• No results found

Na de staatsgreep vluchtten vele linkse Chilenen naar buitenlandse ambassades in Chili, in de hoop om arrestatie te voorkomen. De Nederlandse ambassadeur Louis Goedhart hield de deuren van de Nederlandse ambassade aanvankelijk gesloten omdat hij de goede contacten met de junta niet op het spel wilde zetten. Dit leverde de ambassadeur stevige kritiek op van PvdA-partijvoorzitter André van der Louw.112 Ook De Volkskrant bekritiseerde Goedhart en stelde dat hij de instructies van de minister van Buitenlandse Zaken Van der Stoel naast zich neer had gelegd.113 Van der Stoel gaf Goedhart toen de opdracht om de ambassade open te stellen voor politieke vluchtelingen. In de weken daarna werden de eerste Chilenen op de ambassade ontvangen. De eerste groep van zeven Chileense vluchtelingen kwam op 25 oktober 1973 aan op Schiphol. Na 11 december 1973 gaf de junta geen uitreisvergunningen meer en stopte het aantal asielaanvragen. Er waren toen nog 27 personen in de ambassade. Hierop volgden onderhandelingen tussen Goedhart en het Chileense ministerie van Justitie, die stroef verliepen. Pas in juni 1974 konden de laatste personen met hun gezinsleden naar Nederland vertrekken.114 Tot aan juni waren er 322 Chilenen in Nederland aangekomen via de officiële weg.115 Een ieder die naar Nederland vertrok werd door de Nederlandse vreemdelingenpolitie erop gewezen dat zij zich moesten onthouden van politieke activiteiten.116 Gezien de politieke traditie in Chili, de staatsgreep en de politieke achtergrond van de vluchtelingen, was dit echter een onrealistische verwachting. Het zou ook niet lang duren voordat de Chilenen zich zouden roeren.

110 Jan Eckel, ‘Allende’s Shadow, Leftist Furor, and Human Rights’ In: Kim Christiaens, Idesbald Goddeeris en

Magaly Rodríquez García, European Solidarity with Chile 1970s-1980s (Frankfurt 2014) 67-92 aldaar 79.

111 Christiaens, Goddeeris en García, ‘A global perspective on the European mobilization for Chile’, 26-27. 112 Jan Willem ten Doesschate, Asielbeleid en belangen. Het Nederlandse toelatingsbeleid ten aanzien van vluchtelingen in de jaren 1968-1982 (Hilversum 1993) 75.

113 Ambassadeur Chili negeert instructies, De Volkskrant van 11 oktober 1973. 114 Ten Doesschate, Asielbeleid en belangen, 75-78.

115 Beerends, Weg met Pinochet, 35.

31

Eenmaal in Nederland aangekomen werden de Chilenen opgevangen door verschillende organisaties. Zij werden overal ondergebracht. Sjaloom beschikte over een boerderij waar veel Chilenen bij elkaar kwamen. Toen de dochter van Salvador Allende, Beatriz, op 21 en 22 december 1973 Nederland bezocht, ging ze ook hier langs. Als hoofd van de in Havana gevestigde afdeling Economische Zaken en Fondswerving van het Chileense verzet, sprak ze met vooraanstaande leden van de PvdA en Sjaloomvoorman Piet Reckman. Laatstgenoemde overhandigde haar in deze boerderij namens het Strijdfonds Chili, een fonds dat na de staatsgreep door Sjaloom, CKN, de Evert Vermeer Stichting van de PvdA en plaatselijke Chili-comités was opgericht, een cheque van maar liefst honderdduizend gulden. Veel Chilenen vierden het kerstfeest in de boerderij, die werd omgedoopt tot ‘Volksambassade’.117

In de Nederlandse politiek gingen toen stemmen op om nog meer Chileense vluchtelingen toe te laten. Op 13 september 1974 leidde dit tot het officiële besluit van de regering om een tweede groep van honderdvijftig personen toe te laten. Om er zeker van te zijn dat het aantal niet overschreden zou worden en dat er geen criminelen onder de vluchtelingen zaten, werd er een selectieteam samengesteld. Op verzoek van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) werd een commissie opgericht die bestond uit PvdA-politicus Theo van Lier, M. Wendt van Justitie en een ambtenaar van het CRM. Van Lier werd voorzitter, waardoor het selectieteam ook wel als Commissie-Lier aangeduid werd.118 Eind 1975, begin 1976 kwam deze tweede groep Chilenen naar Nederland.

Op voorspraak van de Commissie-Lier besloot de ministerraad op 21 mei 1976 om een derde schare van honderdvijftig vluchtelingen uit Chili toe te laten. Eind 1976 arriveerden zij in Nederland. Na dit besluit eindigde het specifieke toelatingsbeleid voor vluchtelingen uit Chili. Dit gaf de Interdepartementale Commissie voor Vluchtelingenzaken de vrijheid om zonder tussenkomst van het kabinet te beslissen over de toelating van het aantal uitgenodigde vluchtelingen. Dit leidde ertoe dat er in 1977 een groep van 233 Chilenen naar Nederland kwam. In de jaren daarna groeide dit aantal geleidelijk, al is een precies aantal niet bekend omdat er ook Chilenen op eigen initiatief naar Nederland kwamen.119

117 Beerends, Weg met Pinochet, 38.

118 Ten Doesschate, Asielbeleid en belangen, 82. 119 Ibidem, 83-86.

32 3.2 Chileense cultuur in Nederland

De solidariteitsbeweging voor Chili zette zich in om de misstanden in Chili aan te kaarten bij het grotere publiek. Hierbij maakte ze veelvuldig gebruik van de Chileense cultuur. Literatuur, kunst en muziek hadden namelijk een belangrijke rol gespeeld tijdens de Unidad Popular-periode in Chili. Met deze uitingen toonden de UP-aanhangers het Chileense volk onder welke levensomstandigheden zij verkeerden en hoe die verbeterd kon worden. Chileense schrijvers, kunstenaars en musici werden mede hierdoor politiek bewuster. Ook ontstonden er zogenaamde schilderbrigades die in de stad politiek georiënteerde muurschilderingen aanbrachten. Daarnaast speelde volksmuziek een belangrijke rol. Het bevatte het verhaal van de sociale, culturele, economische en politieke problemen in Chili. Dit genre muziek waarin eigentijdse problematieken aan de kaak werden gesteld was ontstaan in de jaren zestig en heette ‘La Nueva Canción Chilena’. In 1973 verkochten Sjaloom en de Landelijke Vereniging van Wereldwinkels deze muziek al in Nederland. Ook werden er strips verkocht van de Chileense staatsuitgeverij Quimantú. De bedoeling hiervan was om op eenvoudige wijze de mensen bekend te maken wat de problemen in Chili waren.120

In augustus 1973 deed het CKN een poging om populaire Chileense volksmuziekgroepen zoals Quilapajun en Inti-Illimani naar Nederland te halen. De staatsgreep in september veranderde echter de plannen van deze bands waardoor er geen gehoor werd gegeven aan de uitnodigingen van het CKN. De theatergroep Jorge Diaz ging wel in op een uitnodiging van het CKN en trad in oktober 1973 op voor (gast)arbeiders in Nederland. De in Nederland woonachtige Chileense zanger Luis Aravena speelde een rol in het benaderen van deze groepen. Hij was met regelmaat aanwezig tijdens vergaderingen van het CKN. Vanwege zijn zangachtergrond was hij bekend met deze Chileense muzikale groeperingen.121

Na de staatsgreep werden deze culturele uitingen in Chili verboden. Veel kunst, literatuur, poëzie en muziek werd gezien als een vorm van verzet tegen het beleid van Pinochet.122 Dit leidde ertoe dat Quilapajun en Inti-Illimani kort na de staatsgreep in ballingschap gingen, in respectievelijk Parijs en Rome. Van hieruit reisden ze constant rond om de motivatie van de verbannen Chileense linkerzijde te ondersteunen.123 De CBN organiseerde na de staatsgreep evenementen waar Chilenen werden uitgenodigd om hun verhaal te doen door middel van hun muziek, literatuur en poëzie. Ook kregen de Chilenen de mogelijkheid om politieke muurschilderingen te maken in verschillende Nederlandse steden. Om geld in te zamelen tijdens deze evenementen maakten de Chileense

120 Chili Komitee – Amsterdam 15 maart 1973, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 121 Verslag van de 16e vergadering CKN, 22 augustus 1973, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee

Nederland, IISG.

122 Kunst en verzet uit Chili, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 123 Wright, ‘Chilean Political Exile in Western Europe’, 51.

33

vrouwen empanadas; deegwaar, gevuld met gehakt, ui, ei en olijf.124 Tijdens de UP-periode was deze delicatesse uitgegroeid tot het symbool van de Chileense weg naar het socialisme. Allende had namelijk in een toesprak opgeroepen tot een revolutie met de smaak van rode wijn en empanadas. Hiermee doelde hij op de Chileense democratische weg naar een socialistische maatschappij.125 Het deegwaar werd tijdens bijeenkomsten van de CBN verkocht. Op deze manier zetten de Chileense vluchtelingen hun cultuur voort in Nederland en werden daarmee het gezicht van de CBN.

De eerste gevluchte Chilenen waren in Nederland dus goed zichtbaar. De aanwezigheid van de Chilenen in de Chilibeweging was echter nog gering. Dit blijkt uit het aantal Chilenen tijdens vergaderingen. Vaak waren er geen Chilenen aanwezig tijdens bijeenkomsten, en als ze aanwezig waren, dan namen ze niet actief deel aan de discussies, een enkele uitzonderling daargelaten. Tijdens het inplannen en organiseren van activiteiten werden ze vaak pas betrokken wanneer alles geregeld was.126 Volgens Beerends speelde hun onderlinge verdeeldheid op basis van hun politieke achtergrond hierin een rol.127 In Nederland hadden de vluchtelingen hun eigen politieke partijen opgericht. De vertegenwoordigers van de partijen kwamen bijeen in het Politiek Komitee van de Chilenen. De vorming van dit comité was noodzakelijk om gezamenlijke doelstellingen te bepalen, die vervolgens op vergaderingen van de CBN besproken konden worden. Als elke partij afzonderlijk in de CBN een standpunt zou vertegenwoordigen, zou dit leidden tot verwarring vanwege de onderlinge onenigheid die de partijen in Chili ook al parten hadden gespeeld.128

De Chileense ballingen waren ook verenigd op Europees niveau in de vorm van Chile Democrático. Deze organisatie was verantwoordelijk voor het organiseren van de tours van de weduwe Hortensia Allende en haar dochters Isabel en Beatriz.129 Zodoende bracht mevrouw Allende, net als haar dochter Beatriz, ook een bezoek aan Nederland. Daarnaast voorzag CD het CKN van namen van politieke gevangenen in Chili, met de bedoeling om hun vrijlating te bepleiten in Nederland. Het CKN speelde deze informatie door aan de PvdA.130 Het effect hiervan was beperkt; op slechts vier namen kreeg het CKN een reactie van de overheid, al werd niet duidelijk gemaakt wat deze reactie inhield.131

Zodoende kan gesteld worden dat de Chilenen en de CBN elkaar gebruikten. De Chilenen voorzagen de Nederlanders van informatie en de solidariteitsnetwerken kregen tegelijkertijd een

124 De kievid e.a., 40 jaar, 40 verhalen, 191. 125 Ibidem, 11-12.

126 Notulen, Inventarisnummer 1 en 8, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 127 Beerends, Weg met Pinochet, 53.

128 10-06-1975 Verslag Universiteit van Amsterdam, Inventarisnummer 2485, Archief PvdA, IISG. 129Kim Christiaens, ‘Belgium: The Chilean Factor and the Changing Dimensions of Solidarity Activism’ In:

Christiaens, Goddeeris, García, European Solidarity with Chile 1970s-1980s (Frankfurt 2014) 207-238 aldaar 214-215.

130 Verslag 19e vergadering CKN 29-01-1974, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG 131 Notulen vergadering 21-10-1975, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG.

34

impuls in hun streven kenbaarheid te geven aan de Chileense situatie. De Chilenen waren goed geïnformeerd over wat er in Nederland gebeurde. Dat blijkt uit een klacht die het CKN ontving uit Chili over een tentoonstelling in het Anne Frankhuis. Deze tentoonstelling ging over de politieke situatie in Chili en had in Chili veel beroering veroorzaakt. Wat de klacht precies inhield is niet bekend, maar uit een vergaderingverslag van het CKN blijkt dat de Chilenen de Nederlanders opriepen om hun adhesie te betuigen met de tentoonstelling. In reactie hierop deed het CKN precies wat hen gevraagd werd.132

Ondanks de bereidwilligheid om bepaalde wensen van de Chilenen in te willigen moet de CBN niet gezien worden als een instrument van de Chilenen. Dit werd goed duidelijk uit een conflict over het Strijdfonds. Dit fonds zorgde voor wrevel binnen de CBN. Piet Reckman had de leiding in het Strijdfonds en zijn besluiten over de besteding van gelden werden bekritiseerd door het CKN. Een derde deel van alle financiële middelen werd namelijk door Reckman overgemaakt aan de verzetsorganisatie MIR en aan volkscomités in Chili.133 Het CKN was echter van mening dat al het geld, en niet slechts twee-derde, naar het gezamenlijke Chileense verzet in Havana gestuurd moest worden. Deze mening werd gedeeld door de Chilenen zelf. Tijdens een bezoek van CD aan Nederland in september 1974 bekritiseerden Arrate en Julio de verdeling van het Strijdfonds.134 Bij monde van de Chilenen Claudio Crosman en Fernando Quilodrán werd dit nogmaals bevestigd toen beide heren onuitgenodigd de vergadering van de beheersraad binnenvielen om uiting te geven aan hun ongenoegen over de besteding.135 Er gingen toen stemmen op in het CKN om eventueel Chilenen toe te laten in het Strijdfonds. Uiteindelijk concludeerde het CKN dat dit niet onmogelijk was, maar dat het beter zou zijn om dit nog even uit te stellen vanwege de herstructurering van het Strijdfonds.136 Ondanks de Chileense wens besloot de CBN eind 1975 om helemaal geen geld meer naar Havana te sturen omdat het Strijdfonds geen reactie uit Havana ontving na het overmaken van geld.137

De aankomst van nieuwe Chilenen in 1975 voorzag het CKN van nieuwe informatie over de situatie in Chili.138 Met deze informatie stelde het comité namenlijsten op van personen die in Nederland uitgenodigd moesten worden. Het CKN erkende dat het comité slechts een bemiddelende rol kon spelen in het uitnodigen van Chilenen, maar dat het belangrijk was om steeds met concrete nieuwe namen te komen, zodat de aandacht ook weer gevestigd zou worden op de reeds doorgegeven namen.

132 Verslag 19e vergadering CKN 29-01-1974, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 133 Beerends, Weg met Pinochet, 47-48.

134 Verslag vergadering Chili-Beweging 13-10-1974, inventarisnummer1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 135 Beerends, Weg met Pinochet, 48.

136 Verslag van de Vergadering van de Chili-beweging op 9-10-1974, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee

Nederland, IISG.

137 Notulen van de vergadering d.d. 16-12-1975, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 138 Notulen vergadering 21-10-1975, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG.

35 3.3 Politieke bemoeienis

Aangezien de komst van Chilenen voor een groot deel ingeperkt was door regelgeving van de overheid, benaderden de Chilenen tevens de PvdA. Als Nederlandse regeringspartij was de PvdA een belangrijke partner voor de Chilenen. De Chilenen wisten zich openlijk gesteund door de partijleiding. Prominente PvdA-politici Joop den Uyl, Max van der Stoel en Jan Pronk hadden immers zeer verontwaardigd gereageerd op de coup; Pronk had bovendien alle ontwikkelingshulp aan Chili onmiddellijk stopgezet.139

Via de Chilibeweging poogde Chile Democrático om invloed uit te oefenen op het beleid van de PvdA. Eind 1973 attendeerde CD de CBN op het feit dat op 21 februari 1974 de Club van Parijs bijeen zou komen. Deze club was opgericht in 1956 door negentien landen die toentertijd schulden hadden openstaan bij Argentinië. Tijdens bijeenkomsten van deze club werden schuldenkwijtscheldingen en afhandelingen besproken met betrekking tot de terugbetalingen van Argentinië. Dit ontwikkelde zich in de loop der tijd tot een medium waarin ook schuldenkwesties van andere landen werden besproken, waaronder die van Chili. Als permanent lid van deze club had Nederland dus zeggenschap over de schulden van dit land.140 Volgens CD zou deze bijeenkomst de meest concrete mogelijkheid zijn om druk uit te oefenen op het regime van Pinochet. CD riep op tot een Nederlandse boycot van de Club van Parijs; de afwezigheid van Europese vertegenwoordigers zou betekenen dat er geen concessies gedaan zouden worden aan de junta. De CBN nam deze oproep ten harte en speelde deze door naar de PvdA.141 De invloed van CD en de CBN reikte echter niet zover dat het zeggenschap uitoefende op de beslissing om een Nederlandse delegatie te sturen. Op initiatief van minister Pronk kwamen de afgevaardigden met een passage over mensenrechten als voorwaarde voor het kwijtschelden van schulden, maar dit werd niet door andere landen geaccepteerd. Als gevolg hiervan onthield Nederland zich van stemmen.142

De Chileense ballingen benaderden tevens het Internationale Secretariaat van de PvdA met brieven over personen die waren opgepakt. Ze verzochten de partij om te protesteren tegen de schendingen van de rechten van de genoemde personen. De PvdA deed vervolgens een beroep op de Nederlandse regering om een protest aan te tekenen bij de junta in Santiago, wat regelmatig gebeurde.143 Het ministerie van Buitenlandse Zaken deed vervolgens navraag in Chili en wist soms

139 Beerends, Weg met Pinochet, 25.

140 Malcontent, Op kruistocht in de Derde Wereld, 174.

141 Verslag van de 16e vergadering CKN, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee Nederland, IISG. 142 Malcontent, Op kruistocht in de Derde Wereld, 174.

36

informatie over deze personen te vergaren.144 Toen de regering in september 1974 besloot om een tweede contingent vluchtelingen toe te laten werden de Chilenen nog actiever in het benaderen van de PvdA. Doordat er een selectie plaatsvond droeg de Chileense gemeenschap in ballingschap, waaronder Jorge Arrate, personen aan die door de junta gevangen genomen waren. Een terugkerend element in deze berichten was de mishandeling waaraan deze personen bloot zouden staan. Ook zouden zij in direct levensgevaar verkeren.145

Via de PvdA-politicus en vicepresident van de Socialistische Internationale, Sicco Mansholt, speelden de Chilenen ook verscheidene namen door, waaronder de naam van Anselmo Sule, die in 1976 vicevoorzitter van de SI zou worden.146 De Chileense partij PR was namelijk lid van de SI, waar de PvdA ook lid van was. Bovendien had ook Mansholt in 1972 tijdens de UNCTAD zijn steun aan de UP-regering uitgesproken.147 Mansholt was groot voorstander van meer handel met de arme landen, zoals Tinbergen ook bepleitte. Ook bekritiseerde hij met regelmaat het buitenlandse beleid in Latijns-Amerika van de Verenigde Staten. Als gevolg hiervan gaf de Amerikaanse president Nixon hem de weinig liefkozende bijnaam ‘jackass’.148 Dit alles maakte de persoon Mansholt tot een logisch te benaderen persoon in de SI. Het Politiek Komitee van de Chilenen in Nederland was verder van mening dat alleen asiel verleend moest worden aan politieke gevangen, een standpunt dat de regering ook innam.149 In hoeverre de brieven met doorgegeven namen ook een rol hebben gespeeld bij de selectie van Commissie-Lier is onduidelijk.

De Chileense ballingen hebben veel invloed gehad op de voorbereidingen voor de Chilidemonstratie van de CBN van 11 september 1975. Voor de Chilenen was de deelname van premier Den Uyl als spreker tijdens deze demonstratie van essentieel belang. Voor hen was internationale solidariteit dé manier om de junta op politiek en economisch vlak te kunnen isoleren. Het spreken van een regeringsleider tijdens een demonstratie zou volgens hen grote impact hebben op de internationale positie van de junta. Dit leidde ertoe dat Den Uyl toezegde om te spreken, tot grote vreugde en dankbaarheid van de Chilenen, getuige het aantal bedankbrieven van de Chileense

144 Brief ministerie van Buitenlandse Zaken M. van der Stoel aan A. ter Beek 18-11-1974, Inventarisnummer

2485, Archief PvdA, IISG.

145 Brief Politiek Komitee aan A. van der Louw, Inventarisnummer 2485, Archief PvdA, IISG.

Zie ook: Brief Chili Komitee aan A. van der Louw, Inventarisnummer 2485, Archief PvdA, IISG.

Letra de Comite Chileno de Solidaridad con la resistencia antifascista Havana/Cuba, Inventarisnummer 2485, Archief PvdA, IISG.

146 Brieven Mansholt aan PvdA, Inventarisnummer 284, Socialist International, Archief Sicco Leendert

Mansholt, IISG.

Zie ook: Telegram Janitschek 16 juli 1975, Inventarisnummer 2485, Archief PvdA, IISG. Telegram Jorge Arrate, 15 juli 1975, Inventarisnummer 2485, Archief PvdA, IISG.

147 Johan van Merrienboer, Mansholt; Een biografie (Nijmegen 2006) 373-375. 148 Van Merrienboer, Mansholt, 381-383.

149 Verslag van de vergadering van de Chilibeweging op 9-10-1974, Inventarisnummer 1, Archief Chili Komitee

37

politieke partijen na de demonstratie.150 In zijn toespraak gaf Den Uyl te kennen dat de demonstratie niet alleen om Chili draaide, maar voornamelijk om de strijd tegen de onderdrukking en onvrijheid in de wereld, tegen de beknotting van persvrijheid en tegen het gevangen zetten van politieke tegenstanders. In Chili werden al deze waarden geschonden, aldus de premier.151