• No results found

Ontwikkeling biologische sector

In document Upgrading in het productienetwerk: (pagina 69-88)

3. Positie van Chileense telers in het biologisch productienetwerk

3.3. Ontwikkeling biologische sector

Het bureau dat economische berekeningen uitvoert voor de agrarische sector in Chili, Oficina de Estudios y Políticas Agrarias (ODEPA), publiceert met regelmaat rapporten en statistieken over de biologische sector in Chili. Deze informatie is nuttig voor het analyseren van trends, welke in deze paragraaf worden behandeld, maar is niet volledig accuraat omdat er maar een beperkt aantal informatiebronnen wordt geraadpleegd. Voornamelijk informatie over de binnenlandse markt voor biologische producten in Chili is beperkt aanwezig omdat het bureau zich concentreert op de producerende functie van de sector en niet zozeer de afzet van biologische producten onder de loep neemt.217

Gecertificeerd landbouwoppervlakte en de binnenlandse afzetmarkt

In de periode 2000-2009 is de biologisch gecertificeerd landbouwoppervlakte gegroeid van 3.301 hectare218 tot 14.268 hectare219. De biologische producten die hierop worden geteeld zijn onder andere aardbeien (3.396 hectare), druiven (2.946 hectare), kruiden (1.691 hectare) bosbessen (1.478 hectare), olijven (1.456 hectare), appels (1.302 hectare), avocado's (738 hectare) en kiwi‟s (350 hectare).220

De teelt van deze producten is geconcentreerd in de regio‟s Libertador General Bernardo O'Higgins (regio VI), Bío-Bío (regio VIII) en Los Lagos (regio X). Deze drie regio‟s zijn tezamen verantwoordelijk voor tachtig procent van de totale biologische productie in Chili.221

Hoewel het biologisch gecertificeerd landbouwoppervlakte in Chili een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt, is de binnenlandse markt relatief gezien onderontwikkeld. Er zijn geen officiële cijfers beschikbaar over de precieze omvang van de binnenlandse biologische markt, maar door de SAG wordt aangenomen dat ongeveer twintig procent van

217 EMG Consultores (2007), Estudio del mercado nacional de agricultura organica, Oficina de Estudios y Políticas Agrarias (Santiago): 94.

218 Petrella, M. (2002), „La industria orgánica en Chile y Argentina‟,

http://www.nuevamayoria.com/ES/INVESTIGACIONES/sociedad/020925.html (Geraadpleegd op 16 september 2011).

219 Servicio Agrícola y Ganadero de Chile (2011c), „Principales rubros orgánicos por región y superficie 2008-2009‟,

http://www.sag.gob.cl/common/asp/pagAtachadorVisualizador.asp?argCryptedData=GP1TkTXdhRJAS2Wp3 v88hDWwR9Z0lK%2FSX9bQUzcfVXY%3D&argModo=&argOrigen=BD&argFlagYaGrabados=&argArchi voId=29681 (Geraadpleegd op 18 september 2011).

220 Willer e.a. (2011): 191.

de biologische productie op de binnenlandse markt wordt verkocht (gemeten in het seizoen 2008-2009).222

De belangrijkste barrière voor de ontwikkeling van een binnenlandse biologische markt is het gebrek aan kennis bij de consument over biologisch producteigenschappen en de potentiële voordelen van de biologische landbouw voor het milieu, de maatschappij en de economie.223 Dit blijkt onder meer uit de naam waaronder biologische producten worden verkocht in Chili. Hoewel de vertaling in het Spaans „producto biológico‟ is, worden biologische producten in Chili verkocht onder de naam „producto ecológico‟ (ecologisch product). De reden hiervoor is dat de Chileense consument onbekend is met het biologische concept en daarom is er gekozen voor een term dat door het publiek wordt geassocieerd met een beter milieu.224 Een additionele barrière voor de ontwikkeling van de binnenlandse biologisch markt zijn de relatief hoge prijzen ten opzichte van conventionele producten waardoor biologische producten niet toegankelijk zijn voor het grootste deel van de Chileense bevolking.

Export naar de Europese Unie

Het merendeel van de biologische producten uit Chile worden geëxporteerd naar Europa en Noord-Amerika. Populaire producten zijn voornamelijk exotische producten die vanwege klimatologische omstandigheden niet geproduceerd worden in Europa en Noord-Amerika, evenals seizoen producten zoals druiven, appels en citrusvruchten.225 In de periode tussen 2000 en 2010 is de Chileense biologische export van landbouwproducten met bestemming Europa, inclusief de niet-EU-landen, gegroeid van 648 ton in het seizoen 1999-2000226 naar 16.385 ton in het seizoen 2009/2010227. De stijging in de absolute exportomvang met

222 Willer e.a. (2011): 192.

223

UNEP-UNCTAD Capacity Building Task Force on Trade, Environment and Development (2008): 12.

224 Vrolijk (2001a).

225 Willer e.a. (2011): 183.

226 Agrupación Ecológica y Cultural Chañaralinos Defensores de la Naturaleza (2001), „Producción orgánica: Situación actual‟, http://www.desastre-ecologico.cl/files/produccionorganicach.pps (Geraadpleegd op 20 september 2011): 9.

227 Servicio Agrícola y Ganadero de Chile (2011d), „Estadísticas exportaciones productos orgánicos 2009-2010‟,

http://www.sag.cl/common/asp/pagAtachadorVisualizador.asp?argCryptedData=GP1TkTXdhRJAS2Wp3v88h Au9VKbBhfCckml9EkwRPlU%3D&argModo=&argOrigen=BD&argFlagYaGrabados=&argArchivoId=345 62 (Geraadpleegd op 20 september 2011): 1-8.

ongeveer 2.500 procent vertaalt zich ook naar het aandeel van de Europese afzetmarkt in de totale export cijfers van het land. In het seizoen 1999-2000 betrof het Europese aandeel in de totale biologische export van Chili 34,7 procent.228 Dit is gedurende het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw gestegen naar 59,1 procent in het seizoen 2009/2010.229 Dit houdt in dat het aandeel van de Europese export in de totale biologische exportcijfers van Chile is gestegen met meer dan 70 procent.

Door deze stijging benadert Chili de exportverdeling van Argentinië dat het aandeel van de Europese export in de totale biologische exportomvang zag teruglopen van 79,0 procent (20.328 ton) in 1999230 naar 59,7 procent (73.733 ton) in 2009.231 De daling van het Europese aandeel in de totale biologische export valt echter te verklaren door het feit dat Argentinië al in de jaren negentig succesvol was in het opzetten van een certificatiesysteem dat door de Europese Commissie als equivalent werd beschouwd aan de Europese standaarden. Omdat Argentinië één van de weinige landen van het zuidelijk halfrond was dat werd toegelaten tot de lijst van derde landen onder artikel 11(6) van Verordening (EG) nr. 2092/91, wist het land een voorsprong te nemen op de export van seizoensgebonden producten naar de Europese Unie. Nu ook andere landen tot deze lijst van derde landen zijn toegetreden en het aantal importvergunning toeneemt, verliest Argentinië deze koppositie langzamerhand. Desondanks exporteert Argentinië in absolute zin echter nog altijd ruim viereneenhalf keer zoveel biologische producten naar Europa dan Chili.

De groei in de absolute biologische exportcijfers naar Europa vertaalt zich naar het aantal importvergunningen dat is aangevraagd en toegewezen aan Europese bedrijven die importeren uit Chili. Terwijl in 2000 er door de Europese Unie 13 vergunningen voor biologische import uit Chili waren afgegeven, is het aantal afgegeven importvergunningen gestegen tot 43 in 2010.

228

Agrupación Ecológica y Cultural Chañaralinos Defensores de la Naturaleza (2001): 9.

229 Servicio Agrícola y Ganadero de Chile (2011d): 1-8.

230 Vrolijk, B. (2001b), „Argentina‟, in: P. Liu, I. Boto, R. Kortbech-Olesen, B. Vrolijk en P. Pilkauskas (2001), „World markets for organic fruit and vegetables: Opportunities for developing countries in the production and export of organic horticultural products‟,

http://www.fao.org/docrep/004/y1669e/y1669e00.htm#Contents (Geraadpleegd op 20 september 2011). 231 Dirección Nacional de Fiscalización Agroalimentaria e.a. (2010): 24-27.

Land Aantal importvergunningen 2000 2010 Verschil Brazilië 56 108 +93% Ecuador 9 83 +822% Bolivia 35 50 +43% Chile 13 43 +231% Paraguay 27 41 +52% Colombia 19 33 +74% Uruguay 2 3 +50%

Tabel 2: Importvergunningen voor exporteurs van biologische producten onder artikel 11(6) van Verordening (EG) nr. 2092/91 en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 834/2007232

3.4. Conclusie

Ondanks de intenties uit het overheidsprogramma van Chili om de agrarische sector verder te ontwikkelen, hebben de overheidsmaatregelen zoals omschreven in dit hoofdstuk niet geleid tot toelating van het land tot de lijst van derde landen van de Europese Unie. Het feit dat Chili niet is toegelaten kan echter niet volledig worden toegeschreven aan de problemen en vertraging van Chili in het implementeren van een wettelijk certificatiesysteem en bijbehorende biologische standaarden. De equivalentievoorwaarde van de Europese Unie voor het certificatiesysteem van derde landen wordt namelijk niet gestaafd door objectieve meeteenheden. Hierdoor wordt de equivalentie van een certificatiesysteem van een niet-EU-land door de Europese Commissie per casus behandeld en zijn niet-EU-landen daardoor afhankelijk van overeenstemming binnen de Europese Commissie over een eventuele toelating.

Ondanks dat Chili niet is toegelaten tot de lijst van derde landen, is de export van biologische producten uit Chili naar de Europese Unie weldegelijk toegenomen. Dit komt tot uiting in zowel de absolute exportcijfers als de toename van het aantal importvergunningen. De relatief hogere stijging van de absolute exportcijfers (+2.500 procent) ten opzichte van het aantal toegewezen importvergunningen (+243 procent), houdt

232

Europese Commissie (2011), List of inspection bodies operating in third countries, inspecting the exporters involved in imports from third countries according to article 11(6) of Council Regulation (EEC) N° 2092/91‟,

http://agricultura-ecologica.com/attachments/058_110124_ListaOrganismosControlTercerosPaises.pdf

in dat de gemiddelde exportomvang per afgegeven importvergunning is toegenomen. Dit suggereert dat over het algemeen alleen grootschalige telers met voldoende (financiële) middelen hebben kunnen profiteren van de groeiende afzetmarkt voor biologische producten in de Europese Unie. Dit correleert met het Chileense overheidsbeleid om telers te stimuleren zich te houden aan de binnenlandse biologische standaarden waardoor product

upgrading door het voldoen aan de biologische standaarden van de Europese Unie beperkt

is gebleven. De handelsbevorderende rol van Chili voor het stimuleren van de export naar de Europese Unie heeft zich bovendien beperkt tot handelsmissies voor grootschalige telers. Omdat de effectiviteit van de handelsmissies wordt betwist kan echter niet met volle zekerheid gesteld worden dat het beleid heeft geleid tot functionele upgrading van deze telers.

Zolang Chileense telers nog via de „achterdeur procedure‟ dienen te exporteren, waarbij de buitenlandse inspectie- en certificatieorganisaties barrières blijven opwerpen in de vorm van onder andere hoge certificatiekosten, zullen alleen grootschalige telers die de middelen bezitten om de certificatietarieven te betalen en biologische procedures op een juiste wijze kunnen implementeren hun producten kunnen afzetten op de Europese markt. Voor kleinschalige telers blijft de mogelijkheid tot upgrading binnen de biologische keten echter beperkt waardoor zij voor hun afzet van biologische producten zijn veroordeeld tot de binnenlandse markt. Zodoende heeft het overheidsbeleid van Chili in het algemeen niet geleid tot upgrading in het productienetwerk waardoor, vertaald naar de mondiale waardeketen-benadering, er nog steeds sprake is van een captieve waardeketen waarin door middel van certificatiestandaarden en -procedures invloed wordt uitgeoefend op de positie van producenten.

Conclusie

De biologische landbouwsector heeft sinds de jaren tachtig een snelle ontwikkeling doorgemaakt. De biologische landbouw is ontstaan op basis van particulier initiatief en de sector heeft in eerste instantie zelf regels opgesteld voor productie en verwerking van biologische producten, oftewel private governance in de vormgeving van het productienetwerk. Pas later zijn overheden, vaak op verzoek van de sector en de consument, wettelijke regels gaan opstellen (institutionele governance). Zo ook binnen de Europese Unie waar de Europese Commissie vanaf het begin van de jaren negentig communautaire regelgeving heeft geïntroduceerd op het terrein van de biologische landbouw. Het opstellen van gemeenschappelijke regelgeving binnen de Europese Unie heeft geleid tot harmonisatie van de standaarden voor productie en verwerking van biologische producten wat de handel tussen de verschillende landen van de Europese Unie heeft bevorderd.

De complexiteit van de certificatieprocedures en de verplichting voor veel ontwikkelingslanden om gebruik te maken van buitenlandse inspectie- en certificatieorganisaties (de „achterdeur‟-procedure van de Europese Unie), hebben echter geleid tot een situatie waarin voornamelijk kleinschalige telers in ontwikkelingslanden worden geconfronteerd met barrières in de vorm van hoge certificatietarieven, ingewikkelde documentatievereisten en ontoepasbare biologische productie- en verwerkingsstandaarden. Dit houdt in dat de mogelijkheden tot product upgrading, oftewel het overschakelen naar biologische producten die kunnen worden afgezet in de Europese Unie, zeer onwaarschijnlijk wordt. Zodoende wordt de kritiek op de mondiale waardeketenbenadering dat contextuele factoren weldegelijk een rol spelen bevestigd. Niet-economische actoren kunnen via standaarden en regelgeving vorm geven aan de geografie en configuratie van de waardeketen, en zijn sterk van invloed op de mate waarin verschillende actoren profiteren van deelname aan de waardeketen.

De invloed van niet-economische actoren op de vormgeving van waardeketens wordt bevestigd in de positie van Chileense telers. Ondanks de introductie van een wettelijk certificatiesysteem en bijbehorende biologische standaarden Chili, is Chili nog altijd veroordeeld tot de „achterdeur‟-procedure van de Europese Unie. Doordat de equivalentievoorwaarde van de Europese Unie voor het biologische certificatiesysteem van derde landen niet wordt gestaafd door objectieve meeteenheden, is Chili afhankelijk van

overeenstemming binnen de Europese Commissie over een eventuele toetreding tot de lijst. Doordat de Europese Commissie echter erg terughoudend is in het toelaten van nieuwe landen tot de lijst in vergelijking met de jaren negentig, wat tot uiting komt in de beperkte uitbreiding van de lijst in de onderzoeksperiode ondanks tientallen aanvragen daartoe, is Chili veroordeeld tot het verkrijgen van importvergunningen van individuele lidstaten.

Om ondanks het uitblijven van de toetreding tot de lijst van derde landen de toegang van Chileense telers tot de Europese afzetmarkt te garanderen, is het van belang het certificatieproces te faciliteren en telers te stimuleren om aan de Europese standaarden te voldoen. Het Chileense overheidsprogramma heeft zich in de periode tussen 2000 en 2010 echter beperkt tot het ontwikkelen van het juridische kader van het nationale certificatiesysteem en het stimuleren en faciliteren van de naleving van de binnenlandse biologische standaarden. Hierdoor heeft het overheidsprogramma niet geleid tot de product

upgrading van de positie van de naar de Europese Unie-exporterende teler binnen het

biologische productienetwerk. Zodoende hebben over algemeen gezien alleen grootschalige telers met voldoende (financiële) middelen kunnen profiteren van de groeiende afzetmarkt voor biologische producten in de Europese Unie. De handelsbevorderende rol die de Chileense overheid hierin heeft gehad middels handelsmissies wordt bovendien in twijfel getrokken waardoor niet met volle zekerheid gesteld kan worden dat het Chileense beleid heeft geleid tot functionele upgrading van de naar de Europese Unie-exporterende telers.

De hoofdvraag en de hypotheses die aan de grondslag lagen van dit onderzoek zijn aan de hand van bovenstaande conclusies met enige terughoudendheid te beantwoorden. De maatregelen uit het overheidsprogramma van het ministerie van Landbouw in Chili hebben alleen geleid tot product upgrading van telers naar productie conform de binnenlandse standaarden. Doordat het binnenlandse certificatiesysteem niet als equivalent wordt beschouwd door de Europese Commissie zijn binnenlandse telers voor de export naar de Europese Unie daarom nog altijd veroordeeld tot buitenlandse inspectie- en certificatieorganisaties en afhankelijk van importvergunningen van individuele lidstaten. Zolang het Chileense certificatiesysteem als niet-equivalent wordt beoordeeld door de Europese Commissie zal er daarom maar in beperkte mate sprake zijn van functionele

De aanbeveling die uit deze scriptie voortkomt is verder onderzoek te verrichten naar de terughoudendheid van de Europese Commissie met betrekking tot het toelaten van nieuwe landen tot de „voordeur‟-procedure en de invloed van lobbygroepen (bijvoorbeeld Europese telerassociaties) en nationale overheden op dit standpunt. Onderzoek hiernaar is van belang vanwege de centrale rol van de equivalentievoorwaarde in het certificatieproces en de vormgeving van het biologische productienetwerk, en de uiteindelijke invloed van de procedure op de positie van biologische telers in ontwikkelingslanden.

Literatuurlijst

Agrupacíon de Agricultura Orgánica de Chile A.G. (2009), „Invitación Biofach 2010‟, http://aaoch.cl/node/749 (Geraadpleegd op 25 september 2011).

Agrupación de Agricultura Orgánica de Chile A.G. en ProChile (2003), El mercado de

productos orgánicos en la Unión Europea. Oportunidades y desafíos para Chile,

ProChile (Santiago).

Agrupación Ecológica y Cultural Chañaralinos Defensores de la Naturaleza (2001), „Producción orgánica: Situación actual‟,

http://www.desastre-ecologico.cl/files/produccionorganicach.pps (Geraadpleegd op 20 september 2011).

Algra, J. en M. Rijninks (2000), Small farmers and organic certification: A problem

inventory, Novo Trade (Rhenen).

Altenburg, T. (1999), „How to promote clusters: Policy experiences from Latin America‟,

World Development, 27 (9): 1693-1713.

Alvarez, R. (2004), „Sources of export success in small- and medium-sized enterprises: The impact of public programs, International Business Review 13 (2004): 399. Asia-Pacific Economic Cooperation (2009), Report on APEC regional development of

organic agriculture in term of APEC food system and market access, ATCWG

Focal Point of Viet Nam (Hanoi).

Axmann, P. (2010), „Progress with the new EU import regime‟, European Organic

Congress 2010.

Bair, J. (2005), „Global capitalism and commodity chains: Looking back, going forward‟,

Competition and Change, 9 (2): 153-180.

Banco Central de Chile (2011), „Unidad de fomento UF‟,

http://www.bcentral.cl/estadisticas-economics/series-indicadores/xls/UF.xls (Geraadpleegd op 5 oktober 2011).

Barrett, H.R., A.W. Browne, P.J.C. Harris en K. Cadoret (2002), „Organic certification and the UK market: Organic imports from developing countries‟, Food Policy, 27: 301-318.

Barrientos, S., C. Dolan en A. Tallontire (2003), „A gendered value chain approach to codes of conduct in African horticulture‟, World Development, 31 (9): 1511-1526. Benavente, J.M. (2005), „Wine production in Chili‟, in V. Chandra (2005), Technology,

adaption and exports: How some developing countries got it right, Wereldbank

(Washington).

Blowfield, M. (1999), „Ethical trade: A review of developments and issues‟, Third World

Quarterly 20 (4): 753-770.

Bolwig, S., S. Ponte, A. du Toit, L. Riisgaard en N. Halberg (2008), „Integrating poverty, gender and environmental concern into value chain analysis: A conceptual

Borregaard, N., G. Geisse, A. Dufey en J. Ladron de Guevara (2002), Green markets:

Often a lost opportunity for developing countries‟, International Institute for

Sustainable Development (Winnipeg).

Buck, D. C. Gerz en J. Guthman (1997), „From farm to table: The organic vegetable commodity chain of Northern California‟, Sociologia Ruralis, 37 (1): 3-19. Cederberga, P. (2009), „Potential for organic Chilean wine‟, in: J.G. Gustafssonb en A.

Mårtenssona, Acta Agriculturae Scandinavica, Section B - Soil & Plant Science, 59 (1): 19-32.

Codex Alimentarius Commission (2011), Procedural manual, Secretariaat van de Gezamelijke FAO/WHO Voedselstandaardenprogramma (Rome).

Corporación de Fomento de la Producción de Chile (2009), „CORFO impulsa mejoras de gestión para la agricultura orgánica‟,

http://www.corfo.cl/corfo_det_20100325170109.aspx?glb_cod_portal=20091216 121252&glb_cod_zona=20091217103516&glb_cod_contenido=2010032516595 1 (Geraadpleegd op 20 september 2011).

Corporación de Fomento de la Producción de Chile (2011), „Líneas de apoyo‟, http://www.corfo.cl/lineas_de_apoyo (Geraadpleegd op 20 september 2011). Dimitri, C. en L. Oberholtzer (2005), EU and U.S. organic markets face strong demand

under different policies, United States Department of Agriculture (Washington).

Dirección Nacional de Fiscalización Agroalimentaria, Dirección de Calidad

Agroalimentaria en Coordinación de Productos Ecológicos (2001), „Situación de la producción orgánica en la Argentina durante el año 2000‟, Servicio Nacional de

Sanidad y Calidad Agroalimentaria (Buenos Aires).

Dolan, C., J. Humphry en C. Harris-Pascal (1999), „Horticulture commodity chain: The impact of the UK market on the African fresh vegetable industry‟, IDS Working

Paper, 96: 1-39.

Eguillor Recabarren, P. (2007), „Agricultura orgánica: Comenzó la implementación de la ley 20.089‟,

http://www.chilepotencialalimentaria.cl/content/view/92010/ODEPA-Dinamica-productiva-y-comercial-octubre-2007.html (Geraadpleegd op 21 september

2011).

EMG Consultores (2007), Estudio del mercado nacional de agricultura organica, Oficina de Estudios y Políticas Agrarias (Santiago).

Encyclopædia Britannica (2010), „Guano‟, Encyclopædia Britannica Online (Geraadpleegd op 5 Augustus 2011).

Escudero, S. (2001), „International protection of geographical indications and developing countries‟, South Centre T.R.A.D.E. Working Papers, 10: 1-49.

Europese Commissie (1991), „Council Regulation (EEC) No. 2092/91 of 24 June 1991 on organic production of agricultural products and indications referring thereto on agricultural products and foodstuffs‟, Official Journal of the European

Communities, L198: 1-101.

Europese Commissie (2002), „Consolidated version of the Treaty establishing the

European Community‟, Official Journal of the European Communities, C325: 33-184.

Europese Commissie (2006), „Council Regulation (EEC) No. 2092/91 of 24 June 1991 on organic production of agricultural products and indications referring thereto on agricultural products and foodstuffs‟, Official Journal of the European

Communities, L198: 1-95.

Europese Commissie (2007), „Council Regulation (EC) No 834/2007 of 28 June 2007 on organic products and labeling of organic products and repealing Regulation (EEC) No 2092/91‟, Official Journal of the European Union, L189: 1-23. Europese Commissie (2008), „Commission Regulation (EC) No 1235/2008 of 8

December 2008 laying down detailed rules for implementation of Council

Regulation (EC) No 834/2007 as regards the arrangements for imports of organic products from third countries‟, Official Journal of the European Union, L334: 25-52.

Europese Commissie (2010), „Import authorisations for products from third countries according to Art. 19 of Reg. (EC) No 1235/2008 laying down rules for the implementation of Reg. (EC) No 834/2007 which repealed Reg. (EEC) No 2092/91 including Art. 11(6) on import authorisations‟,

http://ec.europa.nu/agriculture/ofis_public/pdf/r9_2010_en.pdf (Geraadpleegd op 21 september 2011).

Europese Commissie (2011), „List of inspection bodies operating in third countries, inspecting the exporters involved in imports from third countries according to article 11(6) of Council Regulation (EEC) N° 2092/91‟,

http://agricultura-ecologica.com/attachments/058_110124_ListaOrganismosControlTercerosPaises .pdf (Geraadpleegd op 21 september 2011).

Fakude, G. (2001), „Export linkage-upgrading or downgrading furniture firms?‟, http://sds.ukzn.ac.za/files/rr38.pdf (Geraadpleegd op 23 juli 2010).

Finger, J.M. en P. Schuler (2000), „Implementation of Uruguay Round commitments: The development challenge‟, World Economy, 23: 511-525.

Food and Agriculture Organisation, International Trade Centre en Technical Centre for Agricultural and Rural Co-operation (2001), World markets for organic fruit and

vegetables. Opportunities for developing countries in the production and export of organic horticultural products, FAO, ITC en CTA (Rome).

Fuchs, N. (2000), „Development of standards nowadays and in the future‟, in: Alföldi, T., W. Lockeretz en U. Niggli (2000), IFOAM 2000 - The world grows organic:

Proceedings of the 13th international IFOAM scientific conference, International

In document Upgrading in het productienetwerk: (pagina 69-88)