• No results found

Om te onderzoeken in hoeverre een opkomstbevorderende jongerencampagne effect heeft op de opkomst tijdens Nederlandse verkiezingen is er van 23 april tot 14 mei 2021 onderzoek gedaan naar de effectiviteit van een opkomstbevorderende jongerencampagne van de gemeente Westland. Er is gekozen voor de gemeente Westland, omdat in deze gemeente de jongerenraad Westland, in samenwerking met de gemeente Westland en de jongerenwerkers van Westland, een breed spectrum bestaande uit acht verschillende campagne-elementen heeft ingezet om Westlandse ‘first-time voters’ naar de stembus te krijgen. In tabel 3.1 zijn de campagne-elementen beschreven, die in de aanloop naar de verkiezingen op verschillende momenten van start zijn gegaan, om jongeren naar de stembus te krijgen.

Tabel 3.1 Overzicht van de door de gemeente Westland gevoerde campagne

Campagne-element Data

1. Radiorubriek WOS over politiek, verkiezingen en jongeren

15 & 22 februari 1, 8, 15, 16 & 17 maart

2. ‘First-time voters’ brief 1 maart

3. TV-item op de WOS met een oproep aan jongeren van de burgemeester en jongerenraad om te gaan stemmen

1 maart

4. De ‘gele stembus’ 13, 15 & 16 maart

5. Sociale-mediacampagne #PolitiekFixt 1-14 maart 6. Interview met kandidaat-Kamerlid Peter Valstar 11 maart 7. TV-item op de WOS vanuit de ‘gele stembus’ met een

oproep aan jongeren van de jongerenwerkers en jongerenraad om te gaan stemmen

13 maart

8. Drie krantenartikelen in ‘Het Hele Westland’ en in ‘Groot Westland’

16 februari, 3 & 10 maart

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een originele vragenlijst die betrekking heeft op de verschillende campagne-elementen van de gemeente Westland (zie bijlage 2).

Namens de gemeente Westland is een uitnodigingsbrief per post verstuurd naar alle 2.346

‘first-time voters’ in de gemeente Westland; het betreft aldus een populatie-onderzoek. Deze brief verzocht de respondenten om een vragenlijst in te vullen, waartoe men toegang kreeg via een bijgevoegde QR-code. Deze brief (zie bijlage 3) is verstuurd op 23-04-2021. Het moment

van versturen zou enige invloed kunnen hebben op de resultaten en de bereidwilligheid (respons) van aangeschrevenen om aan het onderzoek deel te nemen, aangezien de

verkiezingen meer dan één maand daarvoor hadden plaatsgevonden. Dit onderzoek kon helaas geen gebruik maken van een herinneringsbericht, omdat de gemeente niet beschikt over de telefoonnummers en e-mailadressen van de ‘first-time voters’ en een tweede papieren brief financieel niet haalbaar was.

Er is hier gekozen om het effect van de opkomstbevorderende campagne te meten onder ‘first-time voters’. De literatuur suggereert wel dat een dergelijke campagne mogelijk een groter effect zou hebben op ‘second-time voters’ (Bhatti et al., 2016, pp. 157-158). Toch voor de opkomstbevorderende jongerencampagne van de jongerenraad Westland was het versturen van een vragenlijst naar de ‘second-time voters’ minder relevant, bovenal omdat dit niet de gekozen doelgroep was van de campagne van de jongerenraad Westland.

De vragenlijst is ingedeeld in zes blokken met verschillende categorieën van factoren die invloed hebben op de opkomst. Het eerste vragenblok heeft betrekking op de politieke factoren; politieke interesse, politieke tevredenheid en politiek vertrouwen. De vragenlijst vervolgt daarna met het vragenblok over een aantal sociale factoren die invloed kunnen hebben op de opkomst, namelijk; sociale en maatschappelijke betrokkenheid, politieke interesse van de sociale omgeving en de gezondheid en het geluksgevoel van een respondent.

Vervolgens komt er een algemeen vragenblok, bestaande uit stellingen over

opkomstbevorderende campagne-elementen. Dat vragenblok dient als voorbereiding voor het vierde vragenblok over de zichtbaarheid van alle acht elementen van de opkomstbevorderende jongerencampagne van de gemeente Westland. Het vijfde vragenblok heeft betrekking op de sociaal-demografische factoren van een kiezer, namelijk geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, voornaamste tijdbesteding, religie, woonsituatie en het type nieuwsbron dat kiesgerechtigden gebruiken om nieuws te verkrijgen over politiek en verkiezingen. De vragenlijst sluit af met een vraag of kiesgerechtigden van plan zijn om bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen en Tweede Kamerverkiezingen te gaan stemmen.

Van de populatie van 2.346 ‘first-time voters’ hebben in de periode van 23 april tot en met 1 mei 2021 238 ‘first-time voters’ (10,2%) de vragenlijst ingevuld. Deze respons was aan de lage kant, mogelijk vanwege het late tijdstip van het uitzetten van de vragenlijst en het ontbreken van één of meer herinneringen. De bescheiden hoogte van de respons vormde op zichzelf geen wezenlijk probleem voor een zinvolle analyse. Een aanzienlijk groter probleem blijkt te zijn gelegen in de zeer lage respons van ‘niet-stemmers’; in totaal niet meer dan 6

respondenten gaven aan niet te hebben gestemd bij de Kamerverkiezingen van maart 2021.

Dit heeft gevolgen voor de analyses die uitgevoerd kunnen worden.

Vanwege deze lage respons van ‘niet-stemmers’ -onder de aanname dat het hier een vertekening betreft en het niet zo is dat er daadwerkelijk een heel groot aandeel van de ‘first-time voters’ van het stemgerecht gebruik heeft gemaakt- is er geen mogelijkheid om een zinvolle analyse en vergelijking te maken tussen ‘wel-stemmers en ‘niet-stemmers’. Daarom is er gekozen om de bereikbaarheid van de campagne te onderzoeken. In het licht van de oorspronkelijke onderzoeksvraag is het onderzoeken van de bereikbaarheid nog altijd

relevant. Bereikbaarheid is immers een essentiële voorwaarde voor effectiviteit: want wanneer een campagne in zijn geheel of een afzonderlijk campagne-element een kiesgerechtigde niet bereikt, is het hoogst onwaarschijnlijk dat die campagne of dat element effect heeft op de opkomst.

De oorspronkelijke hypothesen kunnen uiteraard niet zinvol getoetst worden, maar zijn herzien van verondersteld effect op opkomst naar verondersteld effect op bereik,

waardoor er eventueel meer duidelijkheid gevonden kan worden in verklaringsmodellen van de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne. De verklarende factoren die in dit onderzoek getoetst worden, komen overeen met de factoren die invloed geacht worden te hebben op de opkomst (van Ostaaijen et al., 2016, p. 26). Dit zijn de sociaal-demografische, sociale en politieke factoren. Hier is voor gekozen omdat op deze manier meer kennis

ontwikkeld kan worden ten aanzien van de vraag in hoeverre individuele, structurele factoren invloed hebben op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

Binnen de sociaal-demografische factoren wordt er gekeken naar geslacht, opleidingsniveau, voornaamste tijdbesteding, religie en het type nieuwsbron dat

kiesgerechtigden gebruiken om nieuws te verkrijgen over politiek en verkiezingen (vgl. van Ostaaijen et al., 2016, p. 26). De verwachting is dat naarmate een kiezer hogeropgeleid is, religieus is, en politiek nieuws volgt via sociale media of de traditionele media, de kans groter is dat de campagne bereik heeft gehad. Op basis van deze verwachting worden de eerste hypothesen geformuleerd:

H1: Opleidingsniveau heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H2: Religie heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H3: Geslacht heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H4: Politiek nieuws volgen via sociale media heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H5: Politiek nieuws volgen via de traditionele media heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

De politieke factoren worden in dit onderzoek geoperationaliseerd als; de mate van politieke interesse, tevredenheid en vertrouwen. De verwachting is naarmate een

kiesgerechtigde meer interesse heeft, tevredener is of meer vertrouwen heeft in de politiek, de kans groter is dat een ‘first-time voter’ de campagne heeft gezien. Hieruit volgen de volgende hypothesen:

H6: Politieke interesse heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H7: Politieke tevredenheid heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H8: Politiek vertrouwen heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

Sociale factoren worden in dit onderzoek geoperationaliseerd als de mate van sociale en maatschappelijke betrokkenheid, politieke interesse van de sociale omgeving,

uitgaansleven, de gezondheid en het geluksgevoel van een ‘first-time voter’ (vgl. van Ostaaijen et al., 2016, p. 26). De verwachting is dat naarmate iemand meer maatschappelijk betrokken is, de sociale omgeving politiek geïnteresseerd is, een actief uitgaansleven kent, de gezondheid goed is en iemand goed in zijn vel zit, de kans groter is dat de

opkomstbevorderende jongerencampagne de ‘first-time voter’ heeft bereikt. Op basis van deze verwachting worden de volgende hypothesen geformuleerd:

H9: Lidmaatschap bij een vereniging heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H10: Een goede kwaliteit van de gezondheid heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H11: Een actief uitgaansleven heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

H12: Politieke interesse binnen de vriendengroep heeft een positief effect op de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende campagne.

De afhankelijke variabele bereikbaarheid kent twee waarden, namelijk ‘welbekend’ en

‘niet-bekend’. Indien een ‘first-time voter’ nul of slechts één campagne-element zegt te hebben gezien, wordt de kiezer gecategoriseerd als ‘niet-bekend’. Alle ‘first-time voters’ die bekend zijn met één campagne-element worden gecategoriseerd als ‘niet-bekend’, omdat in beginsel iedere kiezer een ‘first-time voters’ brief heeft ontvangen, zonder daartoe ook maar enige actie voor te hebben hoeven ondernemen, terwijl dat bij alle andere

campagne-elementen wel het geval is. ‘First-time voters’ die gecategoriseerd worden als ‘welbekend’

zijn bekend met twee of meer campagne-elementen.

Om te achterhalen in hoeverre sociaal-demografische, sociale en politieke factoren effect hebben op het campagnebereik onder ‘first-time voters’ zal er in de analyse gebruik gemaakt worden van drie multivariate regressieanalyses waarbij iedere regressieanalyse een theoretisch onderscheiden cluster aan variabelen onderzoekt.