• No results found

Op het gebied van veiligheidspolitiek bleven er verschillen van mening bestaan tussen Berlijn en Warschau. Het beleid van de regering Tusk werd weliswaar op een vriendelijkere toon aan de buitenwereld gepresenteerd dan de PiS-regeringen deden, maar qua inhoud was er op meerdere gebieden sprake van overeenkomsten. Na jarenlange onderhandelingen sloten Polen en de Verenigde Staten in augustus 2008, een week nadat Rusland Georgië was

binnengevallen, een akkoord over het raketschild.169 Met de komst van de regering Tusk was er geen einde gekomen aan de verschillende standpunten van Duitsland en Polen met

betrekking tot Rusland. Waar de Duitse regering de Russen niet continu voor het hoofd wilde stoten, maakte Polen gebruik van de bescherming die de Verenigde Staten bood tegen een eventueel gevaar uit het oosten.

Een positieve uitzondering op de verdeeldheid tussen Duitsland en Polen was het gezamenlijke optreden van Merkel en Lech Kaczyński bij de extra EU-top eind augustus 2008 over de spanningen in de Kaukasus. Ze kwamen overeen om zich samen in te zetten voor de uitvoering van een zespuntenplan, dat ervoor moest zorgen dat de situatie

deëscaleerde. Steinmeier pleitte voor een voorzichtige aanpak en refereerde hierbij aan het recente verleden. Volgens de minister van Buitenlandse Zaken moest aan de Koude Oorlog gelieerde politiek en retoriek vermeden worden. Voorts stelde hij dat er lessen getrokken moesten worden uit de succesvolle Ostpolitik van Brandt: “Die Türen nicht zuschlagen – das ist die Lehre daraus.”170 Hoewel de regering Tusk de relatie met Rusland zei te willen

verbeteren, hechtten de Polen minder belang aan een mogelijk Russisch isolement dan de Duitsers.

De overwinning van Barack Obama bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november 2008 en de daarmee veranderende Amerikaanse buitenlandse politiek, bracht Berlijn en Warschau dichter bij elkaar. Obama zag af van de plannen van zijn voorganger Bush omtrent het raketschild. De Amerikanen garandeerden de Polen dat de nieuwe plannen – er werd gesproken over een geavanceerder en sneller systeem dat vanuit Zuid-Europa of Turkije Amerikaanse bondgenoten moest beschermen tegen een eventuele aanval van Iran –

169 “Polen und Amerika einig über Raketen-Abwehrschild”, Frankfurter Allgemeine Zeitung. Online, 15 augustus 2008. Toegang: 4 maart 2016.

170 “Steinmeier: EU darf Russland nicht isolieren”, Frankfurter Allgemeine Zeitung. Online, 1 september 2008. Toegang: 4 maart 2016.

nog positiever voor de Poolse veiligheid waren dan het raketschild. De regering Tusk kon hiermee leven. Ook de Bondsregering was positief. Steinmeier loofde Obama en noemde zijn beslissing een signaal, waarmee duidelijk werd dat de nieuwe Amerikaanse regering het nemen van gezamenlijke beslissingen voorstond.171 De Duits-Amerikaanse en Pools-

Amerikaanse relatie liepen na Obama’s aantreden minder uiteen dan tijdens de ambtsperiode van Bush het geval was.

Berlijn moest echter ook op het gebied van veiligheidspolitiek rekening blijven houden met de grillen van Lech Kaczyński. De president bleef, ook zonder zijn broer direct aan zijn zijde te hebben, de confrontatie met Duitsland zoeken. Anders dan de Bondsregering was hij een voorstander van een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië. Merkel vond dat in verband met spanningen in beide landen de tijd nog niet rijp was voor een lidmaatschap. Kaczyński stelde vervolgens impliciet dat Duitsland zijn verleden uit het oog verloor. In een brief aan de NAVO-lidstaten schreef hij dat in 1955, toen West-Duitsland toetrad, de

spanningen in Europa zeer groot waren. Met betrekking tot Oekraïne en Georgië pleitte hij voor een nieuwe moedige stap van de NAVO.172

Het beleid van het kabinet Tusk ten overstaan van landen in Oost-Europa en de Kaukasus als Oekraïne, Georgië en Wit-Rusland, was in overeenstemming met de wensen van Lech Kaczyński. In juli 2009 presenteerde de Europese Commissie de plannen rond het Oostelijk Partnerschap. Het initiatief hiervoor werd genomen door Polen en Zweden. Met het Oostelijk Partnerschap werd beoogd om zes Oost-Europese buren van de EU door middel van financiële ondersteuning aan te zetten tot democratisering en het doorvoeren van

economische en sociale hervormingen.173 Het Oostelijk Partnerschap was een signaal aan Rusland. De EU wilde voorkomen dat de banden tussen Moskou en de zes ‘partners’ nog hechter zouden worden. Dergelijke innige relaties werden als een gevaar voor de stabiliteit en veiligheid in de EU gezien.174 Merkel was actief betrokken bij de implementatie van het Oostelijk Partnerschap. Waar de Britse premier Gordon Brown en de Franse president Nicolas Sarkozy een plaatsvervanger stuurden, was de bondskanselier aanwezig bij de oprichting in mei 2009. Ondanks Merkels betrokkenheid kwamen de wensen van Berlijn en Warschau niet overeen. De Duitse regering was tegen een mogelijk EU-lidmaatschap van

171 “Bushs Pläne gestoppt: Obama will „flexible“ Raketenabwehr”, Frankfurter Allgemeine Zeitung. Online, 17 september 2009. Toegang: 4 maart 2016.

172 “Gipfeltreffen in Bukarest: Kaczynski rügt deutsche Nato-Politik”, Frankfurter Allgemeine Zeitung. Online, 2 april 2008. Toegang: 4 maart 2016.

173 Naast Oekraïne, Georgië en Wit-Rusland ging het om Moldavië, Armenië en Azerbeidzjan.

174 Ketie Peters en Jan Rood. “Het Oostelijk Partnerschap: Nieuwe Stuwkracht in de ‘Ostpolitik’ van de EU”, in

landen als Oekraïne en Wit-Rusland. Ze wilde Moskou niet voor het hoofd stoten door de plannen voor de door het Kremlin voorgestane oprichting van een Euraziatische

Economische Unie te dwarsbomen. Polen, dat aan Oekraïne grenst, wilde vanwege zorgen over zijn territoriale integriteit koste wat kost voorkomen dat er een Russische invloedssfeer zou ontstaan die tot de Poolse oostgrens reikte.175

De verschillende visies op de te voeren Ostpolitik vormden geen splijtzwam tussen de Duitse en Poolse regeringen. Ook het feit dat Duitsland zich bij internationale vredesoperaties niet conformeerde aan wat traditionele bondgenoten deden, kon het Poolse vertrouwen niet schaden. Duitsland zag af van steun aan Frankrijk en de Verenigde Staten toen er in 2011 werd ingegrepen in de burgeroorlog in Libië. Ten tijde van de Irak-oorlog waren Duitsland en Frankrijk nog eensgezind in de weigering om steun te verlenen aan de Verenigde Staten. In het geval van het internationale antwoord op de spanningen in Libië trok Duitsland echter met Polen op. Beide landen zagen af van de inzet van militairen zolang de missie bestond uit bombardementen. Duitsland vond dat er te grote risico’s verbonden waren aan

bombardementen en was voorstander van het verhogen van de sancties tegen het regime van de Libische dictator Muammar Khadaffi.176 De Poolse regering gaf onder meer als reden op dat Polen geen directe banden met Libië had. Van de argumentatie van Polens bijdrage aan de oorlog in Irak – wij moeten onze bondgenoten steunen – was niets meer waar te nemen.177 Net als Duitsland voer Polen een eigen koers ten opzichte van de Verenigde Staten.

In de periode oktober 2007-2011 waren er, net als in de daaraan voorafgaande fase in de Duits-Poolse betrekkingen, verschillen van inzicht tussen Berlijn en Warschau over de te voeren veiligheidspolitiek. Met name het voorgestane beleid ten overstaan van Rusland lag uiteen. De uit het verleden stammende angst in Polen voor een agressief Rusland lag hieraan ten grondslag. Het verschil van inzicht tussen Berlijn en Warschau werd door de Poolse politieke elite echter niet langer op de spits gedreven. De Poolse politieke elite misbruikte het Duits-Poolse verleden niet meer. Het zoeken van samenwerking met Berlijn was het credo. Bijvoorbeeld de politieke keuzes van Berlijn en Warschau rond de oorlog in Libië in 2011 toonden grote overeenkomsten.