• No results found

4 VERDERE AFHANDELING NA VERKOOP

4.2 Opmaak van een rangregeling

4.2.2 Opmaak van een beperkte rangregeling

70. KLEINE SAMENLOOP – De opmaak van een rangregeling impliceert dat een kleine samenloop georganiseerd wordt. Niemand moet de notaris verzoeken om de rangregeling op te stellen. Hij neemt hiertoe zelf het initiatief, zelfs al is de prijs nog niet door de koper betaald. Hij moet de ingeschreven en bevoorrechte schuldeisers rangschikken. Zodoende kan worden bepaald aan wie welk aandeel van de verkoopopbrengst toekomt. De notaris moet daarbij rekening houden met de regels inzake voorrang en rangorde. Opgemerkt moet worden dat de rangregeling in het kader van deze hypothecaire subboedel niet volledig losstaat van de vereffening van de chirografaire hoofdboedel. Er bestaat integendeel een beperkte wisselwerking tussen beide.

71. BEWERKINGEN – Grosso modo dient de notaris volgende bewerkingen uit te voeren:

A. Vaststellen van de schuldeisers die in de rangregeling opgenomen moeten worden, alsook de

aard en omvang van hun schuldvorderingen. Zoals reeds aangestipt zijn de schuldeisers

waarmee rekening moet worden gehouden in aantal beperkt. In tegenstelling tot wat het geval is bij een reguliere rangregeling volstaat het dat de notaris de ingeschreven hypothecaire en de bijzonder bevoorrechte schuldeisers in zijn rangregeling opneemt. Hierbij moeten drie kanttekeningen gemaakt worden.

Ten eerste mag de notaris schuldeisers die laattijdig een hypotheek of voorrecht hebben ingeschreven niet in de rangregeling opnemen Deze handelingen zijn immers niet- tegenstelbaar aan de boedel.176

Ten tweede is het sinds de inwerkingtreding van de nieuwe pandwet in uitzonderlijke gevallen mogelijk dat een pand of een eigendomsvoorbehoud na incorporatie in een onroerend goed gehandhaafd blijven.177 Hoewel artikel 1639, tweede lid Ger.W. dit niet expliciet

175 R. JANSEN, “Het nieuwe insolventierecht in de notariële praktijk (deel 2)”, NFM 2018-19, afl. 9, (274) 290, nr. 49.

176 Zie artikelen XX.111, 3° en XX.113 WER. 177 Art. 19 en 71 Pandwet.

48 voorschrijft, kan dus worden aangenomen dat de notaris in dergelijke situaties ook de schuldeisers die zich beroepen op een (geregistreerd) pandrecht of eigendomsvoorbehoud in de rangregeling moet opnemen.178

Ten derde rijst geregeld de vraag of de notaris rekening moet houden met schuldeisers die geen aangifte van schuldvordering hebben gedaan bij de faillissementscurator. Hierop wordt

infra, randnrs. 73-74 verder ingegaan.

B. Vaststellen van de (netto) te verdelen massa. Deze massa wordt bepaald door de vruchten en

inkomsten die het goed sinds het faillissement heeft opgebracht bij de verkoopopbrengst te tellen. Vervolgens zullen de boedelschulden (zoals o.m. de notariskosten) hiervan worden afgetrokken.179

C. Rangschikking van de schuldeisers. Bij de rangregeling in het kader van een

faillissementsprocedure zijn twee voorrangsregels relevant. Ten eerste is er de regel dat voorrechten steeds voorgaan op hypotheken.180 De notaris zal controleren of er schuldeisers

zijn die zich beroepen op één van de in artikel 27 Hyp.W. opgesomde bijzondere voorrechten.181

Ten tweede worden conflicten tussen hypothecaire schuldeisers beslecht volgens de anterioriteitsregel. De eerst ingeschreven hypothecaire schuldeiser wordt eerst uitbetaald, gevolgd door de tweede in rang, enzovoort.

D. Uitbetaling van de schuldeisers. De batig gerangschikte schuldeisers worden rechtstreeks

door de notaris uitbetaald.182 Soms gebeurt het dat er al uitdelingen vanuit de chirografaire

boedel hebben plaatsgevonden voordat de opbrengst van het onroerend goed verdeeld is. Vooraleer hij het aandeel aan de schuldeiser uitbetaalt, zal de notaris in dat geval deze “chirografaire uitbetaling” in mindering brengen van het “hypothecaire aandeel”.183 Het saldo

wordt aan de schuldeiser overgemaakt en het gedeelte dat de notaris in mindering heeft gebracht wordt rechtstreeks in de chirografaire boedel gestort.184

178 R. JANSEN, “Het nieuwe insolventierecht in de notariële praktijk (deel 2)”, NFM 2018-19, afl. 9, (274) 290, nr. 49.

179 R. JANSEN, en A. MICHIELSENS, Notarieel executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2010, 227, nrs. 281-282. 180 Art. 12 Hyp.W.

181 Wanneer er meerdere bijzonder bevoorrechte schuldeisers zijn, worden zij op gelijke hoogte geplaatst in de rangregeling. In het geval dat de verkoopopbrengst niet volstaat om alle bijzonder bevoorrechte schuldeisers die in dezelfde rang zijn te voldoen, worden zij naar evenredigheid van hun vordering betaald (art. 14 Hyp.W.).

182 Zie art. 1639, tweede lid Ger.W. 183 Art. XX.186 WER.

184 R. JANSEN, “Het nieuwe insolventierecht in de notariële praktijk (deel 2)”, NFM 2018-19, afl. 9, (274) 291, nr. 50.

49

E. De afsluiting van het proces-verbaal van rangregeling. Dit markeert het einde van de

vereffening van de hypothecaire subboedel. Wanneer de verkoopopbrengst niet volstaat om alle ingeschreven hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers uit te betalen, dan zal de notaris de schuldeisers die niet volledig voldaan werden informeren omtrent de mogelijkheid om zich als gewone schuldeiser aan te sluiten bij de chirografaire boedel.185 Wanneer er na uitbetaling

een deel van de verkoopopbrengst overblijft, stort de notaris dit saldo op de faillissementsrekening van de curator, waardoor het verder kan worden aangewend bij de vereffening van de chirografaire boedel.186

72. VOORBEELD BEPERKTE RANGREGELING – Gaan we uit van de situatie dat uit het vermogen van een onderneming die op 1 februari 2020 failliet werd verklaard een handelspand te gelde moet worden gemaakt. De verkoop via Biddit levert een verkoopprijs van 700.000 euro op. Bij aankoop zat de onderneming reeds in slechte papieren, waardoor op datum van het faillissement een gedeelte van de aankoopprijs (200.000 euro) nog niet betaald was. Het gedeelte dat wel werd betaald kwam o.m. voort uit een hypotheeklening bij Bank A. Deze hypotheek werd meteen ingeschreven voor het bedrag van 350.000 euro. Een aantal jaren later werd ten gunste van B een tweede hypotheek t.b.v. 100.000 euro ingeschreven. Tot slot werd op 5 februari 2020 nog een derde hypotheek ingeschreven t.b.v. 150.000euro. De separatisten hebben nog geen uitdeling ontvangen van de curator en werden allen correct opgeroepen door de notaris.

In dit voorbeeld zal de rangregeling er inhoudelijk als volgt uitzien:

Vooraf mag de notaris zijn kosten en erelonen afhouden, in dit voorbeeld geraamd op 10.000 euro. In totaal bedraagt de netto te verdelen massa dus 690.000 euro.

Als eerste komt de schuldeiser die het handelspand aan de gefailleerde verkocht heeft aan bod. Deze schuldeiser kan zich voor de volledige 200.000 euro beroepen op het bijzonder voorrecht van de onbetaalde verkoper.187 Er blijft nog 490.000 euro over in de te verdelen massa.

Dan volgen de hypothecaire schuldeisers, in volgorde van hun datum van inschrijving. Bank A zal bijgevolg als eerste aanspraak maken op zijn aandeel, gevolgd door B, wiens hypotheek tweede in rang is.

Na uitbetaling van de eerste en tweede hypothecaire schuldeiser, blijft er nog 40.000 euro van de verkoopopbrengst over. Deze kan niet worden toegekend aan de derde hypothecaire schuldeiser.

185 Zie artt. XX.184 en XX.187-188 WER; R. JANSEN, “Het nieuwe insolventierecht in de notariële praktijk (deel 2)”, NFM 2018-19, afl. 9, (274) 291, nr. 49.

186 Art. 1639, tweede lid Ger.W. 187 Art. 27, 1° Hyp.W.

50 Zijn zakelijke zekerheid is niet tegenwerpelijk aan de boedel, aangezien pas na het vonnis van faillietverklaring inschrijving werd genomen. De notaris zal deze schuldeiser dus niet in de rangregeling opnemen en zal dus de resterende 40.000 euro overmaken aan de curator.