• No results found

Een van de eerste Nederlanders die de heldenstatus wist te verwerven en wiens roem voortleeft159 was niet Willem van Oranje, maar een eenvoudige watergeus, Jan Haring. Hij slaagde erin om de Spaanse admiraalsvlag uit de mast te halen tijdens de ´Slag op de Zuiderzee’ (1573), maar moest zijn heldendaad met de dood bekopen. Als herinneringsteken werd de buitgemaakte vlag opgehangen in de Grote Kerk te Hoorn.

Doorgaans was vaderlandsliefde geen thema tijdens een zeegevecht, zeker niet gezien het bonte internationale gezelschap waarin men verkeerde. Het ging bij het gevecht vooral om het volgen van orders en het uitvoeren van de opgelegde taak, maar ook om overleven en het behalen van buit. Lafheid en incompetentie kwamen geregeld voor, variërend van regelrecht het zeegevecht uit de weg gaan tot zich min of meer in de luwte van het gevecht opstellen. Vondel had geen goed woord over voor laffe zeekapiteins: ‘Wie ’t lijf op prijs zet, moet het waegen.’160 Anderzijds moest betoonde heldenmoed soms via notariële getuigenissen worden bewezen.161

De Amsterdamse ‘Nieuwe Kerk’ prijst zichzelf tegenwoordig graag aan als het ‘Nederlandse zeeheldenpantheon’.162 Naast praalgraven voor Michiel de Ruijter en diens tijdgenoot Jan van Galen, zijn er grafmonumenten voor drie latere zeehelden opgericht: een epitaaf (1782) voor Wolter Jan Gerrit, baron Bentinck (1745–1781), een marmeren praalgraf (1819) voor Jan Hendrik van Kinsbergen (1735–1819) en een epitaaf (1831) voor Jan van Speyk (1802-1831). Het is de vraag of de claim als ‘Nederlandse zeeheldenpantheon’ helemaal terecht is, want ook in de Oude Kerk te Amsterdam, de Grote Kerk te Rotterdam en in de Oude Kerk te Delft liggen diverse illustere zeehelden begraven.

De achttien publieke grafmonumenten van de top-40 (Bijlage II), plus de grafzerk voor Mooy Lambert, zijn als volgt verdeeld (grafiek 1):

 Oude Kerk, Amsterdam (Van Heemskerck, Van der Hulst, Sweers, De Haen, Van der Zaen);  Nieuwe Kerk, Amsterdam (Michiel de Ruijter, Van Galen);

inspireren door ontwerpen van Rombout Verhulst en Daniël Marot (bron: https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/bijzonder- funerair-erfgoed-in-burgh).

158 De in deze reeks genoemde jaartallen zijn het jaar van voltooiing van het betreffende grafmonument. 159 ‘Jan Haring Race’. Geraadpleegd op 1 juli 2018, van http://www.janharingrace.nl/.

160 Daniël François Scheurleer, Van Varen en van Vechten (dl. II), 37-39.

161 Stadsarchief Rotterdam, 18 Notarissen te Rotterdam en daarin opgegane gemeenten (ONA), Inventarisnummers 213 en

314 van http://www.stadsarchief.rotterdam.nl/archieven?

mistart=264&mivast=184&mizig=365&miadt=184&milang=nl&misort=dt%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=Maerten %20Tromp, inventarisnummer 397 van http://www.stadsarchief.rotterdam.nl/archieven?

mistart=24&mivast=184&mizig=365&miadt=184&milang=nl&misort=last_mod

%7Casc&miview=ldt&mizk_alle=Cortenaer en inventarisnummer 249 van http://www.stadsarchief.rotterdam.nl/archieven? mistart=32&mivast=184&mizig=365&miadt=184&milang=nl&misort=last_mod%7Cdesc&miview=ldt&mizk_alle=Michiel %20de%20Ruyter.

 Oude Kerk, Delft (Hein, Maerten Tromp);

 Laurenskerk, Rotterdam (De With, Kortenaer, De Liefde, Mooy Lambert);  Grote Kerk, Den Haag (Van Wassenaer Obdam);

 Nieuwe Kerk, Middelburg (Johan en Cornelis Evertsen de Oude) (dubbelgraf));  Grote Kerk, Hoorn (Pieter Florisz.);

 Domkerk, Utrecht (Van Ghent);

 Grote Kerk, Harlingen (De Vries, Stellingwerf).

Wanneer we uitsluitend naar de zeventiende eeuw kijken, dan klopt de claim van de Nieuwe Kerk sowieso niet en wordt ze stevig voorbijgestoken door de Oude Kerk (Amsterdam) en de Laurenskerk (Rotterdam). Binnen het gebied van de Admiraliteit van de Maze liggen zeven publieke grafmonumenten (Rotterdam, Delft, Den Haag).

Indien we ook de privé gefinancierde grafmonumenten voor Jan van Brakel (Laurenskerk, Rotterdam) en Philips van Almonde (Grote Kerk, Den Briel) meetellen, dan blijkt dat niet de Amsterdamse admiraliteit, maar die van de Maze de onbetwiste koploper is qua grafmonumenten voor zeventiende-eeuwse zeehelden.

Grafiek 1

Publieke grafmonumenten voor zeehelden per kerk in de zeventiende eeuw

Bedoeld of onbedoeld zet de Nieuwe Kerk met haar claim de wedijver voort die al in de zeventiende eeuw tussen steden en gewesten in de Republiek bestond. Stadsbeschrijvingen hielpen daarbij. Ze bezongen lof op een bepaalde stad en haar inwoners. Door de lokale gebondenheid zullen de meeste inwoners van de Noordelijke Nederlanden niet of nauwelijks nationale gevoelens voor de Republiek

als geheel hebben gehad. Slechts in een beperkte vorm zal nationale trots aanwezig zijn geweest en gestimuleerd zijn door roemrijke daden en het beschrijven en verspreiden daarvan in woord en beeld.

Het onderscheid was zichtbaar in de kunsten, waaronder stadsbeschrijvingen en -kaarten, zoals de grote serie van Jacob van Deventer (eind zestiende eeuw), de vele stadsgezichten of Zeeuwse wandtapijten, over de Zeeuwse strijd tegen de Spanjaarden.163 De morele voortreffelijkheid van de inwoners en hun bereidheid om zich dienstbaar op te stellen en te handelen in het belang van de gemeenschap, werden belicht.164 Het is de vraag of hun inzet ingegeven werd door nationale of gewestelijke trots danwel door eigenbelang en overlevingsdrang.

Het spreekt voor zich dat grafmonumenten van zeehelden binnen de stadsgrenzen het imago versterkten, een stroom binnen- en buitenlandse bezoekers en bewonderaars trokken en geld in het laatje brachten voor stad, kerk en middenstand. De graftombes van Willem van Oranje en de vlootvoogden Piet Hein en Maarten Tromp waren bijvoorbeeld opgenomen in de stadsbeschrijving van Delft.165 Op afbeelding 38 staan bewonderaars bij Tromps grafmonument afgebeeld, waaronder een man in Turkse dracht.166

Afbeelding 38

Hendrick van Vliet, Interieur Oude Kerk van Delft met het praalgraf van Maarten Tromp (1658) (Collectie Toledo museum of Art, VS)

Na een bezoek aan Tromps grafmonument (1660) schreef de Engelse staatsman Samuel Pepys bewonderend: ‘Er is een zeegevecht uitgehouwen in het marmer, waarbij de kruitdamp zo mooi tot uitdrukking is gebracht, als ik nog nooit eerder in mijn leven heb gezien.’167 Ook Willem van Oranjes praalgraf vond hij een ‘indrukwekkende graftombe’.

Ook in andere stadsbeschrijvingen werden zeeheldenmonumenten genoemd om toeristen te trekken.168 De relatief korte afstanden in de Republiek, het dichte netwerk169 en het comfortabele,

163 Zeeuws Museum. Geraadpleegd op 12 augustus 2017, van https://www.zeeuwsmuseum.nl/nl/plan-je-bezoek/nu-in-het-

museum/tentoonstellingen/wandtapijten.

164 Eddy Verbaan, De woonplaats van de faam. Grondslagen van de stadsbeschrijving in de zeventiende-eeuwse Republiek

(Hilversum 2011) 277.

165 Ibidem, 225.

166 Frits Scholten, Sumptuous Memories, 211-212, 217.

167 Samuel Pepys, Dagboeken 1660-1669. Een selectie uit het volledige Dagboek (Antwerpen 1981) 65. 168 Frits Scholten, Sumptuous Memories, 219.

veilige vervoer per trekschuit, varend volgens een strakke dienstregeling, maakte de verspreid liggende kunstwerken bereikbaar. Tegelijkertijd leverde deze toeristenstroom plaatselijk geld op.