• No results found

Combinatie lidstaten (‘Kern-Europa’) doorgelicht

In document Herstart van de Europese Unie (pagina 72-75)

4. Onderzoek: ‘Kern-Europa’

5.2. Combinatie lidstaten (‘Kern-Europa’) doorgelicht

Dit lidstaten die na deze doorlichting het meest aangewezen zijn om tot de kerngroep van landen te behoren, zijn de volgende: België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Deze groep wordt in dit onderzoek: ‘kern-Europa-1’ genoemd worden.

De lidstaten waarrond twijfel bestaat aan de hand van deze parameters zijn: Finland, Italië, Oostenrijk en Spanje. Deze lidstaten zullen samen met de meeste aangewezen lidstaten als: ‘kern-Europa-2’ worden beschouwd in dit onderzoek. Er zal ook van deze groep samen met de meest aangewezen landen een doorlichting gemaakt worden, wat hun waarde is op vlak van de parameters.

Hieronder wordt een doorlichting gemaakt van de twee groepen kernlidstaten: ‘kern-Europa-1’ en ‘kern-Europa-2’ op basis van de eerdergenoemde parameters.

5.2.1. Geografisch gebied:

‘Kern-Europa-1’ heeft een geografisch gebied van 1 046 280.6 (x1000 km²). De EU telt in totaal ongeveer 4 miljoen km², het ‘kern-Europa-1’ bedraagt dus 1/4de van de totale oppervlakte van de EU. De aanwezigheid van Frankrijk zorgt ervoor dat het Europese grondgebied verder reikt dan enkel het Europese vasteland. Er horen ook landen in het Caribisch gebied, Zuid-Amerika (Guyana), de Stille Oceaan (Polynesië, Nieuw-Caledonië) en Afrika (Réunion) bij Frankrijk dus ook bij dit ‘kern-Europa-1’(Matthijs, 2015). Het ‘kern-Europa-1’ staat op een 29ste plaats in de wereld tussen Bolivia en Mauritanië.

Het is logisch de ‘kern-Europa-2’ een groter geografisch gebied heeft, er behoren tot deze groep meer lidstaten. Het geografisch gebied van ‘kern-Europa-2’ bedraagt: 2 276 616.6 (x1000 km²). Dit is net iets meer dan de helft van het totale oppervlak van de EU. Het ‘kern-Europa-2’ komt op de 11de plaats tussen Congo en Saoedi-Arabië.

5.2.2. Bevolking

De bevolking van het ‘kern-Europa-1’ bedraagt: 177 637 312, dit is bijna de helft van de totale bevolking van de EU. Hiermee staat ‘kern-Europa-1’ op de achtste plaats na Brazilië.

73 Daarnaast is de bevolking van ‘kern-Europa-2’: 304 412 934, dit is ongeveer 2/3de van de totale

bevolking van de EU. Deze combinatie staat hiermee op de vierde plaats tussen de Verenigde Staten van Amerika en Indonesië.

5.2.3. Bruto Binnenlands Product (BBP)

De EU heeft een totaal BBP van €13 923 347.3 miljoen.

Voor het ‘kern-Europa-1’ bedraagt het totale BBP: €7 202 859.4 miljoen, dit is net iets meer dan de helft van de totale EU. Opmerkelijk is dat de BBP’s van Duitsland en Frankrijk een aandeel van respectievelijk 24.67% en 17.37% in het totale BBP van de EU hebben.

Verder is het totale BBP van het ‘kern-Europa-2’ uiteraard meer dan bij ‘kern-Europa-1’ aangezien er extra landen aan toegevoegd worden. Het totale BBP van ‘kern-Europa-2’ bedraagt: €10 874 454.4 miljoen. Dit is niet veel minder dan het totale BBP van de EU. Dit is nogmaals een bewijs dat de uitbreiding van de EU in de 21ste eeuw een minieme impact heeft gehad op het BBP van de EU.

5.2.4. Aandeel in EU-begroting

Het ‘kern-Europa-1’ heeft een aandeel van 46.2% van het totaal. Dit is opmerkelijk veel voor ‘maar’ vijf landen van de 27 EU-lidstaten. De zwaargewichten Duitsland en Frankrijk met respectievelijk 20.7% en 15.75% hebben hier binnen het ‘kern-Europa-1’ een zeer groot aandeel in.

Daarnaast bedraagt het aandeel in de EU-begroting van het ‘kern-Europa-2’: 69.82%, dit is bijna 3/4de van het totaal.

Kortom de twee combinaties hebben dus zeker een groot genoeg aandeel in de Europese begroting.

5.2.5. Aandeel in de kapitaalreserves van de ECB

Het ‘kern-Europa-1’ heeft bijna de helft van het totale aandeel in de kapitaalreserves van het ECB. Het aandeel bedraagt specifiek: 46.05%.

Het ‘kern-Europa-2’ heeft een aandeel van 73.44%, dit is 3/4de van het totaal.

Hier kan weer geconcludeerd worden dat de twee combinaties ook bij deze parameter zeer sterk scoren.

74

5.2.6. Totaal van defensie uitgaven

Aangezien één van de doelstellingen is om een verdere integratie te doen met de groep kernlanden op vlak van defensie, is het interessant om na te gaan wat de totale defensie uitgaven zijn van de twee combinaties.

Voor het ‘kern-Europa-1’ bedraagt deze defensie uitgave: $116 688 miljoen. Hiermee staat deze combinatie op de derde plaats in de wereld na de Verenigde Staten van Amerika en China. Zij hebben respectievelijk $649 000miljoen en $250 000miljoen (SIPRI, 2019).

Daarnaast is dit bedrag voor het ‘kern-Europa-2’: $167 862 miljoen. Hiermee staat deze combinatie ook op de derde plaats in de wereld na de Verenigde Staten van Amerika en China (SIPRI, 2019).

Beide combinaties zijn de derde grootste op vlak van defensie uitgaven. Dit biedt potentieel om op dit vlak een zo efficiënt mogelijk defensiebeleid te voeren met de deelnemende lidstaten en de veiligheid van het grondgebied te garanderen.

5.2.7. Stemrecht IMF

Zoals eerder aangehaald bij de uitleg rond deze parameter is het van belang dat de combinaties van lidstaten voor een ‘kern-Europa’ minimum 15% van de stemrechten heeft binnen het IMF. Voor het ‘kern-Europa-1’ bedragen de stemrechten: Duitsland (5.32%) Frankrijk (4.03%) België (1.3%) Nederland (1.76%) en Luxemburg (0.29%) . Het totaal komt hiermee op: 12.7%, dit ligt onder de 15% waardoor deze combinatie van lidstaten geen ‘veto’ heeft bij belangrijke beslissingen van het IMF. Deze kunnen alleen worden genomen als ze met 85 procent van de stemmen worden gesteund.

Voor de lidstaten in ‘kern-Europa-2’ bedraagt dit: Finland (0.5%) Italië (3.02%) Oostenrijk (1.33%) Portugal (0.44%) Spanje (1.92%) en ‘kern-Europa-1’ (12.7%). Dit brengt het totaal op 19.47%. Dit ligt boven de 15% grens en is dus beter dan bij ‘kern-Europa-1’.

Indien Italië bij ‘kern-Europa-1’ wordt gerekend komt het percentage van deze groep wel boven de 15% uit met 15.72%. Dit kan een reden zijn om Italië op te nemen in de eerste combinatie.

5.2.8. Goudreserve

De goudreserve van ‘kern-Europa-1’ bedraagt: 6 642.3 ton. Hiermee staat deze combinatie op de tweede plaats na de Verenigde Staten van Amerika (8 133.5 ton) (World gold council, 2020). Weer zijn de grootmachten Duitsland en Frankrijk, met een goudreserve van respectievelijk: 3 364.2ton en 2 436ton de grootste bijdragers aan deze parameter. Ze beheren meer dan de helft van het totaal van de combinatie lidstaten.

Voor de combinatie ‘kern-Europa-2’ bedraagt de goudreserve: 9 694.8ton en krijgt hiermee de grootste goudreserve van de wereld.

75 Conclusie:

De twee combinaties komen er bij alle onderzochte parameters goed uit. Er kan wel één opmerking gemaakt worden bij de parameter rond de stemrechten van het IMF. Hierbij had de combinatie ‘kern-Europa-1’ geen 15% van de stemrechten. Dit kan opgelost worden door bijvoorbeeld Italië bij deze combinatie te betrekken zoals eerder vermeld. Daarnaast is het belangrijk om mee te nemen dat deze twee combinaties niet de enige zijn die in de praktijk kunnen werken. Het zijn de twee combinaties die aan de hand van dit onderzoek met deze parameters naar voor kwamen als de meest aangewezen. Als de opzet van een ‘kern-Europa’ in de praktijk wordt gebracht zal er naast deze rationele parameters ook een dosis politiek mee gemoeid worden om tot een combinatie van lidstaten te komen.

In document Herstart van de Europese Unie (pagina 72-75)