• No results found

Operationalisatie van autoriteit

In document Onzeker of genuanceerd? (pagina 30-33)

TEKST 2. PR.DR GEEN HEDGING

3.4. Operationalisatie van autoriteit

De tussenproefpersoonfactor ´autoriteitstype´ is binnen dit experimentdesign zo opgemaakt dat de groepen 1 en 2 teksten lezen van een morele autoriteit. Zoals eerder gesteld gaat het bij dit type autoriteit om een select groepje mensen (zie het inleidende gedeelte om te zien wanneer we spreken over een morele – of waardigheids autoriteit/dignity authority). Uiteindelijk is gekozen voor Nelson Mandela en de Dalai Lama (ook Goodwin, 1998,

benoemd deze twee figuren als een morele autoriteit). Verwacht wordt dat Nelson Mandela en de Dalai Lama bij alle respondenten bekend zijn en worden beschouwd als een morele autoriteit; een die met respect en eerbied wordt benaderd. In de conceptualisatie van de verschillende autoriteitstypen is beschreven dat je niet over een autoriteit kan spreken die

Nelson Mandela en de Dalai Lama). Zoals Walton als stelde in 1997 is het heel goed mogelijk dat er sprake is van een combinatie van een epistemische – en morele autoriteit. Denkt u aan het voorbeeld van Wouter Bos die eerder is behandeld; maar ook Mandela bijvoorbeeld, was een politicus (president van Zuid-Afrika) met daardoor zeer veel machtsmiddelen tot zijn beschikking. En tegelijkertijd ook een vooraanstaand jurist (Mandela is afgestudeerd in de rechten), dit maakt hem dus ook een cognitieve autoriteit binnen de rechtsdiscipline. Daarnaast heeft zijn strijd tegen racisme, tezamen met zijn gevangenschap, hem tot een eerbiedwaardig icoon in de wereld gemaakt. We hebben dus te maken met drie

autoriteitstypen, samengebundeld in één persoon. Hoe deze wisselwerking van gelaagdheid werkt, wordt in de literatuur niet behandeld, zoals eerder gesteld. Desalniettemin: In deze studie moeten de autoriteitstypen zoveel mogelijk gescheiden worden. Er zal een meting ontwikkeld moeten worden waar sprake is van een wisselwerking tussen de gescheiden autoriteitstypes en hun gebruik van hedges. Met andere woorden: wat voorkomen moet worden is dat de ene respondent Mandelas’ betoog beoordeeld met in zijn of haar achterhoofd Mandelas’ goede of slechte functioneren als politiek leider en de andere respondent een beoordeling vormt aan de hand van Mandelas’ kennis over het domein van de rechten. Mandela kan dan, met dezelfde tekst, een heel andere beoordeling faciliteren. Dat is niet de bedoeling. Wanneer dit namelijk gebeurt, vervagen de effecten van de interactie tussen hedging en de beoogde enkelvoudige vorm van autoriteit. Het is daarom van belang na te denken hoe een dergelijke opdeling tot stand kan komen.

3.4.1. Autoriteitsactivering

Benadrukt moet wel worden dat het risico klein is dat de respondenten bij Nelson Mandela en de Dalai Lama, zich twee figuren voor de geest halen die op cognitief – of epistemisch vlak meer tot de verbeelding spreken dan de ´waardigheid’ die om deze twee personen hangt.

Ten eerste kan gesteld worden dat het onmogelijk is een autoriteitsaspect ‘uit te schakelen’; het valt niet hard te maken dat een morele autoriteit geen enkele vorm van autoriteit op het cognitieve vlak heeft. Wat wel mogelijk is één van de autoriteitsvormen te benadrukken. Die mogelijkheid wordt geboden via de criteria die eerder zijn besproken bij de theoretische achtergrond van ‘autoriteit’, in het inleidende gedeelte. Door hier gebruik van te maken kunnen bepaalde autoriteitsaspecten er uitspringen en daardoor op de voorgrond treden.

Aan de hand van deze lijst met criteria is te zien dat het in het geval van een op macht gebaseerde autoriteit draait om termen als ‘positie’, ‘machtsuitoefening’ en‘sancties’. Bij een epistemische autoriteit worden begrippen als ‘ervaring’, ‘aanzien in de wetenschap’, ´titels´ en ‘publicaties’ benadrukt. Bij een waardigheidsautoriteit draait het om ‘respect’ en ‘moreel gezag’. Voordat de respondenten de daadwerkelijke tekst krijgen te lezen (de operationalisatie van morele autoriteiten dwingt teksten te hanteren; een gesproken – of videoboodschap is praktisch niet mogelijk),zal er een korte introductie zijn van de

zogenaamde schrijver van de tekst. ´Activering´ van de waardigheidsautoriteit van Nelson Mandela vindt als volgt plaats in de introductie:

Nelson Mandela (18 Juli 1918), is winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1993.

Mandela’s vrijlating na ruim 27 jaar gevangenschap op 11 februari 1990, zorgde wereldwijd voor een golf van blijdschap. Hij werd vervolgens in 1994 de eerste President van Zuid-Afrika door volledig democratische verkiezingen. Mandela’s inauguratie werd bezocht door het hoogste aantal staatshoofden sinds de begrafenis van president Kennedy in 1963. Vanaf 1999 werd Mandela het gezicht van vele mensenrechtenorganisaties. Hij is een van ’s werelds meest in het oog springende figuren aangaande rasrelaties en is een symbool voor velen als voorvechter van rassengelijkheid.

´Activering´ van de waardigheidsautoriteit van de Dalai Lama vindt als volgt plaats in de introductie:

Zijne heiligheid de Dalai Lama (Tenzin Gyatso, 14e Dalai Lama) is spiritueel en (in de ogen van de Tibetanen) ook politiek leider van het Tibetaanse volk. Hij is winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1989 voor zijn strijd voor de bevrijding van Tibet. De Dalai Lama wordt als één van de weinige wereldleiders met een onbetwist moreel gezag gezien. De Dalai Lama is voor een vreedzame oplossing in plaats van het gebruik van geweld met betrekking tot het conflict tussen Tibet en de Volksrepubliek China. De Dalai Lama woont in Dharamsala, India, nadat hij in 1959 Tibet tijdens een bloedige opstand moest ontvluchten.

Verder zal in de daadwerkelijke tekst (zie de bijlagen) de naam van de spreker herhaald worden zodat tijdens het gehele verwerkingsproces helder blijft wie de tekst heeft geschreven.

Voor de ‘activering’ van de epistemische – of cognitieve autoriteit geldt dezelfde

rationalisatie als bij de morele autoriteit. ‘Activering’ van de epistemische autoriteit van een professor dr. vindt als volgt plaats in de introductie:

Professor dr. M. Rove (11 november 1956), is specialist in sociale cohesie, racisme en

multiculturaliteit. Hij is werkzaam als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en doet onderzoek aan (onder andere) de universiteit van Oxford. Zijn boek ‘Violence, Racism & Oppression’ wordt in wetenschappelijke kringen als een van de meest toonaangevende werken op het gebied van racisme gezien; het boek behelst een schat aan informatie die Rove in zijn jarenlange loopbaan heeft opgedaan. Rove wordt internationaal als een van de meest bepalende deskundigen op het gebied van racisme beschouwd.

De ‘activering’ van een tweede epistemische autoriteit die wordt gehanteerd vindt als volgt plaats in de introductie:

Professor dr. K. Schipper (22 oktober, 1954) is een bekend intercultureel theologe en hoogleraar boeddhisme aan de Rijksuniversiteit Leiden. Al sinds zij promovendus is (aan de Sorbonne) doet ze onderzoek naar de invloed die de Dalai Lama heeft op zijn volgelingen en is ze kenner van de lange complexe geschiedenis van het China-Tibet conflict. Met name haar boek ‘Peace and Out of Peace, China & Tibet’, schetst een nauwkeurig beeld van de complexe situaties die zich op dit moment in Tibet afspelen. Verder genieten meerdere van haar

publicaties over de tweespalt tussen China en Tibet in de wetenschap veel aanzien.

In document Onzeker of genuanceerd? (pagina 30-33)