• No results found

Informatie Systeem

8 Financieringvormen voor nieuwe I&R systematiek

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op mogelijkheden om de extra kosten van een toekomstig I&R stelsel gebaseerd op EID te financieren. Hiertoe wordt op vier verschillende wijzen aangegeven hoe de kosten en eventuele baten verrekend zouden kunnen worden. • Verrekensleutel 0 - Nettokosten per actor

Iedere actor draagt de kosten en baten die hij zelf maakt. Dit is de situatie, zoals reeds berekend en weergegeven in hoofdstuk 7.

• Verrekensleutel 1 - Marktwerking

Op basis van de netto-meerkosten van een systeem met elektronische I&R in de varkens- houderij is beredeneerd hoe verrekening in de praktijk plaats zou kunnen vinden. • Verrekensleutel 2 - Overheid subsidieert oormerken

In dit scenario wordt berekend welke subsidie op de aanschaf van elektronische oormerken nodig is, om de netto-kosten voor de hele varkensproductiekolom nul te doen zijn.

• Verrekensleutel 3 - Herverdeelheffingen

In deze aanpak wordt doorgerekend wat het effect is van een I&R-heffing bij slacht en export, die vervolgens wordt teruggesluisd naar de sector en wel specifiek naar actoren die de hoogste kosten hebben.

Met deze vier verrekensleutels wordt een kader neergezet, dat inzicht geeft in de mogelijk- heden van herverdeling van baten en lasten bij een systeem met elektronische I&R.

8.1 Verdeling lasten en baten in de rundveesector

Verrekensleutel 0 – Nettokosten per actor

Met deze verdeelsleutel zullen de kosten die in een bepaalde deelsector voor I&R gemaakt worden ook door deze sector gedragen worden. De kosten voor de verschillende deelsecto- ren komen daarmee overeen met de kosten zoals deze met het model voor de verschillende scenario’s berekend zijn (tabel 7.11).

Uit deze tabel blijkt dat er voor een nieuw I&R systeem gebaseerd op EID met name extra kosten worden gemaakt in de melkveehouderij en daarnaast in het geval de transporteurs een rol in het I&R systeem toebedeeld krijgen (in scenario 2 en 3) ook in de transport- sector.

Verrekensleutel 1 - Marktwerking

Door de introductie van een nieuw I&R systeem gebaseerd op EID zullen de kosten voor I&R toenemen. Deze kostenstijging vindt met name in de melkveehouderij plaats omdat in de melkveehouderij 95 % van de in het totaal 1.492.000 (2000/2001) kalveren geboren

wordt. Doordat een groot deel van de kostenstijging van een I&R systeem gebaseerd op EID gaat zitten in de duurdere oornummers (ten opzichte van de huidige nummers) zullen met name de kosten voor I&R in de melkveehouderij stijgen. Ongeveer de helft van deze duurdere nummers wordt in de melkveehouderij gebruikt voor identificatie van de stierkal- veren. Deze kalveren komen voor het grootste deel in de vleeskalverhouderij en stieren- houderij terecht. De vaarskalveren blijven voornamelijk achter op hun geboorte bedrijf. Melkveehouders zullen dus voor zowel de vaarskalveren als de stierkalveren extra kosten moeten maken voor het registreren van deze dieren. De hogere kosten die de melkveehou- ders maken voor het registreren van de stierkalveren zullen moeilijk in de prijs van een stierkalf aan de vleeskalverhouders en stierenhouders doorgerekend kunnen worden, omdat de stierkalveren uit de melkveehouderij een restproduct zijn. Een melkveehouder zal zijn productie in dit geval (van stierkalveren) niet staken vanwege een lagere opbrengstprijs van de stierkalveren. De hoofdactiviteit van een melkveehouder is het leveren van melk en niet die van stierkalveren. Het is daarom ook de verwachting dat de melkveehouders de extra kosten die gemaakt worden voor een nieuw I&R systeem volledig zullen dragen. Er kan dus geconcludeerd worden dat de kostenverdeling voor de verschillende primaire bedrijven blijft zoals bij Verrekensleutel 0 (tabel 7.11).

Indien transporteurs de aanvoer en afvoer van dieren gaan melden aan het I&R systeem zullen er in de transportsector grote investeringen gedaan moeten worden. Deze kosten die door de transporteurs gemaakt worden voor het aan en afmelden van runderen zullen op een of andere manier terugverdiend moeten worden. Het is dan ook de verwachting dat deze kosten doorgerekend worden in een hogere prijs voor het transport van runderen voor veehouders. Deze hogere prijs voor het transport van runderen zal voor het grootste deel gedragen moeten worden door de veehouders.

Verrekensleutel 2 - Overheid subsidieert oormerken

In het geval de overheid een subsidie moet verstrekken om de extra kosten van een nieuw I&R systeem gebaseerd op EID te financieren zijn de volgende subsidies per nieuw uitge- geven oormerk voor de verschillende I&R systemen nodig (tabel 8.1).

Tabel 8.1 I&R kosten (€) per nieuw geregistreerd rund met berekende subsidie.

I&R kosten Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Huidig

Totaal 5,67 6,74 4,36 2,45

Verschil met huidig (= te subsidiëren) 3,22 4,29 1,91 0 In tabel 8.1 staat in de eerste rij weergegeven wat de totale kosten zijn per nieuw geregi- streerd rund (nieuw geboren + geregistreerd kalf) voor de verschillende doorgerekende I&R systemen. In de tweede rij wordt weergegeven wat het verschil in kosten is per geregi- streerd rund ten opzichte van het huidige I&R systeem. Indien de extra kosten van een nieuw I&R systeem met een subsidie gefinancierd zouden moeten worden om de netto

kosten voor de sector gelijk te laten, is er per nieuw geregistreerd rund een subsidie ter hoogte van dit bedrag nodig.

Verrekensleutel 3 - Herverdeelheffingen

Om de extra kosten van een I&R systeem gebaseerd op EID te financieren zou ook geko- zen kunnen worden voor het opleggen van een heffing op de slacht en export van een rund. In Nederland zijn in 2000 ongeveer 1.898.160 dieren geslacht en geëxporteerd. Om de extra kosten van een nieuw I&R systeem te dekken met een heffing per geslacht en geëxporteerd rund zijn de volgende heffingen per geslacht en geëxporteerd rund nodig (tabel 8.2).

Tabel 8.2. Heffing (€) per geslacht dan wel geëxporteerd dier.

Heffing Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Huidig

Totaal 4,46 5,30 3,43 1,93

Verschil met huidig (= extra heffing) 2,53 3,37 1,5 0 In de eerste rij van tabel 8.2 wordt weergeven hoe hoog een heffing op slacht en export moet zijn om de totale kosten van een I&R systeem te dekken. In de tweede rij wordt de hoogte van een heffing weergeven indien de extra kosten van een I&R systeem gebaseerd op EID ten opzichte van het huidige I&R systeem gefinancierd moet worden.

De opbrengsten van deze heffing zouden naar rato van de kostenstijging van de verschil- lende deelsectoren voor het nieuwe I&R systeem verdeeld kunnen worden. In het meest waarschijnlijke scenario (scenario 3) worden de extra kosten van een nieuw I&R systeem volgens de verdeling in tabel 8.3 door de verschillende deelsectoren gedragen.

Tabel 8.3 Verdeling extra kosten van een I&R systeem in scenario 3

Bedrijfstype Scenario 3 in % Melkveehouderij 1.205.632 42% Vleeskalverhouderij 6.540 0% Zoogkoeienhouderij 21.070 1% Stierenhouderij -2.395 0% Jongveeopfok 12.196 0% Kleine veehouders 26.284 1% Handel/export/import 113.638 4% Slachterijen -116.110 -4% Verzamelplaatsen -21.342 -1% Destructie 0 0% Transport 1.600.722 56% Institutioneel 0 0% Totaal 2.846.235 100%

Zoals in tabel 8.3 is te zien worden de extra kosten van een nieuw I&R systeem (scenario 3) voornamelijk door de melkveehouderij en de transportsector gedragen. Op basis van de verdeling in tabel 8.3 kan de opbrengst van de heffing per geslacht en geëxporteerd rund herverdeeld worden over de verschillende deelsectoren (tabel 8.4).

Tabel 8.4. Herverdeling van heffing op slacht en export voor scenario 3. Bedrijfstype: Heffing in € Melkveehouderij 0,64 Vleeskalverhouderij 0,00 Zoogkoeienhouderij 0,01 Stierenhouderij 0,00 Jongveeopfok 0,01 Kleine veehouders 0,01 Handel/export/import 0,06 Slachterijen -0,06 Verzamelplaatsen -0,01 Destructie 0,00 Transport 0,84 Institutioneel 0,00 totaal 1,50 Tabel 8.4 laat zien dat het grootste deel van de heffing terechtkomt bij de transporteurs en

de melkveehouders. Hierbij moet worden opgemerkt dat een eventuele heffing voor I&R die wordt opgelegd bij slacht en export waarschijnlijk niet door de slachterijen en expor- teurs betaald zullen worden. Deze heffing zal op een of andere manier in zijn geheel of gedeeltelijk verrekend worden met de opbrengstprijs van een geslacht of geëxporteerd rund. Dus de primaire veebedrijven worden in deze situatie wel gecompenseerd voor de extra kosten die ze maken voor een I&R systeem gebaseerd op EID maar zullen via een omweg als nog geheel of gedeeltelijk deze extra kosten moeten opbrengen.

8.2 Verdeling lasten en baten in de schapen- en gei-

tensector

Verrekensleutel 0 – Nettokosten per actor

Met deze verrekensleutel zullen de kosten die in een bepaalde deelsector voor I&R gemaakt worden ook door deze sector gedragen worden. De kosten voor de verschillende deelsec- toren komen daarmee overeen met de kosten zoals deze met het model voor de verschil- lende scenario’s berekend zijn (tabel 7.41). Hierin is te zien dat er voor een nieuw I&R sys- teem gebaseerd op EID met name grote kosten gemaakt moeten worden in de schapen- en