elke week minstens één ding, maar minder dan a.

c. Ik leen elke maand minstens één ding, maar minder dan a en b.

d. Ik leen elk half jaar minstens één ding, maar minder dan a, b en c.

e. Ik leen elk jaar minstens één ding, maar minder dan a, b, c en d.

10. Denkt u dat het platform invloed heeft gehad op uw buurtverbondenheid?

a. Ja b. Nee c. Weet ik niet

81

(vervolg 9.3)

DATAVERZAMELING: KORTE VRAGENLIJST GEBRUIK ICT-

DEELPLATFORMS