• No results found

NATURA2000 KRAMMER-VOLKERAK EN ZOOMMEER Kernopgaven

In document planstudie Waterkwaliteit (pagina 104-107)

4 Huidige situatie en autonome ontwikkeling

4.5.2 NATURA2000 KRAMMER-VOLKERAK EN ZOOMMEER Kernopgaven

De kernopgave voor het Krammer-Volkerak als onderdeel van het Natura 2000 Landschap

‘Noordzee, Waddenzee en Delta’, is:

ƒ 1.13: behoud ongestoorde rustplaatsen en optimaal voortplantingshabitat voor Bontbekplevier, Strandplevier, Kluut, Dwergstern en Visdief.

ƒ 1.17: behoud habitat broedvogels als Dwergstern, Visdief, Lepelaar en foerageergebied voor ganzen.

De kernopgave voor het Zoommeer als onderdeel van het Natura 2000 Landschap

‘Noordzee, Waddenzee en Delta’, is:

ƒ 1.12: behoud en herstel ongestoorde hoogwatervluchtplaatsen

ƒ 1.19: behoud en ontwikkeling van kwaliteit binnendijkse brakke gebieden voor broedvogels (Kluut) en als hoogwatervluchtplaats.

Instandhoudingsdoelstellingen

In de concept gebiedendocumenten voor het Natura 2000-gebied Krammer-Volkerak en het Natura 2000-gebied Zoommeer (Ministerie van LNV, november 2007) worden de concept instandhoudingsdoelen voor het Natura 2000-gebied beschreven. Deze concept

instandhoudingsdoelen zijn het uitgangspunt voor de Ecologische effectbeoordeling die is uitgevoerd. De aanname is dat de hierin gepresenteerde instandhoudingsdoelen

Figuur 4.31

De concept begrenzing van het Natura 2000-gebied Zoommeer.

Bron: www.minlnv.nl

Legenda:

1 Boereplaat

2 Prinsesseplaat en eilanden 3 Molenplaat Zoommeer 4 Rak Oesterdam

5 Speelmansplaat en eilanden

1 2

5 3

6 1

2 4 3

5

rechtsgeldig zouden worden indien de huidige situatie voortgezet wordt (dus zonder uitvoering van de planstudie waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer)20.

Voor het Natura 2000-gebied Krammer-Volkerak gelden instandhoudingsdoelstellingen voor 5 habitattypen, 1 soort uit de Habitatrichtlijn en 35 soorten uit de Vogelrichtlijn (niet-broedvogels en (niet-broedvogels). Voor het Natura 2000-gebied Zoommeer gelden

instandhoudingsdoelstellingen voor 16 soorten uit de Vogelrichtlijn (niet-broedvogels en broedvogels) .21

Huidige situatie

In de huidige situatie is het Krammer-Volkerak landelijk gezien voor geen enkele niet-broedvogelsoort van groot belang. Wel is het gebied belangrijk voor Fuut, Kuifduiker, Lepelaar, Grauwe gans, Bergeend, Krakeend, Slobeend, Kuifeend, Brilduiker, Slechtvalk en Kluut. De aantalsontwikkeling van kwalificerende niet-broedvogelsoorten voor het Krammer-Volkerak vertoont voor zes soorten sinds het seizoen 2002-2003 (tot 2006-2007) een neergaande trend (SOVON&CBS, 2008). Het gaat hier om Fuut, Smient, Wilde Eend, Kluut, Bontbekplevier en Grutto.

Het Zoommeer is landelijk gezien van gering belang voor de aangewezen niet-broedvogelsoorten.

Het Zoommeer vertoont voor acht soorten sinds het seizoen 2002-2003 (tot 2006-2007) een neergaande trend. Het gaat hier om Fuut, Grauwe gans, Rotgans, Bergeend, Smient, Wintertaling, Pijlstaart en Kluut. Deze trend wordt onder andere veroorzaakt door verslechtering van de waterkwaliteit door eutrofiering.

In de huidige situatie is het Krammer-Volkerak landelijk gezien van groot belang voor de Zwartkopmeeuw. Meer dan 15% van de landelijke populatie bevindt zich in het Krammer-Volkerak. Daarnaast is het gebied belangrijk voor Kluut, Bontbekplevier en Strandplevier.

In het Zoommeer komen broedvogels aanmerkelijk minder veelvuldig voor. In de huidige situatie is het gebied landelijk gezien alleen van gemiddeld belang voor de Strandplevier.

In figuur 4.32 zijn de kwalificerende habitattypen weergegeven in het Natura 2000-gebied Krammer Volkerak.

20 In werkelijkheid zullen bij een eventuele keuze voor een zout VZM de instandhoudingsdoelstellingen opnieuw tegen het licht gehouden worden en indien noodzakelijk aangepast worden. De Ecologische effectbeoordeling is medebepalend voor de uiteindelijke definitieve instandhoudingsdoelen.

21 Zie hoofdstuk 4 van Rapportage Natuurwetgeving: Ecologische effectbeoordeling, Planstudie Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer (Arcadis, 2009a)

NIET-BROEDVOGELS

BROEDVOGELS

HABITATTYPEN

De arealen van de op bovenstaande kaart weergegeven kwalificerende habitattypen zijn, indien bekend, in de onderstaande tabel vermeld.

Habitattype Huidige situatie

H1310 A Zilte pionierbegroeiingen (Zeekraal) Onbekend H1310 B Zilte pionierbegroeiingen (Zeevetmuur) Onbekend H1330 A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) 390 ha H2190 B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) Onbekend H6430 A Ruigten en zomen (Harig wilgenroosje)

H6430 B Ruigten en zomen (Moerasspirea)

276 ha

H91E0 A Vohtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) H91E0 B Vochtige alluviale bossen (essen-iepenbossen)

46 ha

In beginsel is het gehele buitendijkse gebied in het Krammer-Volkerak geschikt leefgebied voor de Noordse woelmuis. In de periode 1995 – 2005 is de soort tijdens verschillende onderzoeken in het gebied waargenomen.

Het gaat hier om de Dintelse gorzen, de Slikken van Heen, de Plaat van Vliet,

Grevelingendam en Krammers slikken. In de Hellegatsplaten zijn ook waarnemingen van de soort bekend uit 2000 (La Haye, 2001).

Figuur 4.33 geeft de ruimtelijke verspreiding van de soort in het Natura 2000-gebied weer.

De verspreiding van de Noordse woelmuis in de Hellegatsplaten is niet op deze kaart aangegeven.

Figuur 4.32

De ligging van kwalificerende habitats in het Natura 2000-gebied Krammer-Volkerak.

Bron: RWS Waterdienst, Eco-1.1: Habitats, 2008.

Legenda:

Tabel 4.8

Oppervlakte (ha) van de verschillende habitattypen

Bron: GIS data RWS Waterdienst, 2008

HABITATSOORTEN

Autonome ontwikkeling

Voor het Krammer-Volkerak wordt verwacht dat van 6 soorten de instandhoudingsdoelen niet gehaald worden bij voortzetting van het huidige beheer en gebruik. Bij twee soorten is het onduidelijk of de doelen gehaald kunnen worden en bij 18 soorten worden de doelen waarschijnlijk of zeker gehaald.

Voor het Zoomeer wordt verwacht dat van 7 soorten de instandhoudingsdoelen niet gehaald worden. Bij 4 soorten worden de doelen waarschijnlijk of zeker gehaald.

Voor het Krammer-Volkerak wordt verwacht dat van 5 soorten de instandhoudingsdoelen niet gehaald worden. Bij 3 soorten worden de doelen waarschijnlijk of zeker gehaald, en van één soort is de haalbaarheid onzeker.

In het Natura 2000-gebied Zoommeer zal als gevolg van natuurlijke vegetatiesuccessie en verdergaande vegetatieontwikkeling het areaal open, kaal tot schaars begroeid (schelprijk) terrein afnemen. De pionierbroedvogels (Kluut) zullen de komende jaren in aantal achteruit gaan. De kolonies van de koloniebroedende vogelsoorten Zwartkopmeeuw en Visdief liggen buiten het Zoommeer. Ontwikkelingen in aantallen is afhankelijk van de lokale omstandigheden en vegetatiesuccessie, maar valt buiten de reikwijdte van het gebied.

Verwacht wordt dat het oppervlak potentieel geschikt leefgebied van de Noordse woelmuis nagenoeg gelijk blijft aan het oppervlak dat in de huidige situatie als geschikt leefgebied wordt geacht.

In document planstudie Waterkwaliteit (pagina 104-107)