Een aantal jaar geleden deed Interpol een informatieverzoek naar aanlei- ding van een melding van de Franse politie die gestolen auto’s met drugs had aangetroffen, waarbij een garage uit de straat in beeld komt. Een ander opsporingsonderzoek richt zich op verdachten die de garage gebruiken om gestolen auto’s van valse kentekenplaten en framenum- mers te voorzien die frauduleus zijn bemachtigd.
Twee jaar later komt er een anonieme melding binnen dat een jongen in een garage in de straat gestolen auto’s omkat. Uit het vervolgonderzoek dat de politie vervolgens instelt komen drie broers in beeld die verdacht wor- den van het plegen van georganiseerde diefstallen. In hetzelfde jaar komt een tip van TCI binnen dat in een garage drugs worden ingebouwd in voer- tuigen. Een drugshond ter plekke treft echter niks aan. Wel start de politie een vervolgonderzoek waar de hoofdverdachte volgens politie-informatie gebruikmaakt van autodieven die overal in Nederland en in België op bestelling auto’s stelen van bepaalde merken en types. In de avonduren worden de auto’s omgekat in een garageruimte van een doe-het-zelfgarage. Per week zouden meerdere auto’s naar Marokko worden verscheept. Een loods op een andere locatie in de notoire straat zou gebruikt worden voor opslag van belastend materiaal als sleutels en kentekenplaten. Valse kente- kenplaten worden bij een drukkerij elders in de stad besteld, het vervalsen van de papieren zou de verdachte zelf doen en een sleutelmaker die sleutels namaakt bevindt zich in notoire straat C. De hoofdverdachte heeft meerde- re antecedenten voor diefstal, heling en wapenbezit. Een tweede verdachte heeft antecedenten voor onder andere plofkraken.
De bovenstaande garage verhuurt net als enkele andere garages in de straat plek- ken aan zelfstandigen en particulieren. Dit zorgt ervoor dat het onduidelijk is wie daadwerkelijk gebruikmaakt van de ruimte en wie bezoeker en wie werk- nemer is, professionals zien steeds wisselende figuren. Ook de rol van de ondernemer bij de criminele activiteiten blijft hierdoor vaag. Zo is de eigenaar van de garage in het hiervoor genoemde voorbeeld een bij de politie bekende beroepscrimineel die geregeld gezien wordt in het gezelschap van andere bekende criminelen, maar die niet als pleger gezien werd bij bovenstaande activiteiten.
Naast omkatten van gestolen auto’s, zien we in de politiesystemen ook ver- schillende registraties terug over de opslag van gestolen auto’s, motoren en scooters die aangetroffen worden in loodsen, garages of de openbare weg.35
Doorgaans is er geen vervolgactie geweest en is niet duidelijk in hoeverre dit samenhangt met georganiseerde diefstal en omkatten. Eén registratie betreft een melding dat iemand een gestolen motor uit een opslagbox in een bestel- busje plaatst; de melder geeft aan dat deze box vaker gebruikt wordt voor de opslag van gestolen goederen. De politie treft inderdaad gestolen motoren aan, maar de drie inzittenden willen niks verklaren, waardoor de achtergronden onduidelijk blijven. De ondernemers en bewoner uit de interviews nemen dit niet waar, maar een bewoner heeft wel vraagtekens bij het eerder genoemde afgesloten laantje met schuurtjes. Naar wat er zich hier allemaal afspeelt is ten tijde van dit onderzoek nog geen nader onderzoek gedaan.
Drugscriminaliteit
Politie en gemeente lopen ook tegen drugsgerelateerde zaken aan, zoals aange- troffen hennepkwekerijen of een grote partij hennep die tijdelijk opgeslagen was in de camper van een ondernemer. In de politiesystemen treffen we ver- schillende registraties aan van drugshandel. Zo meldde zich een anonieme getuige bij het bureau: ‘De man vertelde mij dat er gehandeld wordt in mari- huana, hij ziet vaak mensen komen met vuilniszakken met marihuana erin. Hij weet dat ze daar de hele nacht door bezig zijn, onder andere met dealen.’ (Bron: anonieme melder, BVH)
Een andere politieregistratie betreft een melding die is gedaan bij het buurt- veiligheidsteam van de gemeente door een bewoner. Deze bewoner heeft hen aangesproken om te vertellen dat er ‘auto’s binnenkomen met drugs die in de
Casus A: Walhalla voor autocriminaliteit
––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
garage versneden en herpakt worden voor handel’. Deze bewoner vertelt dat de medewerkers een codewoord hebben voor als de politie komt en dan via de achterzijde vertrekken. Uit de gesprekken met ondernemers/bewoners is dit niet naar voren gekomen. De politie lijkt hier niet echt zicht op te krijgen en we vinden geen vervolgacties terug naar aanleiding van de meldingen. Wel vinden we een registratie over de eigenaar van een handelsonderneming in de notoire straat die verdacht wordt van witwassen en betrokkenheid bij de handel in ver- dovende middelen. Deze liep tegen de lamp toen hij het pand tijdens de ontrui- ming binnen kwam wandelen. Straathandel in drugs vindt volgens een profes- sional van de gemeente en een bewoner ook plaats in de straat. Een bewoner vertelt dat zij dit vaak gezien heeft ’s avonds en dat ‘handel gebeurt in de achter- bak van auto’s’: ‘En die staan daar niet bij hun auto, maar die staan op de hoek te wachten met hun petje en hun tasje en die kijken schuchter om zich heen. Ik weet natuurlijk niet exact wat daar gebeurt en er is ook niemand die mij dat gaat vertellen, maar als je kijkt naar hoe men zich daar beweegt; het zijn altijd korte periodes dat ze daar zijn. Ze staan er eventjes en dan gaan ze weer weg. Hele dikke auto’s staan daar, die worden meestal niet in het straatje geparkeerd.’ (interview gemeente)
Opvallend is dat dit niet terug te vinden is in de systeeminformatie van de politie en ook niet genoemd is in interviews met de politie. Blijkbaar is dit nooit gemeld door bewoners.