Er is gekozen voor het afnemen van interviews, schriftelijke vragenlijsten en enquêtes.Het onderzoek wordt daarom zowel kwalitatief als kwantitatief, ook wel mixed methods methode genoemd (Baarda, 2009).
33
Deelvraag 1
‘Welke ervaringen hebben medewerkers van de school op het gebied van ouderbetrokkenheid?’
Deze deelvraag is beantwoord aan de hand van interviews en schriftelijke vragenlijsten. De directrice, de intern begeleider en twee leerkrachten uit de middenbouw zijn geïnterviewd. De overige zes leerkrachten van de middenbouw hebben een vragenlijst ingevuld.
Interviews medewerkers van de school
Voordat er begonnen werd met het afnemen van de interviews is er een operationalisatietabel opgesteld. In deze tabel zijn abstracte begrippen als
ouderbetrokkenheid, ontwikkeling van de leerling en samenwerken vertaald naar concreet meetbare termen. Er is gekeken uit welke dimensies een begrip bestaat. Vervolgens kunnen daaruit subdimensies naar voren zijn gekomen. Ten slotte is bij elke dimensie of sub-
dimensie gekeken wat de bijbehorende indicatoren zijn (Baarda, 2009).
Bij deze deelvraag zijn ‘ervaringen’ en ‘ouderbetrokkenheid’ de begrippen die naar voren komen. Samenwerken is één van de dimensies die hieronder valt. De subdimensie die hierbij past is ‘de interne behoefte’ van de school. Een bijpassende indicator is ‘het begeleiden van activiteiten’, bijvoorbeeld excursies. Een interviewvraag die hieruit is voortgekomen is: ‘Op
welke manier worden ouders betrokken/gevraagd om activiteiten bij te wonen/te begeleiden op school en hoe worden zij benaderd? Wat vindt u hiervan?’ De operationalisatietabel is te
vinden in bijlage 2. Er zijn half-gestructureerde interviews afgenomen. Door middel van interviewen kan het beste gekeken worden naar kennis, gevoelens en gedachten (Baarda, 2009). Vooraf aan de interviews is een topiclijst opgesteld waarin de onderwerpen staan die besproken moeten worden, voortgekomen uit de deelvragen. De interviewvragen en de topiclijst zijn te vinden in bijlage 3. Gedurende de interviews zijn zoveel mogelijk open vragen gesteld. Er kan op deze manier meer informatie ingewonnen worden en zo nodig worden doorgevraagd (Baarda, 2009).
Schriftelijke vragenlijsten leerkrachten van de school
Daarnaast zijn er schriftelijke vragenlijsten gebruikt om de overige leerkrachten uit de middenbouw te kunnen bevragen. Dit kost minder tijd dan een interview en zo kon er toch informatie verkregen worden. Er kan een beeld worden gevormd van de meningen en ervaringen die deze leerkrachten hebben. In de vragenlijst zijn gesloten en open antwoordcategorieën afwisselend gebruikt. Wanneer er wordt gekeken naar de
34
Een dimensie die hierbij hoort is ‘thuis’, een passende indicator is ‘het tonen van interesse in gebeurtenissen op school.’
De stelling die is toegevoegd in de vragenlijst is: ‘Hoeveel ouders tonen interesse in
gebeurtenissen op school?’ In bijlage 2 is de operationalisatietabel in zijn geheel
weergegeven (Baarda, 2009).
Deelvraag 2
‘Welke ervaringen hebben ouders op het gebied van ouderbetrokkenheid?’
Deze deelvraag is beantwoord aan de hand van de resultaten uit de enquêtes die zijn afgenomen bij de ouders van de leerlingen.
Enquêtes ouders van de leerlingen
Deelvraag 2 is beantwoord door middel van de resultaten uit de enquêtes die ouders van de leerlingen hebben ingevuld. Er is gebruikt gemaakt van enquêteren omdat er op deze manier zoveel mogelijk ouders van leerlingen uit de middenbouw ondervraagd konden worden. Hierdoor kon er een duidelijk beeld worden gevormd van de mening en ervaringen van deze ouders (Baarda, De Goede, & Kalmijn, 2010).
Om tot de vraagstellingen in de enquêtes te komen, is er gebruik gemaakt van de
operationalisatietabel. ‘Ervaringen’ en ‘ouderbetrokkenheid’ zijn de centrale begrippen bij deze deelvraag. ‘School’ is een dimensie die hieronder valt, met als subdimensie
‘communicatie tussen school en ouders’. Een indicator daarbij is ‘school op de hoogte houden van gebeurtenissen thuis’. De vraagstelling die hierbij aansluit is: ‘Ik houd school op
de hoogte van gebeurtenissen thuis.’ De operationalisatietabel is terug te vinden in bijlage 2
(Baarda, 2009).
Deelvraag 3
‘Wat is de mening van ouders en medewerkers van de school over de invloed van
betrokkenheid op de schoolontwikkeling van hun kind?’
Deelvraag 3 is beantwoord aan de hand van enquêtes die zijn ingevuld door ouders van leerlingen uit de middenbouw, schriftelijke vragenlijsten die zijn ingevuld door leerkrachten van de middenbouw en interviews die zijn afgenomen bij de directrice, de intern begeleider en twee leerkrachten van de middenbouw.
Interviews medewerkers van de school
Er zijn interviews afgenomen bij twee groepsleerkrachten, de intern begeleider en de
35
de school zijn alle vier betrokken bij de schoolontwikkeling van het kind. ‘Betrokkenheid en ‘schoolontwikkeling’ zijn de begrippen die uit deze deelvraag naar voren komen en zijn beschreven in de operationalisatietabel. Een dimensie die hierbij past is ‘cognitieve ontwikkeling’. Ouders die het kind ondersteunen is een passende indicator. De interviewvraag die hieruit is voort gekomen, is als volgt: ‘Welke invloed heeft
ouderbetrokkenheid op de schoolontwikkeling van de leerlingen, volgens u?’ De gehele
operationalisatietabel is te vinden in bijlage 2 (Baarda, 2009).
Schriftelijke vragenlijsten leerkrachten van de school
Deze deelvraag is beantwoord aan de hand van schriftelijke vragenlijsten die zijn uitgedeeld aan leerkrachten die lesgeven aan de middenbouw van de basisschool. Via een e-mail is aan deze personen gevraagd of zij de vragenlijst wilden invullen en vervolgens heeft de onderzoeker de vragenlijsten persoonlijk uitgereikt en onderbouwd. Wanneer er wordt gekeken naar de operationalisatietabel (zie bijlage 2) is er te zien dat ‘betrokkenheid’ en ‘schoolontwikkeling’ centrale begrippen zijn. ‘Cognitieve ontwikkeling’ is een dimensie hiervan. Een passende indicator is ‘Ouders ondersteunen het kind. De vraagstelling die opgesteld is als volgt: ‘Ik leg ouders uit dat betrokkenheid belangrijk is voor de ontwikkeling
van het kind’ (Baarda, 2009).
Enquêtes ouders van de leerlingen
Net als deelvraag 2 is deze deelvraag beantwoord aan de hand van de resultaten die zijn voortgekomen uit de afgenomen enquêtes onder de ouders van de leerlingen. De enquêtes zijn uitgedeeld aan de ouders met de vraag of deze ingevuld konden worden en konden worden ingeleverd bij de groepsleerkracht of bij de onderzoeker (Baarda, 2009).
‘Betrokkenheid’ en ‘schoolse ontwikkeling’ zijn twee centrale begrippen bij deze deelvraag. Cognitieve ontwikkeling is een dimensie die hieronder valt. Een bijbehorende indicator is ‘een uitdagende omgeving’, waarmee de vraagstelling wordt: ‘Hoeveel keer per maand biedt
u uw kind een uitdagende omgeving met prikkels?’ Voorgaande begrippen zijn weergegeven
in de operationalisatietabel in bijlage 2 (Baarda, 2009).