• No results found

Hoofdstuk 3: Resultaten

3. Visie op nazorg

3.3. Nazorg en verantwoordelijkheid

Zoals eerder aangegeven, betekent professionaliteit eveneens het nemen van (professionele) verantwoordelijkheid. Daarom werd zowel aan zorgverlaters als aan professionals gevraagd of zij nazorg beschouwden als een professionele verantwoordelijkheid. De antwoorden hieromtrent waren erg uiteenlopend. Wellicht heeft dit te maken met de ruime en soms onduidelijke interpretatie van nazorg. Desondanks kon er een verschil in visies bespeurd worden betreffende geplande en ongeplande nazorg.

De meeste respondenten waren het er over eens dat geplande nazorg een verantwoordelijkheid is van de professional. Dit houdt in dat op zijn minst nog één maal contact genomen wordt om te bevragen hoe het met de jongere gaat. Met het principe van ‘salut en de kost’ was men het bijgevolg niet eens. Zo stelt een zorgverlater:

“We zitten nog in onze ontwikkeling en ge kunt dat niet zomaar loslaten en alles stopzetten. Je hebt een band opgebouwd. Ik vind wel dat ze daar rekening mee mogen houden.”

(Zorgverlater 5)

De meningen over de verantwoordelijkheid om ongeplande nazorg te bieden waren daarentegen erg uiteenlopend. Enerzijds vonden enkele respondenten dat ook ongeplande nazorg een

35 verantwoordelijkheid van de professional blijft. Sommigen vatten dit op als een actieve verantwoordelijkheid waarbij de professional zelf nog probeert om het contact warm te houden. Zo vroegen twee professionals aan zorgverlaters om hen op de hoogte te houden wanneer ze verhuisden of van nummer veranderden opdat ze nog steeds contact konden houden. Opnieuw werd steeds gevraagd of zorgverlaters dit contact zelf nog wenselijk vonden. Anderen beschouwden dit als de passieve verantwoordelijkheid om te blijven openstaan voor de wens naar contact van de zorgverlater. Het blijft volgens deze respondenten een minimale verantwoordelijkheid om de boodschap mee te geven nog bereikbaar te zijn indien nodig en gewenst. Dit houdt in dat de zorgverlater de nodige hulp krijgt wanneer deze hierom vraagt. Volgend citaat illustreert deze visie:

“Maar elke hulpverlener draagt daar naar mijn mening toch een minimale verantwoordelijkheid in. In die zin dat je nog altijd kan doorverwijzen of een nieuwe begeleiding kan opstarten.” (Professional 5)

Contact weigeren was volgens deze groep bijgevolg niet professioneel. Daarnaast kent deze al dan niet actieve verantwoordelijkheid volgens enkele respondenten geen einde. Zo vertelt een professional:

“Bij mij is een begeleiding nooit af. En jongeren kunnen voor mijn part altijd contact met mij opnemen. [...] En dat mag zoveel zijn als je wil.” (Professional 4)

Niettemin blijven lopende begeleidingen volgens deze respondenten steeds voorgaan. Anderzijds meenden enkele respondenten dat ongeplande nazorg niet van professionals verwacht kan worden. Deze respondenten meenden dat ongeplande nazorg een eigen keuze moet zijn en professionals het recht hebben om verder contact (na de geplande nazorg) te weigeren. Zo vertelde een zorgverlater:

“Op den duur hebben zij [professionals] zoveel mensen [zorgverlaters] dat zij ook beginnen doordraaien. Ze kunnen niet alle jongeren die ze begeleid hebben, blijven zien. Ze moeten zelf kunnen beslissen: wil ik daar contact mee blijven houden of niet. Doe ik dat met plezier, doe ik dat niet met plezier… Als je dat niet met plezier doet, doe het dan niet.” (Zorgverlater

36 Opvallend was dat respondenten zichzelf meermaals tegenspraken betreffende dit onderwerp. Volgend fragment uit een interview illustreert dit:

Zorgverlater: “Goh, een echte verantwoordelijkheid is het niet. Ik denk dat iemand die dat

doet met zijn hart, dat automatisch gaat doen. Je mag het wel niet zomaar van iemand verwachten.”

Onderzoeker: “Je vindt dus niet dat in opleidingen moet meegegeven worden dat het de

bedoeling is dat je cliënten of jongeren na hun begeleiding nog ziet?”

Zorgverlater: “Jawel, toch wel, het behoort voor mij tot hun taken, ook na de begeleiding.” (Zorgverlater 4)

Ruwweg kunnen de visies op ongeplande nazorg aldus opgedeeld worden in een groep die vindt dat je minimaal bereikbaar moet blijven en dus geen contact mag weigeren, en een groep die vindt dat ongeplande nazorg een eigen keuze is gezien zorgverlaters na de geplande nazorg geen verantwoordelijkheid meer zijn van de professional. Omdat respondenten zichzelf meermaals tegenspraken, was het voor de onderzoeker niet altijd duidelijk wie nu precies welke mening aanhing.

Desondanks zijn alle professionals het er over eens zichzelf zowel tijdens de geplande als de ongeplande nazorg te moeten beschermen tegen overbelasting en hun eigen grenzen te moeten bewaken. Deze grenzen verschillen tussen professionals. Sommige professionals zijn bereid nog ondersteuningsvragen op te nemen in de mate die zij mogelijk zien en verwijzen zoniet door. Anderen willen enkel een luisterend oor zijn en verwijzen door bij effectieve ondersteuningsvragen. Zo vertelt een professional:

“De ene hulpverlener heeft het daar al wat makkelijker mee dan de andere en ieder van ons moet zelf maar zijn of haar grenzen trekken.” (Professional 1)

Een zorgverlater gaf aan dat hij altijd eerst eens vraagt of hij een ondersteuningsvraag mag stellen en dat hij ervan uitgaat dat een professional zelf wel zal aangeven wanneer dit niet het geval is. Omwille van de verschillende visies op verantwoordelijkheid zijn er eveneens uiteenlopende meningen over wie initiatief hoort te nemen. Enkele respondenten vonden dat het initiatief hoort te komen van de zorgverlater (passieve nazorg). Soms wordt bij uitstroom of na de geplande nazorg zodoende duidelijk gecommuniceerd dat het initiatief bij de jongere ligt. Desondanks wordt vaak

37 stilzwijgend aangenomen dat de zorgverlater zelf wel initiatief zal nemen indien hij/zij nog contact wenst. Zo vertelt een zorgverlater:

“Ik ga ervan uit dat zij redeneren dat als iemand nog contact wil, dat die daar dan zelf maar het initiatief toe moet nemen.” (Zorgverlater 2)

Andere respondenten meenden daartegenover dat initiatief van beide kanten moet komen (actieve en passieve nazorg). Niemand legde de gehele verantwoordelijkheid tot contactname bij de professional. Sommige professionals vragen aan het einde van de begeleiding of de jongere liever zelf initiatief neemt of liever heeft dat de professional contact opneemt.