• No results found

Lokale participatie aan buurtgeoriënteerde ICT-deelplatforms onder Amsterdamse bewoners Ten slot volgt hieronder een antwoord op de tweede deelvraag (zie 4.1), waarin de lokale participaties van

DEELPLATFORM ervaring van activiteiten in een lokale

6.3 Lokale participatie aan buurtgeoriënteerde ICT-deelplatforms onder Amsterdamse bewoners Ten slot volgt hieronder een antwoord op de tweede deelvraag (zie 4.1), waarin de lokale participaties van

de respondenten van de verschillende ICT-deelplatforms met elkaar zijn vergeleken. Deze vergelijking is gebaseerd op de mate waarin zij van het platform gebruik maken en de mate waarin buurtoriëntaties een rol speelt in hun motivaties en sociale interacties met betrekking tot hun gebruik van het desbetreffende platform. Het gebruik en de buurtgerichtheid in motivaties en sociale interacties zijn vervolgens geschematiseerd aan de hand van positieve en negatieve waarden, die hieronder per sub-deelvraag zijn beschreven (zie 9.15).

Er is bepaald of er sprake is van veel of weinig lokale participatie door de individuele ervaringen in het gebruik, motivaties en sociale interacties tijdens de participatie aan het desbetreffende ICT-

38 Hierbij moet echter worden aangegeven dat de geïnterviewde kok deze andere afhaler had aangedragen voor dit masteronderzoek. Ze spreken dus over de vriendschappelijke relatie met elkaar.

55

deelplatform samen te nemen. Bij veel lokale participatie via een ICT-deelplatform maakt men relatief39 veel gebruik van het platform en worden het gebruik, de motivaties en/of sociale interacties veelal gekenmerkt door een oriëntatie op de buurt. Bij weinig buurt georiënteerde participatie via een ICT- deelplatform maakt men relatief weinig gebruik van het platform en worden het gebruik, de motivaties en/of sociale interacties niet of in mindere mate gekenmerkt door buurt gerelateerde aspecten.

In welke mate en vorm worden de buurtgeoriënteerde ICT-deelplatforms gebruikt?

Bij de vorm (aanbieder of vrager) en frequentie (veel of weinig) van het gebruik door de respondenten blijken niet alleen veel variaties op te treden tussen en binnen de platforms, maar ook binnen het eigen gebruik. De vormen en frequenties blijken dan ook hoofdzakelijk bepaald te worden door de tijd en budgets van huishoudens en de (aanbod) mogelijkheden die beide deelplatforms bieden om gebruikers in hun behoeften te voorzien. Wanneer men verwacht dat het gebruik weinig tijd en geld in beslag neemt, bevordert dit de frequentie in het gebruik van zowel vragers als aanbieders. Hieronder zijn de verschillen betreffende de frequenties en vormen van gebruik kort toegelicht.

Bijna alle respondenten, van beide platforms, maken op constante wijze virtueel gebruik van de platforms doordat de platforms op constante wijze zelf berichten naar deelnemers versturen. Zo stuurt Peerby dagelijkse hulpvragen van vragers naar potentiële aanbieders, terwijl Thuisafgehaald het dagelijkse aanbod van koks naar potentiële afhalers stuurt. Dit zorgt ervoor dat bij Peerby voornamelijk aanbieders frequent gebruik maken van het platform, terwijl bij Thuisafgehaald dit zowel bij koks als afhalers het geval is. Hoewel alle respondenten aangeven dat de efficiënte functies van de ICT-deelplatforms hun virtuele gebruik stimuleert, is er een sterk onderscheid zichtbaar tussen de platforms betreffende het werkelijke gebruik ervan. Zo blijken de respondenten die aan Peerby deelnemen veel minder gebruik te maken van het platform dan dat respondenten bij het Thuisafgehaald-platform doen. Dit verschil in gebruik tussen de platforms is hoogstwaarschijnlijk verbonden met de verschillende functies van de platforms (zie 4.2 Peerby; Thuisafgehaald). Zo levert Thuisafgehaald maaltijden en Peerby voorwerpen en lijkt men op frequentere basis behoefte te hebben aan het afhalen van maaltijden dan aan het (uit)lenen van voorwerpen. Ook bieden respondenten bij Thuisafgehaald meestal meerdere maaltijden tegelijkertijd aan, terwijl men bij Peerby vaak één voorwerp per oproep verzoekt.

Daarnaast wordt, hoewel beide platforms het mogelijk maken om als aanbieder of vrager te fungeren, bij beide platforms het onderscheid tussen vragers en aanbieders sterk zichtbaar en bepaald door de individuele budgets in tijd en geld. Zo duidt men bij Thuisafgehaald op het zijn van óf een kok óf een afhaler, waarbij een kok wel eens elders iets afgehaald kan hebben. Het gebruik door koks wordt beïnvloed door de hoeveelheid tijd die zij thuis kunnen en willen besteden aan het koken. Daarnaast koken zij vaak al in hun vrije tijd of voor hun werk, waardoor zij dit als minder tijdrovend beschouwen. Voor afhalers speelt de mate van hun gebruik af van de afweging tussen het elders afhalen of zelf koken van maaltijden. Ook geven afhalers aan dat hun gebruik afneemt wanneer er minder maaltijden, waar zij

56

behoefte aan hebben, in hun buurt aangeboden worden. Bij Peerby kan het echter sneller voorkomen dat men zowel voorwerpen aanbiedt als hiernaar vraagt. Men geeft aan dat hun mate van aanbieden sterk afhangt van of men het voorwerp bezit en of men tijd heeft voor een ruilproces. Frequente aanbieders geven zo aan dat zij vaak de voorwerpen bezitten waarnaar gevraagd wordt en dat zij vanuit een herkenning van de situatie van de vragers handelen. Vragers geven aan dat hun gebruik puur afhangt van of zij in een situatie zitten waarin zij een voorwerp nodig hebben. Daarbij speelt hun gebruik af van de zeldzaamheid (voor bezit) van het voorwerp en de daarmee gepaard gaande kosten in tijd en geld voor het huren of kopen ervan.

In hoeverre is er sprake van lokaal georiënteerde motivaties?

Er valt een onderscheid te maken in praktische, sociale en ideologische motivaties van de respondenten. Hierbij is gekeken naar in hoeverre een buurtaspect een rol speelt om deel te gaan en blijven nemen aan het platform. De mate waarin deze motivaties een bepaalde buurtoriëntatie bevatten verschilt sterk tussen en binnen de platforms. Hier komt het onderscheid tussen aanbieders en vragers naar voren. Vragers en aanbieders nemen namelijk deel vanuit hun eigen behoeften en situaties (gevormd door hun tijd- en geldbudgets) in combinatie met de mogelijkheden die de ICT-deelplatforms hen bieden.

Zo blijken vragende gebruikers vooral efficiënt te willen handelen en hierdoor sterker gericht te zijn op korte (reis)afstanden dan aanbieders. Aanbieders op Peerby kunnen echter vanuit een vertrouwenskwestie de nabijheid van vragers wel van belang vinden wanneer zij waardevolle voorwerpen uitlenen. Aanbieders op Thuisafgehaald blijken meer vanuit ideologische redenen op de nabijheid van vragers gericht te zijn, wat samenhangt met de sociale beweegredenen om buurtgenoten te leren kennen. Jongere (midden-twintigjarige) gebruikers van beide platforms blijken dit meer als potentie van hun gebruik te ondervinden dan oudere (vijftigplus) gebruikers (zie 7.3). De respondenten blijken echter vaker motivaties te hebben die niet buurt gerelateerd zijn. Zo zijn korte (reis)afstanden voor vragers minder van belang, wanneer zij op zoek zijn naar specifieke producten die niet aanwezig zijn in hun nabije omgeving. Daarnaast is een korte (reis)afstand voor aanbiedende gebruikers niet van belang, aangezien vragers bij hen thuis komen. Het speelt daarnaast nog minder een rol voor de koks via Thuisafgehaald, aangezien bij het verkopen van maaltijden de vertrouwenskwestie onder deelnemende buurtgenoten minder een rol blijkt te spelen dan bij het uitlenen van (waardevolle) voorwerpen via Peerby. Daarnaast blijken aanbieders op Peerby, vanuit hun sterkere ideologische redenen over duurzaam delen in het algemeen, hun voorwerpen over onbeperkte afstanden uit te lenen, waardoor het delen met buurtgenoten voor hen minder een rol speelt dan de aanbieders op Thuisafgehaald. Ook geeft de meerderheid van alle respondenten aan dat het leren kennen van buurtgenoten onderschikt is aan hun praktische motivaties

.

57

In hoeverre en hoe verlopen sociale interacties met lokale deelnemers?

Beide ICT-deelplatforms geven aan (uit)deelovereenkomsten te initiëren vanuit de nabijheid van gebruikers en benadrukken dan ook dat men via het platform producten kan delen met buurtgenoten (zie

. Er blijkt echter een verschil naar voren te komen in de definiëring van “de buurt(genoten)” door de

4.2)

platforms en door de respondenten, zoals zij deze weergeven in hun persoonlijke geografische kaarten . De visie van “de buurt” door de ICT-deelplatforms blijkt veel groter te zijn dan de visie die

(zie 5.1; 5.2)

gebruikers zelf van hun buurt hebben. De respondenten van beide platforms geven dan ook aan via het platform relatief weinig sociale interacties met deelnemers uit hun eigen buurt te hebben gehad.

De buurtgeoriënteerde insteek van beide ICT-deelplatforms zorgt er wel voor dat de deelnemers in hun virtuele gebruik in eerste instantie (on)bewust gericht zijn op (uit)deelovereenkomsten in hun buurt, die bij voldoende deelnemende buurtgenoten ook tot sociale interacties met buren kan leiden. De aanbieders van beide platforms blijken hierbij meer kans te hebben om (verschillende) deelnemende buurtgenoten te ontmoeten dan vragers. Bij Peerby komt dit doordat aanbieders relatief meer en constanter gebruik maken van het platform, omdat het platform zelf op constante wijze hulpvragen verzendt (zie 4.2) en vragers wisselend deelnemen. Deze kans ligt echter nog hoger voor aanbieders via Thuisfagehaald, aangezien zij per participatie maaltijden aan meerdere mensen aanbieden en het platform op constante wijze het aanbod in de nabije omgeving naar afhalers verzendt (zie 4.2). Afhalers worden zo gestimuleerd tot werkelijke sociale interacties met koks in hun buurt, indien er in hun buurt maaltijden aangeboden blijven worden die aan hun behoeften voldoen. Daarnaast komt het voor dat meerdere afhalers tegelijkertijd een maaltijd komen afhalen, waardoor er ook sociale interacties zouden kunnen plaatsvinden tussen afhalers die ook buurtgenoten zijn. Er blijkt echter onder de respondenten van beide platforms vaker sprake te zijn van sociale interacties tussen deelnemers die geen buurtgenoten zijn. Dit komt voornamelijk doordat het gebruikersaantal (en hiermee samenhangende aanbod aan producten) in de buurt laag is en/of wanneer het aanbod in de buurt niet volstaat aan de specifieke behoeften van vragende gebruikers. Zo kunnen vragers door hun specifieke hulpvragen in combinatie met het (minder gewenste) aanbod in hun buurt, vaker naar locaties buiten hun buurt gaan en zo andere gebruikers ontmoeten die geen buurtgenoten zijn. Door de verschillende functies van de platforms kunnen vragers bij Thuisafgehaald (indien aanwezig) zelf een aanbiedende kok in hun buurt uitzoeken, terwijl dit voor vragers op Peerby door het platform zelf gedaan wordt. Peerby benadert namelijk zelf nabij wonende potentiële aanbieders met de hulpvraag en wanneer deze onbeantwoord blijft worden de afstanden naar potentiële aanbieders vergroot (zie 4.2). Voor vragers van beide platforms is de kans om deelnemende buurtgenoten te ontmoeten dus sterk afhankelijk van of het product dat voldoet aan hun behoeften in hun buurt worden aangeboden. Ook aanbieders op beide platforms duiden hierdoor op het ontmoeten van vragers van buiten hun buurt.

Hoewel de respondenten aangeven relatief weinig buurtgenoten te ontmoeten benoemen enkelen wel dat (de gedachte van) deelnemende buurtgenoten wel invloed kan hebben op hun waardering en visie van hun buurtgenoten. Dit is afhankelijk van hun ervaringen tijdens de virtuele en face-to-face interacties.

58

Hoewel het per individu verschilt hoe formeel men zich opstelt in sociale interacties, blijken voornamelijk lange, meervoudige en informele interacties met deelnemende buurtgenoten een positieve invloed te hebben op de (algemene) waardering van de andere deelnemers. De respondenten geven hierbij aan de sociale interacties als persoonlijker te ervaren. Wanneer deze sociale interacties met deelnemende buurtgenoten zijn, kan het zo ook enigszins hun waardering van buurtgenoten beïnvloeden. Hierbij komt een verschil tussen de platforms naar voren, dat te verklaren valt uit hun verschillende werkwijzen (zie

. Doordat afhalers gericht naar koks in hun buurt kunnen zoeken en men voor maaltijden bij koks

4.2)

thuiskomen, is er via de participatie aan Thuisafgehaald meer kans op lange, meervoudige en informele interacties. Dit kan vervolgens de duur, frequentie en informaliteit van zowel virtuele als face-to-face interacties tussen kokende en afhalende buurtgenoten bevorderen. Deelnemers van Peerby benadrukken juist dat zij zowel hun virtuele als face-to-face interacties met andere deelnemers meestal als kort, tweemalig40 en hierdoor meestal formeel ervaren. Zij geven ook aan dat hun sociale interacties (nog) geen invloed hebben gehad op hun visie en waardering van buurtgenoten. De respondenten geven wel aan dat wanneer zij wel via hun gebruik van het desbetreffende platform meer en persoonlijker contact met deelnemende buurtgenoten hebben gekregen, zij dit als een positieve bijkomstigheid van het platform ervaren.

40 Tweemalig, omdat men voorwerpen ophaalt en terugbrengt.

- 59 -

VII. CONCLUSIE: SAMENHANG TUSSEN BUURTVERBONDENHEID EN