• No results found

IN NAAM DER KONINGIN!

In document ƒ Mr. F. C. HEKMEIJER. (pagina 192-200)

DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDSCH-INDIË,

Den Raad van Nederlandsch-Indië gehoord : Allen, die deze zullen zien of hooren lezen,

Saluut!

doet te weten :

Dat Hij, de ordonnanties, welke na 18 December 1916 in het Staatsblad van Neder-landsch-Indië zijn afgekondigd, in over-eenstemming willende brengen met het Wet-boek van Strafrecht (Staatsblad 1915 no. 732) ; Lettende op de artikelen 20, 29, 31 en 33 van het Reglement op het beleid der Regee-ring van Nederlandsch-Indië en op artikel 23 van de Invoeringsverordening Strafwetboek (Staatsblad 1917 n°. 497):

Heeft geedgevonden en verstaan : Artikel 1.

De bepalingen omtrent onderwerpen in de eerste acht titels van het eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht behandeld, welke

voorkomen in ordonnanties, na 18 December 1916 en vóór 1 Januari 1918 in het Staats-blad van Nederlandsch-lndië afgekondigd, en niet bedoeld zijn in de artikelen 4 en 5 van de Invoeringsverordening Strafwetboek worden ingetrokken. ')

Artikel 2.

De strafbepalingen, voorkomende in de ordonnanties in het vorig artikel bedoeld, ondergaan de volgende wijzigingen:

a. In het eerste lid van artikel 2 der ordonnantie van 28 December 1916 (Staatsblad n» 755) houdende v e r b o d s b e p a l i n g e n t e n a a n z i e n v a n de v e r v a a r d i -g i n -g , d e n i n v o e r , h e t b e z i t , d e n e i g e n d o m , h e t v e r v o e r en d e n v e r -k o o p v a n l u c i f e r s , wel-ke witten (gelen) phosphorus bevatten, worden de woorden na „of" vervangen door: „hechtenis van ten hoogste drie maanden".

b. Met intrekking van hetgeen ten aanzien van die artikelen is bepaald onder 203° van artikel 6 der Invoeringsverordening Straf-wetboek worden de artikelen 32 en 33 van het bij de ordonnantie van 13 Augustus 1912 (Staatsblad n°. 432) vastgesteld R e g l e -m e n t o p h e t v e e a r t s e n ij k u n d i g S t a a t s t o e z i c h t en de veeartsenijkundige politie in Nederlandsch-lndië gelezen zooals bepaald is bij de ordonnantie van 3 Januari 1917 (Staatsblad n°. 9), met dien verstande dat :

ie. van artikel 32 de aanhef van ie wordt gelezen :

„met een geldboete van ten hoogste honderd gulden of hechtenis van ten hoogste drie maanden".

1) De strafbepalingen van de hier bedoelde ordon-nanties worden niet getroffen door de afschaffings-bepaling van art. 3(c) sub. e, lnv.. omdat zij daarbuiten vallen. Zij zijn dus van kracht gebleven behoudens de uitzonderingen van deze ordonnantie.

de aanhef van 2e wordt gelezen:

„met een geldboete van ten hoogste vijf-honderd hulden of hechtenis van ten hoogste drie maanden'.

onder e van het bepaalde onder 2« het woord „verdacht'' waar dit voorkomt, vervalt.

het bepaalde onder 3° wordt gelezen :

„met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste honderd gulden: de eigenaar of houder van vee, dat verschijnselen eener besmettelijke ziekte vertoont, die daarvan niet dadelijk kennis geeft aan een der Europeesche of Inlandsche bestuursambtenaren tot wier res-sort de plaats waar het vee zich bevindt, behoort en die het vee niet afgezonderd houdt, totdat overeenkomstig de bepalingen dezer ordonnanties is beslist".

het bepaalde onder 4° wordt gelezen :

„met een geldboete van ten hoogste hon-derd gulden:

alle onder 2° van dit artikel niet genoemde overtredingen van de Tweede afdeeling van deze ordonnantie of van krachtens bepalingen van die afdeeling uitgevaardigde bevelen, verbodsbepalingen of beperkende voorschrif-ten, uitgezonderd die, welke zijn uitgevaar-digd krachtens de onder 2° letter e van dit artikel genoemde instruction, voor zoover daarin niet in het Wetboek van Strafrecht is voorzien".

2e. van het eerste lid van artikel 33 de slotwoorden : „ook al behoort het den veroor-deelde niet in eigendom" vervallen.

c. Het onder 116« van artikel 6 van de Invoeringsverordening Strafwetboek gehand-haafd artikel 12 van het bij de ordonnantie van 28 November 1899 (Staatsblad n°. 301) vastgesteld A l g e m e e n R e g l e m e n t op h e t g e b r u i k v a n a u t o m o b i e l e n wordt ingetrokken en het bij ordonnantie van 14

Februari 1917 (Staatsblad n°. 73) vastgestelde M o t o r r e g l e m e n t als volgt gewijzigd:

lo. in artikel 6 onder 3o vervallen de woorden: „of artikel 28, tweede lid".

2o. van artikel 27 worden de letters a en b gelezen :

„a. voor zooveel betreft de artikelen 3, 5,6, 13 en 24 met geldboete van ten hoogste drie honderd gulden of hechtenis van ten hoogste twee maanden;

b. voor zooveel betreft de artikelen 14, lfi, 20 en 23 met geldboete van ten hoogste honderd gulden of met hechtenis van ten hoogste een maand";

3o. artikel 28 vervalt.

d. In artikel 2 eerste lid der ordonnantie van 6 Maart 1017 (Staatsblad no. 98), houdende e e n t i j d e l i j k v e r b o d op d e n u i t -v o e r -van in Nederlandsch-Indië inge-voerde goederen, worden de woorden na „doet uit-voeren" vervangen door: „wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maan-den of geldboete van ten hoogste honderd gulden".

e In artikel 2 eerste lid der ordonnantie van 15 Maart 1917 (Staatsblad n<>. 107), houdende bepalingen ter beperking van den u i t v o e r v a n v e r d u u r z a a m d e l e v e n s -m i d d e l e n , worden de woorden na: „doet inladen" vervangen door: „wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maan-den, of geldboete van ten hoogste honderd gulden '.

f. Van artikel 21 der bij ordonnantie van 10 April 1917 (Staatsblad n<>. 160) vastge-stelde V o o r s c h r i f t e n b e t r e f f e n d e d e n o p s l a g en h e t b e z i t v a n p e t r o l e u m en soortgelijke licht ontvlambare vloeistof-fen in Nederlandsch-Indië wordt het eerste lid gelezen:

„(1) Overtreding van deze voorschriften

en overtreding van of handelingen in strijd met de voorwaarden, gesteld in de in arti-kel 10, Ie lid, artiarti-kel 19, 2e lid, en artiarti-kel 20, 3e lid, bedoelde vergunningen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste vijf-honderd gulden", en worden in het tweede lid de woorden : „wordt tevens verbeurd-verklaring uitgesproken" vervangen door:

„kan tevens verbeurdverklaring worden uit-gesproken".

g. In artikel 2 der ordonnantie van 16 Mei 1917 (Staatsblad n°. 206) houdende verbod tot v e r s t r e k k i n g anders dan van Gouvernementswege v a n z o e t w a t e r a a n s c h e p e n in de haven te Tandjoeng-Priok, worden de woorden na „of" vervangen door :

„hechtenis van ten hoogste veertien dagen".

h. In artikel 3 van de ordonnantie van 10 Juli 1917 (Staatsblad n<>. 352), houdende voorschriften tot regeling van het toezicht op den o v e r g a n g v a n d e n e i g e n d o m en h e t b e h e e r v a n p a a r d e n , b u f f e l s en r u n d e r e n in het rechtstreeks bestuurd gebied van het gewest Celebes en Onder-hoorigheden met uitzondering van de hoofd-plaats Makasser, worden de woorden na

„of" vervangen door: „hechtenis van ten hoogste acht dagen".

i. In het eerste lid van artikel 8 der ordonnantie van 27 Augustus 1917 (Staatsblad n». 527), houdende voorloopige v o o r z i e -n i -n g e -n t o t b e s c h e r m i -n g v a -n ' s L a -n d s b o s s c h e n in het rechtstreeks bestuurd ge-bied der onderafdeeling Singkel, worden de woorden na „of" vervangen door: „hechtenis van ten hoogste een maand'',

j . In het eerste lid van artikel 2 der ordonnantie van 3 October 1917 (Staats-blad n°. 601), houdende t i j d e l i j k v e r b o d v a n d e n u i t v o e r v a n z i l v e r e n en

k o p e r e n S t r a i t s m u n t uit de tot de residentie Riouw en Onderhoorigheden be-hoorende eilanden naar andere gedeelten van Nederlandsch-lndië en naar andere landen buiten Nederlandsch-lndië dan de Straits Settlements, worden de woorden na „vervoe-ren" vervangen door: „wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste honderd gulden".

Artikel 3.

Met afwijking in zooverre van het bepaalde bij artikel 3 e in verband met het bepaalde onder 6<>, 44o, 48° en 201° van artikel 6 van de Invoeringsverordening Strafwetboek blijven gehandhaafd :

a. artikel 63 van het r e g l e m e n t v o o r de s c h u t t e r i j e n o p J a v a , vastgesteld bij besluit van den Gouverneur-Generaal van 9 juni 1838 n°. 33 (Staatsblad n<>. 22) ; b. artikel 58 van het r e g l e m e n t v o o r

de s c h u t t e r i j e n in het gouvernement C e l e b e s en O n d e r h o o r i g h e d e n , vastgesteld bij de ordonnantie van 2 December 1875 (Staatsblad n°. 275), en van dat voor de schutterijen in de residentie M e n a d o vastgesteld bij de ordonnantie van 6 Maart 1878 (Staatsblad n0. 107), en

c. artikel 55 van het r e g l e m e n t v o o r d e s c h u t t e r i j e n in de residentie Am-b o i na, vastgesteld Am-bij de ordonnantie van 6 Augustus 1912 • Staatsblad n°. 428) ; zooals die artikelen luiden ingevolge de ordonnantie van 25 Januari 1917 (Staatsblad n°. 48).

Artikel 4.

ü e feiten, bedoeld in de bij artikel 2 en 3 genoemde strafbepalingen, alsmede die, strafbaar gesteld bij :

a. artikel 25 van het bij de ordonnantie van 19 December 1916 (Staatsblad no. 742) vastgestelde P r i o k s c h e e p -v a a r t r e g l e m e n t ,

b. artikel 10 van het bij de ordonnantie van 19 December 1916 (Staatsblad no. 743I vast-gestelde P r i o k - l i g p l a a t s r e g Ie m e n t . c. artikelen 45, tweede lid, en 99 van het

bij de ordonnantie van 29 Maart 1<J17 (Staatsblad no 130) vastgestelde regle-ment op het houden der r e g i s t e r s v a n d e n B u r g e r l i j k e n S t a n d v o o r de C h i n e e z e n , (Inv. 6 no. 9.i

d. artikel 11 van het bij de ordonnantie van 27 Juli 1917 (Staatsblad no. 460) vast gestelde P r i o k o p s l a g r e g l e m e n t . e. artikel 14, tweede lid, van het bij de

ordonnantie van 28 Augustus 1917 (Staats-blad no. 533 vastgestelde reglement op het houden der r e g i s t e r s , bestemd voor de inschrijving der verklaringen en opgaven van inlanders en met hen gelijkgestelden, die zich overeenkomstig de r e g e l i n g n o p e n s de vrij w i l l i g e o n d e r w e r p i n g aan het Europeesch privaatrecht (Indisch Staatsblad 1917 no. 12) algeheel of gedeeltelijk aan dat recht wenschen te onderwerpen, worden beschouwd als overtredingen. (Inv. 4. (C), 7, 27.)

Artikel 5.

Deze ordonnantie treedt in werking met ingang van 1 Januari 1918.

En opdat enz.

Gelast enz.

Gedaan te Batavia, den 18den December 1917.

J. v. LIMBURG STIRUM.

De Algemeene Secretaris, HULSHOFF POL.

Uitgegeven den 27sten December 1917.

De Algemeene Secretaris.

HULSHOFF POL.

(Besluit van den Gouverneur-Generaal van 18 December 1917 n°. 29).

W e t van 15 December 1917 Ind. St. 1918 no. 8, tot wijziging van verschillende wet-ten in verband met de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Straf-recht voor Nedeiïandsch-Indiè (Indisch Staatsblad 1915 no. 732).

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nerderlan-den, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zuilen zien of hooren lezen, Salut!

doen te weten :

Alzoo Wtj in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is eenige wetsbepa-lingen in overeenstemming te brengen met het nieuwe Wetboek van Strafrecht voor Nederlandsch-Indië (Indisch Staatsblad 1915 n°. 732);

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1.

De artikelen 88 en 39 van het R e g l e m e n t o p h e t b e l e i d d e r R e g e e r i n g v a n Ne-d e r l a n Ne-d s c h - I n Ne-d i ë , vastgestelNe-d bij Ne-de wet van 2 Septemberl854 (Nederlandsch Staatsblad

1854, n». 129, Indisch Staatsblad 1855. no. 2), worden vervangen door de volgende drie artikelen :

Artikel 38.

„Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren, met of zonder ontzetting van het recht om te kiezen en van verkiesbaar-heid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen wordt gestraft de Gouverneur-Generaal :

a. die uitvoering geeft aan Koninklijke besluiten of Koninklijke beschikkingen, wetende dat deze niet van de vereischte medeonderteekening van een der hoof-den van de ministerieele departementen zijn voorzien;

b. die luitvoering geeft aan Koninklijke besluiten of Koninklijke beschikkingen, waarvan hem de uitvoering niet is op-gedragen door den Minister van Ko-loniën;

c. die opzettelijk nalaat uitvoering te geven aan voorschriften van dit reglement en van andere algemeene verordenigen, alsmede aan Koninklijke besluiten of beschikkingen en aan verdragen, voor zoover die uitvoering door den Minister van Kolonien aan hem is opgedragen;

d. die beschikkingen neemt of bevelen geeft, waardoor hij wist of weten moest, dat bepalingen van dit reglement, van andere voor Nederlandseh-lndië ver-bindende wetten of algemeene verorde-ningen, of van gesloten verdragen, wor-den geschonwor-den".

Artikel 39.

„Met hechtenis van ten hoogste zes maanden wordt gestraft de Gouverneur-Generaal aan wiens grove schuld te wijten

In document ƒ Mr. F. C. HEKMEIJER. (pagina 192-200)