• No results found

Vlieghoogte 15 kilometer maximaal

7.3 Nucleaire beloftes aan de NAVO

België is als NAVO-partner toegewijd om zijn principes op het gebied van kernwapens te respecteren. In de aanloop naar de beslissing van de Belgische regering omtrent de vervanging van de F-16 gevechtsvliegtuigen is er de NAVO-top in Brussel. Deze top bespreekt de toekomstige uitdagingen waarmee de NAVO-leden geconfronteerd zullen worden. Een eerste uitdaging is de onvoorspelbaarheid van Rusland, de dreiging tot gebruik van wapens om politieke doelstellingen te behalen ondermijnt de veiligheid van de NAVO- leden. Ook de situatie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika wordt er niet beter op. De toenemende instabiliteit in deze regio’s is een broeihaard voor terrorisme. Als reactie op deze dreigingen zal de NAVO sterker dan ooit samenwerken om de collectieve verdediging te garanderen (NATO, 2018).

34 Het rapport bespreekt de beloftes van de leden om hun nucleaire taken uit te voeren. Het hoofddoel is het onderhouden van een afschrikkingseffect naar vijanden toe. Hierbij voegt NAVO het volgende ‘’ As long as nuclear weapons exist, NATO will remain a nuclear

alliance’’ (NATO, 2018). De strategische nucleaire krachten binnen de NAVO komen van de VS, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Het afschrikkingsmodel steunt op de

vooruitgeschoven nucleaire wapens van de VS in verschillende Europese landen (NATO, 2018). Het is al lang een publiek geheim dat er in België, meer bepaald in Kleine Brogel, Amerikaanse B61-vrijevalbommen opgeslagen liggen. Deze zouden al sinds de Koude oorlog in België liggen ter afschrikking van Rusland. De Belgische regering houdt zich sinds dien aan het “confirm nor deny’ protocol.

Om de geschiedenis te schetsen van de nucleaire wapens in België is het noodzakelijk om terug te keren naar het jaar 1957. In dat jaar beslist de NAVO om nucleaire wapens op te slaan in Europa. Aan de basis van deze beslissing lag de vrees van de NAVO voor de technologische voorsprong van Russische wapens (NATO, 1957). Op 8 mei 1959 komt er een principeakkoord over de Amerikaanse vraag om een depot op te richten voor

kernwapens die bewaakt worden door Amerikaanse troepen. Dit akkoord kwam er op aandringen van minister van Defensie Gilson en eerste minister Gaston Eyskens (Ministerraad, 1959).

In de jaren die hierop volgen worden verschillende wetten goedgekeurd die deze beslissing bekrachtigen. De laatste drempel bevindt zich in het jaar 1963. Minister van buitenlandse zaken Spaak laat aan de ministerraad onder leiding van Theo Levfèvre weten dat het laatste verdrag getekend is dat het mogelijk maakt dat Amerikaanse troepen kernwapens mogen bewaken op Belgisch grondgebied (ministerraad, 1963). In 1968 ondertekende de Belgische regering samen met 190 landen het Non-Proliferatieverdrag. Dit verdrag werd opgesteld om het bezit van kernwapens te beperken.

Absolute zekerheid over de opslag van Amerikaans kernwapens in Kleine Brogel kwam er in 2019. In een rapport van het Defence and Security committee van de NAVO staat volgende passage te lezen. ‘’Within the NATO context, The United States forward-deploys

approximately 150 nuclear weapons, specifically B61 gravity bombs, to Europe for use on both US and Allied dual-capable aircraft. These bombs are stored at six US and European bases – Kleine Brogel in Belgium,…’’ (Defense and Security Committee (DSC), 2019). Deze passage werd later aangepast in een nieuwe versie van het rapport. De nieuwe passage vermeldde enkel de landen die geschikte vliegtuigen beschikbaar hadden om de B61 bommen te vervoeren.

35 In 2010 publiceert het Amerikaanse Ministerie van Defensie het ‘Nuclear Posture Review Report. Hierin verklaart het dat de ‘forward-deploy’ wapens, die onder andere in België gestationeerd zijn, een modernisering zullen ondergaan. Meer in detail gaat het over de B-61 bommen en hun levensduurverlenging. Verder staat er beschreven dat de Air Force zijn dual-capable fighters zal behouden door de vervanging van de F-16 door de F-35. Tijdens deze modernisering zal aandacht besteed worden aan de compatibiliteit van de B-61 bommen met de F-35 toestellen (Department of Defense, 2010). Volgens Amerikaanse wapen expert Hans Kristensen zou België in alle stilte akkoord gegaan zijn met deze modernisering.

In 2013 probeert senator Bert Anciaux (sp.a) via een schriftelijke vraag aan vice-

eersteminister De Crem (CD&V) meer informatie te verkrijgen. Minister De Crem antwoordt het volgende: “Het operationeel houden en het verlengen van de levensduur van de

Amerikaanse nucleaire wapens in Europa, is een strikt nationale Amerikaanse

verantwoordelijkheid en heeft als doel deze wapens beter te beschermen en veiliger te maken tegen de dreigingen van de 21ste eeuw zodat ze op een efficiënte manier kunnen blijven bijdragen tot de ontradingspolitiek van de NAVO. Gezien het nationale karakter van dit Amerikaanse militaire programma wordt er geen akkoord gevraagd aan de andere NAVO Lidstaten” (De Senaat, 2013). Minister De Crem benadrukt dus de unilaterale beslissing van

de Verenigde Staten om deze bommen te moderniseren. Hij benadrukt ook dat België een verantwoordelijkheid heeft bij de NAVO om bij te dragen aan de strategie van afschrikking die deze wapens met zich meebrengen (De Senaat, 2013).

Het is duidelijk dat België een belangrijke rol heeft binnen de NAVO op vlak van nucleaire verantwoordelijkheid. Wanneer in het vervolg van deze thesis gesproken wordt over de evaluatiecriteria die worden toegepast bij de keuze voor de nieuwe gevechtsvliegtuigen, zal de mogelijkheid tot dragen van kernwapens daar niet tussen staan. In de commissie voor landsverdediging in 2017 stelde minister van Defensie Vandeput dan ook dat de keuze voor de nucleaire capaciteit zal genomen worden door de regering (De kamer, 2017). Echter staat het vast dat de F-35 door zijn compatibiliteit met de B-61 bommen op dit vlak een streepje voor heeft.

36

8. Afhaken Kandidaten