• No results found

Migratiecrisis

In document Herstart van de Europese Unie (pagina 34-36)

3. Moeilijkheden EU

3.2. Migratiecrisis

De financiële crisis was nog volop aan het nazinderen en de volgende crisis stond al (letterlijk) voor de poorten van de EU: de migratiecrisis. Vanaf 2014 sprong het aantal asielaanvragen de hoogte in, met pieken in 2015 en 2016, om daarna gestaag weer af te nemen. Er werden in de EU meer dan 4 miljoen asielaanvragen ingediend, deze cijfers zijn te raadplegen in figuur 3 (De Vroey, 2019). Tijdens deze crisis stond de EU onder immense druk om tot één integraal gedragen beleid te komen met de verschillende lidstaten. Op de bekende uitspraak van Angela Merkel in de zomer van 2015: “wir schaffen das” kwam later veel kritiek omdat het migratieprobleem niet zo makkelijk op te lossen was, dan de uitspraak deed vermoeden. Duitsland kreeg in de periode vanaf 2014 tot 2018 1.7 miljoen asielaanvragen te verwerken, het meeste van alle EU-lidstaten (De Vroey, 2019).

Net zoals in de eurocrisis vinden de EU-landen moeilijk antwoord op de vraag wat ze samen willen doen en wat ze gescheiden willen houden. Een problematiek die naar boven kwam tijdens de migratiecrisis was omtrent de Schengenzone, hierin hebben de lidstaten hun binnengrenzen afgeschat maar hebben ze geen werkbare afspraken gemaakt over wie vluchtelingen opvangt (De tijd, 2018). Dit heeft ervoor gezorgd dat sommige lidstaten weer grenscontroles hebben ingevoerd, waarmee het Akkoord van Schengen onder druk is komen te staan (PDC Informatie Architectuur, z.d.). Als reactie op de stijging van het aantal asielzoekers in Europa stelden landen als Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen en Denemarken tijdelijk grenscontroles in. De verschillende nationale maatregelen en het gebrek aan onderlinge afstemming hieromtrent leidden tot veel onenigheid binnen de Europese Unie. De Europese Commissie stelde eind 2015 dat de maatregelen waren toegestaan, mits ze tijdelijk van aard zouden zijn, en alleen in

35 uitzonderlijke situaties zoals bij ‘serieuze dreiging van de openbare orde of binnenlandse

veiligheid (PDC Informatie architectuur, z.d.) (Luckerhof, 2020).

Vervolgens gaf de Europese Commissie in mei 2017 aan dat de controles moeten worden afgebouwd. In september 2017 werd besloten dat de tijdelijke grenscontroles tot 12 mei 2018 verlengd mochten worden. Er zijn echter nog steeds lidstaten die aan de grens controleren (PDC Informatie architectuur, z.d.). In mei 2018 heeft het Europees Parlement het jaarverslag over het functioneren van Schengen goedgekeurd. In dit verslag wordt de tijdelijke herinvoering van grenscontroles veroordeeld, omdat deze niet noodzakelijk en proportioneel wordt geacht. “Het gebrek aan politieke wil, solidariteit en verantwoordelijkheid binnen Europa zijn problematisch”, aldus een Europees Parlement (PDC Informatie architectuur, z.d.). De perikelen omtrent de Schengenzone zijn nog niet voorbij, zo zijn er bijvoorbeeld nog grenscontroles tussen Denemarken en Zweden omwille van terreurdreiging vanuit Zweden (Luckerhof, 2020). Al is dit niet de enige reden: zo zei de Deense minister van justitie, Nick Haekkerup: “De grens moet ook beschermd worden tegen buitenlanders die niet aan onze criteria voldoen.” Deze grenscontroles zijn een toonbeeld van het groeiend nationalisme en staan haaks op het ‘grenzeloze Europa (Luckerhof, 2020).

Ook heeft het migratie pact van de Verenigde Naties (VN), het ‘Global Compact for Migration' (GCM), voor extra problemen gezorgd binnen de EU. De VN wil via dit pact de migratiestromen op deze wereld stroomlijnen. De Schengenzone van vrij verkeer van personen was al problematisch zoals eerder aangegeven door de gebrekkige controle aan de buitengrenzen en de grote onenigheid over de te volgen migratiepolitiek. Meerdere lidstaten van de EU waaronder: Estland, Hongarije, Tsjechië, Oostenrijk en Polen wilden dit GCM-akkoord eerst niet tekenen, dit is dus een groot probleem voor de Schengenzone. Landen van de Schengenzone die zich onthouden hebben op de algemene vergadering van de VN in New York waren Oostenrijk, Italië, Liechtenstein, Letland en Zwitserland zijn landen die zich onthouden hebben tijdens de stemming. Roemenië en Bulgarije hebben zich ook onthouden maar zijn geen lid van de Schengenzone maar wel van de EU (Segers & Kerckaert, 2018).

De EU zal eerst en zeer dringend eens aan tafel moeten gaan zitten om de lidstaten op een lijn te krijgen

over het migratiethema.” (Matthijs, 2018)

Kortom kwamen de lidstaten van de EU moeilijk tot een algemeen gedragen beleid dat door alle lidstaten werd aanvaard en goedgekeurd (PDC Informatie Architectuur, z.d.). Deze crisis is anno 2020 nog altijd niet volledig voorbij: nog steeds slagen de lidstaten van de EU er niet in orde te scheppen in de migratiechaos. Het EU-standpunt nu is dat onder andere Griekenland de Europese buitengrens beschermt, nadat de Turkse president Erdogan begin 2020 de poorten

36 opnieuw openzette. De EU-lidstaten beloofde hiervoor in totaal 700 miljoen euro extra steun voor

de bescherming van de Griekse land- en zeegrenzen via het Europees grensagentschap Frontex. Onder meer België draagt niet bij aan deze operatie. Griekenland wilde versterking van de grenswacht, terwijl België in de eerste plaats specialisten in het screenen van controledocumenten voorstelde (Van Haver, 2020). Onderhuids leeft er ook grote kritiek op de Griekse aanpak van de migratiecrisis. Volgens de Europese Commissie kreeg Griekenland de voorbije jaren 2 miljard euro maar deed er niets mee (Van Haver, 2020).

Jeroen Dijsselbloem was de eerste politicus die zich in 2015 uitsprak over een combinatie van landen die volgens hem een ‘kern-Europa’ moeten vormen. In Dijsselbloem zijn voorstel zitten volgenden vijf landen: België, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden (Haeck, 2015). De motivatie van Dijsselbloem voor een ‘kern-Europa’ en voor deze specifieke landen vond zijn oorsprong in de migratiecrisis. Dijsslebloem zei in 2015 het volgende in een interview met de krant ‘ De Tijd’:

“Als we het niet doen aan de buitengrenzen van de EU van de 28 lidstaten of aan de buitengrenzen van de Schengenzone, moeten we het misschien wel doen op het niveau van een mini-Schengenzone. Als

dat ook niet zou werken, is het ieder land voor zich. Dat wil ik niet.” (Haeck, 2015)

Kortom had Dijsselbloem schrik dat de welvaartstaat ging omvervallen omwille van de migratiecrisis (Haeck, 2015).

In document Herstart van de Europese Unie (pagina 34-36)