• No results found

Motieven voor de vervaardiging van prenten

In de voorgaande hoofdstukken kwam vooral naar voren wat er in de prenten en teksten gezegd wordt en op wat voor manier dat gebeurd. Een derde belangrijk aspect betreft de lezersbeïnvloeding. Pamfletten in het algemeen en deze spotprenten in het bijzonder zijn niet objectief. De inhoud wordt gekleurd door de auteur en de drukker. In dit hoofdstuk gaat het om de motieven om de spotprenten te maken en drukken en de boodschap die, indirect, in de pamfletten terug te vinden is.

Een motief dat het duidelijkst uit het corpus aan spotprenten op Bommen Berend naar voren komt, is een aanval op het katholieke geloof van de bisschop. Op vele verschillende manieren wordt er de spot gedreven met het katholicisme. In de eerste plaats is het katholieke geloof niet het ware geloof. Aanhangers van de paus in Rome en ook de bisschop zelf zijn in feite volgelingen van de duivel. Tenminste dat is wat we zien en lezen in de prent Den ambassadeur van Lucifer. Satan stuurt zijn ambassadeur naar de aarde om de katholieke machthebbers tegen de overwegend protestantse Republiek op te zetten. In de prent Het hart van Beerenhart lezen we dat de bisschop worstelt met zijn geloof. Aan de ene kant is hij een volgeling van de duivel. Zijn hart hangt aan wereldse zaken zoals macht en geld. Aan de andere kant blijft het licht van God in het hart van de bisschop branden. Toch lezen we dat ondanks de aanwezigheid van de liefde van God de bisschop bezwijkt voor de verleidingen van de duivel. Zijn katholieke geloof is niet sterk genoeg. Ook in de prent Soo d’Ridder Donquichot is de koppeling met het katholieke geloof duidelijk aanwezig. Ook de bisschop, zoals de paus in eerdere afbeeldingen, wordt op een zwijn afgebeeld. Deze beeldtraditie grijpt direct terug op de reformatie en de grote tegenstellingen tussen de protestanten en katholieken. Wellicht was deze aanval bedoeld om de protestantse inwoners van de Republiek een hart onder de riem te steken. Daarnaast was het de bedoeling van de bisschop om protestanten te bekeren tot het katholicisme. Door de prenten kan dit streven ondermijnd zijn.

Niet alleen de bisschop van Munster en zijn katholieke geloof worden in deze spotprenten aangevallen. Een tweede motief kan bedoeld zijn om de verdedigers van de Republiek aan te sporen in actie te komen. Het meest duidelijk komt dit motief naar voren in de prent De bisschop op de bagijn. De Nederlanders hadden zich terug laten

dringen tot achter de waterlinie. De Staten-Generaal waren niet slagvaardig en overlegden zelfs vrede met Frankrijk en Engeland. Kennelijk waren de makers van deze prent het daar niet mee eens en zij stuurden dan ook aan op ingrijpen van de Nederlandse Leeuw. Zo lezen we namelijk:

Wat Helsch gedroght berent de Grondt van Twent en Drent, En zardt en terght den Leeuw, terwijl hy werdt besprongen, Van Honden op de zee, ‘t zijn Swynen, wreedt bekent Heer Leeuw; die na de kroon van uwe Vryheydt dongen. …..

Za, Za Heer leeuw, te been, sijn Roof-toght dient gestuyt, Spart snel u Clauwen op, ontrooft hem gelt en suyvel.146

Deze twee hoofdmotieven vormen een overkoepelend motief, namelijk het verzwakken van de aanhang van de bisschop van Munster en het indirect verstevigen van de aanhang van de Republiek. Via deze prenten viel te lezen dat het niet goed ging met de bisschop. Hij zat zonder geld terwijl zijn enige ambitie het verwerven van macht en het verjagen van de ketters was. Door de prenten en teksten zouden Nederlanders zich wellicht twee keer bedenken voordat ze de bisschop steunden. Daarnaast konden de inwoners van de Republiek door deze prenten gesterkt worden in hun verzet tegen de bisschop. Wie ging er nu vechten voor een gek, de Republiek moest juist tegen hem verdedigd worden.

Tot slot is een belangrijk motief dat auteurs en drukkers gebruik maakten van de situatie om geld te verdienen. De prenten werden verkocht. De hoeveelheid aan prenten die nu nog overgeleverd zijn en de grote variatie op het thema duiden op een grote populariteit van de prenten. Er was voor de drukkers geld om het thema uit te bereiden en te variëren. Als een thema niet aan zou slaan zou een drukker niet het risico lopen een tweede prent te drukken.147

146 De bisschop op de Bagijn.

Conclusie

De zeventiende eeuw is te kenmerken als een cultuur waarin met elkaar discussiëren over maatschappelijke kwesties aan de orde van de dag was. De samenleving was, vooral in de kustgewesten, sterk gebaseerd op de handel wat met zich mee bracht dat veel kooplieden en burgers konden lezen. Daarnaast was er een grote behoefte aan nieuws. Deze twee aspecten, de hoge geletterdheid onder de bevolking en de grote vraag naar nieuws, zorgden voor een groeiend scala aan nieuwsmedia. Niet alleen allerlei soorten pamfletten maar ook kranten en nieuwsboeken vonden gretig aftrek.

De afgelopen tien jaar is er veel gedaan op het gebied van onderzoek naar deze pamfletten uit de vroegmoderne periode. Zo zijn er verschillende onderzoeken die zich met bepaalde aspecten van de pamfletten bezig houden. Aan de ene kant wordt er onderzoek gedaan vanuit een historische en kunsthistorische benadering waarbij het pamflet als bron voor het verleden centraal staat. Daarnaast is er een richting die focust op de literaire componenten van het pamfletten en deze zelf als bron heeft. Aan de basis van deze onderzoeken staat vooral het werk van Harline, Pamflets, printing, and political

culture in the early Dutch Republic uit 1987.

De spotprenten over Bommen Berend vormen binnen de pamfletten een aparte categorie. In eerste instantie hebben ze als functie om te amuseren maar daarnaast bevatten ze informatie over de gebeurtenissen in de Republiek tijdens het Rampjaar 1672. Welke functie hadden de spotprenten en bijbehorende teksten over Bommen Berend en 1672 en hoe verhouden deze prenten zich tot andere nieuwsmedia in die tijd? Dat is de vraag waar het in dit onderzoek om draaide. De bronnen die hiervoor gebruikt zijn, zijn zes prenten uit 1672. Deze prenten hebben met elkaar gemeen dat ze de bisschop van Munster, Bommen Berend, als onderwerp hebben.

Het jaar 1672 was zeer bepalend voor de Republiek. Het was een dubbeltje op zijn kant. De Fransen, Engelsen en Duitse (keur)vorsten veroverden in een zeer korte periode grote delen van de Republiek. Toch lukte het om met de hulp van de Keurvorst van Brandenburg en keizer Leopold de vijanden te verdrijven. De Republiek was voorlopig gered. In het nieuwe boek Het Rampjaar 1672. Hoe de Republiek aan de ondergang

ontsnapte van Luc Panhuysen lezen we dat deze gebeurtenissen aanleiding vormden voor

Het corpus van spotprenten met als thema Bommen Berend bestaat uit ongeveer vijftien prenten gemaakt in de periode 1665-1679. Uit 1672 zijn er zes prenten overgeleverd die geschikt zijn voor dit onderzoek. Naast een afbeelding bevatten ze een bijbehorende tekst. Het onderwerp van de spotprenten is de bisschop van Munster en zijn aanval op de Republiek. Waar ze precies vandaan komen is niet duidelijk omdat er geen namen van drukkers en auteurs vermeld zijn. Om de spotprenten beter te kunnen begrijpen is er in hoofdstuk drie dieper ingegaan op de thema’s en symbolen die in de prenten terug te vinden zijn.

Het meest populaire beeld, dat in vijf van de zes prenten voorkomt is de vergelijking van de bisschop met een zwijn. Het zwijn werd gezien als een onrein dier dat zeer vraatzuchtig was. Dat de bisschop met een zwijn vergeleken werd lag voor de hand. Zo gold de Westfaalse ham als een bijzondere specialiteit van het bisdom Munster en daarnaast lijkt ook de naam van de bisschop, Bernhard, te verwijzen naar de naam voor een mannelijk zwijn, beer.

In twee van de spotprenten heeft de bisschop een lijfknecht. Deze man, die gekleed is als een monnik, is allesbehalve vredelievend. Uit de teksten blijkt namelijk dat hij de persoonlijke beul van de bisschop was en met hem mee reist om de ketters te veroordelen. Een derde thema dat we in de prenten terugvinden vormt een aanval op het geloof van de bisschop. Tekenend is vooral het beeld van het hart van de bisschop. Daarin vinden we de troon van de duivel maar ook het eeuwig brandende licht van God. Deze beiden strijden om de bisschop. Maar Bernhard van Galen is te zwak en zwicht voor de verleidingen van het kwaad. Zijn katholieke geloof is niet sterk genoeg.

In de spotprenten wordt zoals gezegd veel gesproken over de vraatzucht van de bisschop. Er is een reden voor deze vraatzucht. De troepen van de bisschop hadden namelijk te weinig te eten en verlieten één voor één het Munsterse kamp. Het geld dat Bommen Berend van Lodewijk ontving, was niet voldoende om zijn leger te onderhouden.

Een vijfde thema in de prenten is de bisschop die afgeschilderd wordt als een gek. In een van de prenten zien we de bisschop in een gekkenhuis zitten. Daarnaast wordt hij vergeleken met Don Quichot. Deze edelman denkt dat hij een ridder is die onrecht

aanpakt en goede daden verricht. Later blijkt dat Don Quichot erg in de war is en ze niet allemaal meer op een rijtje heeft.

Het laatste in dit onderzoek behandelde thema is dat van de half als bisschop, half als soldaat geklede figuur. De illustratie op het titelblad van dit onderzoek laat de bisschop zien die gekleed is als bisschop maar ook als soldaat. Dit thema spreekt de bisschop aan op zijn onverzoenbare tweeslachtigheid. Aan de ene kant is hij namelijk een bisschop, een religieus leider. Maar aan de andere kant is hij een soldaat die delen van de Republiek wil veroveren. Deze twee aspecten van zijn persoonlijkheid zijn volgens de makers van deze prenten eigenlijk niet met elkaar te verenigen.

Naast de spotprenten zijn ook een krant, de Oprechte Haerlemsche Courant en een nieuwsboek, de Hollandtse Mercurius, onderdeel van dit onderzoek. Om de nieuwswaarde van de spotprenten te onderzoeken werd de inhoud daarvan getoetst aan die van de krant en het nieuwsboek. In de spotprenten lezen we veel over het zogenaamde karakter van de bisschop en over zijn plannen om de Republiek van de luthersen en de geuzen te bevrijden. In de kranten lezen we echter een ander motief. De bisschop beschuldigt inwoners van de Republiek er van zijn officieren omgekocht en de voorraden in brand gestoken te hebben. Over het religieuze motief is niets in de kranten terug te vinden.

In de kranten wordt zeer veel aandacht besteed aan de tegenspelers van de Republiek. Karel II, Lodewijk XIV, de bisschop van Keulen, de graaf van Bentheim, de bisschop van Straatsburg en de prins van Luik worden veelvuldig genoemd. In de prenten is dit beduidend minder het geval. Een aantal keren komen we de Engelse koning tegen maar de andere tegenspelers spelen in deze selectie van spotprenten geen grote rol. Ze draaien vooral om de bisschop van Munster.

De verdedigers van de Republiek worden daarentegen vaker aangehaald. In een van de prenten speelt Rabenhaupt de rol van jager. Hij achtervolgt de bisschop die op een zwijn rijdt. Daarnaast lezen we in een van de teksten over de keurvorst van Brandenburg, keizer Leopold, over het stadje Lunen en Hessen-Kassel. De informatie in de prenten, in combinatie met de begeleidende teksten, is vrij gedetailleerd en doet niet onder voor de informatie in de krant en het nieuwsboek.

Een belangrijke gebeurtenis in het jaar 1672 was het beleg en ontzet van Groningen. In het nieuwsboek uit 1673 lezen we een verslag van dag tot dag over dit beleg. De spotprenten kunnen niet op tegen deze gedetailleerdheid. Sterker nog er wordt slechts in twee prenten summier ingegaan op het beleg van Groningen.

Tot slot lezen we in de spotprenten uitgebreid over het geldgebrek van de bisschop en de gevolgen die dat heeft voor zijn leger. In het nieuwsboek lezen we over de rooftochten over het platteland van Groningen. Deze kunnen dus als inspiratie voor de prentenmakers gediend hebben.

Belangrijk voor het onderzoek naar de geselecteerde spotprenten zijn de mogelijke motieven van de makers en drukkers. In de spotprenten lezen we toch vooral een aanval op het katholieke geloof van de bisschop. Op vele manieren wordt de spot gedreven met het katholicisme. Een tweede motief is het aansporen van de verdedigers van de Republiek om in actie te komen. Als we ons achter de waterlinie blijven verschuilen, raken we het land kwijt aan de katholieken. Deze twee motieven vormen een overkoepelend motief, namelijk het verzwakken van de aanhang van de bisschop van Munster en het indirect verstevigen van de aanhang van de Republiek.

Met behulp van deze onderzoeksresultaten is het mogelijk om een antwoord te geven op de vraag van de functie van de spotprenten en de verhouding met andere nieuwsmedia. De spotprenten over Bommen Berend hadden drie hoofdfuncties die waarschijnlijk voor alle prenten wel golden. Op de eerste plaats is de prent vooral bedoeld ter vermaak van de lezer en aanschouwer. Zonder de lezer zou de prent namelijk niet verkocht worden. In de spotprenten en zeker ook in de teksten wordt de bisschop keer op keer voor schut gezet. Hij wordt vergeleken met een zwijn, een onrein en vraatzuchtig beest. We zien hem als een prins te paard op een zwijn rijden. Daarnaast lezen we in meerdere prenten dat de bisschop niet goed bij zijn hoofd is. Hij heeft waanideeën waarin hij zichzelf als de overwinnaar van de Republiek ziet. Als de werkelijkheid dan anders blijkt te zijn, het lukt hem namelijk niet om Groningen te veroveren, trekt hij zich terug in een gekkenhuis. Ook andere verwijzingen en gedeeltes in de teksten zijn duidelijk ter vermaak van de lezer.

Een tweede functie, naast het vermaak, van de onderzochte prenten heeft te maken met wat we in hoofdstuk vijf lazen over de motieven van de auteurs en drukkers

van de prenten. Het gaat er hier namelijk om de lezer van een bepaald punt te overtuigen en een politieke boodschap over te brengen. We weten dat sommige kranten onder druk van plaatselijk bestuur bepaalde berichten niet of juist wel konden plaatsen. Hoewel de persvrijheid in de Republiek groot was kon toch niet alles gedrukt worden. Of de makers op enige manier gestuurd werden door politieke machthebbers viel bij de onderzochte prenten niet te achterhalen. Wel vinden we een duidelijke politieke boodschap in de prenten. In de eerste plaats wordt de lezer gewaarschuwd voor de mooie katholieke woorden van de bisschop. Hij belooft zijn volgers aflaten en gaat de strijd tegen de ketters aan. De handlanger van Bommen Berend, Hans Jurgen, is een beul die niets liever doet dan ketters martelen. De prenten hebben dus als motief om de protestanten te steunen in hun strijd tegen de katholieke vijand. Een tweede politieke boodschap is gericht tegen de verdedigers van de Republiek. Meerdere keren wordt de Nederlandse leeuw aangemoedigd de wapens op te nemen en de vrijheid te verdedigen.

De derde functie van de spotprenten is duidelijk commercieel. Auteurs, drukkers, uitgevers en handelaren probeerden allemaal geld te verdienen aan de zucht naar nieuws en de vraag naar vermaak van het volk. De spotprenten waren waarschijnlijk vrij gemakkelijk te verkrijgen en kostten niet veel geld. Daarnaast waren ze multifunctioneel. Waar andere pamfletten alleen uit een tekst bestonden hadden de spotprenten als voordeel dat ze ook een prent hadden. De prent en tekst vulden elkaar aan. Opvallend is echter dat de prenten vaak ook zonder de tekst te begrijpen waren. Dit hield in dat de doelgroep voor deze prenten zeer groot was en dat er waarschijnlijk meer van verkocht konden worden.

De hoofdvraag van dit onderzoek bevat twee deelvragen. Naast het onderzoeken van de functie van de prenten is er ook onderzoek gedaan naar de verhouding tot andere nieuwsmedia uit 1672. Hieruit werd duidelijk dat het verspreiden van nieuws niet een van de hoofdfuncties van de bestudeerde spotprenten was. Ze bevatten wel referenties naar enkele historische gebeurtenissen. Zo worden enkele aanvallers en verdedigers van de Republiek genoemd. Echter een beeld van het verloop van de strijd blijft achterwege. De krant en het nieuwsboek geven een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de strijd. In de krant lezen we dag voor dag waar de troepen van Lodewijk XIV en de bisschop van Munster zich bevinden, en welke steden veroverd zijn.

Op andere terreinen bieden de spotprenten informatie die niet in de andere nieuwsmedia aanwezig is. Het nieuws uit de krant is zeer feitelijk en daarmee veel minder gekleurd dan de spotprenten. De prenten bieden een verklaring voor de aanval van de bisschop gebaseerd op zijn karakter en motieven. De bisschop hoopt veel geld te verdienen aan het veroveren van de Republiek. Bovendien is het voor hem van belang om de ketters te verjagen.

Daarnaast is het heel goed mogelijk dat er een soort van wisselwerking bestond tussen de informatie uit de kranten en die in de spotprenten. We weten dat zowel de

Oprechte Haerlemsche Courant als de Hollandtse Mercurius door Abraham Casteleyn

gedrukt werden en soms dezelfde berichten bevatten. Uitwisseling zoals tussen de krant en het nieuwsboek kon ook tussen de prenten mogelijk zijn. Zo lezen we in een van de spotprenten over de aanval van de bisschop op de stad Groningen. Bij deze aanval werd een van de geliefde zwijnen bijna geraakt door een bom. Ook in de Hollandtse Mercurius lezen we over dit incident. Een ander voorbeeld is het bericht dat studenten elke nacht dat ze op de borstwering van de stad Groningen stonden schelwoorden en titels naar de bisschop schreeuwden. Hadden ze deze zelf bedacht of gelezen in een van de vele prenten?

De prenten waren divers. Binnen de zes onderzochte spotprenten zijn verschillende variaties terug te vinden op het bespottelijk maken van de bisschop van Munster. En hoewel de spotprenten in eerste instantie bedoeld waren ter vermaak en soms propagandistische kenmerken bevatten, stonden ze niet op zichzelf. Ze functioneerden in een context waarin veel gedrukt en geschreven werd en waren daardoor erg veelzijdig.

Bronnen en literatuur

Atlas van Stolk collectie

Inv. nr. 223 Leyden, Lucas van, Uilenspiegel (z.p. 1520).

2427 D’afbeeldingh van ’t hart van Beerenhart van Galen, Berg-Graver van

Strontbergh, en booskop van Westfalen (z.p. 1672).

2426 De bisschop op de Bagijn (z.p. 30 mei 1672).