• No results found

Mogelijkheden voor educatieve uitgeverijen voor het bieden van digitale ondersteuning voor Pabo docenten en Pabo studenten

Vanuit de meerwaarde van ICT voor Pabo docenten en Pabo studenten (paragraaf 2.3), en het feit dat Pabo docenten en Pabo studenten meer toegankelijke, kwalitatief goede, betrouwbaar, rijke educatieve leeromgevingen en vakspecifieke leerinhoud wensen (paragraaf 2.6), zouden educatieve uitgeverijen er goed aan doen digitale ondersteuning bij de studieboeken te bieden. Om aan zowel Pabo docenten als Pabo studenten zo optimaal mogelijk tegemoet te komen zal digitale ondersteuning zowel

educatieve, leerprocesondersteunende, als communicatieve en samenwerkingsfuncties moeten bevatten. Voor het creëren van een optimale digitale ondersteuning, zullen de karakteristieken welke in paragraaf 2.6 gepresenteerd zijn, in een online leeromgeving gerealiseerd moeten worden.

Door deze digitale ondersteuning vrij aan te bieden, hebben docenten optimale vrijheid om hun eigen onderwijs ermee te arrangeren. Voorwaarde hierbij is dat informatie makkelijk gevonden kan worden, zodat het in combinatie met het digitale schoolbord snel geraadpleegd kan worden (Hulsen et al., 2005; Lepeltak, 2007; Van Gennip & Eerkens, 2008)

Om digitale ondersteuning een succes te laten zijn zal onder de aandacht gebracht moeten worden. Uit paragraaf 2.4.1 blijkt namelijk dat de Onderwijsraad (2008) onlangs nog aangetoond heeft dat veel docenten niet weten wat er op het gebied van digitale leermiddelen en inhouden beschikbaar en mogelijk is. De servicebenadering, waarmee een ICT-toepassing kant en klaar aangeboden wordt, biedt hierdoor uitkomst. Het aanbieden van zo’n kant en klare ondersteuning heeft als voordeel dat het gebruik er van laagdrempelig en facultatief is, het werk voor docenten vergemakkelijkt wordt, de werkdruk van docenten verlicht wordt, docenten de voordelen van de leeromgeving kunnen ervaren en op deze manier overtuigd worden ICT in te gaan zetten binnen hun onderwijs (Van Gennip & Eerkens, 2008).

Om digitale ondersteuning vanuit educatieve uitgeverijen vervolgens op veel Pabo’s te laten functioneren, kan deze het best gestimuleerd worden door olievlekwerking (paragraaf 2.4.1). Hierbij worden docenten door elkaar gestimuleerd om ICT in te gaan zetten in hun onderwijs. Deze aanpak blijkt effectief bij het aanbieden van training. Docenten vertrouwd laten maken met een kant en klare ICT toepassing, kan dus het best gerealiseerd worden door scholing vanuit een meer ervaren collega (Van Gennip & Eerkens).

2.8 Samenvatting

Uit dit theoretisch kader blijkt dat educatieve uitgeverijen een belangrijke rol kunnen spelen bij het bieden van digitale ondersteuning voor Pabo docenten en studenten. Om tot optimale resultaten te komen zal geleidelijk een betrouwbare, aantrekkelijke, eenvoudig te gebruiken digitale ondersteuning ontwikkeld moeten worden welke zowel een educatieve, een leerprocesondersteunende, als een communicatieve en samenwerkingsfunctie vervult en waarbinnen docenten volop kunnen arrangeren. Om met digitale ondersteuning succes te boeken, is in paragraaf 2.4. duidelijk geworden dat naast het tegemoet komen aan primaire factoren op opleidingsniveau (ondersteuningsstructuur, infrastructuur, training en werkklimaat) docenten er gebruik van moeten gaan maken. Hoewel studenten uiteindelijk gebaat zijn bij een digitale omgeving welke hun leerproces ondersteunt, spelen docenten een cruciale rol bij het gebruik ervan omdat zij een voorbeeldfunctie voor studenten vervullen en in grote mate bepalen welke leermiddelen studenten gebruiken.

Verschillende factoren zijn van invloed op het gebruik van digitale ondersteuning door docenten en studenten. De meerwaarde en het voordeel wat ermee geboden wordt is hierbij een bepalende factor. Biedt de ondersteuning veel voordeel en is er weinig inspanning nodig om er gebruik van te maken, dan zal dit een positieve uitwerking op het gebruik ervan hebben.

Daarnaast zullen docenten voldoende vrijheid moeten ervaren, zodat ze zelf kunnen bepalen in welke mate de ondersteuning invloed heeft op hun didactische werkvormen. Verder spelen de mate waarin docenten een studentgeoriënteerde onderwijsaanpak hanteren, de mate waarin docenten een positieve houding hebben ten opzicht van ICT, de ICT kennis en vaardigheden, en de mate waarin docenten over een intrinsieke motivatie beschikken om zich persoonlijk te ontwikkelen (mate van samenwerking, reflecteren en experimenteren), een rol bij de mate waarin docenten gebruik zullen maken van digitale ondersteuning binnen hun didactische werkvormen. Wanneer deze digitale ondersteuning daarnaast aansluit op de leermethoden, exameneisen en toetssystemen die docenten hanteren, zullen zij deze eerder in hun didactische werkvormen integreren.

Voor studenten zal de digitale ondersteuning een variëteit aan content en

verwerkingsmogelijkheden moeten bieden, zodat tegemoet gekomen wordt aan verschillende leerstijlen. Tevens zal de omgeving aantrekkelijk en snel moeten zijn en moeten inspelen op de intrinsieke motivatie van studenten (zinvol, sociale verbondenheid, inspelen op de nieuwsgierigheid, het plezier, en de interesses).

3 Methode

In dit hoofdstuk wordt de methode van het onderzoek uiteengezet. Paragraaf 3.1 leidt het hoofdstuk in, waarin toegelicht wordt welke studies toegepast worden. Daarna worden in paragraaf 3.2 de modellen waar het onderzoek op gebaseerd is gepresenteerd. Vervolgens worden in paragraaf 3.3 de

participanten van het onderzoek en de manier waarop deze geselecteerd zijn duidelijk. In paragraaf 3.4 worden de instrumenten voor dataverzameling uiteengezet, en de manier waarop deze data

geanalyseerd zal worden wordt zichtbaar in paragraaf 3.5. Tot slot zal in paragraaf 3.6 de procedure van het onderzoek toegelicht worden.

3.1 Inleiding

Deze studie betreft een evaluatieonderzoek naar de effectiviteit en het verwachte gebruik van de digitale ondersteuning Pabowijzer van Noordhoff Uitgevers. Dit wordt zowel vanuit de wensen en behoeften van Pabo docenten en Pabo studenten, alsmede vanuit het verwachte leereffect en het verwachte gebruik. Voor het verkrijgen van zo representatief mogelijke resultaten wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden waardoor zowel kwantitatieve als kwalitatieve

onderzoeksresultaten gebruikt worden. Zo wordt een gestructureerd survey-interview bij Pabo docenten afgenomen, omdat interviewen de aangewezen methode van dataverzameling is wanneer attitudes, opinies, gevoelens, gedachten of kennis een rol spelen (Baarda & de Goede, 2001). In de volgende paragraaf zal uit het model van Drent (figuur 5) blijken dat dit in deze studie het geval is. Daarnaast wordt een web-survey gebruikt om toegang te krijgen tot een zeer grote groep Pabo studenten. Het Internet kan volgens Bethlehem (2006) namelijk eenvoudig ingezet worden om een grote groep potentiële respondenten te bereiken. Tot slot wordt een experimenteel onderzoek verricht omdat dit kwantitatieve gegevens opbrengt die nauwkeurig en gecontroleerd geanalyseerd kunnen worden, en het relatief eenvoudig en goedkoop ingezet kan worden om resultaten te meten (Offerman & Potters, 2002).