• No results found

Hoofdstuk 4 Nieuws

4.4 Het beleg van Groningen

Lunen is een stadje in het graafschap Mark, dat tot Brandenburg behoorde.133 ‘De Keyser’ in deze tekst is keizer Leopold I. Met Hes wordt wellicht het graafschap Hessen-Kassel genoemd waar Rabenhaupt voor hij het beleg van Groningen ging leiden het leger had aangevoerd.

4.4 Het beleg van Groningen

In Groningen wordt nog elk jaar herdacht dat op 28 augustus 1672 de bisschop met zijn staart tussen de benen zijn beleg rond de stad ophief en zijn leger terugtrok. De Groningers waren trots op hun prestatie. In de prenten en verzen vinden we echter niet erg veel informatie over deze gebeurtenis. Zoals gezegd zien we in de prent De bisschop

op de Bagijn Rabenhaupt op een leeuw rijden. In de tekst spreekt de knecht Hans Jurgen

over de kanonnen die de bisschop op de stad afvuurde. Bij deze ene verwijzing blijft het echter en de lezer krijgt niet meer informatie. In de tekst bij de prent De Rodomontade

van Beuskop Beernhart wordt er cryptisch gesproken over een mislukte aanslag op de

Martinitoren waarbij een edele ros bijna geraakt werd.

H[ans Jurgen]. Dan maeck je mijn wel licht ten minsten Gouverneur Van Hollandt, voor mijn dienst; ick weet, ‘k heb faveur

Ten aensien van mijn Ampt, als Monnick onder Galen; Gans Baes wat wil ick gelt daeruyt die Grooten halen:

Maer mijt met u Canon onse edele Rossen wat,

G’hebt laetst een ’t hayr gesenght aen Grunjes Mart, en had Wat lager noch geraeckt, het Beest was licht gestorven.134

Deze verwijzing is erg onduidelijk. In de Hollandtse Mercurius lezen we over de schade die de bommen aangericht of liever niet aangericht hebben. We vinden namelijk een rijtje van bizarre voorvallen die goed afliepen

Den 25 vertrock den L[ui]t[enant]. Gen[eraal]. Ailva na Vrieslant. Het schieten duurde noch, maer flaeu: de kogels zijn gedurende het beleg wonderlijck geweest, een quam’er een candidaet die studeerde, tusschen de beenen door, en nam hem de stoel onder ’t lijf weg, sonder anders beschadigt te werden: een ander vloog achter in een paert, en voor we’er uyt: den Heer gesworen Botthenius, ’s morgens op staende, valt een gloeyende kogel in sijn plaets, en stelden alles in brant: Tongis van Essen weduwe en dochter op ’t bed leggende, gaet een gloeyende kogel tusschen haer door, en wiert niemand beschadight: op ’t damsterdiep valt een bombe door een schip, en slaet alles in stucken, doch de menschen quamen daer af: een kogel sengde een vercken de borstels af, sonder anders te beschadigen, een student riep den vyant hier op toe, dat de bisschop nu langer de verckens begon te scheeren, al soo alle schapen al kael waren.135

Toeval kan het niet zijn want in beide teksten wordt er gesproken over een varken, of in het geval van de spotprent, een edel ros, waarbij de borstels of gedeeltes van het haar door een bom weggeschuurd werden. Het gaat in De Rodomontade van beuskop

Beernhart dus kennelijk over een situatie die zich echt voorgedaan heeft tijdens het beleg

van Groningen. Dit kan een aantal dingen betekenen, namelijk dat de maker van de prent uit Groningen kwam en dus op de hoogte was of dat de prent pas na het verschijnen van de Hollandtse Mercurius in 1673 gemaakt is.

134 De Rodomontade van Beuskop Beernhart.

Naast deze twee verwijzingen vinden we geen enkel aanknopingspunt voor de overwinningen van de Bisschop van Munster of het beleg van Groningen in de prenten. In tegenstelling tot de spotprenten geven de kranten een heel ander beeld van de oorlog in de Republiek. Zo hebben we al tot in detail gelezen welke steden de bisschop van Munster veroverde. Een voorbeeld hiervan is (de val van) Coevorden. De krant stelt de vraag of deze verovering wel netjes gebeurde of dat er sprake was van verraad:

Groeningen den 19 Iuly

Coeverden een plaets die van wegen sijn sterckte onwinbaet wierdt geoordeelt is aen den vyandt sier schandelijck overgegaen niet-tengenstande deselve daer niet aen komen konden als tot de knie door ’t water; ende men heeft geen kennis dat de belegerden iemant hadden verlooren als een vrouw die voor nieuwsgierigheydt over de wal sien willende met een musquet kogel wierdt doodt geschooten. 136

Na de val van Coevorden was men er zich wel degelijk van bewust dat de situatie nijpend begon te worden. Overijssel was al geheel ingenomen en de troepen stonden aan de grens van het gewest Stad en Lande. Snel werden de vesting Bourtange en de stad Groningen in opperste staat van paraatheid gebracht. Om geen enkele risico te lopen werden diegenen die verdacht waren van omkoping, om het leven gebracht:

De bourtang hebben wy met volck en ammunitie versien soo dat die plaetse het wel sal konnen houden. Alsoo den Gouverneur die tot Delfzijl legh gesusperteert wierdt heeft men deselve van daer genomen en een braef soldaet in sijn plaats gestelt. Op gisteren heeft men hier een luytenant opgehangen; dan sit hier oock een rijcke boer van hier buyten die met den Bisschop heeft gecorrespondeert ende een portier die de boom des rechts heeft open gelaeten dese beyde sullen met de doodt gestraft werden.137

136 Oprechte Haarlemse Courant, 23 juli.

De moraal in de stad Groningen was zo vlak voor de aanval goed. Op het moment dat er een boodschapper van de bisschop voor de poorten stond om te spreken over capitulatie werd hier niet op in gegaan. De Oprechte Haerlemsche Courant meldt dat men liever vechtend wou sterven dan zich over wou geven. In de krant van 19 juli lezen we namelijk een bericht uit Groningen gedateerd op 16 juli. Toen hier gisteren een trompetter van de Bisschop van Munster aan de poort stond om onze overgave te vragen is hem een negatief antwoord gegeven. We zijn hier wel gemoed, we hebben vele brave officiers die liever vechten en sterven dan zich over te geven aan de bisschop.138 Er bleef voor de bisschop geen andere optie over om zijn beleg voor de stad op te slaan en zich in Helpman in te graven.

Groeningen den 23 Iuly

Den bisschop van Munster is hier aen de zuydtzyde van de Stadt genadert met een Treyn van ongevaer 20000 man, soo men gist: heeft tusschen Helpen en dese stadt, ongevaer twee musquet-schoten ver, 50 roeden loop graven opgeworpen.139

Dag in dag uit ging de strijd voort met nu eens inslaande bommen van Munsterse zijde en dan weer uitvallen vanuit Groningen. Ook de Hollandtse Mercurius, die in 1673 gedrukt werd, besteedt aandacht aan de strijd om en het ontzet van Groningen. Het verslag dat een jaar later gedrukt werd, bevat een relaas van dag tot dag en vooral de laatste week van het beleg beschrijft wat er gebeurde.

Den 28 was den vyant noch tusschen Helpen en Haren, omdat hi het sware canon niet wel voort kon krijgen.

Den 29 hielden eenige soldaten de wacht terwijl 6 vaendels burgerye des vyants wercken slechteden, dan wierden haest binnen geroepen om dat men seyde dat den vyant gaer een aenval op wilde doen.

138 Ibidem, 19 juli.

Den 30 was den vyant van achter de galge, met een regiment te voet, en 5 compagnien te paert.

Den 31 danckten die van binnen Godt in 3 kercken over dese verlossinge.140

In het verloop van de tekst werd vooral gespeculeerd over de vraag waarom de bisschoppen, van Keulen en Munster, het beleg zo ‘schandelijk’ hebben verlaten. Sommigen meenden dat dit kwam door de komst van hulptroepen naar de stad Groningen. Volgens anderen omdat ze geen kans meer zagen om de stad te overmeesteren, tenslotte waren de meeste kanonnen kapot gegaan, waren de mortiers op vijf of zes na onbruikbaar, was het leger met de helft vermindert en raakten de loopgraven door de regen onder water. 141 Opvallend aan deze citaten is dat er in de krant en het nieuwsboek zeer gedetailleerde informatie over het beleg van Groningen te lezen is. In de Hollandtse Mercurius werd zelfs een verslag van dag tot dag afgedrukt. Dit in tegenstelling tot de prenten waar maar weinig informatie te vinden is over het beleg van Groningen en de rol van de bisschop van Munster daarin.