• No results found

Neemt de parlementaire pers haar maatschappelijke verantwoordelijkheid?

Hoofdstuk 6 Interviews

6.2 Hypes

6.5.3 Neemt de parlementaire pers haar maatschappelijke verantwoordelijkheid?

En dan de hamvraag. Wat is het antwoord van de mannen op de hoofdvraag van deze scriptie: neemt de parlementaire pers wel haar maatschappelijke verantwoordelijkheid?

Scholten kan er geen antwoord op geven. “Sommige media doen het redelijk, anderen – ik noem geen namen – maken er zooitje van. Dat zijn de kranten die het gewone werk links laten liggen en

bovenmatig aandacht geven aan de waan van de dag. Maar in zijn algemeenheid kun je deze vraag niet met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoorden. Je kunt De Telegraaf bijvoorbeeld niet vergelijken met het NRC Handelsblad.”

De Jong vindt dat de pers “niet altijd” haar verantwoordelijkheid neemt. “De pers is sinds twintig á dertig jaar geleden oppervlakkiger geworden. Er is veel aandacht voor ruzietjes en personen, in plaats van dat journalisten zich in dossiers verdiepen. Dat komt denk ik door de commercialisering.” Schinkelshoek is van mening dat de pers te veel is doorgeschoten naar de andere kant. Toen hij in 1973 als redacteur van het Reformatorisch Dagblad op het Binnenhof kwam, waren veel verslaggevers geëngageerd en partijdig. Nu is er juist afstandelijkheid en cynisme. Maar hij wil geen ‘ja’ of ‘nee’ zeggen op de grote vraag of de parlementaire pers haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. “Ik ben niet zo eendimensionaal. Een groot deel van de verslaggevers is zeer gemotiveerd om een goed beeld te geven. Zij maken hun verantwoordelijkheid waar. Maar het gebeurt met vallen en opstaan en daar moeten ze zich op bezinnen.”

Breedveld en Koole zijn allebei zeer kritisch over de parlementaire pers, maar vinden wel dat ze haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. “Ik neig eerder naar ‘ja’ dan naar ‘nee’,” zegt Koole. “Ik heb wel commentaar op de pers, maar vergeleken met het buitenland gaat het hier goed. Het is bijvoorbeeld beter dan Italië, waar Berlusconi de macht heeft over media.”

Breedveld: “Het is tegenwoordig een valkuil voor journalisten dat ze van iedere mug een donderslag maken. Dat is geen maatschappelijke verantwoordelijkheid, dingen moeten wel in een goede context geplaatst worden Maar ik denk dat iedere tijd wel een schaduwkant heeft. Kwaliteitskranten nemen wel hun verantwoordelijkheid, je kunt ze hoogstens verwijten dat ze de laatste tijd te veel achter de beeldmedia aanlopen. En vergeleken met de Duitse Bild en de Engelse The Sun, is De Telegraaf ook een bron van informatie. Dan doen we het zo slecht niet. Maar we staan wel zwaar onder druk, omdat het aantal abonnees terugloopt..”

Sommer vindt de vaderlandse pers “door de bank genomen best goed”. Toch heeft hij wel kritiek op de manier waarop hij en zijn collega’s de politiek controleren. “We zijn vrij volgzaam. Het gekke is dat de linkse pers vroeger erg maatschappijkritisch was. Nu zijn vooral De Telegraaf en GeenStijl.nl kritisch. Dit komt deels doordat veel onderwerpen technisch en ingewikkeld zijn, waardoor het moeilijk is er een oordeel over te vellen. De Telegraaf versimplificeert kwesties.”

Verschillen

Een vraag die in de theorie niet duidelijk beantwoord werd, is hoe groot de verschillen zijn tussen de verschillende media. Geldt de kritiek die de geïnterviewden hebben voor de héle parlementaire pers? De meeste geïnterviewden vinden van niet. Er zijn vooral grote verschillen tussen tv en de krant. “Studenten aan wie ik doceer vatten het woord ‘media’ regelmatig enkelvoudig op,” zegt Breedveld. “Ze scheren alles over één kam, maar de verschillende media zijn niet te vergelijken.” De tv is bijvoorbeeld een stuk oppervlakkiger dan de krant. “Als je de voorpagina van Trouw voorleest, dan heb je aan één NOS-journaal niet genoeg De tv kan goed emoties overbrengen, maar slecht uitleggen wat de WAO inhoudt, of waarom het kabinet het ontslagrecht wil veranderen. Daar heb je een krant voor nodig.”

Scholten: “Als je echt wil weten wat er speelt, moet je de krant lezen. Tv is voor negentig procent amusement. Dat is bijna inherent aan het medium, maar het komt ook omdat we in Nederland veel zenders hebben voor een kleine markt, waardoor we een erg concurrerende markt hebben. De publieke zenders zijn ook half commercieel.”

Koole vindt de redactie van Den Haag Vandaag ook veel te klein. “Die redactie bestaat uit een halve man en een paardenkop. Als er bijvoorbeeld iets nieuwswaardigs gebeurt tijdens reces, zijn ze er niet.” Schinkelshoek is meer te spreken over het programma. “Den Haag Vandaag vind ik af en toe een baken van rust. Maar tv is een medium dat alles terugbrengt tot poppetjes. Je kunt niet iemand een tijd lang laten praten op televisie, want tv heeft beelden nodig. In die zin bepaalt het medium wat wel en niet kan.”

Dit wil niet zeggen dat de kranten het altijd naar tevredenheid doen van de deskundigen. Zo vindt De Jong dat de kranten ook niet altijd hun verantwoordelijkheid nemen. Schinkelshoek ziet grote

verschillen tussen de kranten. “De christelijke kranten zijn ingetogen; het Nederlands Dagblad is bijna een voorbeeldige krant. Het Reformatorisch Dagblad is een beetje parti pris en Trouw is

beetje op de populistische tour.” De politicus heeft ook kritiek op Spits en Metro. Bovendien wordt incident soms zo groot nieuws, dat zelfs de serieuze kranten niet achter kunnen blijven en niet hun verantwoordelijkheid nemen.

Samenvatting

Vrijwel alle geïnterviewden vinden dat de parlementaire pers niet altijd haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. De berichtgeving zou minder kritisch, oppervlakkiger en cynischer zijn geworden. Toch vinden onder meer Breedveld en Koole dat de pers in Nederland goed is, vergeleken met andere landen. Daarom beantwoorden ze de hoofdvraag toch (min of meer) met ‘ja’.

Er zijn verschillen tussen de media. Televisie is oppervlakkiger dan de krant en kranten verschillen onderling ook. Schinkelshoek heeft bijvoorbeeld vooral kritiek op De Telegraaf en de gratis kranten.