• No results found

Informatie Systeem

6 Het gebruik van elektronische identificatie in het I&R systeem: mogelijkheden en consequenties

6.4 Meldapparatuur voor I&R

6.4.1 Primaire bedrijven

Na de introductie van elektronische oormerken beschikt de veehouder over twee mogelijk- heden voor het lezen van de diernummers. Dit kan visueel door middel van het lezen van de op de oormerken geprinte nummers of elektronisch door middel van een reader. Het voordeel van een reader is dat deze kan worden gekoppeld aan een PC en daarmee infor- matie kan uitwisselen. I&R informatie wordt vanuit de PC met behulp van de juiste pro- grammatuur aan de I&R database doorgegeven (EDI of internet). Ook houdt de PC het voor I&R verplichte bedrijfsregister bij. Heeft men niet de beschikking over een PC dan kan men voor het automatisch doorgegeven van gegevens aan de I&R database ook ge- bruik maken van een docking station. Zowel de visueel uitgelezen nummers als de met een reader gelezen nummers kunnen ook via voice respons systemen en of via internet facilitei- ten doorgegeven worden. Belangrijk is hierbij dat er controles worden ingebouwd waar- door de kans op fouten zoveel mogelijk geëlimineerd worden. Ook kan de hoeveelheid data die overgezonden moet worden mogelijk beperkt worden door een uitgekiend num- meringsysteem te kiezen.

Op bedrijven, waar regelmatig grote groepen dieren aan de I&R database gemeld moeten worden, zal het gebruik van een reader wenselijk zijn. Dit zijn vooral bedrijven waar veel geboortes plaatsvinden (biggen, lammeren) of waar veel dieren worden aan- of afgevoerd (mestvee, handel).

Trekkende schaapskuddes

In Nederland zijn een aantal schaapskuddes, die dagelijks rondtrekken. Hier dient men te beslissen of de plaats van de herder, van zijn hond, van één schaap of van elk schaap dient te worden vastgelegd, en met welke frequentie. Het is denkbaar dat de herder, uitgerust met een gecombineerde GPS ontvanger/ GSM telefoon, zijn dagrapport aan het einde van de dag doorbelt, of zelfs dat de centrale databank hèm opbelt en zelfstandig de opgeslagen gegevens opvraagt. De dieren worden geregistreerd (stationaire reader gekoppeld aan een PC) bij het verlaten en betreden van de verblijfsruimte. De herder dient de apparatuur niet uit te zetten, te zorgen voor voldoende acculading en bij de kudde te blijven.

6.4.2 Andere bedrijven in de keten

Op veeverzamelplaatsen en slachthuizen zal door de grote aantallen dieren, waarbij in een korte tijd alle nummers moeten worden gelezen, gebruik worden gemaakt van handreaders en vooral stationaire readers. De koppeling van deze readers met een PC ligt voor de hand, waarmee op eenvoudige wijze (EDI, internet) met de centrale I&R database kan worden gecommuniceerd. Voor slachthuizen (behalve bij die voor schapen en geiten), is een on line verbinding met de I&R database nu reeds de praktijk.

Transportvoertuigen

Hierna wordt ingegaan op de technische mogelijkheden voor de geautomatiseerde registra- tie van dierverplaatsingen tussen bedrijven per veetransportwagen. Ieder bedrijf (productie- bedrijf, veeverzamelplaats, slachterij, destructiebedrijf etc.) dient te beschikken over een u- niek bedrijfsnummer. In het I&R systeem is dit reeds het geval. Ook transportbedrijven en idealiter ook alle transportmiddel zullen een dergelijk nummer moeten krijgen.

De gegevensopslag kan op meerdere manieren plaatsvinden. De wijze van opslag heeft consequenties voor de opbouw van het systeem. Hierna komen puntsgewijs een aantal mogelijkheden ter sprake:

Off line registratie, waarbij de gegevens locaal worden opgeslagen in een geheugen en op afroep doorgegeven aan de centrale database. Dit doorgeven kan mondeling per telefoon, schriftelijk, per fax, via datatransmissie per telefoon of door uitwisselen van een informatie- drager (floppy, flashcard e.d.). Het initiatief voor de data uitwisseling kan liggen bij de zen- der of bij de ontvanger.

On line registratie, waarbij alle gegevens centraal worden opgeslagen via een constante ver- binding tussen de centrale database en de locale gegevenslezer. Hierbij dient een voor- ziening aanwezig te zijn die bijhoudt dat de verzonden gegevens inderdaad opgeslagen zijn. In de verbinding kunnen namelijk storingen optreden van allerlei aard (storende (ra-

dio)zenders, natte bomen, rijden door tunnels) waardoor de verbinding verbroken wordt. Voor de bepaling van de plaats waar een voertuig of vee zich bevindt, is GPS eigenlijk de

het vee zich ‘thuis’ in de stal of schaapskooi bevindt, zal dit dus geregistreerd moeten wor- den. De stal zal dus opgevat moeten worden als een niet-mobiel vervoersmiddel. De nauw- keurigheid van de plaatsbepaling met GPS is ongeveer 1,5 meter.

In principe is het eveneens mogelijk om met het GSM-telefoonsysteem de plaats te bepalen van een GSM-telefoon. De nauwkeurigheid van zo’n plaatsbepaling kan circa 100 meter be- dragen, wellicht nauwkeurig genoeg voor bijv. schaapskudde’s. Echter, de wetgever heeft nogal wat bedenkingen, vanwege privacy redenen.

Als het uitgangspunt is, dat ieder transportvoertuig is voorzien van een boordcomputer met plaatsbepalingsmodule (GPS), dan kan exact en tot op straatniveau worden bijgehouden waar laad- of losacties hebben plaatsgevonden.

Door de GPS-ontvanger kan de positie van het voertuig ook tijdens een rit worden be- paald. De voordelen van GPS zijn dat het altijd beschikbaar, gratis ( geen abonnement) en betrouwbaar is.

De mobiele datacommunicatie met de voertuigen kost geld. Door gebruik te maken van mobiele datacommunicatie met behulp van een boordcomputer wordt miscommunicatie voorkomen, worden de communicatiekosten verlaagd en de communicatie-inspanningen van de chauffeur verminderd.

Met een boordcomputer kan op gedefinieerde momenten automatisch via datacommunica- tie informatie worden uitgewisseld met een centraal station (I&R database), zonder extra inspanning van de chauffeur.

Communicatiesystemen als Satelliet, GSM (SMS), Traxys of Mobitex zijn te integreren met

boordcomputers.

Bij elk van deze communicatiesystemen is het mogelijk om voor het daadwerkelijke trans- port om toestemming hiervan te vragen. De geladen dieren zijn geregistreerd in de geregi- streerde vrachtwagen en voordat de chauffeur gaat rijden neemt hij contact op met de cen- trale database om het voorgenomen transport aan te melden. De centrale unit neemt con- tact op met de vrachtwagen en leest de data uit de boordcomputer. De beslissing wordt aan de chauffeur meegedeeld.

6.5 Perspectieven andere elektronische identificatie