• No results found

Knelpunt 10: Gebruikersinvloed verschilt per basisregistratie

6.3 R ESULTATEN ENQUÊTE

6.3.7 P OSITIE BURGERS

Binnen het stelsel van basisregistraties speelt de burger een ondergeschikte rol. Voor burgers is onduidelijk welke gegevens over hen zijn opgenomen in een basisregistratie en welke organisaties gebruik kunnen maken van deze gegevens. Uit de interviews blijkt dat transparantie en het inzage- en correctierecht voor burgers een duidelijkere positie moeten krijgen binnen het stelsel van basisregistraties. In de enquête is gevraagd op welke wijze dit gedaan moet worden. Respondenten hebben hierbij de keuze uit één van de volgende drie opties:

A. Transparantie en het inzage- en correctierecht voor burgers moeten generiek worden geregeld door middel van een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties.

B. Transparantie en het inzage- en correctierecht voor burgers moeten generiek worden geregeld door middel van bestuurlijke afspraken.

C. Transparantie en het inzage- en correctierecht voor burgers moeten niet generiek worden geregeld.

Onderstaande tabel geeft de resultaten van deze vraag weer.

TABEL 7:OORDEEL POSITIE BURGERS NAAR ROL

Positie burgers Totaal aantal

respondenten Eigenaar Gebruiker Staf/advies

Kaderwet 59 23 5 31 Bestuurlijke afspraken 15 4 2 9 Niet generiek 10 4 1 5 Geen antwoord 2 0 0 2 Totaal 86 31 8 47

Wanneer we deze resultaten in een grafiek weergeven, wordt duidelijk welke optie de voorkeur van de respondenten heeft. De resultaten zijn onderverdeeld naar rol ten aanzien van het stelsel van basisregistraties.

98 FIGUUR 7:OORDEEL POSITIE BURGERS NAAR ROL

Uit de 13 interviews is naar voren gekomen dat de burger binnen het stelsel van basisregistraties een onduidelijke positie heeft. Voor burgers moet duidelijk zijn welke gegevens over hen zijn opgenomen in een basisregistratie en welke organisaties gebruik maken van deze gegevens. Het inzage- en correctierecht voor burgers moet volgens 69% (59 respondenten) van de respondenten generiek worden geregeld in een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties. In de categorie eigenaar is 74% (23 respondenten) deze mening toegedaan, terwijl dit voor de categorie gebruiker geldt voor 62% (5 respondenten) en voor de categorie staf/advies voor 66% (31 respondenten) van de respondenten. Opmerkelijk is dat 10 respondenten (12%) van mening zijn dat over de positie van burgers generiek niets moet worden vastgelegd. Verklaring hiervoor kan zijn dat het inzage- en correctierecht van burgers wordt geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens en dat respondenten daarom van mening zijn dat dit niet (nogmaals) in een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties moet worden geregeld. Een aantal respondenten heeft dit aangegeven in het opmerkingenveld bij de enquête.

6.3.8 B

EVEILIGING

De wijze waarop organisaties toegang krijgen tot een gegevensverzameling in een basisregistratie, bepaalt in hoeverre gegevens veilig zijn. Hoewel dit onderwerp minder aan bod is gekomen in de dertien diepte-interviews, blijkt dat het wel degelijk van belang is waar het gaat om het generiek regelen van thema’s ten aanzien van het stelsel van basisregistraties. In de enquête is daarom de vraag gesteld hoe beveiliging van basisregistraties vorm moet krijgen. Om ongeautoriseerd gebruik van gegevens binnen het stelsel van basisregistraties tegen te gaan, moet de beveiliging van gegevens binnen het stelsel van basisregistraties…’

A. Generiek worden geregeld door middel van een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties. B. Generiek worden geregeld door middel van bestuurlijke afspraken

99

Onderstaande tabel geeft de resultaten van deze vraag weer.

TABEL 8:OORDEEL BEVEILIGING NAAR ROL

Beveiliging Totaal aantal

respondenten Eigenaar Gebruiker Staf/advies

Kaderwet 53 17 6 30 Bestuurlijke afspraken 19 5 2 12 Niet generiek 11 6 0 5 Geen antwoord 3 3 0 0 Totaal 86 31 8 47

Wanneer we deze resultaten in een grafiek weergeven, wordt duidelijk welke optie de voorkeur van de respondenten heeft. De resultaten zijn onderverdeeld naar rol ten aanzien van het stelsel van basisregistraties.

FIGUUR 8:OORDEEL BEVEILIGING NAAR ROL

Uit de enquête blijkt dat 62% (53 respondenten) van de respondenten vindt dat generiek afspraken gemaakt moeten worden over de wijze waarop basisregistraties worden beveiligd. Van het totale aantal respondenten vindt 22% (19 respondenten) dat de beveiliging van de basisregistraties moet worden geregeld via bestuurlijke afspraken. Duidelijk is dat de wijze waarop basisregistraties worden beveiligd, vraagt om generieke regeling. Slechts 11 respondenten (13%) is van mening dat dit niet generiek moet worden gedaan, terwijl 3 respondenten het antwoord schuldig moeten blijven.

6.3.9 S

TANDAARDISATIE

Standaardisatie van de wijze waarop gegevens worden uitgewisseld binnen het stelsel van basisregistraties is een onderwerp dat binnen veel gremia op de agenda staat. Op dit moment hanteren veel organisaties hun eigen standaard voor de gegevensuitwisseling. Om uitwisseling van gegevens te stimuleren en het principe

100

van ‘eenmalige uitvraag, meervoudig gebruik’ uit te voeren, zou standaardisatie een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Om de mening van een breder publiek te toetsen hierover, is respondenten de mogelijkheid gegeven om te kiezen uit één van onderstaande drie opties:

A. Standaardisatie moet generiek worden geregeld door middel van een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties.

B. Standaardisatie moet generiek worden geregeld door middel van bestuurlijke afspraken. C. Standaardisatie moet niet generiek worden geregeld.

Onderstaande tabel geeft de resultaten van deze vraag weer.

TABEL 9: OORDEEL STANDAARDISATIE NAAR ROL

Standaardisatie Totaal aantal

respondenten Eigenaar Gebruiker Staf/advies

Kaderwet 50 20 1 29 Bestuurlijke afspraken 31 7 7 17 Niet generiek 5 4 0 1 Geen antwoord 0 0 0 0 Totaal 86 31 8 47

Wanneer we deze resultaten in een grafiek weergeven, wordt duidelijk welke optie de voorkeur van de respondenten heeft. De resultaten zijn onderverdeeld naar rol ten aanzien van het stelsel van basisregistraties.

FIGUUR 9:OORDEEL STANDAARDISATIE NAAR ROL

Uit de enquête blijkt dat vraagstukken rondom standaardisatie vragen om een (generieke) oplossing. Totaal is 94% (81 respondenten) van de respondenten van mening dat afspraken met betrekking tot

101

standaardisatie generiek moeten worden vastgelegd. Hiervan vindt 58% (50 respondenten) dat dit door middel van kaderwetgeving voor het stelsel van basisregistraties moet. De overige 36% verkiest bestuurlijke afspraken boven een kaderwet. Slechts 5 respondenten (6%) denken dat standaardisatie geen onderwerp van generieke regeling is.

6.3.10 G

EBRUIKERSINVLOED

In de twaalf eisen aan de basisregistraties is opgenomen dat gebruikers op niet-vrijblijvende wijze moeten worden betrokken bij de besluitvorming omtrent een basisregistratie. De wijze waarop deze gebruikersinvloed is vastgelegd in de specifieke wetgeving per basisregistratie verschilt echter. Voor een aantal basisregistraties geldt dat gebruikersinvloed op dit moment niet geregeld is. Uit de interviews blijkt dat de invloed van gebruikers belangrijk is. In de enquête is gevraagd aan respondenten om een keuze uit te maken uit onderstaande opties, waar het gaat om het regelen van gebruikersinvloed.

A. Gebruikersinvloed moet generiek worden geregeld door middel van een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties.

B. Gebruikersinvloed moet generiek worden geregeld door middel van bestuurlijke afspraken. C. Gebruikersinvloed moet niet generiek geregeld worden.

Onderstaande tabel geeft de resultaten van deze vraag weer.

TABEL 10:OORDEEL GEBRUIKERSINVLOED NAAR ROL

Gebruikersinvloed Totaal aantal

respondenten Eigenaar Gebruiker Staf/advies

Kaderwet 39 15 3 21 Bestuurlijke afspraken 28 8 4 16 Niet generiek 18 8 1 9 Geen antwoord 1 0 0 1 Totaal 86 31 8 47

Wanneer we deze resultaten in een grafiek weergeven, wordt duidelijk welke optie de voorkeur van de respondenten heeft. De resultaten zijn onderverdeeld naar rol ten aanzien van het stelsel van basisregistraties.

102 FIGUUR 10:OORDEEL GEBRUIKERSINVLOED NAAR ROL

Van het totale aantal respondenten is 21% (18 respondenten) van mening dat deze eis niet nader generiek moet worden geregeld in een kaderwet of bij bestuurlijke afspraken. Van de 85 respondenten die antwoord hebben gegeven op deze vraag (één respondent heeft deze vraag niet beantwoord), zijn 39 respondenten (45%) van mening dat de gebruikersinvloed generiek moet worden vastgelegd in een kaderwet voor het stelsel van basisregistraties. Nog eens 28 respondenten (33%) kiest voor het vastleggen bij bestuurlijke afspraken.