• No results found

Online lessen en digitale vaardigheid

De belangrijkste randvoorwaarden komen in dit hoofdstuk aan bod, namelijk communicatie met inburgeraars (7.1), kinderopvang in paragraaf 7.2 en ten slotte

7.1.3 Online lessen en digitale vaardigheid

De coronamaatregelen hebben tot gevolg gehad dat veel activiteiten niet meer fysiek konden plaatsvinden, maar deze noodgedwongen geheel of gedeeltelijk online werden georganiseerd.

Klassikale lessen mochten in het voorjaar van 2020 en tussen december 2020 en maart 2021

289 Verwey Jonker Instituut, De eerste stappen van nieuwe statushouders in Rotterdam, p.37.

290 Significant, Evaluatieonderzoek doorlopende lijn, p.43.

291 Verwey Jonker Instituut, Duaal programma voor werken en leren, p.24; Significant, Evaluatieonderzoek doorlopende lijn, p.43; De Beleidsonderzoekers, Goed op weg met de Z-route, p.52.

292 Significant Evaluatieonderzoek doorlopende lijn, p.43.

293 Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.69.

294 Dit zijn vaak zelf statushouders die het inburgeringsexamen al gehaald hebben.

295 Inspectie SZW, Financiële zelfredzaamheid van statushouders, p.28.

niet plaatsvinden. Daarom moesten veel lessen in de pilots online georganiseerd worden. Het heeft de pilotgemeenten tijd en investeringen gekost om deze transitie van fysiek onderwijs naar online onderwijs te maken, maar het is in alle pilotgemeenten gelukt om de omschakeling naar online onderwijs te maken. Wel is dit in de ene pilotgemeente sneller gerealiseerd dan in de andere. Er zijn in veel pilots aanpassingen gedaan in de duur van de lessen (meestal zijn die ingekort), de frequentie van de lessen (soms vaker, om het contact te onderhouden) en de inhoud van de lessen.296 Het lukte echter niet om alle lessen digitaal te verzorgen: in veel pilots zijn workshops en lessen op locatie niet doorgegaan.297

Uit de evaluaties van de pilots komt naar voren dat er positieve ervaringen op zijn gedaan met de online lessen, maar dat zich ook knelpunten hebben voorgedaan. Een belangrijke positieve ervaring was ten eerste dat, wanneer deelnemers eenmaal wegwijs waren gemaakt in het digitale onderwijs, het over het algemeen lukte om de lessen digitaal te blijven volgen. Ten tweede werden docenten handiger met de online lessen en namen de digitale vaardigheden van deelnemers toe. Dit is de kwaliteit van de lessen ten goede gekomen.298 Ten derde is door meerdere pilotgemeenten opgemerkt dat de aanwezigheid tijdens de online lessen over het algemeen hoog was. Ten vierde is in één van de studies opgemerkt dat sommige deelnemers tijdens de online lessen meer durfden te zeggen dan in de klassikale (fysieke) lessen.299 Ten slotte zijn er gemeenten die voordelen zien van een hybride aanpak, waarbij sprake is van een combinatie van online en fysieke lessen, omdat het reistijd voor de deelnemers bespaart. Wel wordt opgemerkt dat dit vooral werkt voor inburgeraars die gemotiveerd zijn en over voldoende basisvaardigheden beschikken.300

Veel van de knelpunten ten aanzien van het online onderwijs hebben zich voorgedaan bij de (onverwachtse) omschakeling van fysieke lessen naar online onderwijs. Ten eerste beschikten niet alle deelnemers over de benodigde apparatuur. Pilotgemeenten moesten laptops beschikbaar stellen om te lenen, soms via partnerorganisaties. Om die reden hebben enkele pilotgemeenten ervoor gekozen om de online lessen via videobellen (via de telefoon)301 te geven. Maar de digitale mogelijkheden van videobellen zijn beperkt. Ook hadden niet alle deelnemers thuis goed functionerende wifi, waardoor zij de digitale lessen niet of minder goed konden volgen. Ten tweede ontbrak het een deel van de deelnemers aan de benodigde digitale vaardigheden. Deelnemers hadden extra instructie nodig om met digitale platforms waarop de lessen werden aangeboden om te kunnen gaan. En dan nog bleek het soms te hoog gegrepen.

Wel was de ervaring in een aantal pilots dat de digitale vaardigheden van deelnemers na verloop van tijd verbeterden.302 Ten derde was de ervaring in een aantal pilots dat de online lessen de onderlinge interactie niet ten goede zijn gekomen.303

Uit de evaluaties maken we op dat de meeste deelnemers een voorkeur hadden voor fysieke lessen. Sommige deelnemers hebben langdurig moeite gehouden met de online lessen vanwege hun beperkte digitale vaardigheden. Ook komt naar voren dat deelnemers het sociale aspect van de lessen hebben gemist. Zij voelden zich minder verbonden met hun klasgenoten

296 Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.72-73.

297 De Beleidsonderzoekers, Goed op weg met de Z-route, p.20, 40; Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.72-73; Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.41; Verwey Jonker Instituut, De eerste stappen van nieuwe statushouders in Rotterdam, p.31-32.

298 De Beleidsonderzoekers, Goed op weg met de Z-route, p.20.

299 Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.72-73.

300 Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.45.

301 Wanneer veel deelnemers de lessen op hun telefoon volgden, werd meestal gebruik gemaakt van Whatsapp videobellen.

302 De Beleidsonderzoekers, Goed op weg met de Z-route, p.20, 40; Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.72-73; Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.41; Verwey Jonker Instituut, De eerste stappen van nieuwe statushouders in Rotterdam, p.31-32.

303 Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.41.

en ze vonden de lessen minder leuk. Door betrokken professionals is eveneens opgemerkt dat de online lessen minder uitnodigden tot onderlinge interactie. Deelnemers in diverse pilots denken zelf minder geleerd te hebben van de online lessen dan wanneer de lessen klassikaal zouden zijn geweest.304

7.2 Kinderopvang

Om inburgeringsplichtigen met kinderen in staat te stellen aan het programma deel te nemen, is kinderopvang nodig. In veel pilots is ervaren dat het organiseren en financieren van kinderopvang een belangrijke randvoorwaarde voor deelname is. Wanneer kinderopvang niet (goed) geregeld is, komt in de praktijk vaak de deelname van de vrouw aan het programma in het gedrang, blijkt uit de ervaringen van enkele pilotgemeenten.305 In de pilots was deelname op vrijwillige basis en daar is vanaf 1 januari 2022 geen sprake van. Dat wil echter niet zeggen dat problemen rondom kinderopvang in de praktijk geen rol zal spelen in de deelname van inburgeringsplichtigen.

Problemen in de pilots rondom kinderopvang hebben zich voorgedaan op drie gebieden. Ten eerste moesten de kosten van kinderopvang gedekt worden. Ten tweede moesten er voldoende kinderopvangplaatsen georganiseerd worden. En ten derde vormden andere sociale normen ten aanzien van kinderopvang soms een knelpunt.

7.2.1 Kosten

Inburgeraars kunnen gebruik maken van kinderopvangtoeslag306, maar dit bedrag is niet dekkend voor de totale kosten van de kinderopvang. In de praktijk blijkt dit een belangrijk knelpunt voor deelname van een deel van de deelnemers te zijn. Sommige deelnemers waren bereid tot het betalen van de eigen bijdrage. Andere deelnemers waren daartoe niet bereid of zij konden dat niet betalen, waarbij dit in de praktijk vaak tot gevolg had dat vrouwen niet deelnamen aan het programma. Om deelname aan het programma te stimuleren zijn er pilotgemeenten die extra financiële ondersteuning hebben geboden om de kinderopvang geheel of gedeeltelijk te financieren.307

Deelnemers zijn niet altijd bekend met de kinderopvangtoeslag. Er ligt zodoende een rol voor gemeenten om deelnemers hier op te wijzen. Tevens is uit de pilots gebleken dat een deel van de deelnemers hulp nodig heeft bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag.308

7.2.2 Organisatie

Uit diverse pilots is gebleken dat deelnemers hulp nodig hebben bij het organiseren van kinderopvang. Zij hebben hulp nodig bij het vinden en regelen van kinderopvangplekken.

Gemeenten kunnen wel de benodigde uitleg bieden, maar dat is niet altijd voldoende. In

304 De Beleidsonderzoekers, Goed op weg met de Z-route, p.40; Sardes, Naar een hoger taalniveau voor inburgeraars, p.36;

Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.41; Verwey Jonker Instituut, De eerste stappen van nieuwe statushouders in Rotterdam, p.31-32.

305 Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.51; Verwey Jonker Instituut, De eerste stappen van nieuwe statushouders in Rotterdam, p.14; Verwey Jonker Instituut, Evaluatie Programma Integratie en Participatie in de regio Alkmaar, p.30.

306 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvangtoeslag/vraag-en-antwoord/wanneer-heb-ik-recht-op-kinderop-vangtoeslag.

307 Regioplan, Evaluatie VOI pilot duale trajecten, p.25; Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.61.

308 Verwey Jonker Instituut, Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, p.61; De Beleidsonderzoekers, Goed op weg met de Z-route, p.56.

de praktijk bleek het ook voor pilotgemeenten soms lastig om de benodigde plekken in de kinderopvang te organiseren. Een belangrijk knelpunt was het bestaan van wachtlijsten voor kinderopvang.309

Als alternatief is in sommige pilotgemeenten samen met deelnemers bekeken hoe de kinderopvang informeel geregeld zou kunnen worden. Soms kon in het eigen sociale netwerk een oplossing gevonden worden.310