• No results found

Een deel van de Nederlandse gemeenten heeft ter voorbereiding op de Wet inburgering 2021 de kans gehad te experimenteren met elementen van de

Bijlage 2: Overzicht VOI-pilots

In deze bijlage nemen we een korte beschrijving op van elk pilotthema. Daarbij geven we, indien relevant, aan op welke punten de uitvoering van de pilot afweek van de toekomstige uitvoering van de Wet inburgering 2021.

Brede intake en PIP

De brede intake is in het nieuwe stelsel verplicht en houdt in dat de gemeente zich een beeld vormt van de startpositie en ontwikkelmogelijkheden van de inburgeringsplichtige op het gebied van inburgering en participatie. In het PIP wordt vastgelegd welke leerroute de inburgeraar gaat volgen en bevat informatie over de wijze waarop de statushouder aan zijn inburgeringsplicht moet voldoen. Zes pilots waren gericht op de brede intake en het persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP). De zes gemeenten (hoofdaanvragers) zijn: Amsterdam, De Fryske Marren, Hoorn, Nuenen, Rijswijk en Weert. De procesevaluatie is uitgevoerd door Significant.

De pilotgemeenten hebben geëxperimenteerd met het volledige proces dat voorafgaat aan het feitelijke inburgeringstraject (de leerroute). Het gaat om de volgende onderdelen:

• Toewijzing aan gemeente en de voorbereiding op de brede intake

Start in het azc

Warme overdracht

Regievoering

• Uitvoering van de brede intake

Startpositie en leerbaarheid bepalen

Aansluiten bij de statushouder

Betrokkenheid van samenwerkingspartners

• Opstellen en vaststellen van het PIP

Uitkomsten van de brede intake verwerken in het PIP

Status van het PIP: PIP in twee delen

Wettelijke termijn van 10 weken voor het opstellen van het PIP

In het toekomstige inburgeringsstelsel zal een leerbaarheidstoets beschikbaar zijn die gemeenten bij elke inburgeringsplichtige afnemen. Deze leerbaarheidstoets was ten tijde van de uitvoering van de pilots niet beschikbaar, daarom hebben de pilotgemeenten op andere manieren geprobeerd de leerbaarheid vast te stellen.

Het evaluatierapport is hier te vinden: https://www.divosa.nl/sites/default/files/voi-pilots-eindrapportage-brede-intake-pip.pdf

Ontzorgen

Nieuw in de Wet inburgering 2021 is dat gemeenten inburgeringsplichtigen de eerste zes maanden financieel ontzorgen. Het ontzorgen betekent in het kader van de wet “het vanuit de bijstandsuitkering betalen van de huur, de rekeningen voor gas, water en stroom en de verplichte zorgverzekering (…) [vanaf] het moment dat het recht op bijstand ontstaat.” In deze periode is het tevens zaak de financiële zelfredzaamheid van statushouders te stimuleren.

Er is in zes pilots geëxperimenteerd met financieel ontzorgen. De zes pilotgemeenten

(hoofdaanvragers) die geëxperimenteerd hebben met duale trajecten zijn: Capelle aan den IJssel, Den Haag, de Dongemondgemeenten, Edam-Volendam, Hendrik-Ido-Ambacht en Zoetermeer. De procesevaluatie is uitgevoerd door het Verwey Jonker Instituut.

De pilots waren erop gericht ervaring op te doen met het implementeren van financieel ontzorgen en het stimuleren van de financiële zelfredzaamheid. In bijna alle pilots zijn deelnemers ontzorgd voor de huur, en vaak ook gas, water en stroom. De administratie van financieel ontzorgen werd vaak uitgevoerd binnen de eigen gemeentelijke organisatie. Om de financiële zelfredzaamheid van deelnemers te bevorderen is ingezet op een combinatie van groepstraining en individuele begeleiding.

Een belangrijk verschil met de Wet inburgering 2021 is dat in de huidige pilots deelnemers niet voor alle vaste lasten zijn ontzorgd. In de nieuwe wet zal er een verplicht pakket aan vaste lasten ontzorgd moeten worden.

Het evaluatierapport is hier te vinden: https://www.divosa.nl/sites/default/files/voi-pilots-eindrapportage-ontzorgen.pdf

B1-route

In de afgelopen jaren is gebleken dat het A2-niveau vaak te laag is voor het vinden van een geschikte baan. Daarom gaat het taalniveau in het nieuwe inburgeringsstelsel omhoog naar B1-niveau. In de pilots B1-route zijn inburgeraars die het taalniveau A2 al beheersten een jaar lang begeleid naar B1-niveau. De zes pilotgemeenten (hoofdaanvragers) die geëxperimenteerd hebben met de B1-route zijn: Almelo, Delft, ’s-Hertogenbosch, Kampen, Oss en Sittard-Geleen.

De procesevaluatie is uitgevoerd door Sardes.

De pilot B1-route bestond hoofdzakelijk uit taalles. Het ging om zes tot twaalf uur taalles per week. Minder kansrijke of moeilijk leerbare deelnemers hebben soms meer uren taalles gekregen. Naast de taallessen is aandacht geweest voor (het vinden van) werk of dagbesteding.

Deelnemers zijn begeleid door de NT2-docenten, klantmanagers, werkcoaches en/of jobcoaches.

Een belangrijk verschil met de toekomstige B1-route is logischerwijs dat de deelnemers aan de huidige pilots al een (veel) hoger taalniveau dan voor de toekomstige inburgeringsplichtigen geldt. Verder valt op dat een deel van de deelnemers aan de pilots (betaald) werk had, wat soms een drempel vormde voor aanwezigheid bij de lessen. Hoewel participatie onderdeel uit zal maken van de toekomstige leerroute, is de veronderstelling dat dit qua rooster beter aan zal sluiten op de taallessen.

Het evaluatierapport is hier te vinden: https://www.divosa.nl/pdf/--_--pilots-inburgering-van-start-tot-finish-deel-2-b1-route/pagina.pdf

Z-route

Er zijn ook inburgeringsplichtigen voor wie het B1-niveau niet haalbaar is. Inburgeringsplichtigen van wie tijdens de brede intake wordt vastgesteld dat zij zeer veel moeite zullen hebben met het leren van de Nederlandse taal volgen de Zelfredzaamheidsroute, oftewel Z-route. Met de Z-route wordt gestreefd naar beheersing van de Nederlandse taal op (ten minste) A1-niveau, inburgering, zelfredzaamheid in de samenleving en participatie. De zes pilotgemeenten

(hoofdaanvragers) die geëxperimenteerd hebben met de Z-route zijn: Berg en Dal, Best, Enschede, Haarlem, Midden-Groningen, Velsen. De procesevaluatie is uitgevoerd door De Beleidsonderzoekers.

Met de pilots is ingezet op drie aspecten, namelijk het verbeteren van de taalbeheersing, een betere kennis van de Nederlandse maatschappij en activering. In alle pilots is daarom een combinatie gemaakt van taalonderwijs, de behandeling van maatschappelijke thema’s in theorie en praktijk, en participatieactiviteiten. Er is gekozen voor een thematische inrichting van het programma, waarbij de thema’s de kapstok van de lessen vormden.

Op basis van de leerbaarheidstoets moet worden vastgesteld of de Z-route inderdaad de best passende leerroute is voor een inburgeringsplichtige. Deze leerbaarheidstoets was ten tijde van de uitvoering van de pilots niet beschikbaar. Voor deelname aan de pilots zijn mensen geselecteerd die een ontheffing van de inburgeringsplicht hebben gekregen op basis van aantoonbaar geleverde inspanningen. In het nieuwe stelsel is de leerbaarheidstoets wel beschikbaar.

Het evaluatierapport is hier te vinden: https://www.divosa.nl/sites/default/files/voi-pilots-eindrapportage-z-route.pdf

Duale trajecten

Dualiteit is als één van de uitgangspunten van het nieuwe inburgeringsstelsel in de wet

opgenomen. Een duaal traject houdt in dat taalverwerving wordt gecombineerd met (toeleiding naar) participatie. De achterliggende gedachte is dat inburgeraars beter maatschappelijk kunnen participeren als zij zo vroeg mogelijk worden geactiveerd om de taal te leren en daarnaast toe te passen in de praktijk. Er is in negen pilots geëxperimenteerd met duale trajecten, in drie daarvan wordt speciale aandacht besteed aan kwetsbare groepen inburgeraars met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. De negen pilotgemeenten (hoofdaanvragers) die geëxperimenteerd hebben met duale trajecten zijn: Arnhem, Dordrecht, Hengelo, Hoeksche Waard, Lochem, Nederweert, Roermond, Tilburg, Vijfheerenlanden. De procesevaluatie is uitgevoerd door Regioplan.

Logischerwijs waren de pilots gericht op enerzijds taalverwerving en anderzijds toeleiding naar werk en daadwerkelijk participeren. Taalverwerving heeft zowel in de klas plaatsgevonden, als in praktijksituaties waarin de nadruk lag op oefenen. Daarnaast is ingezet op participatie.

Er zijn werkplekken gevonden bij werkgevers en er zijn voorbereidingen getroffen voor het participeren, zoals werken aan werknemersvaardigheden, lessen vaktaal en het opstellen van een CV.

Het evaluatierapport is hier te vinden: https://www.divosa.nl/sites/default/files/voi-pilots-eindrapportage-duale-trajecten_0.pdf

Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

De pilots over vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten hadden tot doel om deze doelgroep te activeren, hen te ondersteunen bij het zetten van stappen richting participatie en hun Nederlandse taalvaardigheid te verbeteren. Het achterliggende doel is om de positie van vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten te verstevigen. Er is in zes pilots geëxperimenteerd met een programma voor vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten. De zes pilotgemeenten (hoofdaanvragers) zijn: Utrecht, Haarlemmermeer, De Bilt, Midden-Drenthe, Merkelland en Meierijstad. De procesevaluatie is uitgevoerd door het Verwey Jonker Instituut.

Alle pilots bestonden uit een combinatie van groepsgewijze en individuele begeleiding. Er is ingezet op activering door middel van het vergroten van het zelfvertrouwen. En de pilots waren gericht op het versterken van het sociaal netwerk van de deelnemers. Tevens is ingezet op het vergroten van de Nederlandse taalbeheersing (spreekvaardigheid) door te oefenen in bijeenkomsten en met taalmaatjes.

Het evaluatierapport is hier te vinden: https://www.divosa.nl/sites/default/files/voi-pilots-eindrapportage-vrouwelijke-nareizigers-en-gezinsmigranten.pdf