• No results found

De CUT had 1976 uitgeroepen tot het jaar waarin de junta economisch geïsoleerd moest worden. De Nederlandse vakbonden steunden deze oproep, al bleef dit voornamelijk bij lippendiensten, aldus Beerends.210 De vakbonden toonden niet hetzelfde enthousiasme voor actievoeren zoals de CBN dat tentoonspreidde. Toch betekende dit niet dat de Nederlandse vakcentrale buiten spel stond. Het in 1976 tot FNV gefuseerde NVV en NKV steunden via het IVVV de CUT. Ook was de FNV vertegenwoordigd in de Chili-Commissie van de PvdA door middel van federatiebestuurder Cees Commandeur.211 De vakcentrales voerden daarnaast overleg met ministers en andere politici over mogelijkheden om de Chileense vluchtelingen te helpen.212

De CUT bleef zoals in voorgaande jaren actief in het verschaffen van informatie aan de FNV. Verzoeken om hulp van de CUT in verband met gevangen genomen Chileense vakbondsleiders werden tijdens vergaderingen van de vakbond besproken. Vervolgens werd dit in de informatiecarrousel gestopt waaruit de Chili-Commissie van de PvdA en de CBN ook kennis konden putten.213 Ook verschafte de Commissie Buitenland van de CUT informatie over de financiële situatie in Chili tijdens bijeenkomsten van de Contactcommissie Internationale Zaken.214

De situatie in Chili veranderde echter langzaam. Doordat politieke partijen verboden waren namen de vakbonden het voortouw in het organiseren van vormen van verzet. Vanaf 1976 waren er enkele vakbondsleiders geweest in Chili die zich georganiseerd hadden in de zogenaamde Groep van Tien. Zij hadden hun netwerken in Chili maar kwamen vaak bijeen in andere landen uit veiligheidsoverwegingen. De belangrijkste vakbondsbeweging in Chili was echter de Coordinadora

208 Rekeningen organisatiekosten PR, Inventarisnummer 2486, Archief PvdA, IISG. 209 Lijst gevangenen 1980 en brieven, Inventarisnummer 2487/2, Archief PvdA, IISG.

Solidariteitskommissie met de slachtoffers van de onderdrukking in Chili 14-12-1981, Inventarisnummer 2486, Archief PvdA, IISG.

210 Beerends, Weg met Pinochet, 58.

211 Chili-Kommissie PvdA, Inventarisnummer 279, Commissiearchief FNV 1976, Archief FNV, IISG.

212 Bijeenkomst FNV en CNV met minister van der Stoel en staatssecretaris Brinkhorst en Kooijmans 23-3-1976,

Inventarisnummer 193, Commissiearchief NVV 1975, IISG.

213 Vergadering FNV 29-5-1976, Inventarisnummer 385, Archief FNV BAR Internationale Aangelegenheden,

IISG.

214 Besluitenlijst van het werkoverleg Internationale Zaken 2-3-1976, Inventarisnummer 388, Commissiearchief

50

Nacional Sindical, die verbonden was aan de Katholieke kerk. Samen met het Frente Unitario de Trabajadores en de Groep van Tien organiseerden al deze vakbonden het verzet tegen Pinochet.215 De opkomst van georganiseerde vakbonden in Chili had gevolgen voor de positie van de CUT.

Via het IVVV ontving de CUT namelijk financiële steun. In 1977 was het bedrag voor deze hulp voor Chili meer dan 500.000 dollar waarvan bijna de helft van het NVV afkomstig was.216 Ondanks dat de CUT niet voorkwam op de projectenlijst van het NVV en de FNV werden er middelen via internationale organisaties naar Chili overgemaakt.217 Om de lange armen der Chileense autoriteiten te ontlopen moest de CUT discreet omspringen met deze middelen. Dit hield ook in dat de besteding hiervan niet altijd transparant was, wat wel in toenemende mate geëist werd vanaf 1976 door de donoren van het IVVV. Dit zorgde voor de eerste scheuren in de samenwerking tussen het IVVV en de CUT, die ervan verdacht werd geen banden meer te hebben met het nieuw gestructureerde verzet in Chili. Een nog heikeler punt was dat vakbondsleiders in Chili zeiden geen middelen van de CUT te ontvangen. De hulp van de CUT zou in toenemende mate gaan naar de communisten die deze gebruikten om hun communistische organisaties op te bouwen, iets dat voor het IVVV als vereniging van vrije vakbonden gevoelig lag. Ondanks dat deze beschuldiging nooit werd bewezen, schortte het IVVV in april 1978 de financiële hulp aan de CUT op.218

Dit was een grote klap voor de werkzaamheden van de CUT. Niet alle hulp aan de CUT werd echter stilgelegd. Ondanks dat het IVVV de financiële steun stopzette, doneerde de FNV later in 1978 een bedrag van 121.000 gulden. Ook andere West-Europese vakbonden bleven de CUT in Parijs steunen. Ondanks dat de hulp niet helemaal stopte, raakte de CUT in de problemen.219 De FNV constateerde in 1979 dat op Europees niveau de Chileense vakbond in ballingschap uit elkaar gevallen was. De Chilenen in Nederland waren zich hier van bewust en stelden een gezamenlijke vakbondsvertegenwoordiging voor, waarbij de opgebouwde vakbondsstructuren in Chili ook een rol zouden spelen. Vildósola zou de vertegenwoordiger in Nederland moeten worden aangezien hij hiervoor als de meest geschikte kandidaat werd gezien. Binnen het IVVV bestond echter onduidelijkheid hoe de steun aan de Chileense vakbeweging in de toekomst georganiseerd moest worden. Een mogelijkheid, zo opperde de FNV, was om een contactpersoon van het IVVV in Chili te stationeren. Er werd op het verslag van Commandeur gewacht voor verdere aanbevelingen. Hij was op reis geweest naar Chili en zou meer informatie over de situatie van de Chileense vakbonden

215 Christiaens, ‘The difficult quest for Chilean Allies’, 108. 216 Ibidem, 107.

217 Verslag gesprek minister Pronk en SOSV, Inventarisnummer 388, Commissiearchief FNV BAR 1976, IISG. 218 Christiaens, ‘The difficult quest for Chilean Allies’, 108-109.

51

kunnen geven.220 De verdeeldheid van de Chilenen binnen de Chileense vakbeweging was zo problematisch dat de FNV twijfelde of het nog langer de naam CUT kon gebruiken als Chileense vertegenwoordiging bij het organiseren van vakbondsmanifestaties.221 De CUT verloor zijn vooraanstaande positie als belangrijkste vakbond van de Chilenen. De contacten tussen de CUT en de FNV namen af.

De opkomst van nieuwe vakbonden in Chili leidde ertoe dat het IVVV het coördinatiecomité IVVV-CUT veranderde in een Comité voor Mensen en Vakbondsrechten in Latijns-Amerika.222 Net zoals de PvdA haar specifieke werkgroep Chili veranderde naar een meer algemenere werkgroep, deed het IVVV hetzelfde. Vanwege de problemen elders in Latijns-Amerika was Chili niet het enige concentratieland in de regio. Vergeleken bij de problemen in bijvoorbeeld Argentinië en Bolivia was het bijzonder dat er voor Chili zoveel aandacht was ontstaan in West-Europa. In deze landen waren meer slachtoffers gevallen ten gevolge van politiek geweld en werden de mensenrechten op grote schaal geschonden. Deze grote aandacht voor Chili was mede te danken aan de gevluchte Chilenen. De ballingen maakten bewust gebruik van de bestaande solidariteit in Nederland met de Derde Wereld, zo concludeerde de FNV al in 1977.223

Vanaf 1976 organiseerde het CKN enkele succesvolle boycotacties nadat de CUT dit jaar had uitgeroepen tot het jaar der isolatie van de junta. De nieuwe Chilenen die naar Nederland kwamen, brachten een verandering in de actiestrategie teweeg. Door de nieuwe informatie die zij meebrachten naar Nederland werd directe hulp met groeperingen in Chili mogelijk. Ook richtten de Chilenen in Nederland hun eigen Chilicomités op. De PvdA ondersteunde de acties van de CBN, al nam ze hier niet actief aan deel. De partij bood voornamelijk financiële hulp aan de PR, hun zusterpartij in de SI. Nadat de PvdA een oppositiepartij was geworden veranderde haar Chili Commissie in een algemenere Latijns-Amerika Commissie. De vakbond ondersteunde ook de CBN maar net zoals de PvdA bewees deze voornamelijk lippendienst aan de beweging. Wel doneerde het NVV en de FNV grote bedragen aan het IVVV ten gunste van de CUT. Met de opkomst van nieuwe vakbonden in Chili verloor de CUT aan gezag. Tevens werd de positie van de CUT ter discussie gesteld in het IVVV. Toen er interne tegenstellingen ontstonden binnen de CUT, begon de FNV ook aan de legitimiteit van de Chileense vakbond te twijfelen. De aandacht voor Chili binnen de vakbond nam langzaam af.

220 Verslag van de op 20 december 1979 gehouden vergadering van de FNV, Inventarisnummer 643,

Commissiearchief FNV 1979, IISG.

221 Verslag van de op 17 januari 1980 gehouden vergadering van de FNV, Inventarisnummer 643,

Commissiearchief FNV 1979, IISG.

222 Christiaens, ‘The difficult quest for Chilean Allies’, 108.

223 Humanitaire steun voor de vakbeweging in Argentinië en Bolivia, Inventarisnummer 302, Kommissiearchief

52 Conclusie

Alles overziend kan er een beeld geschetst worden van de manier waarop de Chileense ballingen de Nederlandse solidariteit met Chili aangestuurd hebben. De grote aandacht in Nederland voor de Chileense zaak kwam voort uit een bredere belangstelling voor de Derde Wereld. De gebeurtenissen in Chili konden al voor de coup rekenen op veel aandacht. Na de machtsovername toonden vele organisaties en groeperingen zich solidair met de linkse Chilenen en bundelden hun krachten in een samenwerkingsverband, de Chili Beweging Nederland. Ook de Partij van de Arbeid en de Nederlandse vakbonden betuigden openlijk steun aan de gevluchte Chilenen. Deze aanwezige solidariteit kwam de vluchtelingen goed van pas.

De staatsgreep van Pinochet was een schokkende gebeurtenis in een land dat in de periode van 1826 tot 1973 een grote mate van politieke stabiliteit kende. Er bestond in Chili een democratische traditie, wat uniek was in vergelijking met andere Latijns-Amerikaanse landen. Met de economische groei in het begin van de twintigste eeuw namen de tegenstellingen toe in de maatschappij. Het sociale vraagstuk kwam op de voorgrond te staan. De politiek was in redelijk gelijke blokken verdeeld wat het bijna onmogelijk maakte om een meerderheid in het parlement te behalen. Het vormen van coalities was noodzakelijk maar geen van deze coalities bleek door de jaren heen in staat te zijn om sociale en economische problemen op te lossen. De arbeiders verenigden zich in vakbonden, die op lokaal niveau verzet mogelijk maakten. In 1970 won de linkse Unidad Popular-coalitie de verkiezingen. Tijdens UP groeide de binnenlandse onrust en uiteindelijk greep het leger in. De coup betekende het einde van UP en haar aanhangers werden gearresteerd, vermoord en verbannen. Politieke partijen en linkse vakbonden werden verboden. Vele Chilenen vluchtten naar het buitenland en namen hun politieke- en vakbondservaringen mee.

In Nederland was er grote verontwaardigdheid ontstaan na de gewelddadige staatsgreep van Pinochet. De Derde Weg die Chili was ingeslagen onder Salvador Allende kon namelijk rekenen op de nodige bewondering van linkse intellectuelen. De ‘Vía Chilena al Socialismo’ werd door hen gezien als een hoopvol alternatief voor het teleurstellende kapitalisme en communisme. De aandacht voor de Derde Wereldlanden ontstond in Nederland kort na de Tweede Wereldoorlog. Met name de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog zorgde voor maatschappelijke verontwaardiging toen deze beelden via de media de Nederlanders bereikten. De maatschappelijke betrokkenheid uitte zich in de vorming van steuncomités, al was dit toen nog kleinschalig. In de jaren zestig groeide de belangstelling voor de Derde Wereld ten gevolge van sociale, culturele en economische veranderingen. De ontzuiling speelde een belangrijke rol in dit proces. Doordat de kiezer zich niet meer vanzelfsprekend bond aan een zuil, moesten politieke partijen stemmen zien te winnen door in

53

te spelen op maatschappelijke en internationale ontwikkelingen. Dit was goed te zien tijdens de Vietnamoorlog. Politieke partijen steunden eerst het Amerikaanse beleid, maar met de toenemende maatschappelijke afkeer tegen de oorlog keerde ook de politiek zich openlijk af van de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten. Het aantal Derde Wereldgroeperingen nam in de jaren zeventig snel toe, mede dankzij het beleid van minister van Ontwikkelingssamenwerking Pronk dat erop gericht was om de ongelijkheid in de wereld onder de aandacht te brengen.

De Chilenen maakten goed gebruik van de aanwezige belangstelling in West-Europa voor de Derde Wereld en voor mensenrechten. Met het oprichten van Chile Democrático in Rome en de CUT in Parijs hadden de ballingen zich na enkele maanden redelijk georganiseerd. Via deze organisaties verspreidden de Chilenen informatie over arrestaties, schendingen van mensenrechten en vermissingen. Ook gaven CD en de CUT informatie over de situatie in Chili en over actiemogelijkheden tegen de junta. Deze informatie was belangrijk voor het aanwakkeren van de Nederlandse solidariteit. Met het verschaffen van nieuwe kennis nam de aandacht niet af, er was telkens weer iets nieuws om op te focussen. De eerste Chileense ballingen waren in de Nederlandse maatschappij goed zichtbaar tijdens georganiseerde evenementen van de CBN. Chilenen werden uitgenodigd om hun stem te laten horen door middel van muziek, literatuur of poëzie. Ook verkochten Chileense vrouwen hier empanadas. Zo werden de Chilenen het gezicht voor de CBN zonder echt deel te zijn van deze beweging. Met de komst van nieuwe vluchtelingen omstreeks 1976 veranderde de rol van de Chilenen in Nederland. De nieuwkomers brachten nieuwe informatie mee, die directe hulp aan Chili mogelijk maakte. Mede doordat de Chilenen onderling erg politiek verdeeld waren, richtten ze hun eigen Chilicomités op. Deze comités werden rondom Chilenen opgebouwd, maar Nederlanders participeerden hier ook in. De CBN organiseerde enkele landelijke boycotacties met wisselend succes.

De Chilenen benaderden ook de Partij van de Arbeid. PvdA-politici hadden hun steun betuigd aan de Chileense zaak en minister Pronk had na de coup direct alle ontwikkelingshulp aan Chili bevroren. De ballingen gaven de namen van gearresteerde Chilenen door aan de PvdA met het verzoek om te protesteren tegen de schendingen van mensenrechten in Chili. Ook PvdA-politicus Sicco Mansholt werd door de Chilenen benaderd via de Socialistische Internationale, waar de PvdA en de Chileense Partido Radical lid van waren. Hij speelde op zijn beurt deze informatie weer door naar de partijleiding. Op verzoek van de Chilenen hield premier Den Uyl op 11 september 1975 een toespraak tijdens een grote Chilidemonstratie. De Chileense linkerzijde poogde de junta in een internationaal isolement te krijgen door de aandacht te vestigen op de schendingen van de mensenrechten. Hiermee speelden de ballingen bewust in op de toenemende belangstelling voor deze rechten in Nederland. Nadat de Chilenen concludeerden dat een politiek isolement tegen de

54

junta niet werkte, verlegden ze de aandacht naar een economische boycot, iets dat ook door Mansholt werd voorgesteld. De PvdA was echter niet erg actief in de boycotacties maar gaf voornamelijk financiële steun aan Partido Radical, haar Chileense zusterpartij. De PR was actief in het vergaren van financiële middelen bij de PvdA, de Evert Vermeer Stichting en het Strijdfonds van de CBN. Gesprekken met Chileense vluchtelingen overtuigden minister Pronk ervan dat hulp aan bepaalde groepen in Chili noodzakelijk was. Als gevolg hiervan stelde hij 1.6 miljoen gulden beschikbaar aan de CUT. Nadat de PvdA tot de oppositie veroordeeld was, nam de aandacht voor Chili binnen de partij af. De speciale Chili-Commissie werd omgevormd tot een algemenere Latijns- Amerika Commissie. Desondanks bleef de PvdA financiële steun geven aan Chileense organisaties in en buiten Nederland. De Chilenen bleven de partij ook van informatie voorzien.

De Nederlandse vakbond NVV (later gefuseerd met het NKV tot de FNV) was aangesloten bij het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen, waarvan de CUT ook lid was. De CUT speelde een belangrijke rol binnen het IVVV door informatie te verschaffen. Leden van de CUT bezochten met regelmaat het NVV en verstrekten allerlei informatie. De vakbond speelde deze kennis vervolgens weer door naar de CBN en de politiek. De CUT opperde tevens mogelijkheden voor economische boycots tegen de junta. Dit werd door het NVV overgenomen in 1976, al steunden de vakbonden deze acties slechts bij monde. Dit is mogelijk te verklaren door het uitgangspunt van de Nederlandse vakcentrales. Het doel was namelijk om de Nederlandse werknemers bewust te maken van de arbeidsverhoudingen in ontwikkelingslanden en om vakbondsprojecten in deze landen mogelijk te maken. In dit licht zijn de aanzienlijke financiële bijdragen van het NVV en FNV aan het IVVV te verklaren. Deze werden aan de CUT overgemaakt, die het geld aanwendde ter ondersteuning van organisaties en personen in Chili. Het herstel van vakbonden in Chili betekende de neergang van de CUT in West-Europa.

De omstandigheden waren in de beginjaren zeventig zeer gunstig voor de Chileense ballingen. De Chilenen waren zich hiervan bewust. Ze speelden zeer gericht in op aanwezige sentimenten in de Nederlandse maatschappij, met wisselend succes. Hierdoor kreeg de Chileense zaak meer aandacht dan de problemen in andere Latijns-Amerikaanse landen, die gezien de omvang qua misstanden erger waren. De CUT en Chile Democrático hebben in dit proces een belangrijke rol gespeeld. Geconcludeerd kan worden dat Partido Radical in Nederland ook een zeer belangrijke rol heeft gespeeld in het vergaren van solidariteit. Als zusterpartij van de PvdA en lid van de Socialistische Internationale stond ze veel in contact met de PvdA. De resultaten van dit onderzoek sluiten naadloos aan bij de bevindingen van Kim Christiaens die in de inleiding van dit onderzoek zijn

55

gepresenteerd. De Derde Wereld en Westerse activisten hadden elkaar nodig, waarbij de Derde Wereld zeer bewust omsprong met de geboden mogelijkheden.

Daarnaast biedt dit onderzoek nieuwe inzichten in de Chili Beweging Nederland. Beerends legde de focus voornamelijk op het CKN waardoor hij geen aandacht besteedde aan het grotere geheel waarvan het CKN onderdeel was. Volgens Beerends vielen de activiteiten van het CKN stil na 1981, toen de situatie uitzichtloos was. Dit was echter geen algemeen beeld in de CBN, lokale Chilicomités bleven in de vroege jaren tachtig acties organiseren die ten goede kwamen aan het Chileense verzet. De aanwezigheid van Chilenen in deze comités speelde hierin een grote rol. Tevens is duidelijk geworden dat het CKN in 1977 niet als eerste de betrokkenheid van de ABN-Amro in Chili ‘ontdekte’, zoals Beerends dit concludeerde. Op 8 oktober 1976 werd er binnen de PvdA al gesproken over deze bemoeienis van de bank. Uit dit onderzoek is wel gebleken dat het CKN deze actie organiseerde, en niet de FNV zoals Christiaens schrijft.

Door het ontbreken van een Nederlandse casus in de eerder genoemde bundel van onder andere Christiaens, is het interessant om de Nederlandse solidariteitsbeweging te vergelijken met die van België, die wel in deze publicatie staat. In grote lijnen zijn de ontwikkelingen in Nederland gelijk aan die van de België. Na de coup nam ook hier de interesse voor de gebeurtenissen in Chili toe. De komst van nieuwe groepen Chilenen gaf de solidariteitsbeweging een impuls. Naarmate de jaren zeventig vorderden kregen de comités te maken met een afnemende interesse in Chili. De aandacht verschoof naar andere Latijns-Amerikaanse landen. Er zijn echter ook interessante verschillen te zien tussen de twee buurlanden. Allereerst bestond er in Nederland al een Chilicomité vóór de coup, terwijl die in België pas ná de coup werd opgericht. Dit Nationale Chilicomité werd dankzij Chile Democrático in het leven geroepen, die na de oprichting erg betrokken bleef bij het Belgische comité. Veel acties in België waren op initiatief van CD. Doordat Christiaens de rol van CD in België erg belicht, besteedt hij geen aandacht aan lokale initiatieven van gevluchte Chilenen. Dit onderzoek toont aan dat deze in Nederland veel voorkwamen, terwijl de rol van Chile Democrático hier minder prominent was. Opvallend is ook dat in Nederland de Partido Radical erg actief was, terwijl die in België niet genoemd wordt door Christiaens. De aanwezigheid van de PvdA en Mansholt in de Socialistische Internationale, waarin ook de PR zat, kan hiervoor een verklaring zijn.

56 Archivalia Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis