• No results found

In hoeverre hebben opkomstbevorderende jongerencampagnes effect op de opkomst van jongeren tijdens Nederlandse verkiezingen? Deze vraag die aan de basis van dit onderzoek stond, is helaas niet beantwoord: door een te lage respons van ‘niet-stemmers’ (n6) was het niet zinvol om de effectiviteit te analyseren en ‘wel-stemmers’ met ‘niet-stemmers’ te vergelijken. Daarom is er vervolgens voor gekozen om de bereikbaarheid van de campagne- een noodzakelijke voorwaarde voor effectiviteit- te analyseren. En dan blijkt dat de campagne nauwelijks bereik heeft gehad. Alleen de ‘first-time voters’ brief heeft de meeste jongeren bereikt (83%), wat echter weer niet zo opmerkelijk is omdat alle ‘first-time voters’ deze brief hebben gekregen. De andere campagne-elementen kwamen niet boven een bereik van 15%.

Deze bevinding suggereert dat de opkomstbevorderende campagne nauwelijks effect heeft gehad op de hoogte van de opkomst. Bereikbaarheid is namelijk een essentiële vereiste van effectiviteit, en gezien de geringe bereikbaarheid kan het effect op de opkomst logischerwijze slechts eveneens heel gering zijn geweest.

Een nadere analyse onderzocht de verklaringsmodellen achter de bereikbaarheid.

Hierbij is gekeken in hoeverre de individuele structurele factoren (sociaal-demografische, sociale en politieke factoren), invloedrijke factoren waren voor de opkomst, die ook de

bereikbaarheid van een campagne kunnen verklaren. Op basis van deze individuele structurele factoren werden twaalf hypothesen geformuleerd, waarbij H3, H4, H6 en H9 werden

aangenomen. De vierde hypothese stelt dat het volgen van politiek nieuws via sociale media een positief effect heeft op de opkomst. Uit dit onderzoek blijkt dat dit het geval is. Op basis van dit onderzoek wordt verwacht dat het campagnebereik (0.175%) groter is wanneer een kiesgerechtigde politiek nieuws volgt via Instagram. Voor Twitter of Facebook is dat (0.159%). Beide verbanden zijn zeer significant (p<0,01) waardoor het volgen van politiek nieuws via sociale media een sterk effect heeft op de bereikbaarheid. Ook het verband tussen campagnebereik en (H6) politieke interesse (0.120%), (H9) lidmaatschap vereniging

(0.124%) en (H3) geslacht (-0.133%) zijn significant (p<0,05) en hebben daarmee een sterk effect op de bereikbaarheid.

De overige hypothesen lieten wel een positief of negatief verband zien tussen campagnebereik en de individuele factor van een kiesgerechtigde, maar de hypothesen konden niet worden aangenomen door het ontbreken van een significant verband. Een verklaring hiervoor is mogelijk de lage respons van de vragenlijst. In totaal waren er 2.346

‘first-time voters’ in Westland. Doordat 238 ‘first-time voters’ de vragenlijst hadden ingevuld,

kan het zijn dat de lage respons ervoor gezorgd heeft dat er te weinig data beschikbaar was om significantie aan te tonen.

Deze onderzoeksresultaten van de alternatieve analyse naar bereikbaarheid (als voorwaarde van effect) hebben een bruikbaar eerste beeld gegeven over welke individuele factoren een verband houden met de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende

jongerencampagne. Het liet zien dat de factoren; het volgen van politiek nieuws via sociale media, politieke interesse, lidmaatschap van een vereniging en geslacht, van invloed kunnen zijn op de bereikbaarheid van een campagne.

Dit onderzoek kende een aantal beperkingen. Ten eerste waren er enkele praktische beperkingen, waardoor de oorspronkelijke ambitie van dit onderzoek niet gerealiseerd kon worden. De aanwezigheid in de gerealiseerde respons van het eigen onderzoek van slechts 6

‘niet-stemmers’ maakte het onmogelijk om te onderzoeken of campagne-elementen, dan wel de campagne als geheel, effect heeft gehad op de opkomst onder de ‘first-time voters’. Bij een vervolgonderzoek is het dan ook belangrijk om één of meerdere herinneringsberichten te kunnen versturen naar de beoogde doelgroep, waardoor de kans vergroot wordt dat ‘niet-stemmers’ kunnen worden opgenomen in het onderzoek. Een andere praktische beperking van het onderzoek was het relatief laat verzenden van de brief met de bijbehorende vragenlijst. Bij een vervolgonderzoek is het belangrijk direct na de verkiezingen een brief te versturen,

waardoor de kans verkleind kan worden dat respondenten zijn vergeten of zij een campagne-element hebben gezien, of meer in het algemeen de verkiezingen al ‘oud nieuws’ zijn.

Om een beter inzicht te krijgen welke individuele structurele factoren een verband houden met de bereikbaarheid van de opkomstbevorderende jongerencampagnes, kan er in een vervolgonderzoek een grootschalig onderzoek gedaan worden naar bereikbaarheid onder verschillende jongerencampagnes. Dit kan bijdragen aan een beter inzicht onder welke groepen jongeren campagne-elementen beter zichtbaar zijn, zodat in toekomstige campagnes de doelgroep per campagne-element beter gespecifieerd kan worden.

In een vervolgonderzoek kan het interessant zijn om een grootschalig vergelijkend onderzoek te doen naar opkomstbevorderende jongerencampagnes in Nederland. Door het vergelijken en analyseren van verschillende opkomstbevorderende jongerencampagnes zou er een beter beeld geschetst kunnen worden over welke campagne-elementen effect hebben op de opkomst. Die kennis kan in de toekomst worden ingezet om de opkomst onder jongeren structureel te verhogen.

Dit onderzoek naar bereikbaarheid heeft een bruikbaar eerste beeld gegeven over welke individuele structurele factoren een verband houden met de bereikbaarheid. Toch is er

nog veel onzeker over de effectiviteit en bereikbaarheid van opkomstbevorderende jongerencampagnes. Daarom is de hoop met dit onderzoek dat het de belangstelling van politieke wetenschappers krijgt en het wetenschappers aanmoedigt om vervolgonderzoek te doen naar dit tot op heden onderbelichte onderwerp.

Overigens zal dit onderzoek de basis zijn van een aanbeveling aan de gemeente

Westland dat in juni 2021 wordt gepresenteerd aan de gemeenteraad en het college van B&W.