Uitgeverij Van Gennep
2.3 Organisatorische structuur
Rob van Gennep en Jaap Jansen vormden de directie van de uitgeverij. Rob van Gennep was duidelijk de man die als vertegenwoordiger naar buiten trad: hij onderhield de contacten met boekhandels en de media. Na de scheiding van Polak in 1969 stelde Van Gennep dat hij graag een kleine uitgeverij wilde blijven.34 De uitgeverij en de boekhandel – die in hetzelfde pand zaten – hadden samen meestal rond de tien medewerkers. Naar eigen zeggen brachten ze zo’n dertig tot veertig boeken per jaar uit.35 Inderdaad was het gemiddelde aantal boeken dat de uitgeverij bracht in de jaren zeventig en tachtig 31,8 per jaar.36
De eerste paar jaar functioneerde de uitgeverij ongeveer zoals de meeste bedrijven nu nog doen: de directie bepaalt de gang van zaken, krijgt het meest
30 Theodor Holman, ‘Uitgeverij Van Gennep. “Er wordt nu gewerkt,”’ De Groene Amsterdammer, 19 januari 1994, 29.
31 Z.a., ‘Om het goede boek,’ Haagse Post, 24 februari 1970, z.p. 32 Weiland en Sluys, ‘Grootste linkse uitgeverij.’
33 Henne van der Kooy, interview door auteur, 3 juni 2014. 34 Meerum Terwogt, ‘De rode boeken van een heer van stand.’ 35 Weiland en Sluys, ‘Grootste linkse uitgeverij.’
36 Deze berekening is gebaseerd op de fondslijsten die zijn opgenomen in: Kraaijeveld, Politiek op
uitbetaald en is de eerste die oordeelt over ontslagen. Van Gennep liet zich echter al snel inspireren door een van de boeken die hij zelf had uitgegeven (Arbeidsraad of ondernemersstaat: machten en machtsstrijd in Nederland en in Joegoslavië door Marius Broekmeyer en Igor Cornelissen, uitgegeven in 1969) en richtte een collectief op. Dit hield in dat het bedrijf intern gedemocratiseerd werd met als belangrijkste consequentie dat het collectief de salarissen vaststelde. De grote baas verdiende bijgevolg niet meer dan de minst ervaren werkkracht: ‘maar’ f 2200,-‐ bruto per maand.37 Alleen de gezinssamenstelling van de medewerkers had invloed op de hoogte van hun salarissen.38 Gelijkheid stond klaarblijkelijk hoog in het vaandel bij Van Gennep N.V.39
Dat het collectief moeilijkheden met zich meebracht, bleek tijdens een rel over het ontslag van een medewerkster. Deze fanatieke feministe had zich onbehulpzaam opgesteld tegen een mannelijke klant en naar aanleiding daarvan besloot de directie haar te ontslaan. Dit werd de directie echter niet in dank afgenomen door de rest van het collectief en het conflict leidde tot de staking van zes medewerkers, die vonden dat ze bij de ontslagprocedure betrokken hadden moeten worden. Ook extern liep dit uit de hand: de Vrouwenbeweging ging zich ermee bemoeien en Rob van Gennep werd publiekelijk voor seksist uitgemaakt. Jaap Jansen herinnert zich: ‘Voor Rob was het verschrikkelijk, een drama. Dat mensen voor wie hij zo hard zijn best had gedaan hem keihard afvielen, vond hij onverdraaglijk. Het is de enige keer geweest dat ik hem echt heb zien huilen.’40 Na een rechtszaak werden vier van de zes stakers weer aangenomen. Toch was er wat veranderd: ‘Het werd allemaal zakelijker.’41 Inderdaad werd er vanaf 1978 gewerkt aan een reglement waarin de structuur van het bedrijf nauwkeuriger werd vastgelegd. Uit het archief blijkt niet wanneer dit reglement exact in werking is getreden, maar waarschijnlijk werd het in 1980 of 1981 van kracht. In het reglement werd een scheidslijn aangebracht tussen de verschillende bedrijfsafdelingen. Zaken waarmee het hele bedrijf te maken zou
37 Verbraak, ‘Leverancier van links gedachtegoed,’ 41.
38 Martin Schouten, ‘De kleine uitgever en zijn bedrijffie. Thomas Rap en Van Gennep,’ HP, 24 februari 1973, 40.
39 In 1972, tijdens de derde aandeelhoudersvergadering, werd het bedrijf met unanieme stemmen tot een B.V. omgevormd (Notulen van de derde aandeelhoudersvergadering, 1 september 1972, Brakke Grond, Amsterdam, 5. Archiefmap 1).
40 Verbraak, ‘Leverancier van links gedachtegoed,’ 42. 41 Ibid.
krijgen, zouden door de bedrijfvergadering – waarbij alle deelnemers die ten minste achttien maanden bij het bedrijf werkten, aanwezig mochten zijn – worden besproken. Voor zaken die alleen een bepaald deel van het bedrijf aangingen, konden andere afdelingen slechts adviseren. Zo werd er een differentiatie aangebracht tussen beslissende en adviserende taken.42
Het collectief had nog andere nadelen, die ook zouden moeten worden verholpen door dit reglement. Fred Schmidt, toentertijd verkoper in de boekhandel, stelt dat het collectief de kwaliteit niet ten goede kwam: ‘Voor mensen die iets konden, was het hoogst vervelend. Je werd gewoon naar beneden getrokken.’43 Ook voor de directie was het niet altijd even makkelijk. Al in 1973 zegt Rob van Gennep dat de intuïtie en ervaring van een uitgever niet zomaar overtroefd moeten kunnen worden door zijn personeel. Jaap Jansen onderschrijft, als hij in 2006 terugblikt, dat het systeem niet goed werkte: ‘Er zat een leugen in: “Wij zijn allemaal gelijk, wij hebben allemaal even veel te vertellen.” Dat was natuurlijk onzin.’44
Desalniettemin maakte het systeem wel dat iedereen zich verbonden voelde met alle fases van het werk. Rob van Gennep, als naamgever van het bedrijf, moest net als andere medewerkers gewoon de boeken inpakken.45 De medewerkers van de boekwinkels werden getest op hun politieke kennis, zelfs al hadden ze deze niet direct nodig voor hun werkzaamheden. Christiane Hardy, lange tijd werkzaam bij de uitgeverij, eerst als medewerker van een van de boekwinkels en later als redacteur, weet nog dat ze er bij haar sollicitatiegesprek belang bij had dat ze Das Kapital van Karl Marx gelezen had. Er werd ook gevraagd naar haar kennis over politieke partijen en hoeveel boeken van Trotski ze had gelezen.46 De afspraken die in het reglement werden vastgelegd, lijken niet aan dit voordeel af te hebben gedaan; immers, iedereen werd nog steeds over het hele reilen en zeilen van het bedrijf op de hoogte gehouden.
42 ‘Reglement betreffende een nadere uitwerking van de structuur van en de bevoegdheden binnen Uitgeverij en boekhandel Van Gennep BV, gevestigd te Amsterdam,’ ongedateerd. Archiefmap 1. Uit het archief blijkt niet dat dit systeem een groot succes was, het aantal overgeleverde notulen is op een hand te tellen. Uiteraard kan het zijn dat er wel regelmatig bedrijfsvergaderingen werden gehouden, maar dat deze ofwel niet goed gedocumenteerd ofwel niet goed gearchiveerd zijn.
43 Verbraak, ‘Leverancier van links gedachtegoed,’ 42. 44 Ibid., 41.
45 Ibid., 46. 46 Ibid., 45.
Zoals blijkt uit de vorige paragraaf, opereerde Van Gennep in de marge van het boekenvak en was het vaak moeilijk om te overleven. Topsalarissen en bonussen konden dus niet verstrekt worden. De kleine winst die het bedrijf af en toe maakte, werd de eerste paar jaren, geheel volgens de ideologie, geschonken aan goede doelen die bij de visie van de uitgeverij pasten.47 Helaas moesten de kleine winstmarges vanaf 1976 lange tijd teruggestopt worden in de liquide middelen om het bedrijf gezond te houden.48 Zelfs al waren de overheadkosten door het geringe aantal medewerkers te overzien, dan nog kon het bedrijf alleen overleven door hun ‘schijt aan geld’-‐houding.49 Daar komt nog eens bij dat er hard gewerkt werd: ’s avonds laat nog brandde het licht van de bovenverdiepingen van Nes 128, en later Spuistraat 283, waar Van Gennep achtereenvolgens gevestigd was.
Het laatste opvallende aspect aan de organisatie van de uitgeverij is haar aandelenstructuur. Al meteen in januari 1969 kondigde Rob van Gennep aan dat hij aandelen in zijn bedrijf zou gaan verkopen. Het begon als een ideetje om vrienden en familie te betrekken bij het bedrijf, maar klaarblijkelijk hadden zoveel mensen hun hart links zitten dat geldschieters vanuit het hele land zich meldden. Uiteindelijk zijn er zo’n 440 aandelen van vijfhonderd gulden per stuk verkocht.50 Het Eindhovens Dagblad noemde het een ‘financiële stunt’. Van Gennep benadrukte wel dat het allemaal niet te groot moest worden: ‘Het moet niet de kant uit van de beursnotering.’51 Dat zou immers niet in de kapitalismekritische ideologie passen.
De aandeelhouders zouden nooit de overhand kunnen nemen, want Jaap Jansen en Rob van Gennep bezaten samen nog steeds meer dan de helft van de aandelen. Bovendien was er een structuur van prioriteitsaandelen en gewone aandelen, waarbij de eerste beslissingsronde bij de prioriteitsaandeelhouders
47 Annemiek Recourt, ‘Niet te véél aksent of het “Zud-‐Afrikaanse”, als-‐je-‐blieft. De materiële en symbolische productie van het oeuvre van Breyten Breytenbach in Nederland,’ scriptie Universiteit van Amsterdam (2008): 51; Schouten, ‘De kleine uitgever en zijn bedrijffie,’ 40. 48 Notulen van de zevende algemene aandeelhoudersvergadering, 27 augustus 1976, Frascati, Amsterdam, 2. Archiefmap 1.
49 Schouten, ‘De kleine uitgever en zijn bedrijffie,’ 42. 50 Z.a., ‘Aandelen,’ de Volkskrant.
51 Z.a., ‘Financiële stunt van jonge uitgever Rob van Gennep. Aandelen voor sympathisanten,’
lag.52 Vanzelfsprekend waren die deels in handen van de twee directeuren.53 Mocht Van Gennep ooit als directeur ontslagen worden – wat technisch gezien een mogelijkheid was die het collectief bood – dan zou hij nog altijd financieel de touwtjes in handen hebben in de uitgeverij. Toch hadden de aandeelhouders wat in te brengen. Het plan was om de aandeelhoudersvergadering tijdens een boottochtje naar Ouderkerk aan de Amstel en weer terug te laten plaatsvinden om de vergadering zo tijdstechnisch gezien in te perken.54 Dit idee is niet ten uitvoer gebracht; de jaarlijkse vergaderingen vonden gewoon ergens in Amsterdam plaats.