• No results found

2. Leefbaarheid van de woonomgeving

2.4 Oordeel over woonbuurt

3 4 5 6 7 8 9 10

2005 2006 2007 2008

-I

2008 -IV

2009 -IV

VMR IVM

Wat betreft deze schaalscore zijn er duidelijke verschillen tussen de politieregio’s. In de (overwegend minder stedelijke) regio’s Fryslân, Drenthe, IJsselland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland, Noord-Holland Noord, Zeeland, Brabant-Noord Brabant-Zuid-Oost en Limburg-Noord is deze score in de IVM-2009 met 6,4 of meer hoger dan gemiddeld. Omge-keerd is deze score in Amsterdam-Amstelland, Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden, Gro-ningen en Flevoland met maximaal 6,1 veel lager dan voor Nederland als geheel.

In Limburg-Noord is de schaalscore in 2009 gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar.

Grafiek 2.5

Sociale cohesie in de woonbuurt naar politieregio (schaalscore), IVM 2009

Sociale betrokkenheid bij de buurt kan ook tot uiting komen in de eigen inzet voor de buurt waarin men woont. In de IVM is gevraagd of men in het afgelopen jaar zelf actief is geweest om de eigen buurt te verbeteren. Iets meer dan één op de zes inwoners (18 procent) geeft in 2009 aan dat zij dat hebben gedaan. Dit is meer dan in 2008.

In de regio’s Fryslân, Noord-Holland en Brabant-Noord geven significant meer inwoners dan het landelijk gemiddelde aan actief betrokken te zijn geweest bij het verbeteren van de woonbuurt. In de regio Haaglanden is dit percentage lager dan in Nederland als geheel. In geen enkele regio verschilt in 2009 het percentage actieve buurtverbeteraars significant van dat in 2008.

2.4 Oordeel over woonbuurt

Over wat bewoners in het algemeen van hun woonbuurt vinden, zijn vier vragen gesteld.

Allereerst is gevraagd hoe hun buurt zich naar de mening van de respondenten in het

afge-lopen jaar heeft ontwikkeld. Daarnaast is gevraagd om de woonomgeving, de leefbaarheid en de veiligheid van hun buurt te waarderen in de vorm van een rapportcijfer.

Van alle inwoners vindt veertien procent dat hun buurt in het afgelopen jaar is vooruitge-gaan. Vijftien procent is van mening dat hun buurt juist is achteruitgevooruitge-gaan. Het overgrote deel, tweederde (67 procent) vindt dat hun buurt gelijk is gebleven. Vier procent heeft hier geen mening over. Ten opzichte van 2008 vinden meer mensen in Nederland dat hun woonbuurt is achteruit gegaan. In vergelijking met het voorgaande jaar is in de regio Rotter-dam-Rijnmond een verbetering zichtbaar. In Gelderland-Midden echter is het oordeel van de inwoners over hun woonbuurt verslechterd.

Grafiek 2.6

Oordeel over ontwikkeling woonbuurt naar politieregio (% ‘vooruitgegaan’ minus % ‘achteruit-gegaan’), IVM 2009

Het oordeel over de ontwikkeling van de woonbuurt kan ook worden uitgedrukt in het ver-schil tussen het aandeel buurtbewoners dat zegt dat de buurt is vooruitgegaan en het aan-deel dat vindt dat die is achteruitgegaan. In vergelijking met de landelijke gemiddelde ach-teruitgang, geven significant meer mensen in de regio’s Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond en Limburg-Zuid aan dat hun buurt achteruit is gegaan. In de regio’s Fryslân, IJsselland en Amsterdam-Amstelland vinden juist meer mensen dat hun buurt vooruit is gegaan.

Gemiddeld over alle inwoners wordt de woonomgeving gewaardeerd met een rapportcijfer 7,4. De leefbaarheid van de eigen buurt krijgt een 7,3. De veiligheid in de buurt wordt met een 6,9 iets minder gewaardeerd. Ten opzichte van 2008 zijn in Nederland als geheel de leefbaarheid van de woonbuurt en de veiligheid van de woonbuurt minder geworden.

Grafiek 2.7

Oordeel over aspecten van de woonomgeving (rapportcijfer), IVM 2008-2009

0 5 10 15 20 25 30 35 40

Voelt zich wel eens onveilig

Voelt zich vaak onveilig

Voelt zich wel eens onveilig in eigen buurt

Voelt zich vaak onveilig in eigen buurt

% voelt zich onveilig 20083) 2009

0 2 4 6 8 10

Woonomgeving

Leefbaarheid

Veiligheid

rapportcijfer 2008 2009

Ook binnen de afzonderlijke politieregio’s zijn de rapportcijfers voor woonomgeving en leef-baarheid van de woonbuurt telkens hoger dan voor veiligheid. De rapportcijfers voor de woonomgeving variëren van 7,2 in de regio Amsterdam-Amstelland en Rotterdam-Rijnmond tot 7,6 in Drenthe en Noord- en Oost-Gelderland.

Voor de leefbaarheid van de woonbuurt ligt het rapportcijfer tussen 7,1 in Amsterdam-Amstelland en Rotterdam-Rijnmond en 7,5 in IJsselland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland.

De beoordeling van de veiligheid in de buurt varieert van 6,7 in Amsterdam-Amstelland, Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond tot 7,2 in IJsselland, Twente en Noord- en Oost-Gelderland. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde is de beoordeling van de woonomge-ving, leefbaarheid en veiligheid zeer divers. Alle drie de aspecten worden als beter dan het landelijk gemiddelde beoordeeld in de regio’s Fryslân, Drenthe, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Noord-Holland Noord en Zeeland. Alle drie de aspecten worden slechter dan het landelijke gemiddelde beoordeeld in de regio’s Amsterdam-Amstelland, Haaglanden, Rotterdam Rijnmonden Limburg-Zuid.

Indien de cijfers van de IVM 2009 worden vergeleken met het afgelopen jaar dan blijkt dat de beoordeling van de woonbuurt in de regio IJsselland lager is dan voorgaand jaar, de leefbaarheid in geen enkele regio hoger of lager wordt beoordeeld en dat de veiligheid van de woonbuurt in een zestal regio’s als minder beoordeeld wordt dan in 2008. Deze regio’s zijn: Fryslân, Gelderland-Midden, Noord-Holland Noord, Gooi en vechtstreek, Zeeland en Brabant-Noord.

Grafiek 2.8

Oordeel over de woonomgeving, de leefbaarheid en de veiligheid van de woonbuurt naar politieregio (rapportcijfers), IVM 2009

Woonomgeving

Leefbaarheid

Veiligheid

2.5 Beoordeling gemeentelijke inzet voor leefbaarheid en