• No results found

H7 Conclusies en aanbevelingen

7.2 Aanbevelingen over het inspelen op de bewustzijnskloof

De doelstelling van dit onderzoek beperkt zich niet tot het ontdekken van een

bewustzijnskloof op het gebied van het stedelijk waterbeheer, specifiek bij het beperken van de risico’s van hevige regenval. Het is ook de bedoeling om de achtergrond van deze kloof te ontdekken en hoe hier het beste mee om kan worden gegaan. Hierdoor zullen in deze

paragraaf een aantal aanbevelingen worden gegeven die bij kunnen dragen aan het

verminderen van de bewustzijnskloof op het gebied van stedelijk waterbeheer in het geval van hevige regenval.

De bewustzijnskloof bestaat tussen het bewustzijn van de inwoners en de wens van de beleidsbepalers. Deze kloof betekent dat de verwachting die beleidsbepalers hebben van de inwoners, op het gebied van stedelijk waterbeheer in het geval van hevige regenval, niet overeen komt met het bewustzijn van de inwoners. Dit geldt uiteraard ook andersom, de bewoners hebben bepaalde verwachtingen van de beleidsbepalers die niet stroken met de ideeën van deze beleidsbepalers. Het is voor de beleidsbepalers interessant om te weten op welke manier deze kloof zoveel mogelijk kan worden weggenomen.

Wanneer gekeken wordt naar de samenstelling van de bewustzijnskloof in dit

onderzoek, kan iets worden gezegd over de percepties van de risico’s en de percepties van de verantwoordelijkheden. De percepties van de risico’s worden voornamelijk beïnvloedt door de risicofactoren en de kennisfactoren. Om de risicoperceptie bij de inwoners te vergroten is, op basis van dit onderzoek, vast te stellen dat meer kennis van het risico, het vergroten van de bezorgdheid over het risico en het gevoel van bedreiging van het risico lijdt tot een hogere perceptie van de risico’s. Een hoger perceptie van het risico lijdt dan weer tot een hoger bewustzijn en dus een kleinere bewustzijnskloof. De beleidsbepalers doen er verstandig aan

81

om op deze punten actie te ondernemen om de risicoperceptie van de inwoners te vergroten. De perceptie van de verantwoordelijkheden wordt voornamelijk beïnvloedt door de

kennisfactoren en de mate van bereidheid. Een betere perceptie van de

verantwoordelijkheden lijdt tot een hoger bewustzijn van de inwoners. Om dit te realiseren moeten de beleidsbepalers met name inzetten op de kennis van de verantwoordelijkheden. Wanneer deze kennis duidelijk is, weet men wie verantwoordelijk is en zal dit ten goede komen aan het bewustzijn en dus een afname van de bewustzijnskloof.

Zoals het onderzoek heeft aangetoond is het bewustzijn van de risico’s en

verantwoordelijkheden, binnen het stedelijk waterbeheer bij hevige regenval, niet hoog bij de inwoners van de provincie Noord-Brabant. Aangetoond is dat op een plek waar de risico’s hoger zijn men een hoger bewustzijn heeft. Het lijkt er op dat de kennis van de risico’s, bij de inwoners, resulteert in een hoger bewustzijn en dus een afname van de bewustzijnskloof. Dit komt ook overeen met het feit dat de kennisfactoren een belangrijke invloed hebben op de risicoperceptie en de verantwoordelijkheidsperceptie. De beleidsbepalers doen er verstandig aan om het beleid zo op te stellen dat de risico’s op het gebied van hevige regenval in beeld zijn en dat hierover goed wordt gecommuniceerd met alle private partijen. Daarnaast geven de gemeenteambtenaren in dit onderzoek aan, dat de burger in de toekomst steeds meer verantwoordelijkheid dient te nemen om de risico’s te verminderen. Wanneer gekeken wordt naar welk type beleid volgens de inwoners moet worden nagestreefd, geeft een groot deel van de respondenten aan dat de gemeente moet inzetten op een samenwerking tussen publieke- en private partijen. Het is noodzakelijk dat een gemeente hier op een goede manier mee omgaat, zodat de burgers niet voor het blok worden gezet wanneer van hen verwacht wordt dat ze actie ondernemen om de risico’s te verminderen. Wellicht is met beleid, wat een

transformatie naar meer verantwoordelijkheid voor de burger voor ogen heeft, verstandig om een overgangsperiode in acht te nemen waarin eerst wordt samengewerkt met private

partijen. Zo kunnen de inwoners worden geholpen om de adaptieve maatregelen toe te passen op privéterrein. Uit het onderzoek is tevens gebleken dat het streven naar meer

zelfredzaamheid van de private partijen niet lijdt tot een afname van de bewustzijnskloof. De beleidsbepalers doen er dus verstandig aan om het type beleid goed te overwegen en niet direct in te zetten op volle verantwoordelijkheid voor de inwoners.

De verwachting die men heeft over welke partij verantwoordelijk is voor het

verminderen van de risico’s op het gebied van hevige regenval strookt eveneens niet met de daadwerkelijke verantwoordelijkheidsverdeling. Over het algemeen is men zich er niet van bewust dat een perceeleigenaar in eerste instantie verantwoordelijk is voor het doelmatig

82

inzamelen en verwerken van het regenwater. Om de bewustzijnskloof te verkleinen lijkt het zeer nuttig om meer duidelijkheid te geven over wie waar verantwoordelijk voor is. Men ziet, in het grootste geval, het rioolstelsel als belangrijkste reden dat er sprake is van

regenwateroverlast. Te lage capaciteit en slecht onderhoud van het rioolstelsel worden gezien als de belangrijkste oorzaken voor wateroverlast. Daarnaast zien de meeste inwoners, als het gaat om maatregelen die de risico’s moeten verminderen, het vergroten van het riool en beter onderhoud aan het riool als de belangrijkste maatregelen. Men lijkt nog in grote mate uit te gaan van het klassieke stedelijke waterbeheer, waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor een verwerking van het regenwater (via het riool). Aangezien visies en experts aangeven dat enkel uitgaan van het rioolstelsel niet meer toereikend is bij de steeds meer voorkomende hevige regenval, is het noodzakelijk dat het voor inwoners duidelijk wordt waar de

verantwoordelijkheden liggen en wat effectieve maatregelen zijn. Overheidspartijen zullen zich moeten inzetten om deze verantwoordelijkheden en kennis over de effectieve

maatregelen binnen het stedelijk waterbeheer duidelijker te maken bij private partijen. Het onderzoek toont aan dat inwoners het in zekere mate niet zien zitten om de door

beleidsbepalers veel genoemde maatregelen zoals het ontharden van de tuin, regentonnen en groene daken toe te passen. Het is dus noodzakelijk dat er wordt ingezet op meer kennis voor de inwoners over de effectiviteit en de haalbaarheid van de maatregelen. Het lijkt

ingewikkeld op welke manier dit het beste kan worden gedaan. De inwoners zien zowel het stimuleren door subsidies of het afdwingen door restricties niet zitten om maatregelen toe te passen.

Met dit onderzoek is aangetoond dat er een bewustzijnskloof bestaat tussen de inwoners en de beleidsbepalers op het gebied van de risico’s en verantwoordelijkheden binnen het stedelijk waterbeheer bij hevige regenval. Het is belangrijk dat deze kloof wordt weggenomen. De beleidsbepalers doen er verstandig aan het beleid zo op te stellen dat het inzet op een geleidelijke overgang waarbij burgers zich meer bewust moeten worden van de eigen verantwoordelijkheid binnen dit thema. Het beleid en de communicatie moet zoveel mogelijk inzetten op meer kennisoverdracht over de risico’s en de gevolgen van hevige regenval en de verantwoordelijkheden binnen het stedelijk waterbeheer. Op deze manier zou, volgens dit onderzoek, het bewustzijn van de inwoners (in Noord-Brabant) moeten toenemen en de bewustzijnskloof moeten verkleinen.

83 7.3 Reflectie van het onderzoek

Getracht is om met het onderzoek aan te tonen dat er een bewustzijnskloof is op het gebied van stedelijk waterbeheer bij hevige regenval tussen inwoners en beleidsbepalers. Aan de hand van een enquête kon de risicoperceptie en de verantwoordelijkheidsperceptie worden getoetst. Het bleek echter wel ingewikkeld om deze vormen van perceptie te toetsen op de factoren die het meeste invloed hebben. Hoewel er op basis van de theorie een conceptueel model was opgesteld, bleken in dit onderzoek veel factoren geen significant verband te hebben met de vormen van perceptie. Toch lijkt het zo te zijn dat een aantal logische factoren een belangrijke invloed hebben op hoe men de risico’s en verantwoordelijkheden percipieert. Het kan interessant zijn om deze factoren verder te onderzoeken. De kennis achter deze factoren is nu voornamelijk gebaseerd op de resultaten van de enquête, maar wellicht is het interessant om door middel van een kwalitatieve onderzoeksbenadering meer achtergrond over deze factoren te verkrijgen.

Binnen het onderzoek is de analyse die is ingegaan op de plaats-specifieke hypothesen het moeilijkst uitvoerbaar gebleken. Het bleek erg lastig om geschikte data te verzamelen over de daadwerkelijke risico’s en de ervaringen met hevige regenval. Daarnaast was de beschikking over het aantal respondenten binnen de twee gemeenten gering. De plaats-

specifieke analyse had van meer waarde kunnen zijn als er betere data beschikbaar was en het aantal respondenten hoger was. In de toekomst is het wellicht interessant om een betere vergelijking te maken tussen twee of meerdere steden. Om zo de hypothesen beter te kunnen toetsen en een bewustzijnskloof beter te kunnen begrijpen. Hiervoor is het noodzakelijk dat er betere data beschikbaar komt over de daadwerkelijke risico’s van hevige regenval en dat er beter wordt bijgehouden wanneer er sprake is van schade of overlast door hevige regenval.

Het onderzoek heeft in zekere mate aangetoond dat er een bewustzijnskloof bestaat op het gebied van stedelijk waterbeheer bij hevige regenval. Aan de hand van een enquête is aangetoond dat men in de provincie Noord-Brabant de risico’s en de verantwoordelijkheden binnen dit thema niet goed inschat, waardoor er een bewustzijnskoof ontstaat. Hoewel in dit onderzoek al een aanzet wordt gegeven om deze kloof te doen afnemen, lijkt het erop dat er nog veel meer relaties zijn die het interessant maken om te onderzoeken voor het afnemen van de bewustzijnskloof. Wanneer de kloof kan worden geminimaliseerd is het mogelijk dat private en publieke partijen hun verantwoordelijkheden binnen het stedelijk waterbeheer nemen en dat schade en overlast als gevolg van hevige regenval tot een minimum beperkt kan worden.

84

Literatuur

Aerts, J., Botzen, W., Veen, A., Krywkow, J., & Werners, S. (2008). Dealing with uncertainty in flood management through diversification. Ecology and Society,

13(1): 41.

Alexander, E. (2002). The public interest in planning: From legitimation to substantive plan evaluation. Planning Theory, 1(3), p. 226-249.

Baan, P., & Klijn, F. (2004). Flood risk perception and implications for flood risk

management in the Netherlands. International Journal of River Basin Management,

2(2), p. 113-122.

Beenen, T. (2014) Assetmanagement en stedelijk waterbeheer. Stichting RIONED. Bergsma, E., Gupta, J., & Jong, P. (2012). Does individual responsibility increase the

adaptive capacity of society? The case of local water management in the Netherlands.

Resources, conservation and recycling, 64, p. 13-22.

Bočkarjova, M., Geurts, P., Oosterhaven, M., & van der Veen, A. (2009). Burgers en

waterveiligheid: risicopercepties en betalingsbereidheid. ITC Working Papers Series

paper No 4-November.

Boer, J. de., Botzen, W., & Terpstra, T. (2016). Flood risk and climate change in the Rotterdam area, The Netherlands: enhancing citizen's climate risk perceptions and prevention responses despite skepticism. Regional environmental change, 16(6), p. 1613-1622.

Boholm, Å. (1998). Comparative studies of risk perception: a review of twenty years of

research. Journal of Risk Research, 1(2), p. 135-163.

Brugge, R. van der. (2009). Transition dynamics in social-ecological systems: the case of

Dutch water management.

Brun, W. (1994). Risk perception: Main issues, approaches and findings. Subjective

probability, p. 295-320.

Burn, D. (1999). Perceptions of flood risk: a case study of the Red River flood of 1997.

Water Resources Research, 35(11), p. 3451-3458.

Climate Adaptation Services. (2017). Klimaateffectatlas. Geraadpleegd op 4 mei 2017, van http://www.klimaateffectatlas.nl/nl/

Deltaprogramma, (2012). 155 Maatregelen factsheets. Geraadpleegd op 17 September 2016, van: https://deltaprogramma.pleio.nl/file/download/5210202.

85

De Rechtspraak. (2016). ECLI:NL:RBOBR:2016:3604. Geraadpleegd op 14 april 2017, van https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOBR: 2016:3604

Fatti, C. E., & Patel, Z. (2013). Perceptions and responses to urban flood risk:

Implications for climate governance in the South. Applied Geography, 36, p. 13-22. Gemeente Breda. (2013). Structuurvisie Breda 2030: Keuzes maken in een dynamische

tijd. Breda: Gemeente Breda.

Gemeente ’s-Hertogenbosch. (2009). Waterplan: Waterstad ’s-Hertogenbosch. ’s- Hertogenbosch: Gemeente ’s-Hertogenbosch.

Gemeente ’s-Hertogenbosch. (2014). Ruimtelijke Structuurvisie: Stad tussen Stromen. ‘s- Hertogenbosch: Gemeente ‘s-Hertogenbosch.

Gilissen, H. K. (2013). Adaptatie aan klimaatverandering in het Nederlandse

waterbeheer: Verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid. Deventer: Kluwer.

Guba, E., & Lincoln, Y. (1994). Competing paradigms in qualitative research. Handbook

of qualitative research, 2(163-194), 105.

Heezik, A. van. (2006). Strijd om de rivieren: 200 jaar rivierenbeleid in Nederland. Den Haag/Haarlem: HNT Historische producties in samenwerking met Rijkswaterstaat. Helsloot, I., & Padje, B. van ‘t. (2010). Zelfredzaamheid: Concepten, thema’s en

voorbeelden nader beschouwd. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Hoefeijzers, B. & Moens, M. (2013). Verbreed GRP Breda: Planperiode 2014-2018. Breda: Gemeente Breda.

Kaufmann, M., Priest, S., & Leroy, P. (2016). The undebated issue of justice: silent discourses in Dutch flood risk management. Regional Environmental Change, p. 1- 13.

Kellens, W., Terpstra, T., & De Maeyer, P. (2013). Perception and communication of flood risks: a systematic review of empirical research. Risk Analysis, 33(1), p. 24-49. Klein Tank, A., Beersma, J., Bessembinder, J., van den Hurk, B., & Lenderink, G.

(2014). KNMI’14: klimaatscenario's voor Nederland. De Bilt: KNMI.

Kluck, J., Hogezand, R. van, Dijk, E. van, Meulen, J. van der, & Straatman, A. (2013).

Extreme neerslag: anticiperen op extreme neerslag in de stad. Kenniscentrum

Techniek. Hogeschool van Amsterdam.

KNMI. (2015). KNMI’14-klimaatscenario’s voor Nederland; Leidraad voor

86

KNMI. (2017). Dagwaarden neerslagstations. Geraadpleegd op 4 mei 2017, van http://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/monv/reeksen#Z

Linden, S. van der. (2015). The social-psychological determinants of climate change risk perceptions: Towards a comprehensive model. Journal of Environmental Psychology,

41, p. 112-124.

Luijtelaar, H. van. (2014). Ervaringen met de aanpak van regenwateroverlast in bebouwd

gebied: voorbeelden en ontwikkelingen anno 2014. Ede: Stichting RIONED.

Man, H., & Leenen, E. (2014). Water in de openbare ruimte heeft risico's voor de

gezondheid: een gezondheidsrisicoanalyse voor fonteinen, bedriegertjes, water op straat en water in wadi's. Amersfoort: STOWA.

Nextdoor. (2017). Over Nextdoor. Geraadpleegd op 17 april 2017, van https://nextdoor.nl/about_us/.

OECD. (2014). Water Governance in the Netherlands Fit For the Future? Parijs: OECD Publishing.

Oosterom, E., & Hermans, R. (2013). Riolering in beeld: Benchmark rioleringszorg

2013. Ede: Stichting RIONED.

Paton, D. (2003). Disaster preparedness: a social-cognitive perspective. Disaster

Prevention and Management: An International Journal, 12(3), p. 210-216.

Rayner, S., & Cantor, R. (1987). How fair is safe enough? The cultural approach to

societal technology choice. Risk Anal, 7, p. 3-9.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2016). Nationaal Veiligheidsprofiel

2016. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Saunders, M., Lewis, P., Thornhill, A., Booij, M., Borggreve, A., Booy, A., & Beltman, S. (2015). Methoden en technieken van onderzoek. Pearson Education.

Short Jr, J. (1984). The social fabric of risk: towards the social transformation of risk

analysis. Am. Sociol. Rev., 49(Dec.), p. 711-725.

Sjöberg, L., Moen, B., & Rundmo, T. (2004). Explaining risk perception. An evaluation

of the psychometric paradigm in risk perception research. Trondheim.

Slomp, R. (2012). Overstromingsrisico en waterbeheer in Nederland: De stand van zaken

in 2012. Den Haag: Rijkswaterstaat, Waterdienst.

Slovic, P., Fischhoff, B., & Lichtenstein, S. (1982). "Why study risk perception." Risk

analysis 2(1): p. 83-89.

Slovic, P., Fischhoff, B., & Lichtenstein, S. (1985). Characterizing perceived risk.

87

Slovic, P. (1992). Perception of risk: Reflections on the psychometric

paradigm.

Stichting Amsterdam Rainproof. (z.d.). De maatregelen-toolbox. Geraadpleegd op 19 januari 2017, van https://www.rainproof.nl/toolbox/ maatregelen.

Stichting Rioned. (z.d.). Ervaringen met de aanpak van regenwateroverlast in bebouwd

gebied. Ede: Stichting Rioned.

Stichting Rioned. (2016). Het nut van stedelijk waterbeheer. Ede: Stichting RIONED. STOWA. (2015). Nieuwe neerslagstatistieken voor het waterbeheer: extreme

neerslaggebeurtenissen nemen toe en komen vaker voor. Amersfoort: STOWA.

Terpstra, T. (2008). Publieke percepties van het risico op overstromingen en

wateroverlast. Enschede: Universiteit Twente.

Terpstra, T., & Gutteling, J. (2008). Households' perceived responsibilities in flood risk management in the Netherlands. International Journal of Water Resources

Development, 24(4), p. 555-565.

Unie van Waterschappen. (2014). Scherp aan de wind vooruit!: Bestuursprogramma

2014-2015. Den Haag: Unie van Waterschappen.

Verbond van Verzekeraars. (2015). Klimaatverandering & schadelast. Den Haag: Verbond van Verzekeraars.

Verkerk, J., & van Buuren, M. (2013). Integrated water resources management in the Netherlands. Historical trends and current practices in the governance of integration.

Int J Water Gov, 1(3/4), p. 427-452.

Vries, N. de. (2002). Risico’s en risicoperceptie. Nederlands Tijdschrift voor

Tandheelkunde, 9, p. 203-206.

Wåhlberg, A. (2001). The theoretical features of some current approaches to risk perception. Journal of Risk Research., 237, p. 250.

88

Bijlagen

Bijlage 1a: Vragenlijst Nextdoor ... Blz. 89 Bijlage 1b: Vragenlijst BrabantPanel ... Blz. 98 Bijlage 2: Omschrijving factoren in de vragenlijsten ... Blz. 105 Bijlage 3: Overzicht interviews gemeenteambtenaren ... Blz. 111 Bijlage 4: Frequentietabellen millimeter neerslag in Breda en ’s-Hertogenbosch ... Blz. 116 Bijlage 5: Figuren en tabellen bij regressie analyse risicoperceptie ... Blz. 118 Bijlage 6: Figuren en tabellen bij regressie analyse verantwoordelijkheidsperceptie .. Blz. 121 Bijlage 7: Demografische achtergrond bewustzijn ... Blz. 124

89