• No results found

Bijlage 1a: Vragenlijst Nextdoor

Bijlage 2: Omschrijving factoren in de vragenlijsten

Risicofactoren

De risicofactoren gaan in op een beoordeling van het risico van wateroverlast door hevige regenval door de geënquêteerde. Ten eerste gaat het hierbij om de inschatting van de kans en het gevolg die samenhangen met het risico. Dit wordt gedaan door de kans en het gevolg van het risico te vergelijken ten opzichte van risico’s bij vijf andere gebeurtenissen. Deze andere gebeurtenissen zijn: een overstroming vanuit de zee, een overstroming vanuit een rivier, een aardbeving, een chemisch ongeval in de industrie en een verstoring van de

elektriciteitsvoorziening. Men is gevraagd om de risico’s op volgorde te zetten van meest kansrijk naar minst kansrijk en van meeste gevolgen naar minste gevolgen. De verschillende risico’s zijn overgenomen uit het Nationaal Veiligheidsprofiel 2016 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (2016). Om deze inschatting te toetsen is het noodzakelijk om de zes verschillende risico’s ten opzichte van elkaar op volgorde te zetten (voor

beoordeling zie Tabel B2.1). De volgorde van de gebeurtenissen is als volgt: Volgorde kans: (meest kansrijk naar minst kansrijk)

1. Extreem weer (hevige regenval) / Verstoring elektriciteitsvoorziening 2. Extreem weer (hevige regenval) / Verstoring elektriciteitsvoorziening 3. Overstroming (rivier) / Aardbeving

4. Overstroming (rivier) / Aardbeving 5. Chemisch ongeval industrie

6. Overstroming (zee)

Volgorde gevolg: (grootste gevolgen naar kleinste gevolgen) 1. Overstroming (zee)

2. Overstroming (rivier)

3. Verstoring elektriciteitsvoorziening 4. Extreem weer (hevige regenval) 5. Chemisch ongeval industrie 6. Aardbeving

106 Tabel B2.1

Beoordeling positie verschillende risico’s ten opzichte van kans en gevolg (Gebaseerd op Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2016).

Ten tweede gaat het binnen de risicofactoren om een verwachting van de bedreiging van het risico. Gevraagd is in hoeverre verwacht wordt dat de gezondheid bedreigd wordt door hevige regenval en in hoeverre verwacht wordt wat de kans is dat de gehele

samenleving schade ondervindt door hevige regenval. In de enquête die is uitgezet via Nextdoor kon men antwoord geven door middel van een 5-punts Likertschaal van zeer onwaarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk. In de enquête die is uitgezet via het Brabantpanel kon men antwoord geven aan de hand van vier antwoorden. De middelste categorie (noch waarschijnlijk, noch onwaarschijnlijk) is in deze vragenlijst weggehaald. Om de

verschillende resultaten met elkaar te kunnen vergelijken worden de antwoorden samengevoegd. De middelste categorie uit de Netxdoor-enquête blijft behouden.

Ten derde gaat het binnen de risicofactoren om de bezorgdheid over het risico. In de enquête gaan twee vragen over de bezorgdheid van het risico. Aangegeven kon worden in hoeverre men bezorgd is over de gevolgen van hevige regenval ten aanzien van de woning. Ook hier kon men, in de Nextdoor-enquête, antwoord geven door middel van een 5-punts Likertschaal van onbezorgd tot bezorgd. In de enquête van het Brabantpanel waren de

antwoordcategorieën anders ingedeeld, namelijk: ‘geen zorgen’, ‘enige zorgen’, ‘veel zorgen’

Risico Positie Kans Positie Gevolg

1 Overstroming (Zee)

worst case scenario

6 zeer onwaarschijnlijk 1 catastrofaal 2 Overstroming (Rivier) maatgevend scenario 3 enigszins waarschijnlijk 2 ernstig

3 Extreem weer (hevige regenval)

worst case scenario

1 waarschijnlijk 4 ernstig 4 Aardbeving maatgevend scenario 3 enigszins waarschijnlijk 6 beperkt

5 Chemisch ongeval industrie

impact score scenario

5 zeer onwaarschijnlijk 5 aanzienlijk 6 Verstoring elektriciteitsvoorziening maatgevend scenario 1 waarschijnlijk 3 ernstig

107

en ‘dat weet ik niet’. Om de resultaten op een zelfde manier te kunnen vergelijken zijn de antwoordcategorieën van de Nextdoor-enquête aangepast zodat ze het zelfde zijn als de antwoordcategorieën in de enquête van het Brabantpanel. De antwoordcategorieën ‘onbezorgd’ en ‘eerder onbezorgd’ zijn getransformeerd naar ‘geen zorgen’, antwoordcategorie ‘eerder bezorgd’ is getransformeerd naar ‘enige zorgen’ en antwoordcategorie ‘bezorgd’ is getransformeerd naar ‘veel zorgen’. Daarnaast is de

antwoordcategorie ‘noch bezorgd, noch onbezorgd’ getransformeerd naar ‘dat weet ik niet’. In de enquête via het Brabantpanel is de middelste antwoordcategorie weggehaald. Ook hier geldt weer dat de antwoorden worden samengevoegd. De middelste categorie uit de Netxdoor-enquête blijft behouden. Daarnaast kon aangegeven worden hoe vaak men bezorgd is over de gevolgen van hevige regenval ten aanzien van de woning. De antwoordcategorieën waren verdeeld over een 5-punts Likertschaal van nooit naar altijd en in beide vragenlijsten zijn deze antwoordcategorieën gehanteerd.

Kennisfactoren

De kennisfactoren gaan in op de kennis van een individu over de mogelijke oorzaak en de impact van een risico en de kennis over welke oplossingen het risico kunnen verminderen. Hierbij zien we de kennisfactoren ook als de kennis over de verantwoordelijkheden. Dit betekent dat, naast invloed op de risicoperceptie, er ook kennisfactoren zijn die invloed hebben op de verwachte verantwoordelijkheden binnen het stedelijke waterbeheer.

De kennisfactoren die de risicoperceptie beïnvloeden zijn opgedeeld aan de hand van de kennisvormen: oorzaakkennis, impactkennis en reactiekennis. Per kennisvorm is een vraag gesteld in de enquête. Ten eerste is gevraagd wat volgens de respondenten de belangrijkste oorzaken van schade aan de woning zijn, als gevolg van hevige regenval (oorzaakkennis). De antwoordcategorieën zijn een aantal oorzaken van overlast en schade door hevige regenval op straat en zijn overgenomen uit de publicatie: ‘Ervaringen met de aanpak van

regenwateroverlast in bebouwd gebied’ van Stichting Rioned (z.d.). In de enquête die is uitgezet via het Brabantpanel zijn de antwoordcategorieën iets gewijzigd. Antwoordcategorie ‘ klimaatverandering’ is er uit gehaald en ‘achterstallig onderhoud aan huis’ en ‘een andere reden, namelijk …’ zijn toegevoegd. Dit is gedaan omdat antwoordcategorie

‘klimaatverandering’ van een ander detailniveau is dan de andere, meer technisch en locatie specifieke, antwoordcategorieën. De antwoorden op beide vragenlijsten worden zonder aanpassing met elkaar vergeleken. Ten tweede is gevraagd in hoeverre schade door hevige regenval wordt verwacht (impactkennis). Antwoord geven was mogelijk door aan te geven

108

hoe vaak schade werd verwacht, in vijf antwoordcategorieën van één keer per half jaar tot minder dan één keer per vijf jaar. Ten derde is er een vraag gesteld over de reactiekennis. Deze vraag ging in op welke maatregel door de respondenten als meest belangrijk werd geacht, het was mogelijk om drie antwoorden te selecteren. De antwoordcategorieën zijn gebaseerd op de ‘maatregelen-toolbox’ van Stichting Amsterdam Rainproof (z.d.). In deze ‘toolbox’ staan een groot aantal maatregelen, welke het verminderen van de risico’s bij hevige regenval moeten bevorderen. Van alle maatregelen is een selectie gemaakt, zodat een overzichtelijke keuzelijst in de enquête is opgesteld.

De kennisfactoren die de verantwoordelijkheden beïnvloeden worden in de enquête gemeten aan de hand van zes vragen. Ten eerste wordt de kennis getoetst aan de hand van een inschatting welke partij de meeste verantwoordelijkheid draagt binnen het stedelijke waterbeheer op het gebied van hevige regenval om schade aan de woning als gevolg van die regenval te voorkomen. De respondenten is gevraagd om de zes ‘partijen’ te rangschikken van meeste verantwoordelijkheid naar minste verantwoordelijkheid. De partijen zijn: de gemeente, de provincie, het waterschap, de verzekeringsmaatschappij, de

wooncorporatie/verhuurder of de persoon zelf. De volgende vier vragen gaan in op: datgene wat volgens het individu meer moet worden gedaan om schade aan de woning, als gevolg van hevige regenval, te voorkomen. Elke vraag ging over een partij, namelijk: de gemeente, de provincie, het waterschap en de persoon zelf. In de enquête die is uitgezet via Nextdoor waren de vragen open vragen. Nadat deze resultaten waren geanalyseerd zijn een aantal antwoordcategorieën opgesteld met de meest genoemde antwoorden. Deze

antwoordcategorieën zijn gebruikt in de enquête die is uitgezet via het Brabantpanel. Voor de verdere analyse zijn de antwoorden uit de ‘Nextdoor-enquête’ ook in deze categorieën

opgedeeld. In de enquête via het Brabantpanel is daarnaast nog een zelfde soort vraag toegevoegd die ging over wat de woningbouwvereniging/verhuurder meer zou moeten doen. Deze vraag, samen met de vraag wat men zelf meer kan doen, kwam in de Brabantpanel- enquête na de demografische vraag over de woonsituatie. Er werd zo gefilterd wie in een koophuis woont en wie in een huurhuis, zodat ook de juiste vraag werd ingevuld over wie wat meer zou moeten doen.

Tot slot de zesde vraag die ingaat op de kennisfactoren die de verwachte verantwoordelijkheden beïnvloeden. Deze vraag ging in op welk type beleid vanuit de gemeente gewenst wordt om schade door hevige regenval aan de woning te voorkomen. De antwoord categorieën zijn: pro-actief beleid vanuit de gemeente, beleid dat inzet op

109

zelforganisatie van inwoners en beleid dat inzet op samenwerking tussen gemeente, bewoners en andere private partijen.

Ervaringsfactoren

De ervaringsfactoren gaan in op de persoonlijke ervaring met overlast of schade door hevige regenval. Dit is gemeten aan de hand van een drietal vragen. Als eerste vraag gaat het om de ervaring met risico’s op het gebied van hevige regenval. Gevraagd is of er ooit sprake is geweest van overlast of schade ten aanzien van de woning. Vier antwoorden waren mogelijk, namelijk: ‘ja, alleen overlast’, ‘ja, zowel overlast als schade’, ‘nee’ en ‘weet ik niet’.

Wanneer het tweede antwoord was ingevuld moest men ook de vraag over hoeveel schade er opgelopen is invullen. Bij alle andere antwoordcategorieën werd deze vraag overgeslagen. Men kon bij de tweede vraag aangeven hoeveel schade er was opgelopen, aan de hand van antwoordcategorieën die een bepaald schadebedrag behelsde. Daarnaast kon worden ingevuld dat het niet meer bekend was hoeveel schade er was geleden. De derde vraag die de

ervaringsfactoren meet gaat over het feit of men ooit heeft moeten evacueren uit de woning als gevolg van hevige regenval.

Sociaal-culturele factoren

De sociaal-culturele factoren gaan in op de sociale normen van een individu en de mate van bereidheid om adaptieve maatregelen toe te passen. Aan de hand van zeven stellingen kunnen de respondenten antwoord geven in hoeverre ze het hier mee eens zijn of niet. Men kon, in de Nextdoor-enquête, antwoord geven aan de hand van een 7-punts Likertschaal van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal niet mee eens’. In de enquête via het Brabantpanel kon antwoord worden gegeven aan de hand van een 5-punts Likertschaal van ‘helemaal eens’ tot ‘helemaal oneens’. De antwoordmogelijkheden ‘enigszins niet mee eens’ en ‘enigszins mee eens’ zijn weggelaten. Om de verschillende resultaten met elkaar te kunnen vergelijken worden de antwoorden van de respondenten die in de enquête via Nextdoor de antwoordmogelijkheden ‘enigszins niet mee eens’ en ‘enigszins mee eens’ ingevuld, respectievelijk verdeeld over de antwoordcategorieën oneens en eens.

Situatie- en demografische factoren

De situatiefactoren gaan in op de locatie van de woning van een individu en welke risico’s hier aanwezig zijn. In de enquête is gevraagd naar de postcode om deze locatie in beeld te krijgen.

110

De demografische factoren dienen voornamelijk als achtergrondvariabelen, waarmee het onderzoek kan worden gecorrigeerd. De vragen gaan in op de leeftijd, het geslacht, de hoogst genoten opleiding, de woonsituatie en het (gezamenlijk) netto gezinsinkomen van een individu. In de enquête via het Brabantpanel zijn deze vragen, op uitzondering van de

woonsituatie en het inkomen, niet gesteld omdat deze standaard gekoppeld zitten aan de antwoorden van de respondenten.

111