• No results found

NOS Acht-Uur-Journaal, Shotniveau

In document De televisie en de ‘mythe van paniek’ (pagina 122-166)

1. Gesproken tekst die sterk tot de verbeelding spreekt of de kern duidelijk aangeeft (woordniveau)

2. In hoeverre en op wat voor manier wordt het in beeld gebracht? (kijken naar de camera-afstand (long shot of close-up), focus (scherp of soft), camera-positie (bird’s eye of frog) of camera-beweging (pan of slow motion), geluid (muziek dramatiseert) en het licht

(donker/licht, alarmerend rood, kil blauw), wat in beeld (mensen die ongerust kijken bv)

Datum Ond erde el nr Tijd code shot

Vr. 1 (uitgesproken tekst) Vr. 2 (beschrijving beeld + geluid)

5 jan ‘11 1 1:14-1:20

“(..) ramen en deuren dicht te houden. Wie naar buiten keek zag waarom: een enorme zwarte wolk dreef in noordelijke richting, de kant van Dordrecht op.”

Close-up van donkere rookwolk, gevolgd door long shot rookwolk die over land gaat.

5 jan ‘11 2 2:45-3:00

“Als je mij die vraag [kan de brandweer de brand onder controle krijgen, LR] een paar minuten geleden had gevraagd was ik positief geweest. Maar als je even achter mij kijkt kun je zien dat de brand zich toch weer heeft uitgebreid naar een pand aan de rechterzijde.”

Camera langs de verslaggever, zoom naar de brand. Close-up van het vuur. Donkere lucht en felle grote vlammen.

5 jan ‘11 3 04:15-4:40

“Wel giftige stoffen vrijgekomen, maar niet gevaarlijk (..) toch nog wel het advies om ramen en deuren gesloten te houden”

Vaste camera positie, Theo Verbruggen voor de camera, achtergrond een hal.

5 jan ‘11 6 8:29-8:35

“Advies om vee binnen te houden en zelf binnen te blijven, maar niet iedereen houdt zich daaraan”

Vaste camera positie, Martijn Bink voor de camera, achtergrond donker, heel ver weg vaag het vuur. Martijn Bink heeft mondkapje bij z’n kin hangen.

5 jan ‘11 7 9:20- 9:45

Martijn Bink: “Als u naar buiten kijkt ziet u hetzelfde als op de televisie, allemaal vlammen. Een eng idee?” Vrouw: “Ja best wel eigenlijk (..) vooral

gevaarlijke stoffen”

Pan van de televise waar vlammen close gefilmd zijn naar de vrouw bij het raam met kindje op de arm. In verte haast niet te zien het vuur.

123 12:02 vaak, er wordt gezegd er zijn

geen gevaarlijke stoffen. Rook zit natuurlijk vol gevaarlijk stoffen. Iedere rookwolk, maar deze in het bijzonder” Sacha de Boer: “Maar zij zeggen de gevaarlijke stoffen zijn verbrand (..) hoe geloofwaardig is dat?” Ira: “Dat is simpel weg niet zo (..) Mensen die nu geen last hebben, zullen dan [als rook neerdaalt] last krijgen”

brand. Veel close, rood/geel alarmerend licht.

Studio in beeld met Ira Helsloot en Sacha de Boer af en toe close.

6 jan ‘11 1 1:56- 2:00

“Vooralsnog zijn er dus geen schadelijke stoffen in de lucht gemeten. Maar hoe gevaarlijk is het zwaar vervuilde bluswater in de sloten op het industrie terrein?”

Shot van wagens met tekst: www.milieuongevallen.nl. Pan van gewoon uitziend sloot naar slootwater wat angstaanjagend rood is. Zoom op het rode water.

6 jan ‘11 1 2:18- 2:27

Verslaggever “En dat kan dan voordat het terecht komt in het water en in ons drinkwater uiteindelijk?” Jack jong: “Ja absoluut” Verslaggever: “er is nul risico voor het drinkwater?” Jack: “er is geen risico voor het drinkwater voor zover”

Zoom van sloot naar deel slootwater wat rood is. Shot brandweer auto en mannen.

7 jan ‘11 1 15:10-15:14

“Zelfs met beschermende kleding wil je hier niet door het bluswater lopen”

Beelden van mannen in

beschermde kleding bij Chemie-Pack.

7 jan ‘11 1 15:31-15:36

“Het oppervlakte water rondom de fabriek is sterk verontreinigd. Het zit boordevol giftige en kankerverwekkende stoffen (..)”

Mannen in beschermde pakken spuiten elkaar schoon. Brandweer wagen die vies water oppompt. Zoom naar waar water terecht komt.

8 jan ‘11 2 3:17-3:25

“De bijeenkomst is druk bezocht. Geruststellende antwoorden van de

autoriteiten, maar de argwaan is groot want hoe gevaarlijk was het of is dat het nog steeds?”

Midden shot, bezorgde gezichten buurtbewoners bij bijeenkomst. Close up gezicht buurtbewoner, kijkt serieus. Long shot van het podium waar de autoriteten zitten. Weer close up van gezicht van een buurtbewoner, kijkt serieus.. 10 jan ‘11 1

00:50-1:10

“De hulpverleners hadden de ministers best te woord willen staan, maar die bleven in een busje zitten. Ze kwamen naar Moerdijk om met eigen ogen te zien hoe verwoestend de brand was geweest, maar ook om de veiligheidsdiensten een steuntje

Long shot busje, close busje met minister Schipper door het glas, kort in beeld een hulpverlener, weer long shot busje, en close busje die wegrijdt.

124 in de rug te geven. Na afloop

gaven ze een korte reactie, waarbij opviel dat Opstelten over een ramp sprak en niet gewoon over een brand” 12 jan ‘11 1

1:03-1:21

“(..) een smeulend vuurtje dat oplaait, net zoals de onrust vandaag. Een paar km verder in Strijen onderzoeken

medewerkers van de

brandweer voor het eerst het weiland van veeboer Sander Vijverberg. Al dagen klaagt hij over de brandresten die overal verspreid liggen.” Verslaggever: “het zijn grote delen schrokken ze?”

Close shot van logo Chemie-pack. Long shot van brandweerwagen bij Chemie-Pack. Long shot

medewerkers brandweer in een weiland die brandresten in een zakje doen. Midden shot brandweer praat met veeboer. Close shots van brandresten in gras.

12 jan ‘11 3 3:11-4:02

Soundbites bewoners die onrust en vragen uiten

Midden shot van diegene die praat, afgewisseld met close shot van bewoners die ernstig en bezorgd kijken.

19 jan ‘11 1 00:54-1:04

“Dreigende luchten boven de Hoekse waard, maar opluchting beneden bij spruitjesboer Jos Schelling. Exact twee weken na de brand bij Chemie-Pack kan het delven van het groene goud doorgaan (…)”

Pan van een donkere en dreigende lucht naar een long shot van het boerenveld met boer Jos Schelling op de rug gefilmd die het veld inloopt. Close shot van handen die groene spruitjes plukken en laten zien.

125

Bijlage 6

Interview Theo Verbruggen, verslaggever NOS Journaal, 30 november, Den Bosch De dag van de brand

Hoe hoorde u van de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk?

Ik heb het ’s middags op de dag zelf gehoord. Als consument via reguliere berichtgeving. Ik weet dat ik toen contact heb opgenomen met de binnenland coördinator, Martine Van der Vrede, en toen was Kees van Dam al onderweg. Eerlijk gezegd baal ik dan een beetje, denk ik shit. Maar het is hem gegund. Hij heeft het fantastisch gedaan. Ik heb toen ook al wat sensationele beelden gezien. En ik ging er toen vanuit dat het gecoverd werd, maar aan het einde van de dag werd ik toch gebeld dat ze merkte het is toch veel groter dan we dachten, we moeten ook opschalen als verslaggeving, dus het is fijn als jij naar de gemeenteraad kan gaan in Zevenbergen. Want daar zou de burgemeester, brandweer een persconferentie geven. Kees kon dan bij de brand blijven. Wat mij heel erg bij blijft is de techniek, de verbindingen, dat is een enorme energie slurper. De verbinding gaat via

internetverbindingen, daarmee gaan we live. Dat was toen nieuw. Het was de persconferentie met die burgemeester Denie. Ik ben toen live gegaan met een stukje interview van hem als instartje, kan ik mij herinneren. En iedereen was enorm afgeleid door de burgemeester die toch, laten we eerlijk wezen, een klungelige indruk wekte. Niet iemand die betrouwbaar was wat betreft kritieke situaties. U zegt iedereen was afgeleid?

Nou het viel mij op dat mijn collega’s zeiden ‘we konden alleen maar naar die burgemeester kijken’, die leidde zo af in zijn verschijning. Ik weet nog dat ik kritische vragen stelde over vergunningen enzo. En dat temperde hij allemaal.

U nam interview op, ging direct live, en de redactie reageerde daarop?

Ja die zeiden, ‘wat is dat voor burgemeester’. Bleek niet alleen dat wij dat idee hadden, maar ook publiek en bestuurlijk. Het bleek toch wel dat hij dat niet aan kon, zo kort voor zijn pensioen. Hoe werd de ernst op dat moment ingeschat?

Wel ernstig, wij zagen de beelden natuurlijk. Wauw jezus, heftige om te zien dat vuur. Ik weet dat er ook wel onrust was aan de overkant van Moerdijk, daar waren ook mensen van ons om te kijken hoe mensen daar reageerden.

126 Ja er werd wel meteen gekeken, wat gebeurt daar.

Martijn Bink was daar in Strijensas. Ja klopt, met een mondkapje voor ofzo?

Ja een mondkapje op zijn kin.

Ja, dat had ik nooit gedaan. Het trekt de aandacht naar de verslaggever en het gaat niet om de verslaggever. Het werkt verontrustend. (Later in interview: Vast over nagedacht, want de eindredacteur ziet de verslaggever staan voor beeld). Op dat moment schatte ik het gevaar ter plekke niet zo gevaarlijk in. De wind waaide ook de andere kant op, dat voelde ook wel veilig. Als het echt gevaarlijk was, was ik ook niet daarheen gegaan, maar ik had niet het gevoel dat het zo ernstig was, eerlijk gezegd. We hebben in Nederland wel vaker asbest enzo, uiteindelijk valt het altijd wel mee. Die gerustheid heb ik ook altijd wel over mij. Ik denk dat je dat ook moet hebben als

verslaggever. Want als je zelf in paniek zou schieten of erg ongerust zou zijn, dan gaat dat je heel erg beïnvloeden en ik denk niet dat dat goed is. Zeg alleen wat er gezegd wordt.

Toch heeft u op die dag ook gezegd ‘er zijn wel giftige stoffen gevonden, maar ze zijn niet gevaarlijk, toch is het advies om ramen en deuren gesloten te houden’.

Ja, dat is ook precies wat er daar gezegd werd. Ik vind dat je daarmee niet zegt dat het gevaarlijk is. Maar iedereen moet zich op dat moment indekken. De bestuurders, want als zij dan zeggen dat er niks is vrijgekomen en het blijkt later wel, want dat konden ze toen nog helemaal niet weten, het moet juridisch kloppen. En ik moet mij kunnen verantwoorden. Dus als zij zeggen er zijn giftige stoffen vrijgekomen, maar op dit moment is het niet gevaarlijk, dan zeg ik dat zij dat zeggen. Begon u op dat moment argwaan te krijgen?

Dat kan ik op dat moment toch niet beoordelen, ik ben geen deskundige, ik heb het overzicht niet. Ik kan alleen, als de autoriteiten op dat moment die boodschap uitdragen, dat alleen maar zeggen, straal die boodschap dan zelf ook uit. Zeg alleen wat er gezegd is, neem niet zelf het initiatief om te zeggen wat waar is en wat niet. Leg het ook in de mond van anderen. Dus autoriteiten zijn vrij belangrijk op zo’n moment. Ik denk dan wel ‘je zegt dat er giftige stoffen zijn vrijgekomen en dat het niet gevaarlijk is, ja daar kan je nog alle kanten mee op’. Dat is ook het enige wat je op dat moment kan doen. Achteraf kan je niet verweten worden dat je paniek hebt gezaaid en je beroept je op wat andere zeggen, dat is misschien laf, maar ik kan niet meer doen, het zou onverantwoord zijn als ik daar een eigen mening over zou hebben.

127 Maakt u op zo’n moment ook mee wat er op de redactie speelt? Er waren bijvoorbeeld drie

verslaggevers.

Nee, eigenlijk niet. Je bent zo bezig met je eigen verbindingen. Het was tot op het laatste moment onduidelijk of ik er live in kon en in welke volgorde. Ik heb ook nog overleggen gehad met

verslaggevers in Den Haag. Ik weet niet meer goed waarover. Je hebt met zo veel mensen contact en je bent je techniek aan het regelen. Het zijn zulke drukke momenten. Dus je krijgt wel iets mee van de paniek op de redactie, maar..

Paniek zegt u?

Nou ja, iedereen is druk, ‘ik heb geen tijd om dit te doen, doe nu dit’, paniek van drukte. Het is geen paniek, want je bent je vak aan het doen. Maar je bent steeds aan het kijken wat je een rol laat spelen en dan komt er een product uit wat alleszins redelijk was als ik mij goed herinner. Maar het was stressvol. Je zit ook met je verdeling. Wat ga ik vertellen, wat gaat Kees vertellen. Dat is soms tot op het laatste moment nog onduidelijk. Ik weet dat ik op een gegeven moment een beetje de regie heb genomen. Ik kan alleen wat vertellen over wat de autoriteiten zeggen. Ik ben niet bij de brand geweest, kan daar niks over vertellen, ik kan alleen vertellen hoe het hier is, wat de autoriteiten zeggen en hoe ze handelen. Ik geloof dat dat ook de inhoud was van mijn bijdrage.

Waarom die drie verslaggevers? En welke taakverdeling?

Volgens mij is dat heel logisch. Want iemand die bij de brand is vertelt over de brand, de bestrijding, hoe het er uit ziet en hoe het daar gaat. En ik vertel wat hier verteld wordt. En ik geef ook wel door als er iets over de brand verteld wordt aan Kees, zodat hij dat kan gebruiken. Ik weet niet of dat toen ook gebeurd is. Maar zo stem je af, zo spreken we af wat ieders rol is. Dat wordt afgesproken en ontstaat op een gegeven moment in discussies. Ik moet op een gegeven moment zeggen: daar kan ik wat over vertellen en daar over kan ik niks zeggen, dus daar wil ik het bij houden. De eindredacteur bepaalt dat. Maar als hij wil dat ik iets vertel waar ik niks van weet, dan moet ik ingrijpen. Ik kan niks vertellen over waar ik niets over kan vertellen.

Er is veel gebruik gemaakt van kruisgesprekken, waarom?

Er zijn een paar redenen: je hebt de meest actuele informatie, beelden maken en verwerken kost altijd veel tijd. Die tijd heb je op dat soort drukke stressvolle momenten niet. En ik denk dat het soms verhelderende is om een verslaggever een samenvatting te laten geven, dan autoriteiten daar veel tijd voor te geven. Je kan het meer verpakt vertellen dan autoriteiten en dat is beter voor de kijker denk ik. Onze woordkeuze is anders, we kunnen info uit Den Haag en bijvoorbeeld raadsleden erin

128 verwerken, ik kan een beter mix maken van verschillende reacties op dat moment. En als je het aan iemand overlaat, kan hij het slecht vertellen of er te veel mee weg lopen.

Speelt geruststelling dan ook een rol?

Zoals ik dat zie, denk ik dat een verslaggever soms wel een filter is, wat soms wel prettig kan zijn. Prettiger omdat het toegankelijker gemaakt kan worden en omdat je een beter afweging kan maken van de verschillende reacties ter plekke. Niet geruststellend, ik vind het meer weloverwogen. Geruststellen is denk ik niet een factor die bij ons een rol speelt. Ik denk dat bij ons de

professionaliteit van een verslaggever ter plekke kan zorgen voor dat het betrouwbaar is, en dat dat indirect ook geruststellend is dat kan ik mij voorstellen. Maar dat is niet het doel. Wij willen toch ook: als je naar ons kijkt ‘klopt dat’. Dat is ons uitgaanspunt en ik denk dat dat vaak geruststellend is, mag ik hopen.

Waarom is er voor gekozen om Ira Helsloot uit te nodigen? Hij zei niet echt geruststellende dingen..

Ik voelde dat dat speelde. Het had ook wel een beetje effect op mij, want volgens mij was ik niet heel verontrustend in wat ik zei. En er was wel een argwaan in Hilversum: ‘klopt dat allemaal wel wat er gezegd wordt’. En volgens mij, is dat gaan schuiven. Als de autoriteiten dat zeggen, en dat blijkt niet te kloppen, dan moet daar wel iemand tegenover staan. Ik voelde ook wel een hele kritische druk vanuit Hilversum. Maar ik kan niet meer zeggen, dan wat ik daar opvang. Ik moet het kunnen

verantwoorden. Ik kan niet meer zeggen, dan wat daar wordt gezegd. Ik kan niet kritischer zijn dan ik voel dat nodig is. Ik kan niet anders, maar dat zijn lastige momenten. Want dan zou ik mezelf

verloochenen, en als het dan achteraf niet geklopt had was het helemaal vervelend geweest. We zoeken allemaal naar de waarheid op zo’n dag, en iedereen heeft belangen.

Effecten berichtgeving op publiek Wat wilde u de kijker vertellen?

Feitelijkheden, wat zijn de maatregelen, wat gebeurt er, wat zijn de reacties. Ik heb wel voor mezelf steeds zo’n onderbuikgevoel gehad dat het wel niet zo erg kon zijn als het kon lijken met alles. En dat vond ik wel lastig, en daar moest ik net aan denken. Ik weet dat er later een persconferentie was vanuit het gemeentehuis in Breda. Die dag werden de metingen bekend. En toen werd er gezegd ‘ er zijn geen giftige stoffen die slecht voor de volksgezondheid zijn’. En ik weet dat ik toen heb gezegd in de uitzending, ik ben daar in mee gegaan, ‘nee je kan er echt vanuit gaan dat er niks is’ (zie quote inhoudsanalyse). Daar heb ik kritiek op gehad, omdat het was alsof ik dat zei. Ik had moeten zeggen

129 dat de burgemeester zei, en dat klopt ook wel, dat er geen giftige stoffen waren die gevaarlijk waren voor de volksgezondheid. Inhoudelijk bij ons op de redactie was dat onvoldoende duidelijk. Er werd gezegd ‘ Theo je zegt nu wel zo stellig dat er geen gevaar is, maar als dat straks nou wel zo blijkt te zijn’. En ik had het daar moeten neerleggen als ‘ als je ze hier moet geloven, de autoriteiten, heeft niemand gevaar gelopen’. En ik zei ‘ het is nu wel echt zeker dat er niks giftigs is’.

Die opmerking is vooral opvallend tegen het licht dat de volgende dag in het teken staat van het wantrouwen.

Er was een ontzettend wantrouwen. Mijn opmerking heeft geen effect gehad, in tegendeel. En ook die van de autoriteiten niet. Er heerste onder de bevolking veel wantrouwen. Er waren geen aanwijzingen, vond ik.. Veel mensen zeiden, ze kunnen dat niet weten. Je meet naar een bepaalde stoffen, dus als je het niet weet, dan weet je ook niet waar je naar moet zoeken. Dus je weet dan ook niet of het veilig is.

Maar u deelde die wantrouwen niet? Diep in mijn hart, nee.

U geloofde de autoriteiten?

Ja, ja, nou ja ik geloofde dat ze zeiden dat met de gegevens die ze hadden het niet gevaarlijk was. Ik had zelf dat gevoel ook niet zo. Ik geloofde wat ze zeiden, maar had in mijn achterhoofd ook wel, wat ik hoorde van kennissen, je kan niet weten wat je moet meten dus ja.

Wantrouwen voelde u uit de redactie komen, maar ook uit de bevolking?

Ja, ik heb later die bewonersbijeenkomst gedaan. Daar was echt een grote wantrouwen, er was een grote opkomst. Daar werd duidelijk, daar moesten we echt iets mee, daar moesten we wel op inspelen, we konden dat wantrouwen niet negeren. Dus daar hebben we ook wel echt de aandacht aan gegeven. We wilden dat wantrouwen dat er was ook echt laten zien. Ben geloof ik ook nog met

In document De televisie en de ‘mythe van paniek’ (pagina 122-166)