• No results found

De ‘nieuwe’ informatieplicht en het beginsel van informed consent

In document Kennis is nog geen wijsheid' (pagina 43-45)

5. De uitwerking van het wetsvoorstel in het medische aansprakelijkheidsrecht

5.2 De ‘nieuwe’ informatieplicht en het beginsel van informed consent

Het doel van de huidige informatieplicht is het bewerkstelligen van een zodanig informatieniveau van de patiënt dat deze toestemming kan verlenen voor het verrichten van medische handelingen. 197 Het beginsel van informed consent is in de wet opgenomen in de artikelen 7:448 BW en 7:450 BW. De toestemming van artikel 7:450 BW moet zijn verkregen nadat de patiënt is geïnformeerd over hetgeen in artikel 7:448 BW is bepaald. De vraag rijst of de ‘nieuwe’ informatieplicht consequenties bevat voor het beginsel van informed consent, daar waar ‘samen beslissen’ de toestemming van de patiënt lijkt te impliceren.

De consequentie zou kunnen zijn dat de hulpverlener de toestemming van de patiënt veronderstelt, omdat hij samen met de patiënt beslist welke geneeskundige behandeling of onderzoek het meest passend is in de persoonlijke situatie van de patiënt. Hulpverleners mogen daar echter niet zomaar vanuit gaan.198 In de Memorie van Toelichting staat dat het beoogde resultaat van het ‘samen beslissen’ een goed geïnformeerde patiënt betreft die weloverwogen al dan niet zijn toestemming

197

HR 23 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2737 en HR 23 november 2001, ELCI:NL:HR:2001:AD3963 (Informed consent-arresten).

198

Opmerking verdient dat het anders is bij een acute noodsituatie, of voor verrichtingen van niet ingrijpende aard. Zie in dat verband artikel 7:466 lid 1 en 2 BW.

(7:450 BW) kan verlenen voor een geneeskundige behandeling.199 Daaruit valt naar mijn idee af te leiden dat er eerst een gezamenlijk overleg moet plaatsvinden waarin het ‘samen beslissen’ over het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde behandeling en de uit te voeren verrichtingen centraal staat. Pas nadat samen is besloten welke behandeling of onderzoek het meest passend is in de situatie van patiënt, moet de patiënt zijn toestemming conform artikel 7:450 BW nog verlenen. Dit betekent mijns inziens dat het ‘samen beslissen’ op grond van artikel 7:448 BW geen verandering voor artikel 7:450 BW met zich brengt. Het vereiste van informed consent wordt aangevuld door een gezamenlijk overleg tussen de hulpverlener en de patiënt wettelijk vast te leggen, zodat de patiënt beter in staat wordt gesteld een afweging te maken over de behandeling, het onderzoek of de uit te voeren verrichtingen en daarvoor al dan niet zijn toestemming te geven (artikel 7:450 BW).200 Dat is naar mijn idee positief voor het realiseren van informed consent. De patiënt kan namelijk, doordat hij samen met de hulpverlener beslist welke behandeling of onderzoek het meest passend is in zijn persoonlijke situatie en het meest bijdraagt aan zijn behoefte, ‘gemakkelijker’ een afweging maken om zijn toestemming daarvoor te verlenen. De patiënt staat centraal.

Informed consent wordt dus gezien als een uitdrukking van individuele zelfbeschikking. Hieronder wordt de ‘nieuwe’ informatieplicht van de hulpverlener schematisch weergegeven, zodat duidelijk wordt dat de patiënt nog steeds zijn eigen beslissing maakt. Het doel van de informatieplicht blijft daarmee onveranderd.

De ‘nieuwe’ informatieplicht artikel 7:448 BW

1. Hoofdregel informatieplicht: de hulpverlener overlegt tijdig en samen met de patiënt over het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde behandeling of de uit te voeren verrichtingen. De hulpverlener licht de patiënt op duidelijke wijze in hetgeen past bij zijn bevattingsvermogen.

2. Inhoud informatieplicht: het tweede lid bevat de onderwerpen (uitbreiding, c.q. verduidelijking) die tijdens het gezamenlijk overleg tussen de hulpverlener en de patiënt aan bod dienen te komen ten aanzien van het onderzoek, de behandeling of de uit te voeren verrichtingen.

3. Het derde lid behelst een extra voorwaarde voor de informatieplicht van de hulpverlener, daar hij zich tijdens het gezamenlijk overleg op de hoogte dient te stellen van de situatie en de behoeften van de patiënt en de patiënt uitnodigt tot het stellen van vragen. Bovendien verstrekt hij desgevraagd, aan de patiënt schriftelijk of elektronisch de informatie aangaande het gezamenlijk overleg.

4. Het vierde lid bevat de therapeutische exceptie.

Het beoogde resultaat:

199

Kamerstukken II, 2017/18, 34994, nr. 3, p. 6 (MvT). 200

Een goed geïnformeerde patiënt die beter in staat wordt gesteld een beslissing te maken over het al dan niet ondergaan van het onderzoek, de geneeskundige behandeling of de uit te voeren verrichtingen.

De beslissing van de patiënt:

 De patiënt verleent toestemming op grond van artikel 7:450 BW voor het onderzoek, de geneeskundige behandeling of de uit te voeren verrichtingen.

 De patiënt verleent geen toestemming. Het onderzoek, de geneeskundige behandeling of de verrichting mag in beginsel niet uitgevoerd worden.

De invulling van de ‘nieuwe’ informatieplicht is daarentegen wel anders. De invulling ziet op het ‘samen beslissen’, het verduidelijken, dan wel uitbreiden van de onderwerpen onder het tweede lid van artikel 7:448 BW en het vereiste dat de hulpverlener aansluiting dient te zoeken bij de persoonlijke situatie en behoeften van de patiënt en de patiënt tevens uitdaagt tot het stellen van vragen. Door deze aanvulling verwacht het kabinet dus een verbetering van de informatiepositie van de patiënt.201 Nu de patiënt meer informatie ontvangt en die informatie aansluit bij zijn bevattingsvermogen en richt op zijn voorkeuren en behoeften, wordt een patiënt dus (nog) beter in staat gesteld goed geïnformeerd zijn keuze te maken. Naar mijn idee draagt dit tevens bij aan een versterking van de positie van de patiënt gebruik te maken van het zelfbeschikkingsrecht dat hem toekomt. Zelfbeschikking wordt namelijk bevorderd als de gezamenlijke besluitvorming zo wordt ingericht dat de patiënt komt te beschikken over voldoende voor hem begrijpelijke informatie die aansluit bij zijn persoonlijke wensen en voorkeuren.202

In document Kennis is nog geen wijsheid' (pagina 43-45)