• No results found

Paragraaf Financiering

In document Jaarstukken 2014.pdfPDF, 8,5 MB (pagina 85-88)

Inleiding

In het in 2009 vastgestelde Treasury handvest en Statuut, zijn de kaders opgenomen waarbinnen het college de financieringsfunctie mag uitoefenen. In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op de uitvoering van de financiering en op de ontwikkelingen in de markt en regelgeving.

Belangrijke ontwikkelingen

De belangrijkste ontwikkelingen in 2014 op het gebied van de treasury zijn :

-

De gevolgen van invoering van het schatkistbankieren. De invoering van deze maatregelen heeft voor 2014 geen gevolgen gehad voor het treasury van de gemeente.

-

De monetaire beleid van de ECB. De ECB heeft de Refi-rente (de rente die banken/financiële instellingen betalen aan de ECB) in 2014 tweemaal verlaagd met 0,1% tot aan het huidige niveau 0,5%. Dit heeft tot gevolg gehad dat de rentes verder gedaald zijn naar een historisch dieptepunt. Voor de hele korte periode waarvoor geleend wordt was de rente eind 2014 zelfs negatief,

Schatkistbankieren

Om de EMU-schuld terug te dringen is er een wet in het kader van schatkistbankieren per medio december 2013 van kracht geworden waarbij gemeenten verplicht zijn om financieringsoverschotten te stallen bij het Rijk. De norm is dat bij financieringsoverschotten hoger dan 0,75% van het

begrotingstotaal bij het Rijk gestald moet worden. Zoetermeer streeft, gelet op de verwachte positieve liquiditeitsstromen op langere termijn, binnen de wettelijk toegestane kaders van het kasgeldlimiet naar een maximaal financieringstekort. In 2014 waren er geen overschotten aan financieringsmiddelen die bij het Rijk hoefde te worden ondergebracht..

Rentevisie

Door het rentebeleid van de ECB liep de werkelijke renteontwikkelingen ten opzicht van de

gemiddelde rentevisie van de grootbanken uiteen. De grootbanken gingen in september 2014 er nog vanuit dat de lange rente (10 jaar fixe) nog zou stijgen met 0,4% naar een niveau van 2,1% eind 2014.

De feitelijke lange rente eind 2014 kwam uit op 1,3% Dit beeld komt ook terug bij de korte rente. De rentevisies van de grootbanken ging ervan uit dat de korte rente (3 maands euribor) nog licht zou stijgen naar een niveau van 0,2% eind 2014. De feitelijke korte rente is eind 2014 uitgekomen op 0,09%.

In onderstaande tabel is het verloop van de marktrente (10 jaar fixe) weergegeven

Risicobeheer

Op financieringsgebied is een aantal risico’s te onderkennen, zoals renterisico's, debiteurenrisico, kredietrisico's, koersrisico's en valutarisico’s. Niet al deze risico’s zijn van toepassing op de gemeente Zoetermeer. Zo heeft de gemeente Zoetermeer geen leningcontracten in vreemde valuta

(valutarisico). Daarnaast zijn alle aandelen en de leningenportefeuille, die op de balans zijn

geactiveerd, tegen nominale waarde gewaardeerd waardoor er ook geen koersrisico wordt gelopen.

Voor 2014 en volgende jaren worden in deze risico’s geen wijzigingen verwacht.

Debiteurenrisico

Voor het afdekken en beheersbaar houden van het debiteurenrisico zijn afspraken gemaakt over het inningsbeleid en de financiële dekking van oninbare debiteuren.

Renterisico

De Wet Fido is gericht op het beheersen van renterisico’s. Deze beheersing krijgt vorm door wettelijke limieten voor de omvang van de netto vlottende schuld en door renteherzieningen op en

herfinanciering van de vaste schuld.

Het renterisico op korte termijn wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag kort worden gefinancierd. Indien twee opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden wordt dit door de provinciale toezichthouder als structureel aangemerkt en zal de toezichthouder de gemeente verplichten om maatregelen te treffen om de overschrijding teniet te doen (door bijvoorbeeld over te gaan tot financieren met lang geld). Uit onderstaande tabel komt naar voren dat zich alleen in het eerste kwartaal een overschrijding van de kasgeldlimiet heeft voorgedaan.

Net als bij de kasgeldlimiet is de norm voor het beheersen van het budgettaire renterisico op lange termijn gerelateerd aan het begrotingstotaal. Daarmee wordt het budgettaire risico van

renteherzieningen in perspectief gebracht met het totaal van een gemeentebegroting.

De jaarlijks verplichte aflossingen en herzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal (het begrotingstotaal is het totaal van de begrote lasten). Uit onderstaande tabel komt naar voren dat in 2014 de financiering van de vaste schuld ruim onder de renterisiconorm is gebleven.

Over-/onderschrijding kasgeldlimiet Jaarrekening 2014 * € 1000

Bedragen X € 1000 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw.

Vlottende korte schuld 50.943 26.209 24.533 21.383

Vlottende middelen 1.478 2.913 15.476 540

Saldo 49.465 23.297 9.057 20.843

Kasgeldlimiet 27.848 27.848 27.848 27.848

Ruimte/ tekort tov kasgeldlimiet -21.618 4.551 18.791 7.004

Kredietrisico

Kredietrisico (het risico dat uitgezette gelden niet meer terugkomen) was ook in 2014 een belangrijke issue in de financiële markten. Dit kwam ook tot uiting in de hoogte van de opslagen die de banken bovenop de basisrente in rekening brengen. In 2014 verviel de laatste door Zoetermeer uitgezette geldlening van € 10 mln, waardoor het kredietrisico op geldleningen voor de gemeente niet meer van toepassing is.

Renteresultaat

Het renteresultaat 2014 is uitgekomen op ruim € 2.9 mln positief. Het positieve resultaat wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door lagere rentekosten eigen vermogen en het rentevoordeel op kort lopende leningen. In de rekening is € 2,7 mln van dit renteresultaat conform begroting ( € 1 mln) en melding bij het Eerste Tussenbericht (€ 1,7) ten gunste van de exploitatie gebracht. Het resterende deel is volgens de door de raad vastgestelde spelregels gestort in de Rente-egalisatiereserve. Als gevolg van deze storting komt de stand van de Rente-egalisatie reserve eind 2014 € 0,2 mln. hoger uit dan de door de raad vastgestelde maximale hoogte van 4,8 mln. In de rekening is de overloop van € 0,2 mln uit de Rente-egalisatie reserve onttrokken en in de lijn met de afroming 2013 gestort in de Algemene reserve (reserve vrij inzetbaar).

Renterisiconorm ( x € 1000)

2014

1 Renteherzieningen 0

2 Aflossingen 10.058

3 Renterisico (1+2) 10.058

4 Renterisiconorm 65.524

5.a Ruimte onder renterisiconorm 55.466 5.b Overschrijding renterisiconorm

Berekening renterisiconorm

4a Begrotingstotaal 327.621

4b Percentage regeling 20%

4a x 4b Renterisiconorm begrotingsjaar 65.524 Jaarrekening

In document Jaarstukken 2014.pdfPDF, 8,5 MB (pagina 85-88)