• No results found

NRC 3 Trouw

In document Legitimiteit van beleid (pagina 30-34)

4. Telegraaf 5. Volkskracht

b) Datum De datum dat het gepubliceerd is 1. 1/6/15-1/1/16 gefaseerde invoering

2. 1/1/16-1/1/17 in bedrijf 3. 1/1/17-31/12/17 aanloop

naar de verkiezingen c) Onderwerp Waar gaat het over?

Omschrijving wat er in het artikel wordt beschreven.

1. Kritiek ten aanzien beleid 2. Kritiek op de uitvoering 3. Kritiek op andere

factoren

4. Lovende woorden ten aanzien van beleid 5. Lovende worden

uitvoering

6. Lovende woorden andere factoren.

d) Bron Waarop gereageerd wordt?

Aan wie wordt er kritiek geleverd.

1. Geen kritiek

2. Ministerie van SZW 3. Een ander ministerie 4. Gemeente

5. Onderzoeksinstituten 6. Adviesbureau 7. Overig e) Sfeer Welk doel of sfeer heeft het

artikel? 1. Nieuws (objectieve informatie) 2. Vermaak /entertainment f) Emotie Welk emotie er wordt opgeroepen

bij de lezer? 1. Vreugde 2. Verdriet 3. Woede 4. Angst 5. Verbazing

6. Walging 7. Overig g) Nieuwswaarde Is het actueel? Wordt er verwezen

naar een recente gebeurtenis?

1. Ja

2. Een beetje 3. Nee

h) Actie Wordt er gereageerd op een vorige

gebeurtenis of bericht in de media? 1. Ja 2. Misschien (onzichtbaar) 3. Nee

i) Rol Welke rol hebben de organisaties

in het artikel? 1. Schurk (degene die schade veroorzaakt) 2. Slachtoffer (degene die

schade overkomt) 3. Held (degene die het

slachtoffer helpt om de schade te vermijden of te laten verdwijnen)

j) Cycle of Downs Welk stadium bevindt zich de gebeurtenis die zich in het artikel afspeelt?

1. Pre-problem stage

2. Alarmed discovery stage 3. Realizing the cost of

significanse stage

4. Gradual decline in public interest stage

5. Post-problem stage

3.8 Toelichting op het codeboek

a) Bij a) wordt aangegeven uit welke kranten het artikel komt. Zoals hierboven beschreven wordend de artikelen geanalyseerd van de vijf grootste kranten namelijk het AD, NRC, Telegraaf, Trouw en de Volkskrant.

b) Bij b) gaat het erom in het welke periode het artikel is verschenen. Er is een driedeling gemaakt in de periode van 2 ½ jaar. Het gaat om de periode van 1 juni 2015 tot 31 december 2015. In deze periode is de wet gefaseerd ingevoerd. Organisaties en bedrijven moesten hun beleid gaan aanpassen. De tweede periode is van 1 januari 2016 tot 31 december 2016. In deze periode is de wet ingevoerd en wordt de feedback gegeven en gehoord. Tenslotte is de laatste periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2017. Dat is de periode in aanloop naar de verkiezingen. In deze periode zijn politici enorm gespinsd op een positief beeld of imago neer te zetten van hun persoon of partij. Er wordt veel gedaan om dat te realiseren. Ze gaan meer reageren op het nieuws om zich te profileren.

d) Bij d) gaat het om welke organisatie het gaat. Waarop gereageerd wordt? Aan wie wordt er kritiek geleverd. Waarschijnlijk is de kritiek gericht op het ministerie waar het beleid vandaan komt, maar ook aan organisaties die het uitvoeren.

e) Ten aanzien van e) gaat het om de sfeer. De sfeer betreft of er daadwerkelijk aangegeven wordt wat er is gebeurd of wordt het grappig of sarcastisch bedoelt (Van Praag, 2002). Bij feitelijk nieuws wordt er verwezen naar betrouwbare bronnen zoals kranten, instituties of wetenschappelijke artikelen.

f) Het spreekt voor zich waarbij het gaat bij emotie. Er zijn zes belangrijkste emoties. Er wordt gekozen voor de emotie die opgeroepen wordt bij het lezen van het artikel (Ekman, 1994). g) Bij het meten van de nieuwswaarde wordt er gekeken naar: Is het interessant? Voor wie is

het interessant? Is deze groep groot? Of het al dan niet interessant is, ontstaat door de aanwezigheid van actualiteit, of het belangrijk, bijzonder en bekend is (zakelijk schrijven, 2018).

h) Bij dit onderdeel van het codeboek wordt er gekeken naar of politici reageren en / of actie ondernemen naar aanleiding van een vorige gebeurtenis of bericht in de media. Doen ze iets of ondernemen ze actie.

i) Bij j) wordt er gekeken naar welke rol de personen op objecten in het artikel hebben. Naar aanleiding van de auteur De Bruijn (2014) is er een deling gemaakt tussen schurk,

slachtoffer en held.

j) Een theorie op het gebeid van de media is de Cycle of Downs heel bekend. Daarin wordt beschreven in welk stadium het verhaal zich bevindt. Het is van belang dit te weten, omdat in het derde stadium de publieke opinie zich gaat vormen en in het vierde stadium de publieke opinie zich gaat laten horen.

Validiteit

Bij een casestudies is de interne validiteit vaak hoog, omdat wanneer men hetzelfde onderzoek opnieuw uitvoert, er dezelfde uitkomsten uitkomen. De conclusies moeten voor de hele

onderzoeksgroep getrokken kunnen worden als het onderzoek intern valide is. De resultaten zijn juist. De onderzoeksmethode is heel specifiek in dit hoofdstuk geschreven. Er is gebruik gemaakt van triangulatie, verschillende bronnen. Er is een literatuurstudie uitgevoerd en er is deskresearch gedaan en daarmee zijn causale conclusies getrokken (Verhoeven, 2011).

Echter is de externe validiteit meestal beperkt, omdat men de uitkomsten van het onderzoek niet kan generaliseren naar andere casussen. Vaak worden de resultaten van kwalitatief onderzoek voorgelegd aan de geïnterviewde. Daardoor is de validiteit hoog. In dit geval is nauwkeurig een codeboek opgesteld waarmee gemeten wordt. Ook zijn de concepten gedefinieerd aan de hand van verschillende bronnen en betrouwbare literatuur (Verhoeven, 2011).

Betrouwbaarheid

In een onderzoek betekent betrouwbaarheid 'de mate waarin een meting onafhankelijk is van toeval' (Verhoeven, 2011). Mocht het onderzoek herhaald worden is de kans groot dat er bij de analyse van dezelfde artikelen dezelfde resultaten uit het onderzoek naar voren komen. Als dezelfde

documenten worden bekeken en dezelfde processen worden gevolgd, komt hetzelfde resultaat uit het onderzoek. Daarom is de betrouwbaarheid hoog. Verder is er een goed data-analyseproces beschreven en er is een volledigheid van documenten. De betrouwbaarheid van een onderzoek is gestoeld op herhaalbaarheid en consistentie. Als het onderzoek wordt herhaald, komen er dezelfde resultaten uit het onderzoek. Ook is het onderzoek consistent. Er is een bepaalde samenhang tussen verschillende onderdelen. Dit komt door een goed data-analyseproces beschreven en er is een volledigheid van documenten (Netwerk Kwalitatief Onderzoek AMC-UvA, 2002).

4. Bevindingen

4.1 X-variabele: Publieke opinie

In dit hoofdstuk wordt er vanuit de inhoudsanalyse (X-variabele) per onderdeel aangegeven wat de uitkomsten zijn. Zoals te lezen is in het vorige hoofdstuk is er een codeboek gemaakt. In dit

codeboek zijn acht onderdelen opgenomen. Per onderdeel worden de bevindingen beschreven.

Medium

Er is gekozen voor vijf kranten namelijk AD, NRC, Telegraaf, Trouw en de Volkskrant. De Trouw is de krant die het meeste publiceert over de Wet Werk en Zekerheid.

Dit zou verklaard kunnen worden

doordat het onderwerp te complex is voor de lezers van het AD en de Telegraaf. De Volkskrant is een linksere krant en heeft misschien meer sympathie voor minister Asscher. Dit beleid is van minister Asscher en als PvdA-krant gaat men daar misschien minder kritiek op geven. Hetzelfde geldt voor het NRC. De Trouw zou mogelijk meer kunnen vertellen over dit onderwerp. Trouw is niet een uitgesproken rechtse of linkse krant. Ook de Telegraaf kan flinke kritiek leveren op het Partij van de Arbeid-beleid.

22% 9% 24% 29%

16%

In document Legitimiteit van beleid (pagina 30-34)